Ik beland in een rood/roze massa. Zacht en vochtig. Nat eigenlijk. Ik word... gemasseerd. Ja, zo lijkt het. Overal rond mij is er... ik word bepoteld door... door, die natte vlezige rood/roze massa. Warm water stroomt met kracht over me. Door en door nat word ik daardoor. Ik... ik... Ik word versmacht. Val uiteen. Stukjes brokkelen van me af. Meer en meer. Tot ik... tot ik helemaal opga in al dat warme water. Spuug. Nat. Vies. Het vergaat me niet bepaald goed.
Resultaat:
Het duurt niet lang, of de persoon die me innam voelt pijn weg ebben. Als ik wegsmelt, weg eb, duurt het niet lang of de patiënt voelt zich beter. Ik. Ik... ben verslavend goed.
Nee, ik ben niet aan de dope. Ik weet wat ik voel wanneer ik een morfinepil inneem. Geen zware hoor. Niet high dus. Maar het helpt. De pijn mindert al snel. Maar ik beeld me in, terwijl ik dan toch wakker lig -te wachten op het inslapen- dat ik de pil ben die ik net innam. Een mens moet toch iets doen met de onophoudelijke hersenflow in de eeuwige stilte van de nacht, nietwaar...
E is de hele week vrij. Zooooo zalig... Gewoon het idee dat we niks zullen doen tegen onze zin. De tijd bestaat enkel en alleen om m'n medicatie in te nemen. Dàt mag men niet verwaarlozen. Het resultaat zou pijnlijk verontrustend kunnen zijn. Ik waag het er niet op. Het 'E-is-thuis-gevoel' is op deze manier heel vrijheidswekkend. Net als op vakantie zijn. M'n humeur is de laatste dagen bij het opstaan daarom verbazend goed. Niet dat ik anders last heb van een slechte ochtendmood. Het kan ook tegelijkertijd iets te maken hebben met de dosering van m'n medicatie die is aangepast. Meer pijnstillers, correct genomen, gedoseerd, getimed. Kortom, ik voel het en het doet me goed. De tussendoor-pillekes heb ik lang niet zo dikwijls nodig. Enkel af en toe 's nachts. Deze morgen liet ik E nog maar eens een keertje weten hoe goed ik me voel. Kwestie van ook hem de juiste fibes te gunnen.
Mooie liedjes duren niet lang, zegt het spreekwoord. 't Is maar goed dat je ze weer boven kan halen als je'r zin in hebt. Ik kreeg telefoon. Sven, m'n collega belde me. Hij wilde -op vraag van Patrick, een andere collega- facebook voor zijn. Slecht nieuws hoort men niet via die weg te vernemen. Zij zijn heel fijne mensen en redeneren dus ook fijn. Een andere collega is gisteren gestorven. Longkanker. Paul. Ik ben er 't hart van in. Een jaar jonger dan ik. Adolescent-kinderen. Te jong. Blijkbaar ook te ziek. Ongeveer 2,5 jaar gevochten. Weinig woorden heb ik er voor. Altijd diezelfde weerkerende woorden. Hij was veel te jong nog. Er moest nog zoveel komen in z'n leven. Hij was zo'n toffe kerel. Kende grenzen van het toelaatbare. Met grapjes ging hij nooit te ver. Respect had hij. Intelligent. Zachtaardig. Een heel goed man voor de job die hij deed. Een heel aangename collega. Er loopt zoveel menselijk ongedierte rond op de wereld. Mensen die mensen afmaken, afslachten. Omdat ze anders denken, een andere mening hebben. Waarom storten die niet in mekaar, zodat ze geen verder onheil kunnen aanrichten? Verdomme toch! Het is onrechtvaardig, zo onrechtvaardig.
E is thuis deze week. Ik ween. Hij vangt me op. Hij luistert en troost. E is gelukkig thuis deze week. En ik, voel me -dankzij hem- alweer een beetje terug alsof ik luister naar het mooie liedje dat niet lang duurt...
We hebben ons niet moeten haasten. Zalig toch. In bed naar het nieuws luisteren, niet te luid. Rustig uit bed rollen. Het ochtendritueel in de badkamer, zoals het hoort. Alles behalve gehaast. Ondertussen is E in de keuken thee gaan zetten, de tafel gedekt, het brood gesneden. Sinaasappels geperst en yoghurt verdeeld. Kortom, precies of we ontbijten op hotel. Een muziekje, lounge cd, om de sfeer gepast in te vullen. De krant ligt klaar. Hier wordt zeker niet geklaagd. Om 10.30u afspraak in het hospitaal. Chemo, bloedafname en vooral... wachten. Die chemo stelt niks voor, daar ik een grote doos pillen mee naar huis krijg. Geen baxters dus. Het enige dat onaangenaam kan worden is de wachttijd die uitloopt. Tot hiertoe is dat al heel goed mee gevallen in de dagkliniek, maar vandaag loopt het wat anders. Anderen klagen. Bij mij pruttelt het een beetje, maar 'k hou me nog in. Het is best vermoeiend. Zo makkelijk zitten die stoeltjes niet voor patiënten, vandaar. Ik begrijp het klagen. De verpleging doet het mogelijke.
We vinden nog maar net zitplaats. Met het geluk dat we naast mekaar kunnen zitten. Naast mij is een tafeltje met tijdschriften. Gekreukeld. Daarnaast twee stoelen, bezet door dames, ouder dan ik. Ik hou me echter niet bezig met het gissen van leeftijden. De jongste van de twee breit. Ze breit mooi. Het pand dat aan de breinaald hangt is in rijstkorrelsteek, voor zover ik kan opmerken. Daar hou ik wel van. Even, heb ik zin om haar er over aan te spreken, maar om welke reden dan ook, waar ik niet bij stilsta, doe ik het niet. Wanneer ze even later van de consultatie komen, maar terug plaats nemen om waarschijnlijk te wachten op de chemokuur, hoor ik de oudste verontwaardigd, maar vriendelijk lichtjes verwijten: 'waarom zeg je dat toch zo? Nu lijkt het wel of ik voortdurend misselijk ben. De dokter denkt vast dat ik komedie speel.' In eerste instantie wil ik m'n oren spitsen, maar ook dat, laat ik onmiddellijk. De breister antwoordt, maar ik luister niet meer.
