7 jaar O-ZON (Onderwijs Zonder ONtscholing) : reactie en
ontscholingsdiscours van drie inspecteurs in 2007 (Onderwijskrant nr. 140).
Woord vooraf:
Onderwijskrant startte precies 7
jaar geleden met zijn O-ZON-campagne. Onze campagne lokte onmiddellijk een
afwijzende en nogal agressieve reactie uit vanwege een aantal
onderwijsinspecteurs. In een volgende bijdrage laten we morgen een paar
kopstukken van de inspectie aan het woord. In deze bijdrage nemen we de reactie
op van drie inspecteurs secundair onderwijs van 19 januari 2007.
1. Inleiding
Aanvankelijk mengden zich geen
inspecteurs in het actuele debat over de daling van het niveau en de onderwaardering van basiskennis en
basisvaardigheden. De meesten vinden blijkbaar niet reageren en/of doodzwijgen
de beste strategie. Drie Brugse inspecteurs secundair onderwijs vroegen en
kregen echter op 19 januari j.l. een breed interview in het Brugsch
Handelsblad: Hans Gevaert (wiskunde), Luc Marannes (Germaanse talen) en Roger
Vandevoorde (technische vakken). Ze reageerden op de oproep van Hullebus. Ze ontpopten
zich als woordvoerders van het ontscholingsdiscours.
De drie inspecteurs beweren dat
het onderwijs dat ze zelf destijds genoten hebben, bijna volledig verdampt is.
Een totale omwenteling (ontscholing) was dan ook meer dan nodig. De inspecteurs
verwoorden naar eigen zeggen gewoon het officiële standpunt van de overheid,
de DVO, de eindtermencommissie taal, de Nederlandse Taalunie en Europa. Het
gaat volgens hen dus om een officiële en zelfs Europese visie. Ze
onderschrijven die visie volmondig en passen ze ook toe bij doorlichtingen.
Minister Vandenbroucke beweerde nochtans dat de inspectie decretaal geen
pedagogische visie en methodieken mag opleggen en controleren.
Hun basisstellingen luiden: *Er
is geen achteruitgang van de kennis. *Directe instructie rendeert niet (slechts
10 %) *Basiskennis is morgen al verouderd en verdampt vlug. *Hoofdrekenen is
niet meer zo belangrijk in het tijdperk van de rekenmachine. *Taal en spelling
evolueren voortdurend: als de boodschap maar overkomt. Spelling, grammatica,
literatuur
zijn niet zo belangrijk.
Als O-ZON-woordvoerders zijn we
tevreden dat de inspecteurs kleur bekennen en toegeven dat het officieel
discours een ontscholingsdiscours is. De druk om radicaal te breken met het
verleden en om te ontscholen is dus niet fictief. Zo hoor je het ook eens van
een ander.
We citeren op volgende pagina hun
zgn. officiële opvattingen over de leerinhoud en het onderwijs (= punt 2) en
over de vakken Nederlands en vreemde talen in het bijzonder (=punt 3). In een bijlage citeren we de lage dunk van de
drie inspecteurs over de (vele) leerkrachten, docenten, professoren,
publicisten
die al hun sympathie
betuig(d)en voor het debat over de ontscholing van het onderwijs. Honderden
mensen reageerden al openlijk in de media en in mails aan Hullebus. De
inspecteurs wekken de indruk dat het om het standpunt van één leerkracht
Hullebus gaat. Ze vinden het leren opzoeken van informatie het meest
belangrijke. Zelf hebben ze blijkbaar de voorbije maanden de weg nog niet
gevonden naar de vele reacties omtrent
ontscholing op de website van de kranten, Canvas, KNACK , Lerarenforum
en
uiteraard ook van www.o-zon.be.
Zij pakken ook al te gretig uit met een
karikatuur van de kritiek op het huidige ontscholingsdiscours: Hullebus stelt
de zaken overigens verkeerd voor, want je kunt geen vaardigheden oefenen zonder
kennis. Als woordvoerders van de O-ZON-vereniging denken we dat de uitlatingen
van de inspecteurs voor zichzelf spreken. Voor commentaar op hun ontscholingsvisie
en op analoge opvattingen verwijzen we naar voorliggend O-ZON-witboek en naar
de website van O-ZON waar we ook een lijvig taaldossier opgenomen hebben.
2
Ontscholingsdiscours van inspecteurs in
citaten
Het is bewezen: frontaal
onderwijs heeft afgedaan. Onderzoek heeft uitgewezen dat leerlingen slechts 10
% onthouden van de kennis die gedoceerd wordt. Als de leerlingen samen iets
zelf mogen uitzoeken, loopt dat op tot 85 %. De leraars beseffen dat, maar niet
iedereen trekt de juiste conclusie. Maar het vergt van de leerkracht uiteraard
minder inspanning als hij zijn wijsheid mag etaleren.
Geef de leerlingen in
klas de tijd om het zelf uit te zoeken. (NvdR: die uitspraak is gebaseerd op
de bekende mythe van de zgn. leerpiramide
die geenszins gebaseerd is op onderzoek en puur verzinsel is.)
