Kritische bedenkingen
van VSKO bij ontwerp-BNM-decreet (hoorzitting 16 januari 2014)
Inleiding
In Onderwijskrant nr. 168 en op dit blog besteedden we twee kritische
bijdragen aan het BNM-(inclusie)decreet. We waren hierbij niet mals voor het
feit dat de katholieke onderwijskoepel het ontwerpdecreet onderschreef (zie
www.onderwijskrant.be).
Blijkbaar is de koepel toch wat onder de indruk gekomen van
de vele kritiek vanwege de achterban. In het kader van de hoorzitting in de
Commissie Onderwijs op donderdag 16 januari 2014 formuleerde het VSKO een
aantal kritische bedenkingen vooral ook i.v.m. de datum van in voege treden
van het decreet op 1 september 2014 (zie bijlage)
We verheugen ons over
de (laattijdige) kritische bedenkingen van het VSKO. Zo gaat het VSKO akkoord
met de kritiek dat het onmogelijk is om per 1 september 2014 dit decreet in te
voeren. Jammer genoeg gaat het b.v. niet om de afkeuring van het feit dat
volgens het decreet ook leerlingen die een deel van het gewone leerprogramma
niet kunnen volgen, toch kunnen toegelaten worden in het gewoon onderwijs. Mieke
Van Hecke stelde nochtans in een interview in Caleidoscoop (december 2013) dat leerlingen
die het gewone programma niet kunnen volgen, een aangepast programma nodig
hebben binnen het buiten-gewoon onderwijs.
Bijlage
TEKST TER AANVULLING
VAN HET PROTOCOL VAN AKKOORD VAN HET VSKO BIJ HET ONTWERPDECREET BETREFFENDE
MAATREGELEN VOOR LEERLINGEN MET SPECIFIEKE ONDERWIJSBEHOEFTEN.
Ten behoeve van de hoorzitting in de Commissie Onderwijs op donderdag
16 januari 2014
1 TIJDSTIP INWERKINGTREDING VAN HET
DECREET
Het VSKO meent dat de inwerkingtreding van het decreet
voorzien op 1 september 2014 niet voor het volledige decreet haalbaar is om de
volgende redenen:
1.1 Type 9
De oprichting van type 9 is onhaalbaar op het vlak van
programmatie en organisatie. Uit de omgevingsanalyse ASS, uitgevoerd in alle
Katholieke scholen voor buitengewoon onderwijs in het najaar van 2013, blijkt
dat 90% van de BuBaO- en BuSO scholen vandaag een aanbod heeft voor leerlingen
met ASS, samen goed voor ongeveer 4500 leerlingen die aan de definitie van type
9, zoals opgenomen in het ontwerpdecreet voldoen.
Inzake de programmatieprocedure (Vlaamse regering na advies
VLOR, inspectie en Agodi) zijn de concrete contouren vandaag niet duidelijk en
is de tijd te kort om dit te realiseren nog dit schooljaar.
1.2 Basisaanbod
Het VSKO meent dat ook de omvorming van de huidige types 1
en 8 in het BuBaO en OV3 type 1 in het BuSO naar het basisaanbod onhaalbaar is
tegen 1 september 2014.
Binnen het katholieke net zijn er ongeveer 80 BuBaO-scholen
die vandaag één of beide types organiseren. Daarvan is ongeveer de helft
ééntypig. Dit wil zeggen dat bepaalde scholen enkel expertise hebben
voor het begeleiden van leerlingen met een licht mentale beperking (type 1) en
niet voor het begeleiden van leerlingen met een leerstoornissen (type 8) en
vice versa.
De ruime formulering van de definitie van het type
basisaanbod doet echter vermoeden dat de instroom in dit nieuwe type heel
divers zal zijn en veel ruimer dan de optelsom van het huidige type 1 en het
type 8. Bovendien betekent de verhoogde nadruk op reintegratie in het gewoon
basisonderwijs ook een gewijzigde aanpak en organisatie in het gewoon en
buitengewoon onderwijs. De omvorming naar het type basisaanbod is dus veel
ingrijpender dan louter een naamsverandering en betekent voor alle betrokken scholen
een noodzakelijke competentieverhoging en expertiseopbouw om kwalitatief onderwijs op maat te kunnen
aanbieden.