Naast E zit een dame die probeert een gesprek aan te knopen met tja... iedereen waarmee het maar kan lukken. Zeer vriendelijk merkt ze iets op tegen me. Ik antwoord vriendelijk natuurlijk, maar het gesprek vlot niet echt. Is ook wat moeilijk als er nog mensen tussen de praters zitten hé. Maar ze kan converseren met de dame naast haar, wellicht familie of één of andere begeleidster. De meeste patiënten worden begeleid. Er zullen wellicht niet veel zijn die door de zware medicatie zelf rijden en een gezel maakt het wachten wat lichter. Lief van al die medewerkers. Ja toch...! Ik heb m'n boek bij. Nog steeds Tom Wolfe. 't Is zeker geen slecht boek, maar het leest traag. Of, ben ik veel sneller moe? Dat kan ook natuurlijk. E, snuffelt tussen de magazines aanwezig. Gelukkig liggen de tafeltjes niet bezaait met Flair of Libelle enz. Da's helemaal niet ons ding. Maar iets echt naar z'n zin vindt ie toch niet bepaald.
Aan de overkant van de wachtzaal zitten twee dames, vreemden voor mekaar. Ze converseren in het Frans. De ene lijkt me tevreden dat ze de kans krijgt in het Frans te praten. De andere kan geen Nederlands vermoed ik. Ze vertellen over hun ongemakken en bijhorigheden. Er komt een man in de wachtzaal. Hij duwt een rolstoel met een dame die haar hoofd naar beneden laat hangen. Helemaal slap, zo lijkt het. Er is nog een vrouw bij. Met de patiënte gaat het precies niet goed. Ze trekken aandacht. Ik kijk vooral naar de blikken van de andere wachtenden. Meestal zijn die meelevend. Je haalt de patiënten er zo uit. Mensen die niet ziek zijn, kijken afstandelijker. Zieken voelen meer mee. Normaal. Denk ik. Triest. Dat vooral. Triest, denk ik. Heel, heel effe laat ook ik me meeslepen. Maar ik zet het al snel van me af. Niks van aan. Ik, doe niet mee. Geen negatieve fibes, prent ik me in.
Een man. Alleen. Komt de wachtzaal in. Hij spreekt direct een patiënte aan, die ook in gezelschap, zit te wachten. 'Ken je me niet?' Hoor ik hem vragen. Hij gaat verder: 'De tentoonstelling van ...' M'n aandacht dwaalt wat af. De vrouw herkent hem. Ze wordt kort daarna weggeroepen. Hij... kijkt rond. Ik zie hem denken: Is hier nog iemand die ik mogelijk ken? Maar blijkbaar is dat niet zo. Even later spreekt hij me aan. Ik leid af aan z'n lichaamstaal dat hij dit nog niet gewend is. Ocharme. Dat komt dan wel...
Tussen het lezen door, dood ik de tijd met kijken naar de anderen. Af en toe een praatje met E. Het duurt vandaag langer dan normaal. Maar wat doe je d'raan? Geduldig blijven. Je vooral niet ergeren, zoals een oudere dame dat wél doet. Je voelt je'r toch niet beter bij. Niet doen dus. Ze laten je echt niet wachten voor de pret.
Eindelijk thuis, duurt het niet lang voor m'n zus Go komt. Ze is deze keer alleen. K, kon niet vandaag. Shit happens. Maar, we praten honderduit. Over zonen, familie, oké... ook kanker. Vooral over muziek. Stemtimbres en dat soort dingen. Jaja... wij praten ook over interessante dingen. De middag gaat in tegenstelling met de ochtend, zeer snel voorbij. Ze kleedt zich warm aan, want er is een koude noordenwind die me direct het huis terug in jaagt, als ik haar uit laat. Jaja, 't is winter. Maar we maken er 't beste van.
De afgelopen dagen heb ik niks gedaan. Gelezen, hier en daar wat opgeruimd, maar zeker niet veel. Eén en ander in de wasmachine gestopt om de machine het werk te laten doen. Vooral stil gezeten. En op woensdag, -zoals gewoonlijk- kwam m'n zoon me ophalen thuis. G was erbij, want het was geen school. De kindjes waren vrij. De andere twee waren met mama naar de kapper. Toen ze thuis kwamen waren ze allebei zo fier als een gieter. Vooral N. Meisjes en ijdelheid. Ik kan me niet herinneren dat ik ooit zo ben geweest. Maar onze lieve N, ho maar... Zo gauw ze thuis kwamen, zette ze zich voor de spiegel, probeerde de haartjes te schudden en op te tillen om toch maar langs alle kanten te kunnen bekijken of het wel was zoals zij het gewild had. Ze glunderde. E, vertelde zeer uitbundig dat het geknipte haar van hem, op de grond, veel meer was dan van z'n zuster. Z'n haar was inderdaad wel goed kort geknipt. Boven op z'n hoofd, met kleine stekeltjes omhoog en met gel ingesmeerd. Dat heeft hij zo graag. Regelmatig kwam hij vragen of de gel nog in z'n haar zat. Ongerust als hij was, dat de gel zou oplossen in het niets... En G, die niet mee was naar de kapper, had eigenlijk moeten mee gaan. Hij wilde niet omdat het dra carnavalfeest is in school. Hij wil een wolf zijn. Een wolf met korte haren kan niet. Dus, wilde hij z'n haartjes niet laten bijknippen. Nogal wiedes.
