Reacties op Leuvense studie over B-attesten vanwege
Guimardstraat, Klasse e.a.
De Leuvense doctoraatsstudie van Carl Lamote over de
B-attesten bevestigde enkel wat de praktijkmensen al lang weten: dat leerlingen het best het B-attest-advies
volgen en bij een B-attest (in de meeste gevallen) het best niet het jaar overzitten. In een standpunt van het Leuvens Metaforum beweerden de Leuvense professoren Ides Nicaise, Bieke De Fraine, e.a. een paar jaar geleden nog dat de B-attesten afgeschaft moesten worden in de eerste drie leerjaren van het s.o. Het kan verkeren. Ook de meeste voorstanders van een structuurhervorming in het s.o. wilden de B-attesten afschaffen. Dat leidde tot veel negatieve reacties vanwege de praktijkmensen.
We bekijken even
een aantal merkwaardige reacties op de studie van Carl Lamote.
1. Reactie van Chris Smits (Guimardstraat)
Daarnet troffen we een merkwaardige reactie aan van Chris
Smits, secretaris-generaal van het VVKSO-verbond (Guimardstraat), in een
BELGA-bericht op de website van DS en elders - met als titel: Zittenblijven
moet vermeden worden Het gaat om reacties
van de onderwijsnetten op de studie van Carl Lamote. Chris Smits en zijn VVKSO-verbond hebben
steeds het overstappen naar een andere richting ten onrechte als een nefaste
waterval bestempeld, i.p.v. als een
meeval. Smits is dan ook niet gelukkig met het feit dat de studie wijst op de
zinvolheid van B-attesten en indirect op het tendentieus karakter van de term
waterval. Het VVKSO opteerde overigens ook voor het schrappen van de
B-attesten in de eerste graad.
Smits reageert zo: Het komt erop aan om die zogeheten waterval
te vermijden door direct voor de juiste richting te kiezen, zegt Chris Smits
van het Katholiek onderwijs. Maar met de formulering De waterval is beter dan
zittenblijven heeft hij het moeilijk. Het komt er op aan die zogeheten
waterval te vermijden door vanaf het begin de juiste richting te kiezen,
gekoppeld aan de capaciteiten van het kind. De keuze voor een studierichting
mag niet door de onderwijsvorm, maar moet door de onderwijsinhoud bepaald
worden.
Chris Smits kan blijkbaar moeilijk akkoord gaan met de
stelling van onderzoeker Carl Lamote -
en van de praktijkmensen - dat
overstapjes naar een andere richting voor de meeste leerlingen een goede zaak
zijn, een interessante manier om leerlingen tijdig in een passende richting te
krijgen. Na het moedwillig verspreiden van de waterval-kwakkel, zou Smits nu
moeten toegeven dat hij en zijn VVKSO
zich vergist hebben. Hij omzeilt dit door de indruk te wekken dat ook
zulke overstapjes nog steeds nefast zijn en radicaal vermeden moeten en kunnen
worden. Zijn (ontwijkende) toverformule luidt nu: De leerlingen moeten van bij
het begin de juiste richting kiezen, gekoppeld aan hun capaciteiten. In het
hervormingsvoorstel van het VVKSO zullen de leerlingen precies veel later in
een passende richting terecht komen omdat ze alle in een grotendeels gelijke
eerste graad terecht komen. En aangezien de
verschillende opties techniek grotendeels geschrapt worden, zal het voor veel leerlingen veel langer
duren alvorens ze de passende richting vinden. (Terloops: het Leuvens Metaforum
- de Leuvense professoren Ides Nicaise, Bieke De Fraine enco - stelden een paar jaar geleden nog voor om de
B-attesten te schrappen in de eerste drie leerjaren. Nu blijkt uit Leuvens
onderzoek dat die overstapjes en B-attesten wel heel zinvol zijn. Het kan
verkeren.)
2. Reactie van Klasse
Volgens het overheidstijdschrift Klasse ondersteunt Carl Lamote met zijn studie "de regeling rond de B-attesten zoals die met de hervorming van
het secundair onderwijs zal veranderen." Leerlingen zouden volgens het Masterplan het
B-attest moeten volgen. De conclusies van Lamote ondersteunen volgens ons
geenszins de visie en voorstellen van de hervormers.
* Vooreerst vinden we dat de B-attesten nog het meest zinvol
zijn op het einde van het eerste jaar s.o. Zo kan men de leerlignen tijdig heroriënteren.
Volgens het hervormingsplan mogen B-attesten op het einde van dit jaar niet
eens meer uitgereikt worden.