Aangezien iedereen een zakrekenmachine heeft,
is ook het hoofdrekenen niet meer essentieel. De kassa berekent het bedrag voor
de caissière in de Delhaize. Niet enkel de taalvakken, maar ook het vak
wiskunde moet zich aanpassen aan de veranderende samenleving.
Onze maatschappij, de
technologie en onze kennis evolueren. Vraag het eens aan een dokter: die is
niet veel meer met de opgedane kennis uit zijn universiteitsperiode, tenzij hij
zich voortdurend bijschoolt.
Vroeger was het belangrijk om te weten wat de
leraar wist, nu is het belangrijk om te weten hoe je die kennis toepast.
Wie
van ons kent nog het Latijn dat hij vroeger geleerd heeft? In het eerste jaar
Engels lazen wij Shakespeare evenals Plato. Maar Engels leren spreken deden we
niet.
Er is helemaal geen achteruitgang
van de kennis. De huidige jongeren kennen veel meer dan onze generatie. Alleen
richt hun kennis zich niet tot een vak.
Jongeren slaan enkel in hun geheugen
op wat ze blijven gebruiken. Want anders raakt hun harde schijf vol.
Als Hullebus stelt dat de kennis
van de leerlingen achteruit gaat, dan ziet hij één ding over het hoofd: vroeger
vlogen de slechtste leerlingen aan twaalf jaar van school en moesten zij gaan
werken. Nu zitten er drie keer zoveel leerlingen in het onderwijs. Er zitten er
een aantal bij die het nooit zullen leren. Maar dit is geen reden om heimwee te
hebben naar het verleden.
3 Stellingen over
Nederlands en Jean-Marie Pfaff-Duits
De huidige Europese
onderwijsvisie is dat taal een communicatiemiddel is. Je boodschap moet goed
overkomen. De essentie is dat je elkaar verstaat.
Liever Jean-Marie
Pfaff-Duits dan niet kunnen communiceren met een Duitser.
Ik begrijp de
ontgoocheling van de filologen, omdat zij nauwelijks nog literatuur mogen
geven. Maar literatuur is slechts een van de vele vormen van communicatie.
Marc Hullebus stoort zich aan dt-fouten. Er zijn echter belangrijkere dingen.
Vooral filologen moeten beseffen dat onze spelling erg relatief is. Vergelijk
eens de taal van Bredero met het huidige Nederlands!
Ook de taal evolueert:
in de nieuwe Van Dale staan er 1.300 nieuwe woorden en zijn er 1200 andere
woorden geschrapt.
Als de West-Vlaamse leerlingen
enkel overstelpt worden met grammaticale regels en de kans niet krijgen om in
klas algemeen Nederlands te praten, zullen zij er nooit in slagen zich
behoorlijk uit te drukken.
Sta ons toe
om vaardigheden oefenen te vergelijken met het leren autorijden. Met theorie
alleen zal het nooit lukken, al heb je die nodig. Voor het leren van taal geldt hetzelfde.
De Taalunie schrijft drie prioriteiten
naar voor om een taal te leren: oefenen, een coach hebben die corrigeert en de
leerlingen uitdagen.
Ons valt het op dat dikwijls
Vlaamse elitescholen slecht scoren inzake motivatie van hun leerlingen. Die
gaan niet graag naar school. De reden is dat er in dit type onderwijs nog veel
meer frontaal gedoceerd wordt dan in het technisch en beroepsonderwijs. Dat
type is moderner. Ik zou graag eens een leraar uit een aso-school die geen
kritiek duldt op zijn verouderde manier van doceren, in het technisch of het
beroepsonderwijs zien lesgeven. t Zou niet lang duren!!
Als Hullebus de eindtermen in
vraag stelt, moet hij een Europese politieke partij oprichten om die te
wijzigen. Want diezelfde inzichten liggen aan de basis van het Europese
portfolio.
Het leerplan is opgesteld op basis van de eindtermen. Het leerplan
van de Guimardstraat adviseert dat 60 % van de tijd in de klas gaat naar het
aanleren van vaardigheden en 40 % naar de overdracht van kennis.
Geen
theoretische examenvragen meer
, maar punten op het afnemen van een interview
en op argumentatie in een debat.
Bijlage: typering van o-zon-sympathisanten
Ik heb in het blog van Hullebus gezocht en ik
heb geen reacties gevonden
(NvdR:
O-ZON noteerde honderden reacties. In Onderwijskrant en in het O-ZON-boek Ik
mag/moet naar school (Academia Press, 2007) werden er ook een groot aantal
afgedrukt. Hullebus springt enkel in de
bres voor een aantal uitgebluste leerkrachten die zich niet willen of kunnen
aanpassen aan de veranderende samenleving. Het gaat om een kleine minderheid
van de leraars die weigert zich aan te passen.
Sommigen van de leerkrachten die
reageerden zijn onderwijsmensen die niet mee willen evolueren
|