Telkens weer is er zo veel te vertellen, ook al zagen we mekaar maar een weekje niet. We hebben ondertussen nog wel getelefoneerd. Die telefoontjes zijn ook altijd zeer leuk. Deze keer, belde de jongste me. Ik antwoord. Een repliek van m'n zoon indachtig, zeg ik niet: 'Hallo bij Reutemeteut, met Miekemot', want telkens grapt hij dan. Kan geen kwaad natuurlijk. Da's best plezierig. Maar deze keer denk ik, in de veronderstelling dat hij me belt, nee, deze keer heeft hij me niet. Ik zeg dus heel gewoontjes en zo lief als mogelijk klinkend: 'Hallooo...' Ik wacht heel even, met de bedoeling om dan verder te gaan. Een pittig kinderstemmetje dat ik onmiddellijk kan thuisbrengen als behorend aan E, onze kleine vierjarige deugniet, antwoordt: 'Moeke, ik ben E.' En hij begint me dingen te vertellen en vraagt me ook of ik deze week zal langs komen enz. Zeer vlotjes in ene keer. Even later komt G aan de lijn en heeft me ook bijzonder belangrijke dingen te vertellen. En dan mag de grote zus, N. Zij doet niet onder voor haar broertjes. Ook al vertelden ze honderduit, zij heeft nog wel één en ander op het tipje van haar tong dat heel dringend moet verteld worden.
Ik word het niet moe. Het fleurt me telkens ongelofelijk op, die kinderweetjes. Die vrolijke stemmetjes, zo opgeluimd. Verslaafd ben ik. Ja, ik pleit schuldig! Wanneer ik aan m'n ontbijt zit, belt m'n tante. Ik heb nog één tante in leven. Deze gedachte maakt me altijd stil. Eventjes. Toch wel wat treurend om de familie die ik niet meer kan be'leven'. Maar al gauw, maakt deze treurnis plaats voor de perfect geknede zalig zoete smaak van herinneringen. Ik beleef heus nog wel die herinneringen, en er zijn er heel wat fijne tussen. Mijn tantes, nonkels, ouders, grootouders. Wat prijs ik me gelukkig dat ik hen heb gekend en volgens de natuurwetten, eerst de ouderen zijn gestorven. Broers en zussen leven nog allemaal. Uitzonderingen zijn er spijtig genoeg wel, maar daarover schrijf ik nu niks. Het telefoontje van m'n tante doet verdomd goed. We zijn serieus. Effe. Dan wordt het plezanter en wordt het schuddebuiken. Er wordt beloofd, beloofd en beloofd. En, ik ben echt wel van plan om mijn beloftes te houden. Ook daar hou ik een goed gevoel aan over.
M'n jongste zoon is niet zo'n beller. Zonder reden zal hij niet makkelijk telefoneren. Maar... hij heeft z'n hoogst eigen-persoonlijke humor. Daarvoor is 'whatsapp' een goed medium. Regelmatig stuurt hij me een afbeelding, korte video van kleine W, z'n zoontje. Of, foto's, leuke spreuken. Het échte serieuze contactwerk laat hij over aan z'n lieve vrouw. Hij stuurt me regelmatig foto's van hun interieur, want hij is hard aan het werk in huis. Het wordt hun paleis. En fier dat ik ben. Tjonge, hij doet dat fantastisch! En of, ik fier ben!!!
Da's nou wat die familie met me doet. En ze doen het heel goed. Zij zijn m'n beste medicijn ooit.
Na m'n bezoekje bij A&L, afgelopen woensdag, ben ik niet meer buiten geweest. Als de zon er effe door kwam, ben ik in m'n schommelstoel gaan zitten om lekker te genieten van die heerlijke warmte én zonlicht. Doreen is overleden. Hoewel ze een gezegende leeftijd had, is het toch steeds schrikken. Zij was de laatste van die tak van de familie, langs Pabou en Moeneke. Zij was hun laatste kleinkind dat nog leefde. Een beetje vergroot dat toch die leegte. Zo voel ik het toch aan hoor. Maar ik ben blij dat ik haar vorig jaar nog heb bezocht. Dat geldt dan voor mezelf, want zij schiet daar niks mee op hé. Hoewel Mark me naderhand nog liet weten hoe blij ze was geweest met m'n bezoek. En die belgische pralines dan... Tjaaahhh, die lust iedereen wel graag.
Volgende week wordt nog een collega begraven. Oorzaak. Kanker. Jakkes. Bij hem werd het veel te laat geconstateerd. Alle hulp was te laat. Ik hoop heel erg dat hij zo pijnloos mogelijk is gegaan. Ongeveer mijn ouderdom... Wat niet terzake doet eigenlijk, maar toch, 't is te jong. Donderdag wordt hij begraven. Ik overweeg of ik er heen zal gaan. In dat geval, moet ik me sterken, want ik wil er niet van onder de voet zijn. Ten tweede, moet ik weten of ik heen en terug geraak. Misschien kan ik een collega vragen. Als hij gaat, wil hij me misschien een lift heen en weer geven. We wonen niet zo ver van mekaar. Ten derde, 'k zit in m'n slechte week. De week dat ik geen pillen neem, is blijkbaar m'n slechtste. Gisteren was ik niks waard. M'n darmen gingen te keer. Niet normaal. Pijn dat ik had. 'k Heb gisteren meer pillen geslikt dan ik heb gegeten en gedronken. Kort na de middag nam de medicatie het over. Dan heb ik me beneden in de zetel geplakt en ik ben er haast niet meer uit gekomen. Goeie lijm... die sofa. Vandaag zal ook een zeer rustige dag worden.
'k Heb m'n nieuwe trui aangetrokken. Mohair-achtige pluche. Zachte pastelkleuren in horizontale brede lijnen. Ze reikt tot haast aan m'n knieën. Maar... lekker warm. Daar ik vandaag toch niks onderneem, en nog minder ga doen, dacht ik: 'k trek die mooie knapperd aan! Ik maak die vandaag beslist niet vuil. E bracht ze enkele dagen geleden mee van nog een laatste soldentoertje in de stad. Lief.
En, dan is er nog de olielamp. Therapie. In de jaren zeventig waren die lampen uiterst populair. Ze verbruiken wel teveel energie. Maar als ik die lamp aanknipper, laat ik het licht uit. Ze verlicht voldoende om een aardige sfeer te creëren. Ze moet uren branden om de was warm te krijgen, die dan leuke bollenfiguren doet bewegen. Langzaam zwevend bewegen die dromend door die opgewarmde olie. Ik hou ervan. Het heeft iets als een leuke foto waar je naar kijkt. Ik word er telkens een beetje warm van, vanbinnen. Een klein, lief, teder hartsprongetje en lichtjes in m'n ogen.