Ook in het BuSO vergt de omvorming van OV3 type 1 naar het
basisaanbod de nodige voorbereiding. Opleidingsvorm 3 beoogt vandaag instroom
op de reguliere arbeidsmarkt. Het werken naar re-integratie in het gewoon
secundair onderwijs vereist een totaal andere aanpak dan het werken naar de
huidige finaliteit van OV3. Daarnaast vreest het VSKO dat de herevaluatie aan
het einde van de opleidingsfase en de verplichte instroom in het gewoon
secundair onderwijs zal leiden tot een toename van de ongekwalificeerde
uitstroom.
1.3 Verslag (buitengewoon onderwijs) en
gemotiveerd verslag (GON)
Het verslag en het gemotiveerd verslag zullen in de toekomst
een belangrijke rol spelen. Naast een aantal rechten verbonden aan deze
verslagen we denken hierbij aan het recht op buitengewoon onderwijs of het
volgen van een individueel aangepast curriculum in het gewoon onderwijs of het
recht op GON-begeleiding) - zal het al dan niet hebben van een verslag ook
bepalen of een leerling onverkort of onder ontbindende voorwaarde kan worden
ingeschreven in een school voor gewoon onderwijs. Het VSKO onderstreept het
belang van kwalitatieve verslaggeving gezien de centrale rol deze zal
vervullen. De inhoud en de vormvereisten ervan dienen echter nog door de
Vlaamse regering te worden bepaald, waardoor er veel te weinig tijd rest voor de
CLBs om dit alles te realiseren tegen 1 september 2014.
1.4 Leerlingenvervoer
De invoering van een type 9 en de omvorming van de types 1,
8 en OV3 type 1 tot het type basisaanbod zullen het onderwijslandschap heel
sterk hertekenen. Dit heeft ernstige gevolgen voor het leerlingenvervoer dat
vandaag nog steeds afstand als enige criterium voor het bepalen van het recht
op vervoer hanteert. Scholen (en alle stakeholders betrokken bij het zonaal
leerlingenvervoer) hebben minstens 1 schooljaar nodig om deze reorganisatie te
bewerkstellingen, waarbij de vraag rijst of een volledige hertekening van het
leerlingenvervoer niet dringend nodig is.
1.5 Professionalisering
Naast de wijzingen die het ontwerpdecreet aanbrengt in het
buitengewoon onderwijs, staat ook het gewoon onderwijs voor een grote uitdaging.
Zowel het personeel binnen het gewoon onderwijs als binnen het buitengewoon onderwijs
moeten de nodige tijd krijgen zich te professionaliseren en hun competenties te
verhogen (cfr. amendement op OD XXIII).
2 TYPE 9
In het protocol van akkoord heeft het VSKO geen bezwaar
geformuleerd tegen de komst van type 9 omdat het VSKO toen de scholen met een
aanbod voor leerlingen met ASS en het aantal potentiele type 9 - leerlingen nog
niet in kaart had gebracht. Bovendien werd er tijdens de onderhandelingen aangehaald
dat type 9 de eerste opstap zou zijn naar rugzakfinanciering in het kader van
Leerzorg. Vandaag hebben we een duidelijk zicht op de spreiding van de potentiele
type 9-scholen en van de potentiele doelgroep. Het VSKO meent echter dat de omkadering,
zoals die van type 3, niet voldoende zal zijn voor een kwalitatieve begeleiding
van kinderen in type 9.
3 ENGAGEMENTEN VAN DE OVERHEID
3.1
GON/ION
Het VSKO betreurt dat de werkgroep GON/ION zijn werkzaamheden
niet gefinaliseerd heeft in december 2013, zoals opgenomen in het engagement
van de overheid. De resultaten van deze werkgroep zijn noodzakelijk voor de
realisatie van dit decreet.
3.2 Overleg met welzijn
Ook hierover werd door de overheid een engagement genomen
waarvan het resultaat ons vandaag niet bekend is.
Terminologische voetnoot :
Het blijft voor VSKO (en wellicht voor de rest van de Nederlandstaligen)
onbegrijpelijk dat dispenseren in het M-decreet een invulling krijgt wars van
elk taalgevoel.
|