Geen grootschalige
scholengroepen!
1 Revolutionair akkoord over grootschalige
scholengroepen
De Vlaamse Regering
heeft in de maand maart een naar eigen zeggen revolutionair akkoord bereikt
over een ingrijpende schaalvergroting voor het lager en het secundair
onderwijs, over scholengroepen met gemiddeld 6.000 leerlingen en invoering van
gesloten enveloppenfinanciering. De schaalvergroting die de Vlaamse Regering
wil invoeren gaat veel verder dan de huidige scholengemeenschappen en stuurt
aan op doorgedreven centraal bestuur en centrale sturing. Binnen de
scholengemeenschappen staat het centraal bestuur eerder op de achtergrond en
ligt het accent op de afzonderlijke scholen die meestal ook hun eigen budget
behouden. Gesloten enveloppenfinanciering leidt ertoe dat de financiering
losgekoppeld wordt van de reële behoeften en leidt tot allerlei perverse
effecten.
Minister Smet
gewaagde van een revolutionaire ingreep. Smet en de beleidsmakers gaan er
kritiekloos van uit dat bestuurlijke grootschaligheid per se leidt tot beter
bestuur, tot verhoging van het beleidsvoerend vermogen. Enkel binnen het kader
van grote scholengroepen kunnen volgens de minister andere hervormingen als
loopbaanpact, hervorming secundair onderwijs, lerarentekort,... succesvol
doorgevoerd worden. Uit praktijkervaringen blijkt dat schaalvergroting veelal
leidt tot afstandelijk bestuur, wanbeleid en geldverspilling ... In de
hoorzittingen over het loopbaanpact bleken heel wat deskundigen, de
vertegenwoordigers van de lerarenbonden, van de koepel van Steden en Gemeenten,
van de congregaties ... geen voorstander van zon schaalvergroting.
Voor landelijke
basisscholen en voor het gemeentelijk onderwijs is zelfs het behalen van
minimum 2000 leerlingen een onmogelijke zaak. De grootschaligheid is het meest
funest voor het basisonderwijs. Om de vooropgestelde normen te bereiken zijn
veel meer scholen in de fusie betrokken dan in de hogescholen en zijn
combinaties van secundaire en lagere scholen noodzakelijk. Dit laatste is
nadelig voor de identiteit, de specifieke opdracht en cultuur, de autonomie,
... van de basisscholen. De nieuwe schaalvergrotingsplannen reiken veel verder
dan de huidige scholengemeenschappen; ze nemen het model van de hogescholen
over, centraal bestuur, één vzw, gesloten enveloppenfinanciering ... De
autonomie, inspraak en betrokkenheid van de plaatselijke directies en de leerkrachten
zullen net zoals in de hogescholen - veel kleiner zijn dan in de huidige
scholengemeenschappen. De overhead zal net zoals in de hogescholen een veel te
groot deel van het budget in beslag nemen. Onze beleidsmakers verwijzen
geregeld naar Finland als modelland, maar vermelden er niet bij dat uitgerekend
Finland zich kenmerkt door kleinschalige scholen.
2 Aantasting
van kwaliteit
De voorbije jaren is
men zich in Nederland bewust geworden van de vele nefaste gevolgen van de
grootschaligheid en enveloppenfinanciering in het hoger onderwijs en in (een
aantal) secundaire scholengroepen (vooral ROCs: middelbaar beroepsonderwijs):
afstandelijk (wan)bestuur, geldverspilling door de grotere overhead,
bureaucratisering, aantasting van de autonomie van de scholen, ontevredenheid
bij leerkrachten en directies ... Twee onderzoekers van Berenschot stelden
onlangs vast dat er geen bestuurlijke schaalvoordelen optraden en dat de
(bestuurlijke) overhead-efficiency niet hoger, maar lager is (Wie heeft de overhead
gezien?). Schaalvergroting zorgde niet voor meer efficiëntie. In grote
scholengroepen wordt altijd een bovenlaag (koepel, overhead) gecreëerd waar
veel geld naar toe gaat ten koste van het lesgebeuren. Erger nog dan de grotere
bestuurlijke omvang is de wijze waarop bestuurd wordt het afstandelijk
bestuur, en dus ook minder betrokkenheid bij de organisatie, al te vaak
onbeschaamd graaien aan de top ... Ook politici beseften dat de
schaalvergroting te ver was doorgeschoten en veel nadelige effecten en bestuurlijke
problemen opleverde. Het begrip de menselijke maat en small is beautiful
deden hun herintrede in politieke milieus. Er is ook een streven naar defusie
en er werd een fusietoets ingevoerd. De Nederlandse beleidsmakers zijn
geenszins van plan de in Vlaanderen voorgestelde schaalgrootte in het lager en
secundair onderwijs op te leggen. Er kwam zelfs enig protest tegen het recente
advies van de Ouderraad om de scholen een minimumomvang van 100 leerlingen op
te leggen.