Ontwaken met Klara. Beslist een aanrader. Op werkdagen sta ik helemaal niet samen op met E. Zes uur is te vroeg. Op die dagen heb ik een ritme waarbij ik me goed voel. Als ik wakker word, gaat de radio op. Ik blijf nog wat in bed liggen. De laatste tijd staat m'n wekkerradio weer op Klara. De audiokwaliteit is erbarmelijk. Maar ook dat heeft z'n charme. 't Is niet zo erg dat ik luister naar krakende etudes. Nee, zo erg is het zeker niet. Wat me zo warmt aan Klara is zowel de muziek als de presentatoren. Ik hou van het warme stemtimbre van de sprekers. De rustige manier waarop men spreekt. In tegenstelling tot de populaire radiozenders. Daar wordt altijd gejaagd gesproken. Dat mag hoor. Maar als ik m'n ogen open, is het heerlijk deze tonen me wakker te laten wiegen. Zachtjes. Tijd om te luisteren naar inhoud, zowel van het woord als de muziek. Een goed begin van de dag is belangrijk.
Vandaag is het de dag van de poëzie. De dag van het woord, of prachtig gebouwde zinnen. Dubbelzinnig, inhoudelijk, uitnodigend, filosofisch... laat maar komen. Men nodigt de luisteraars uit om samen een gedicht te maken. De eerste zin, krijgen ze cadeau. Aangeboden door Bart Moeyaert. 'Ik adem niet, ik zing'. Daarop zou worden verder gebouwd. Tussendoor geniet ik van prachtige aria's of pianospel voor... ahum... gevorderden... Resultaat: biebie, is vrolijk opgestaan. Score van 1 tot 10, geeft zeker een 8. Wat zeker hoog mag genoemd worden om je dag mee te beginnen. Wat er me vandaag nog te wachten staat, zal die score zeker nog verhogen.
Gisteren heeft wellicht ook het nodige middel aangeboden om positieve startfibes te hebben deze morgen. Het is namelijk zo, dat ik liever positiviteit vasthou, dan negativiteit. De krant met haar overaanbod over IS werd al snel opzij geschoven. Tjonge toch, ik weet het ondertussen wel. Ze willen de wereld om zeep. Maar of ik dat persé alle dagen in volle kranten wil lezen is nog effe iets anders. Terwijl ik dit schrijf, merk ik dat de zon m'n gevoelens kracht bij zet. Dàt, zegt genoeg. Geen overdadige woorden. Dat siert noch m'n gevoel, noch de dag waarop poëzie centraal staat.
Gisteren dus. Was ik bij A & L. Schatten zijn ze. De kindjes vuren bij het thuis komen uit school een tirade af, want ze willen liefst alles zo snel mogelijk kwijt aan hun moeke. Ze hebben zoveel te vertellen. Eerst en vooral over hun vandaag op school. Maar ook over gisteren en eergisteren en bedenkingen en conclusies en vragen en oplossingen en ditjes en andere datjes. Woensdag is kindjesdag. Eerst hebben de volwassenen tijd om wat bij te praten, maar eens de kinderen thuis zijn, worden zij de Grote Sterren. N, fluistert als groot geheim in m'n oor, wat mama haar verklapte. Moeder/dochter-ding weetjewel. Ze weet of ze een broertje of zusje krijgt. Ze wéét het! Zij, wéét Het!!! En ik mag het ook weten, maar niet verder vertellen. Dus schrijf ik dat ook hier niet, want papa wil het nog niet weten en stel, dat hij hier zou komen lezen. Neehee... geheimen mag je niet bloot geven! Hahaha... 'bloot' geven... 'bloot' is bloot... hahaha... denk ik lekker kinderlijk samenspannend mee met m'n kleindochter. Bestaat er iets leukers dan samen een geheim bewaren? Ik Dacht Het Niet!
Na het muurklimmen, mocht G met papa mee naar de bieb. Ze komen thuis en het lijkt wel of de sint op bezoek is geweest. De boeken worden al even gretig uitgedeeld als aangenomen. Voor mij? Is dit boek voor mij, voor MIJ? Ooohhhh... ooohhhh... goed zeg! Wauwww, dat gaat leuk zijn. Wat een mooi boek. De titel, en kafttekening worden bewonderd, zoals ook ik dat deed als kind. Eerst wordt het oog gestreeld, dan pas denkt men aan inhoud. Daarop is verkoop trouwens gebaseerd. Maar oké. Iedereen is wreed content met het gekozen boek. Dat is erg plezierig voor de kiezer, zowel als voor de ontvanger en lezer dus, als voor het aanwezige bezoek dat het tafereel gadeslaat. N en El moeten zich (helaas?) klaar maken om te gaan sporten. G nestelt zich naast me in de zetel. Hij opent z'n boek en begint te lezen. Daar hij in het 1ste jaartje zit, gaat dat nog niet zo vlotjes. Hij heeft een boek in z'n handen dat voor hem nog veel te moeilijk is. Maar, is me dat een doorbijtertje. Hij wil en zal het lezen. Hij boort zich door en langsheen moeilijke woorden en stelt op juiste momenten en manieren luidop vragen bij wat hij niet begrijpt. Hij wéét wat hij leest. Verwonderd ben ik, blijf ik, en word ik meer en meer. Hoe langer hij leest, hoe meer ik naar hem opkijk. Wauwww!!! Dat, mijn beste mensen, is mijn, ja MIJN kleinzoon. Dat wonder!!! Hoeft het nog gezegd, dat ik hem vandaag verdenk van mogelijk een schrijftalent in de toekomst? Vandaag, de dag van de poëzie, is de dag bij uitstek om kindjes te bewonderen die leren lezen en vooral, doorzetten.
