Kritische reacties van leerkrachten en van ouders van allochtone
leerlingen op thuistaalgebruik in en buiten de klas
In reacties van leerkrachten en directies op de roep voor
meertalig onderwijs en voor het toelaten en stimuleren van het gebruik van de
thuistalen inde klas en buiten de klas, stellen de meeste praktijkmensen dat de
pleitbezorgers totaal vervreemd zijn van de onderwijspraktijk. Volgens hen vergeten ze vooreerst dat het niet eens mogelijk is om
in te spelen op al die verschillende thuistalen. De meesten vermelden ook dat
kinderen die sporadisch de thuistaal gebruiken niet echt gestraft worden. Het
in sterke mate stimuleren om ook op de speelplaats e.d. Nederlands te spreken,
is nog iets anders dan het bestraffen van overtreders. De leraars betreuren vooral ook dat de kansen
om Nederlands te leren op die manier sterk verminderen. Een
kleuterleidster stelde dat als ze b.v. Turkse kleuters toelaat om Turks te
spreken bij vrij spel, deze dan steeds minder Nederlands spreken en andere
leerlingen afstoten. De meeste praktijkmensen vinden ook dat precies de vele
uren op school buiten klasverband de uren zijn waarin de anderstalige
leerlingen veruit het meest de kans krijgen om Nederlands te spreken en te
oefenen. In een klas met 20 leerlingen krijgen die kinderen al bij al maar een
beperkte spreektijd. In andere reacties die hierbij aansluiten lezen we dat
anderstalige kinderen die meestal al de basis van hun moedertaal verworven
hebben als naar de kleuterschool komen- buiten
de school nog heel veel de kans krijgen hun thuistaal te spreken en verder te
ontwikkelen. De kansen die ze krijgen om de vreemde en nieuwe taal Nederlands
te leren zijn veel beperkter.
Het Gents experiment
met lessen (ook leren leze) in het Turks
werd geëvalueerd door voorstanders van het experiment, maar toch bleek dat de
lessen Turks niet leidden tot de verbetering van het Nederlands. De Koerdische
ouders tekenden ook bezwaar aan tegen dit experiment en vonden dat allochtone
kinderen er alle belang bij hadden enkel met Nederlands te worden
geconfronteerd. Het zijn de allochtone ouders zelf die nog het meest
protesteren tegen het recente voorstel van de Gentse schepen van onderwijs om
het gebruik van de thuistaal toe te laten tijdens en buiten de les. Tuba
Yılmaz: Ik zelf heb Nederlands moeten spreken op school en geen thuistaal en
ben er echt blij mee. Dmonx Prtavyan: Als 'allochtoon' ben ik tegen het
toelaten van de thuistaal op school. De
mensen die deze beslissing hebben genomen zijn niet echt wijs. Jordy Ronaldo: Als
allochtoon vind ik dit een vreselijk voorstel, op die manier hebben die
kinderen nog veel minder kansen op de arbeidsmarkt later, meer kans op
discriminatie omdat ze de landstalen niet beheersen, dus NEEN geen thuistaal op
school aub! XY: als er 10 verschillende talen zijn, hoe ga je dan met elkaar
spreken. Dat 'je eigen taal spreken' kan volgens mij ook echt alleen op
concentratiescholen waar bijna iedereen dan je eigen taal spreekt, en ga je dan
ook niet riskeren dat ouders van Nederlandstalige kinderen hun kinderen gaan
wegnemen, omdat er tijdens de speeltijden geen Nederlands meer wordt gesproken
en zo worden uitgesloten tijdens het spel?In de Lucarna-scholen is het
inderdaad voor de Turkse leerlingen ook verboden
op de speelplaats Turks te spreken
Op de website van Klasse verscheen in mei 2013 een bijdrage
van Kris Van den Branden onder de titel: Meertaligheid is een troef, geen
handicap. Van den Branden is de ex-directeur NT2-Leuven die intensief NT2 overbodig
vond en er dan ook geen specifieke aandacht met zijn Steunpunt wou aan
besteden. Naast een aantal leraars reageerde ook prof. Wim Van den Broeck op de
levensvreemdheid van Van den Brandens pleidooi. Van den Broeck stelde: Hoe
wereldvreemd kan men zijn? Echte meertaligheid is natuurlijk een troef, maar
taalachterstand in het Nederlands is wel degelijk een handicap, zoals blijkt
uit zovele studies die aantonen dat de onderwijskansen en de arbeidskansen
zwaar gehypothekeerd worden indien de landstaal zwak of niet beheerst wordt.
Het is inderdaad beter dat anderstalige kinderen thuis in hun eigen taal
converseren dan dat ze thuis een gebroken Nederlands zouden horen praten, maar
dat betekent niet dat thuistaal toelaten op school hen taalvaardiger zou maken.
Het maakt hen niet taalvaardiger in hun thuistaal, want op school spreken ze
dan vaak een gemengde taal, en het maakt hen al zeker niet taalvaardiger in het
Nederlands. Dit lijkt sterk op het ontkennen of minimaliseren van een reëel
maatschappelijk en sociaal probleem dat in grote mate ontstaan is door het
ontbreken van een doeltreffend en doortastend taalbeleid. Men moet in sommige
kringen toch eens weten wat men wil: ofwel is er geen probleem, maar dan is het
geen issue, ofwel is er wel een probleem, en dan moeten we er iets aan doen!
(17 mei 2013).
Nog enkele reacties van leerkrachten op de website van
Klasse. De leerkrachten beklemtoonden alle dat enkel als de leerlingen maximaal
Nederlands kunnen spreken en oefenen op school, ze voldoende resultaten kan
bereiken: Onze school is het helemaal niet eens met het toelaten en stimuleren
van meertaligheid. Jullie vernoemen alleen de positieve kanten, maar niet de
negatieve. Kinderen die in de speelsituatie e.d. met mekaar Nederlands praten,
zullen dit nadien blijven doen. Dit zorgt niet alleen voor een betere kennis
van het Nederlands, maar ook voor integratie. Anders blijven ze ook buiten de
school met elkaar een andere taal spreken. De speelplaats is ook de aangewezen
plaats voor anderstaligen om het Nederlands verder te oefenen. Als je gelijke
kansen en integratie nastreeft is dit een must. Je kan niet tegelijk gelijke
kansen prediken en door laksheid in je optreden anderstaligen mogelijkheden
ontnemen om Nederlands te leren en te oefenen.
... Je kan aldus ook moeilijk sociale cohesie bereiken. Een bijkomend argument luidt: Kinderen zijn
ook dikwijls hard voor mekaar en pesten en verwijten zijn nooit ver af. Hoe kan
je dit onder controle houden, als je ieder een eigen taal laat spreken waar
anderen niets van verstaan. Dit werkt pesten en uitsluiting in de hand (Ludwig
Van den Broeck). Een andere leraar: Een taal hanteren die iedereen in een
school verstaat, in dit geval Nederlands, geeft ook iedereen de kans om bij
problemen, misverstanden, discussies, ruzies,
niet enkel kalm maar vooral
voor iedereen verstaanbaar naar een consensus te werken. De verlichte denkers
moeten uit hun ivoren toren komen en zowel de geur van bordkrijt als de sfeer
in een school met deze problematiek eens gaan opsnuiven als lesgever
Dit is natuurlijk slechts een opinie van een
oude onderwijskrokodil die na bijna 40 jaar loopbaan toch nog altijd enorm
graag lesgeeft (Gomme Marc).
|