Genen (aanleg) en
omgeving spelen samen een dynamische en elkaar ondersteunende rol
Door de kwaliteit van het onderwijs te verhogen, wordt de kloof dan
ook niet gedempt, maar eerder vergroot.
Onderzoeksmethodologen van de Vrije Universiteit, de
Universiteit van Tilburg en de Universiteit van Amsterdam verklaren de hoge
erfelijkheid van intelligentie als het resultaat van een dynamische
samenwerking tussen genetische en omgevingsinvloeden tijdens de ontwikkeling.
Uit dit samenspel ontstaan verschillen in kennis en vaardigheden en zo ontstaan
verschillen in intelligentie. De rol van educatie, cultuur en maatschappij is
hierbij cruciaal: zij zorgen dat genetische verschillen naar voren kunnen
komen. Hoe groter de invloed van deze
omgevingsinvloeden, hoe groter de invloed van de genen. De Nederlandse
Onderzoekers bevestigen wat we meesten eigenlijk al lang weten.
Kees-Jan Kan, Jelte Wicherts, Conor Dolan en Han van der
Maas vroegen zich hierbij ook af wat er nu eigenlijk waar is van de
voorspellingen die bepaalde intelligentietheorieën doen. Zij vergeleken de
voorspellingen van de gangbare theorieën met relevante gegevens die in de
afgelopen decennia zijn gepubliceerd in verschillende wetenschappelijke
vakbladen en die gebaseerd zijn op intelligentietestscores van duizenden mensen
wereldwijd. Zo bleek dat hoe groter de invloed van genen is bij het
beantwoorden van de vragen van een intelligentietest, hoe groter óók de rol van
educatie en cultuur hierbij is. De erfelijkheidsschattingen voor duidelijk
aangeleerde en cultureel afhankelijke vaardigheden, zoals woordenschat en
algemene kennis, zijn de hoogste van alle vaardigheden gemeten in een
verzameling van intelligentietests, dus hoger dan die voor minder cultureel
afhankelijke capaciteiten zoals geheugen, ruimtelijk inzicht, en redenering.
Dit patroon volgde niet uit de theorieën waarin intelligentie wordt opgevat als
een (louter) biologische eigenschap.
Commentaar van Raf
Feys
Het lijkt nogal vanzelfsprekend dat milieufactoren een
invloed hebben op de verdere ontwikkeling van de genetische aanleg. We vragen
ons ook af of er nog wel theorieën zijn waarin de gemeten intelligentie wordt
opgevat als een louter biologische eigenschap.
Door de kwaliteit van het onderwijs te verhogen, wordt de
kloof tussen sterkere en zwakkere leerlingen dan ook niet gedempt, maar
eerder vergroot. In Onderwijskrant bestreden we de voorbije tien jaar de
egalitaire beleidsslogan de kloof dempen (de prestatieverschillen tussen de
sterkere en zwakkere leerlingen). Deze
slogan werd gelanceerd werd door minister Frank Vandenbroucke (2004-2009) en kabinetschef
Dirk Van Damme een TV-spotje incluis. De slogan werd ook door de hervormers
van het secundair onderwijs en door onze sociologen (Jacobs, Nicaise, Van
Houtte) gretig overgenomen. Met de invoering van een gemeenschappelijke eerste
graad wou men per se de verschillen tussen de leerprestaties van de sterkere en
de zwakkere leerlingen dempen. Wij stelden ook steeds dat door het verhogen van de
kwaliteit van het onderwijs, de kloof nog verder zou toenemen en dat dit
een positieve en geen negatieve zaak was.
Gezien de aanleg mede tot ontwikkeling komt door
omgevingsfactoren, hebben zowel getalenteerde als minder getalenteerde
(arbeiders)kinderen veel baat bij degelijk onderwijs. Het is precies dankzij de
hoge kwaliteit van het onderwijs in de jaren 1950 en 1960 dat getalenteerde
handarbeiderskinderen hun aanleg optimaal konden ontwikkelen en een aantal
milieuhandicaps konden reduceren. Veel getalenteerde (handarbeiderskinderen)
stroomden vanaf 1958 al door door naar het aso en later naar het
hoger/universitair onderwijs ook al leefden velen thuis onder de
armoedegrens.
In een memorabel en openharig Onderwijskrantinterview met
minister Vandenbroucke gaf deze
uiteindelijk toe dat de (hand)arbeidersklasse intellectueel was afgeroomd
als gevolg van de democratisering van het onderwijs (zie Onderwijskrant nr.
137, www.onderwijskrant.be) (Hand)arbeiderskinderen
hebben het vandaag dan ook moeilijker om sociale promotie te maken als gevolg van
de (gemiddelde) intellectuele afroming, van het feit dat ze ook (gemiddeld) minder van huis uit intellectueel
gestimuleerd worden,
Dit leidt tot
stagnatie/achteruitgang van de sociale promotiekansen.
Vanuit dezelfde inzichten bestrijden we met
Onderwijskrant al vele jaren de niveaudaling en de nivellering, en
hervormingsplannen die tot verdere niveaudaling en nivellering zouden leiden.
We richtten hiervoor in 2007 ook de actiegroep O-ZON (Onderwijs Zonder
ONtscholing op). We bestrijden ook al
meer dan 10 jaar de vele plannen voor de invoering van comprehensief onderwijs.
Onderzoekers van de Finse universiteit Helsinki stelden in 2010 en 2012 vast dat
de leerprestaties (gemeten aan normen van de onderzoekers) minstens sinds 2001
spectaculair gedaald zijn. Ze brengen
dit mede in verband met de invoering van de comprehensieve (gemeenschappelijke)
lagere cyclus. Ook andere zo geprezen aspecten van het Fins onderwijs (b.v. reductie
van het aantal lesuren, te weinig huiswerk, te weinig niveaubewaking door de
overheid, theoretische opleiding van
de leraars lagere cyclus s.o. aan de universiteiten
) zullen ook wel een
nefaste invloed hebben.
Zelf maakten we steeds een onderscheid tussen positieve en
negatieve aspecten van het Fins onderwijs. Het Vlaams onderwijs zou gebaat zijn
met minder betutteling, meer vertrouwen in leerkrachten en directies, minder
planlast, meer intensief NT2-onderwijs
, maar niet met de invoering van een comprehensieve structuur, met een sterke
reductie van het aantal lesuren,
Het Fins onderwijs kiest ook niet voor
LAT-inclusie (learning apart together zoals in BNM-decreet). Leerlingen die het
gemeenschappelijk programma niet aankunnen krijgen passend
onderwijs in aparte klassen, een 8% van de leerlingen. Daarnaast zijn er
nog een 22% die extra-zorg krijgen.
Samen met anderen hebben we ons de voorbije 40 jaar ook
intens ingezet om methodieken te ontwikkelen waarmee we ook zwakkere
leerlingen vlot konden leren lezen (DSM-methodiek), rekenen, spellen
Vanuit dezelfde inzichten en bezorgdheid
ijveren we ook al 25 jaar voor intensief NT2-onderwijs. We erger(d)en ons dan
ook aan de vele taalachterstandsnegationisten het Leuvens Steunpunt NT2 en
het Gentse Steunpunt Diversiteit incluis. Dat heeft ertoe geleid dat we nog steeds geen
intensief NT2 hebben.
|