Al wenend viel ik in slaap. Toen, 10 à 11 jaar jong. Na het lezen van het boek, de stripversie, de hut van oom Tom. O, wat haatte ik mezelf omdat ik blank ben. Wat vond ik blanken vreselijke individuen. En, eigenlijk ben ik van die visie nog niet helemaal afgestapt. Als ik door de eeuwen heen kijk, hebben blanken zoveel onheil aangericht. Zoveel moorden gepleegd, zich zoveel beter gewaand. Dan... ja, wie eigenlijk? Gaat het telkens maar weer enkel en alleen over het verschil in huidskleur? Ik kan er echt niet bij...
We gingen naar 'Les Nègres' kijken. Geschreven door Jean Genet, gedirigeerd door Robert Wilson. Wat... een... voorstelling!!! Het gaat over racisme. Maar deze keer krijgt de blanke de koek toebedeeld. Lang leve het Sarcasme! Deze voorstelling werd door Zwarten gebracht. Sommigen speelden blanken. Zij droegen een masker dat het gelaat niet volledig bedekt. Door de belichting, het licht en schaduwspel, durfde dat soms dreigend lijken. Het acteren hield in dat de acteurs met het aangezicht naar het publiek (enfin, grotendeels toch) stonden. Armen en benen werden bewogen als marionetten. En soms, sprongen ze buiten de lijntjes, door het lichaam kleurrijk en kronkelend te bewegen. De muziek was jazzy, met geluidsbanden. Behalve de saxofoon. Die werd acterend bespeeld en kwam fantastisch tot z'n (of is saxofoon niet vrouwelijk misschien?) haar, recht. Het decor... Het werd simpel gehouden. Niettegenstaande zat het vol technische snufjes ivm met lichtlijnen, hoogtes en laagtes. De technici zijn altijd zo belangrijk als de showmakers, maar hier, bleken zijzelf ook showmasters te zijn.
En dan... het verhaal natuurlijk. De rollen werden omgedraaid. De zwarten nemen wraak. Wraak! Om wat de blanken hen aandeden, aandoen, nog steeds. Verdomd actueel, want geef het een lichte draai en je merkt al gauw dat dit evengoed op jihadi's van toepassing kan zijn tegenover de arme mensen die zij tiranniseren. Hoewel ik niet wil zeggen, dat er geen racisme tussen blank en zwart meer bestaat, hier en nu. De blanke werd vernederd, uitgelachen en gehoond. En toch, was het helemaal niet vernederend voor het publiek. Maar ik... kreeg hetzelfde gevoel als toen ik 'de hut van oom Tom' had gelezen. Niet dat ik al wenend in slaap ben gevallen. Maar ik kan het onderwerp niet lossen. Soms denk ik, konden we de tijd maar terug draaien. Zouden wij, blanken het dan goed kunnen maken? Of het anders doen? Niks meer opdringen? Mensen niet meer veroordelen omdat ze volgens de wetten van de natuur leven? Niet meer veroordelen voor zoiets banaals als de huidskleur? Zouden we...?
Dit stuk is geschreven voor, en kan enkel maar opgevoerd worden door Zwarten. Hun diepvloerse stemmen. Het typische afrikaanse lachen, vanuit het middenrif. Het bewegen. Geschreven door een blanke. Geregisseerd door een blanke. Blanken die zwart kunnen denken, vermoed ik. Prachtig, denk ik dan. Er is toch nog hoop...
Ons uitje naar Limburg is heel fijn geweest. Samen met schoonbroer en -zus uit gaan eten in een vegetarisch restaurant. Rustig, gezellig, lekker. Wat meer heeft een mens nodig om content te zijn? We konden gelukkig dichtbij parkeren. We moesten een drukke baan oversteken, en daar namen we alle tijd voor. Ik tussen man en schoonbroer geholpen aan de arm, schoffel... Op den duur moet ik er om lachen, want... achja... uiteindelijk vind ik mezelf wel lachwekkend. Gewend zal ik het wel nooit worden. Daar, doe ik ook absoluut geen moeite voor. Wat ik ondertussen wel een klein beetje denk te kunnen, is, proberen in de huid te kruipen van iemand die altijd heel gezond is geweest. Iemand die bijv altijd heeft gesport en dan om welke reden ook, in een rolstoel belandt. Iemand, die dan moet leren in te zien dat die voor de rest van het lieve leven immobiel zal zijn. Dat moet een vreselijke noot om te kraken zijn. Da's weer zo'n tussendoor-gedachte van me, die opspeelt. Gebeurt wel meer, maar daarom is m'n dag nog niet om zeep. Vrijdagavond zijn we laat thuis gekomen. Bek affff! Maar zeer tevreden, plofte ik neer in bed.
Zaterdag heb ik helemaal niks gedaan. Uitgeteld als ik was, heb ik volop gebruik gemaakt van onze schone sofa. Daar dient ie voor. Terwijl ik daar de queen of sheba lag uit te hangen heeft E nog wat boven in huis geharreward. Dat komt daar dik in orde. De logeerkamer geraakt klaar. Telkens weer, kan ik dan heerlijk diep inademen. En dan denk ik; 'yep! Beslist! Ik kan dit op mijn tempo onderhouden. Dit ga ik wél kunnen zonder hulp.' En dan doet dat zo goed hé. Als een kamer op orde staat, moet ik niet veel fysiek verzetten om te poetsen en dat scheelt 'm een ferm pak. Maar poetsen was dus niet voor zaterdag. Noch voor zondag. Volgens den bijbel een rustdag. Ge ziet, ik weet niet veel van de bijbel, enkel de belangrijkste dingen.
Zondag. Afgesproken bij broer M. De meeste broers en zussen zouden komen. Wij daar dus ook heen. Met een fles bubbelkes én veel goesting. W en Go ontbraken. Spijtig, maar tja, niks aan te doen hé. Het was heel gezellig. Als iedereen door mekaar praat, erg vermoeiend. Gonzend in het hoofd. Als Fr weer één van z'n ludieke uitspraken doet, doet het lachen me pijn. Maar daarom niet minder leuk. Snel een morfinepilleke ingenomen en dat helpt. Ondertussen nog maar gauw een voorronde-afspraak met de zussen gemaakt. Deze keer proberen we een andere weekdag zodat iedereen van hen erbij kan zijn. Maar da's niet voor direct. Nu, eerst terug rustig aan. Wat bekomen. Terug wat in m'n routine proberen te geraken, want afgelopen week heb ik nogal wat energie verbruikt. Maar eerst nog een desertje. Morgen staat er ook nog iets leuks op het programma.
