Terugloop in vernieuwd
Antwerps stedelijk onderwijs zoals met het VSO in de jaren zeventig?
Het Stedelijk onderwijs Antwerpen herschikt zijn onderwijs. De richtingen worden gehergroepeerd volgens
vijf interessegebieden. Elk van de vijf interessegebieden (domeinscholen) zal
immers ASO-, BSO- én TSO-opleidingen bevatten. Zo herbergt 'Wetenschappen en
Techniek' zowel de theoretische richting Wetenschappen-Wiskunde als bijvoorbeeld
Industriële wetenschappen of Houtbewerking.
In Antwerpen dreigt
de geschiedenis zich te herhalen. Begin van de jaren 1970 haastte het stedelijk
onderwijs zich om veralgemeend over te schakelen op het VSO (Vernieuwd
Secundair Onderwijs). Dit leidde tot een enorme daling van het aantal
leerlingen. Gelukkig schafte onderwijsminister Herman De Croo in 1975 weer voor
een groot deel het VSO af door opnieuw in de eerste graad specifieke opties in
te voeren. Voor de technische opties ging het vaak om 9 à 10 lesuren. Zonder
die paniek-ingreep zou de terugloop in de VSO-scholen nog veel groter geweest zijn
We voorspellen dat eer zich ook nu veel minder leerlingen zullen
inschrijven in de geplande interesse- of domeinscholen. Sterke leerlingen die
later b.v. Wetenschappen-Wiskunde willen volgen, zullen niet kiezen voor een
domeinschool Wetenschappen-Techniek. Leerlingen die later Latijn-Wiskunde
willen volgen, zullen niet kiezen voor een interessegebied talen. 12-jarigen
die bewust kiezen voor een nijverheidstechnische school, zullen ook in de
toekomst kiezen voor een klassiek VTI. Nergens
elders ter wereld werkt men overigens met dergelijke groeperingen/scholen. Ook
in Finland wordt een opsplitsing gemaakt tussen algemeen vormende richtingen
(genre aso) en anderzijds meer specifieke, technische beroepsgerichte.
|