Een zestal
Nederlandse lerarenopleidingen die zelfstandig zijn gebleven - zoals de
Katholieke PABO-Zwolle met 650 studenten - behalen de beste leerresultaten,
beschikken over meer docenten en worden beter bestuurd dan opleidingen die
opgenomen zijn binnen grote multisectorale hogescholen. Ze konden ook hun
identiteit, eigen cultuur, eigen stagereglement ... behouden. De tevredenheid
bij docenten en directies is er opvallend hoger. Men stelde vast dat de
docenten zich in grote hogescholen miskend voelen en zich opsluiten in een eigen
wereld, die beperkt is tot het eigen vakgebied en de studenten waaraan
onderwijs gegeven wordt. Ze voelen zich niet betrokken bij de rest van de
organisatie (Baarda en Smets, 2005). Volgens het subsidiaritetsprincipe moeten
de verantwoordelijkheden op een zo laag mogelijk niveau liggen. Ook in
Vlaanderen zijn de docenten en departementshoofden van lerarenopleidingen zich
ter dege bewust van de nefaste gevolgen van de opname binnen steeds groter
wordende hogescholen en associaties: geldverslindende overhead, afstandelijk
bestuur, sterke beperking van de autonomie, bureaucratisering, stroomlijning
ten koste van de eigen identiteit en cultuur,.. Binnen onze lerarenopleiding is
er momenteel minstens driemaal zoveel overhead dan voor de hervorming van 1995.
Veel erger is dat de opname binnen een grote hogeschool leidde tot afstandelijk
bestuur.
3 Oproep
tot verzet
In 1995 was er een
massaal protest tegen de schaalvergroting en enveloppenfinanciering die
minister Van den Bossche en Monard het s.o. wilden opdringen naar het model
van de hervorming in het hoger onderwijs. Er waren ook grote betogingen. Er was
een breed debat en de hervorming werd afgevoerd. Het verrast ons dat momenteel
de twee grootste koepels (VSKO en GO!) samen met CD&V en N-VA overstag zijn
gegaan en dat er zo weinig protest komt. De OVSG-onderwijskoepel verzet zich
tegen de geplande schaalvergroting en gelooft niet in de door minister Smet
vooropgestelde zegeningen. Leo Tindemans schreef in 2000 in zijn memoires: De
kwaal van de mastodontscholen mag het onderwijs niet verder ondermijnen. Als
deze ziekte tenminste nog kan worden tegengehouden. Tindemans jongere
partijgenoten denken daar blijkbaar anders over, anders ook dan de CVP-ers in
1995. Mieke Van Hecke, topvrouw katholiek onderwijs, stelde dat de directeurs
zich binnen grote(re) scholengroepen meer zullen kunnen inlaten met hun
pedagogische taken. Zelfstandige directeurs basisonderwijs met 600 leerlingen
en met amper een halftime secretaresse, konden vroeger veel meer tijd investeren
in de pedagogische leiding. Binnen de scholengemeenschappen rest er hiervoor
vaak minder tijd omdat schaalvergroting alles veel complexer maakt, omdat er
voortdurend vergaderd moet worden, enzovoort.
|