Secundair onderwijs
is NIET dé grote sociale filter ! Reactie op standpunt van Ides Nicaise over
sociale discriminatie in s.o. (zie bijlage)
Volgens Nicaise is ons secundair onderwijs dé grote sociale
filter - maar blijkbaar niet ons lager en hoger onderwijs. Ons hoger onderwijs
zou zelfs vrij hoog scoren inzake 'onderwijskansen.
De relatie met het scholingsniveau van de ouders is vooreerst praktisch even hoog bij de start
van het secundair. Ook de Leuvense prof. Jan Van Damme heeft hier herhaaldelijk
op gewezen en dit op basis van het longitudinaal loso-onderzoek.
Ons secundair
onderwijs zou volgens Nicaise kampioen zijn inzake ongelijkheid of sociale
discriminatie, maar dat zou dan plots in het hoger onderwijs niet meer het geval zijn. Hij schrijft: Een kwart van de kinderen van
laaggeschoolde ouders haalt een diploma hoger onderwijs. In de EU zijn er maar
vier landen die hierop beter scoren. En bijna de helft (47 procent) van de
kinderen van middengeschoolden haalt een hoger diploma: hier doen slechts vijf
landen het beter. Zon betoog klinkt niet logisch en geloofwaardig: in ons
s.o. is de sociale discriminatie heel groot, maar het hoger/universitair
onderwijs trekt dat weer recht. Is het
overigens niet de eindmeet die telt: wat de Vlaamse leerlingen aan de eindmeet
bereiken?
Nicaise en co baseren
zich vooral op een bepaalde interpretatie van PISA. De Nederlandse prof. Jaap
Dronkers berekende dat onze 'autochtone' 15-jarige leerlingen inzake relatie
met SES (= gelijkheid volgens egalitaire sociologen) voor PISA even goed scoren
als de Finse. Volgens prof. Woessmann behalen we dan zelfs de beste Europese
score inzake gelijkheid. Waarom krijgen we in Vlaanderen nooit een aparte
berekening voor de autochtone leerlingen? Zo weten we niet eens of onze
autochtone leerlingen wel achteruitgang voor PISA-wiskunde -2012 boekten in
vergelijking met PISA-2003.
Nicaise veronderstelt ook ten onrechte dat het bij de
invloed van het scholingsniveau van de ouders (als SES-factor) louter gaat om
sociaal-economische factoren. Dat kinderen van hooggeschoolde ouders (op
vandaag) gemiddeld een hogere intellectuele aanleg hebben, is volgens de
egalitaire ideologen uitgesloten.
Nicaise en co verwachten ook
dat de school de invloed van de sociale omgeving (cognitieve impulsen,
verwachtingen t.a.v. onderwijs ...) zomaar kan en moet neutraliseren. Niets is
minder waar; de school is niet almachtig.
Nicaise beweert dus ten onrechte dat de gedifferentieerde
structuur van het s.o. dé oorzaak is van de SES-correlatie. Hij pleit voor een
gemeenschappelijke (comprehensieve) lagere cyclus, maar verzwijgt dat de
ongekwalificeerde uitstroom hoger is in praktisch alle landen met een
comprehensieve lagere cyclus. De leerlingen presteren er ook lager voor PISA
& TIMSS. Het is ook precies door die gedifferentieerde structuur dat
Vlaanderen bijna de laagste ongekwalificeerde uitstroom telt (8,7 % volgens
Eurostat), dat minder leerlingen vroegtijdig afhaken. Ons
Vlaams s.o. is niet de grote sociale filter!
Tegelijk stelde ook Nicaise in zijn boek 'De school van de
ongelijkheid' dat de taalproblemen niet zo'n grote rol spelen bij de problemen
van anderstalige allochtone leerlingen. Hij sloot zich aan bij de vele
taalachterstandsnegationisten die mede verantwoordelijk zijn voor het
uitblijven van intensief NT2-onderwijs vanaf de eerste dag van de
kleuterschool.
Bijlage: Secundair onderwijs nog altijd bepaald door sociale
afkomst"
Bron: Belga (Bewerking door DM) © photo news. Ides Nicaise: "Spijtig genoeg is het
secundair onderwijs de grote sociale filter."
Voor Ides Nicaise van HIVA, het Onderzoeksinstituut voor
Arbeid en Samenleving aan de KU Leuven, zijn de resultaten van het
Eurostat-onderzoek een duidelijk signaal dat er dringend nood is aan een
radicale hervorming van het secundair onderwijs. "Het secundair onderwijs
is de grote sociale filter", zegt hij. .
Want Ides Nicaise ziet genoeg kansen in het hoger onderwijs.
"Ons hoger onderwijs is zeer liberaal waar mensen uit een lagere sociale
klasse gemakkelijk toegang tot krijgen. Dat blijkt ook uit de Eurostat-cijfers.
Een kwart van de kinderen van laaggeschoolde ouders haalt een diploma hoger
onderwijs. In de EU zijn er maar vier landen die hierop beter scoren. En bijna
de helft (47 procent) van de kinderen van middengeschoolden haalt een hoger
diploma: hier doen slechts vijf landen het beter. Spijtig genoeg is het
secundair onderwijs de grote sociale filter", zegt Nicaise.
Sociale kloof
Dus is er nood aan
een radicale hervorming van het secundair onderwijs want "ons secundair
onderwijs wordt nog steeds bepaald door sociale afkomst", zegt Nicaise.
"Er is een te vroege oriëntering die bovendien wordt bepaald door
leerkrachten en ouders. Enerzijds mikken hooggeschoolde ouders hoger dan
laaggeschoolde ouders. Anderzijds beslissen leerkrachten op basis van
toetsresultaten, waarbij ze niet beseffen hoezeer toetsresultaten op hun beurt
bepaald worden door de sociale herkomst van leerlingen. Zo wordt de sociale
kloof in stand gehouden", besluit Nicaise.
(Toevoeging van DM? : Ook Pascal Smet, Vlaams minister van
Onderwijs, ziet een trendbreuk als noodzaak. "Dat is het opzet van het
masterplan hervorming secundair onderwijs. Het belang van
competentie-ontwikkelend onderwijs, taalontwikkeling, een brede basisvorming
worden erin onderstreept om net die sprong op de sociale levensladder te faciliteren.
Verder bevestigen de Eurostat-resultaten het belang van levenslang leren",
aldus minister Smet.)
|