Het was zo ver. Zussen, schoonzussen en -dochterke samen in de koekenstad. Ik werd thuis opgehaald, want heus, ik word echt wel deftig in de watten gelegd. We mochten op de parking van 't werk van m'n schoonzusje parkeren. Da's lekker in 'centrum stad' en voor gezonde mensen, dicht bij zowat alles. Voor mij, net iets verder, maar toch dik in orde. Zeker als ik in de sterke zussen-armen mocht steunen, al schoffelend zoals een oud vrouwke. Wat trager gaat ook. Iets bereiken, ligt niet zozeer aan het tempo, maar aan volhouden. Ik dacht dat we laatst zouden komen op plaats van afspraak, maar het tegendeel was waar. Goed rondgekeken om dan te constateren dat wij er eerst waren. Plaats gezocht en iets te drinken besteld. Onderweg had L zich bij ons gevoegd en op G moesten we niet lang wachten. Het was best koud. Vooral een noorderwind wilde ons dwars zitten. Eens we goed en wel waren opgewarmd, trokken we naar de Meir. Ik wilde graag naar een knutselwinkel, wat verder. Eigenlijk wat ver voor mijn doen, maar ik wilde het graag proberen. Trouwens, samen ben je altijd wat sterker. Ik was er echt van overtuigd dat het wel zou lukken.
Eerste halte 'desigual'. Gr wilde daar absoluut gaan rondsnuffelen. Best een grote, kitscherige, gezellige winkel, met aangename verkoopsters. Het mag gezegd. 'k heb er enkele foto's genomen, vanwege het kleurrijke palletje. E bleef buiten, want hing aan hare gsm. Wij, maakten grapjes omdat het gesprek heel serieus leek en het duurde nogal lang. Na een hele tijd kwam ze naar mij toe en zei dat ze 'iets' had geregeld en dat ik gewoon moest meegaan met de flow. Niet reclameren, niet tegenspreken (ze kent me blijkbaar al goed) maar simpel geen vragen stellen en doen. Of zo'n handeling me nieuwsgierig maakt? En of! Je mag beweren dat je een groots cadeau voor me hebt gekocht, maar dat ik nog enkele weken moet wachten alvorens te weten wat het is. Geen probleem. Echt. Dat kan ik van me afzetten en zelfs vergeten. Maar de manier waarop E dit aanpakte was helemaal anders. En ik ken haar. Ze kan vér gaan in onverwachte toestanden. Ik loste haar daarom niet. En ik was niet van plan dat te doen alvorens ze me had verteld wat ze had gepland of zeg ik beter 'gefixed'... Ze had een taxi gearrangeerd om me naar de Jezusstraat te brengen. Dat wilde ik natuurlijk niet omdat dat veel te veel kost naargelang de korte afstand. Ze verzekerde dat het gratis is. Niet omdat ik dat niet wilde betalen, maar omdat ik ook niet wil dat zij zoiets betaalt. Toen had ik het door. Haar collega's zouden met een combi komen en mij en een tweede persoon brengen. Die tweede persoon mocht L zijn. Ik wilde namelijk vooral met haar daarheen, omdat zij me zou kunnen helpen en uitleg geven over de dingen die ik eventueel zou kopen. De anderen zouden te voet nakomen. En, zo gezegd, zo gedaan. L en ik werden door de politie naar onze winkel gereden langs de drukke Meir. Want pas in die combi zagen we hoeveel volk er wel rondliep. Je zit iets hoger en krijgt wel een redelijk goed zicht op de mensenmassa. Te voet, viel het ons niet zo op. Natuurlijk ook omdat we al stappend pret maakten. Grappig, vooral grappig, waarvoor ik ons E'ke toch heel erg bedank!
De tijd ging veel te snel. We zijn van plan het nog een keertje over te doen, maar toch een ietsje anders aan te pakken. Het moet ook niet altijd hetzelfde zijn. Om thuis te geraken heb ik het mezelf blijkbaar moeilijk gemaakt. Dankzij L is dat allemaal nog goed gekomen. Zo lief... smakkkkk, knuffff!!!
Wat later op de middag, toen L en ik nog iets gingen drinken, kreeg ik een sms-ke van Mark, m'n engelse neef. Z'n moeder, Doreen Nyza, was overleden 'smorgens. Hoewel ze al een gezegende leeftijd had, kwam het toch aan. Zo spijtig... dat ons oudste familielid langs de tak van mijn overgrootvader, overleden is. Zo gaat het toch heel dikwijls. Negatief, positief, of in de andere volgorde. Het één kan niet zonder het ander. Yin en Yang. Balans. Noem het hoe je wil, maar tegenpolen houden ons en de aarde in evenwicht.
Maar zolang we blijven herinneren, is het goed, denk ik.
Het weekeinde heel rustig gehouden. 'k Was moe. E heeft het ook heel rustig aan gedaan. Nog een beetje in huis gerommeld. Ja, da's het goede woord, want nu is hij het kleine kamertje weer aan het leeg halen. Uiteindelijk vindt ie dat het eenpersoonsbed daar toch niet op z'n plaats staat. Daarmee ben ik het volledig eens, dus ik wist dat deze verhuis er zat aan te komen. Natuurlijk wil dat ook zeggen, dat er weer terug vanalles gestapeld staat in onze nieuwe slaapkamer. Yep, daar waar ik liever geen rommel meer zou zien. Ik weet dat het tijdelijk is. Maar nu komt de hamvraag: Hoe Lang Is Tijdelijk? Moeilijk ga ik zeker niet doen hoor, hij heeft ook maar 2 handen.