*De conclusies van de studie gaan ook eerder in tegen de
hervormers - ook nog in het Masterplan -
die het tijdig overstappen naar een meer
passende andere richting als een nefaste 'waterval' bestempelden i.p.v. als een
'meeval' voor de meeste leerlingen. Wat door de hervormers als een groot knelpunt werd voorgesteld,
blijkt nu ook volgens het onderzoek een pluspunt te zijn, een belangrijk
oriëntatiemiddel. In die zin bevestigt
de studie wat de praktijkmensen al lang weten, zeggen en toepassen.
Tussendoor: we moeten er uiteraard ook rekening mee houden
dat de onderzoeker enkel een uitspraak doet over gemiddelden. Voor een aantal
leerlingen zal overzitten bij een B-attest toch nog wel zinvol gebleken zijn.
We vermoeden ook dat veel ouders niet zomaar akkoord zullen gaan met het
verbieden van het zittenblijven bij een B-attest. Kan men hen dit recht
principieel onthouden?
3. Geen studie over zinvolheid van zittenblijven. Waterval beter dan zittenblijven? Dus: zittenblijven
zinloos?
Uit de studie van Lamote leiden sommigen ten onrechte af dat
zittenblijven totaal zinloos is. De studie van Lamote ging niet over de al dan
niet zinvolheid van C-attesten en overzitten (in het algemeen). De titels 'Waterval beter dan zittenblijven' in
krant De Standaard en zittenblijven moet verboden worden in het Belga-bericht suggereren dit wel, maar die
titels zijn misleidend. Het gaat enkel over het uitreiken van B-attesten en het
al dan niet volgen van dit advies.
Het Masterplan zelf wil het uitreiken van C-attesten wel vrij
moeilijk maken. Prof. Jan Van Damme
stelde enkele jaren geleden echter nog dat uit een loso-studie bleek dat
zittenblijven voor heel wat leerlingen zinvol gebleken is. We merkten ook dat
de Leuvense prof. De Fraine onlangs afstand nam van haar stellige uitspraken
over zittenblijven.
De algemene teneur in het Masterplan luidt dat zittenblijven
zinloos is. Hierbij beroepen de hervormers zich op een studie van prof. Bieke De Fraine e.a. In een
recente discussie over zittenblijven maakte de Brusselse prof. Wim van den
Broeck kritische kanttekeningen bij het Leuvens onderzoek over zittenblijven
van De Fraine en co. Hij wees ook op andere studies van Allen et al. die
volgens hem meer betrouwbaar zijn en waarin zittenblijven eerder zinvol bleek.
In een van haar antwoorden bekende prof. De Fraine nu dat ze zich vergaloppeerd
hadden: Tussen het schrijven van ons OBPWO-rapport (december 2011) en nu heb
ik meer recente literatuur gelezen en met wat ik nu weet, zou ik niet langer
adviseren om het zittenblijven eenvoudigweg af te schaffen. Als een onderzoeker
op basis van extra onderzoeksresultaten haar inzichten nuanceert, getuigt dit
van een juiste onderzoekshouding.
In Pedagogische Studiën nr. 5 van 2013 bleek ook al dat De
Fraine en co hun stellige uitspraken over zittenblijven in sterke mate
nuanceren. Hun eindconclusies luiden nu al veel genuanceerder. De Fraine en co
schrijven uitdrukkelijk: * Het was niet correct om uitsluitend op basis van de
bevinding dat gemiddeld genomen zittenblijvers beter zouden presteren moesten
ze toch zijn overgegaan, te besluiten dat zittenblijven een slechte
onderwijspraktijk is. Vanuit de onderzoeksresultaten kunnen dan ook weinig
concrete adviezen geformuleerd worden voor de praktijk. De beslissing omtrent
het al dan niet overdoen moet voor elk kind een weloverwogen, doordachte
beslissing zijn.
De Fraine en co erkennen nu ook in Pedagogische Studiën
de fouten en tekorten in hun
wetenschappelijk onderzoek Ze geven nu toe: Een kritische houding bij het
lezen van onderzoeksresultaten over zittenblijven is belangrijk. Factoren die
na het zittenblijven ontstaan en die de uitkomsten (bij leerlingen die al dan
niet overgaan) beïnvloeden worden niet verrekend. Daarnaast hielden De Fraine
en co ook geen rekening met de preventieve functie en effecten van de kans op
zittenblijven en van de gevolgen van het radicaal afschaffen op de inzet en de
leermotivatie.
|