De laatste dagen heb ik weer wat meer pijn. 't Is te verhelpen met extra pijnstillers. Toch wel vervelend. Als ik heel stil blijf zitten in de zetel, gaat het. Maar ik kan toch niet de hele dag roerloos blijven? Niet goed voor de spieren, bloedsomloop en heel den annekesnest (ik hou van dat woord!!!). Ik had eerder deze week tegen E gezegd dat ik misschien een cursus schrijven zou kunnen volgen. Die cursus zou via het internet moeten, daar ik me niet zelfstandig kan verplaatsen. 'k Heb wat gegoogeld maar vind niet direct iets dat me zint. 'k Moet wel toegeven dat ik niet erg sterk ben in googelen (goochelen ook niet). Ik geef nogal snel op. Maar, dacht ik, misschien kan ik op eigen houtje wel één en ander doen. Dus, vervolgde ik tegen E, dat ik zou kunnen beginnen met een persoonsbeschrijving te schrijven. Twee bladen. Getypt. En natuurlijk zou die beschrijving leesbaar moeten zijn. Aangenaam leesbaar. Zonder te vervelen. 'k Heb me er dus aan gezet en het lukte aardig. Het schrijven dan. Zelf kan ik niet oordelen over de kwaliteit. Ik kan enkel zeggen dat ik in die zin tevreden ben over het resultaat, dat ik besloot het op Facebook te zetten. Dwz, ik lijd niet graag gezichtsverlies. Hihihi.. leuke vergelijking als het gaat over een persoonsbeschrijving... Uiteindelijk heb ik dus moed nodig om het op fb te zetten. Ik dacht dat, als er nogal wat mensen het 'liken' het wel oké zal zijn. Maar langs de andere kant, kan het ook zijn, dat mensen maar een deel lezen en het liken. Liefst zou ik kritiek lezen. Maar ik betwijfel of men dat op fb zal zetten. E zal het nog lezen en sowieso zijn gedachten er over laten weten. Hij zal nooit zeggen dat ie het goed vindt als dat niet zo is. Hij geeft opbouwende kritiek, weet ik uit ervaring. Met volgende link zou het te voorschijn moeten komen... hocus pocus pats...
Blijkbaar... kan ik ook niet toveren... De link doet het niet. 'k Heb op verschillende manieren geprobeerd mijn artikel hier in te krijgen, zonder deze blog te lang te maken. Maar nee dus, het internet beslist er anders over en ik moet me erbij neerleggen...
Donderdag zou ik, volgens een brief die ik net kreeg, naar een controle onderzoek van de mutualiteit moeten. Om 11u. Wel, dàt laten ze ook tijdig weten... E is dan aan het werk. M'n oudste zoon ook. Ik kan toch m'n jongste zoon niet vragen, dat, als hij vrij zou zijn, hij van Betekom efkes over en weer komt om me naar die controlearts te brengen? Komaan zeg. Ze zouden dit toch minstens een week op voorhand moeten laten weten, zodat men een oplossing kan vinden. E heeft direct naar die dienst gebeld. Eerder dacht ik te wachten om te reageren, want misschien zou E een alternatief kunnen bedenken. Wel, dat was het dan, zijn alternatief. Hij liet weten dat ik 'doodziek' (eigenlijk is dat wel zo, alleen staat het niet op m'n voorhoofd geschreven) ben en niet zonder begeleiding buiten kan en dat uur niet haalbaar is voor hem, daar hij werkt. Resultaat; We moeten een bewijs van de dokter bezorgen, dat ik niet alleen daar geraak. Daarenboven moet ik ook nog zo snel als mogelijk de hele ruttepetut over mijn dossier bezorgen, AsHetEffeKan! EnSnelWat of ErZalWatZwaaien... enfin, zo komt het toch over. Wee, gij die ziek zijt! Vervloekt zijt ge!
En dan denk ik lekker sarcastisch: DankUWel! Donderdag heb ik afgesproken met zussen enzo, maar da's pas 's middags. Ook van hen kan niemand me begeleiden naar die controlearts, anders was ik wel gegaan. Maar ik kan niet verlangen dat zij vrij nemen daarvoor. Wil ik niet. Doe ik niet. Ik, wacht lekker thuis, tot zus Gr me komt ophalen. We rijden samen naar de stad. We wachten mekaar op, op plaats van afspraak. En, we gaan genieten. Met of zonder mutualiteit, maar... onder begeleiding
Tjonge, zelfs als ge niets doet, vliegt een week nog voorbij... De gebruikelijke visites met de daaraan gepaard gaande amusementen zijn natuurlijk ook alweer gepasseerd. Deze keer misschien iets minder nijg gitaar gespeeld, maar toch, ook nog wat nieuw materiaal uitgeprobeerd. En dàt waar m'n zus eigenlijk echt voor komt, hebben we ook gedaan. Blablabla... tatersnater... taterwater... lol... en, deze keer, niet gesnoept.
Ondertussen ook weer met een nieuw boek begonnen. Maar ik kan geen twee bladzijden lezen of ik val in slaap. Niet dat het een slecht boek is. Misschien heeft het toch wat met m'n medicatie te maken... vraag ik me af. Tom Wolfe, geen slecht schrijver, zou ik zo zeggen. De titel: De trip. Gaat over het hippieleven en tja, lsd enz. De échte trips dus, die je doet zonder te reizen. Daar ik helemaal nog niet ver ben, kan ik echt nog niet zeggen of het een -naar mijn mening- goed exemplaar is. Straks proberen om nog wat te lezen met m'n ogen open. Dat zal helpen enig oordeel te kunnen vellen en vooral, te genieten van die trip...
Afgelopen vrijdag was er de nieuwjaarsdrink van De Lijn. Nog nooit ben ik daar heen gegaan. Niet echt mijn ding. Eerder was het -zo begreep ik het toch- enkel voor mensen die wat hoger op de hiërarchische lijnladder stonden. Eens ik mee in de centrale controle werkte, kon ik me eventueel ook veroorloven om daar heen te gaan. Maar het werd gesuggereerd, niet echt gezegd. Daar ik helemaal niet hou van onderscheid maken voor zoiets luttels als samen iets drinken en mekaar een vrolijk jaar toewensen, ging ik niet. Vorig jaar, nieuwe baas, nieuwe wetten, was het voor elke werknemer van De Lijn. Voor de eerste keer ook buitenshuis (in De Roma), daar er dan veel te veel volk is natuurlijk. Ook toen ben ik niet gegaan, hoewel ik dan terug fijn en levendig aan het werk was na m'n eerste kanker, half time weliswaar. Maar ik vertrouwde het niet zo. Naderhand hoorde ik heel wat enthousiaste opmerkingen van collega's. Dit jaar kreeg ik die uitnodiging in m'n bus, thuis opgestuurd dus. Daar ik de meeste collega's al heel lang niet meer gezien heb, had ik er wel zin in. En dat heeft heus goed gedaan. Lang ben ik niet gebleven. 't Doet wel raar hoor. Telkens weer en weer, moest ik m'n kankerverhaal doen. Dat was minder leuk, maar wel begrijpelijk vanuit het standpunt van die bezorgde collega's die niet echt wisten hoe het met me gesteld is. Ik vergelijk het wat met passagiers die telkens maar weer dezelfde vragen stellen aan de chauffeurs. Al die mensen hebben één ding gemeen. Dat is, dat ze iets niet weten ivm het openbaar vervoer of de rit die ze willen maken. Telkens weer diezelfde vragen, maar, gesteld door verschillende mensen met een gemeenschappelijk doel. Hmmmm... zou ik misschien ergens eens kunnen opschrijven, zodat collega's die zich daar ook telkens weer druk om maken zouden begrijpen dat zij dus net hetzelfde doen en dan hopen op begrip. Eén keer, was ik het wat beu. De betreffende collega, ken ik echt niet, maar hij kende mij van ziens. Dat gebeurt wel meer. De man had heu... net iets teveel alcoholhoudend spul binnen gewerkt, vermoed ik. Hij bleef maar vragen stellen en wilde naar mijn gevoelens een ander soort contact. Een testosteroncontact als het ware. In principe is dat niet zo erg. Hij deed niks verkeerd ofzo, voor alle duidelijkheid. Maar hij wilde steeds maar meer weten, terwijl ik, omdat ik hem niet ken, liever afstandelijk bleef. Op den duur zei ik dat ik al langer dan een half jaar ziek ben en daarom geen antwoord kon geven op z'n vragen betreffende mijn job en m'n directe collega's, want daarover ging z'n vragenronde. Hij bleef maar vervelend boren, wat ik dan wel zou hebben? Is het erg? Waarom wil ik het niet zeggen? Nou ja, gewoon omdat ik dat niet aan iedereen zijne neus hang hé. Anders kan ik evengoed een bordje rond m'n nek hangen, net zoals de pestlijders in de middeleeuwen. Ik geraakte niet verlost van den tiep en dus zei ik: "niet dat je't niet mag weten, maar ik zou vanavond wel eens over iets anders willen praten dan over mezelf. Ik heb kanker." Zijne mond viel open, precies of ik had hem een onheil voorspeld dat niet te overzien is. Beleefdheidshalve vroeg hij voorzichtig of het ernstig is? Of ik ben geopereerd? Of ik dit? Of ik dat? Dus ging ik verder: "Niet geopereerd, gaat niet. Geen radiogestraal, gaat niet. Chemo TotDerDood. Begrijp je nu dat ik ook eens graag over wat anders zou willen praten?" Hehe.
Soms doet het goed om effe beleefd cynisch uit de hoek te komen. Het makkelijkst gaat dat bij mensen die je niet kent, maar je blijkbaar weten te ergeren. Ik heb hem nog een fijne avond toegewenst. Puur gemeend, geen sarcasme deze keer, want ochottekes toch... Ergens zal hij het wel niet slecht bedoelen zeker. Maar het deed me goed. Toevallig passeerde toen net een collega die ik heel goed ken en me aansprak. Samen hebben we onze jas genomen en zijn we er vandoor gegaan, want het werd tijd.Het was een fijne maar zeer vermoeiende avond. En die ene tiep, heeft echt niks verbrod hoor. Want, daartegenover staat dat ik eerder al ferm geschrokken was van m'n nabije collega's, die me heel erg bezorgd soigneerden met van alle kleine dingen en daden. De weegschaal slaagt dus heel erg positief over, waarvoor dank vanuit het diepste van m'n hart! Wat ben ik blij dat ik zoveel toffe mensen nog eens heb ontmoet. Een ware opsteker!
E heeft nog snel enkele vakantiedagen genomen. Hij had die nog te goed. Educatief verlof. Dat maakte dat hij een vijfdagen weekeinde had. Maar hij niet alleen. Ik ook natuurlijk. We hebben dat goed aangepakt. Hij is nog steeds in huis bezig, maar niet al te stressy. Tussendoor ging hij bijv naar 't stad. Door de terorristische moorden van de afgelopen dagen in Parijs, wil iedereen z'n mening daarover wel kwijt. En, het mag harteloos klinken van me, maar ik denk dat sommige magazines en/of kranten een stuk van de (verkoop)koek willen, die daaruit vloeit. E werd op straat aangesproken door journalisten. Foto genomen, naam erbij. En, meneer? Wat vindt u zoal van het islamgeweld als zodanig? 'k Zie het zo voor me. 'k Heb niet veel uitleg nodig om het me in te beelden, want ik was er niet bij. Hij was alleen op stap gegaan. Ik had me thuis makkelijk geïnstalleerd met (voor de verandering) een boek, een film... Enfin, hij vertelde z'n verhaal terwijl hij z'n jas en schoenen uitdeed. Aan spontaniteit geen gebrek dus. O ja, ik zag het zonder problemen zo voor me. E is namelijk geen spraakwaterval, geen grootprater of geen fantast. Stel hem een vraag en hij geeft onomwonden zijn mening. Er wordt geen rekening gehouden met diplomatie of er wordt al helemaal niet rond de pot gedraaid. Voor zolang ik hem ken, en dat mag toch al effe tellen, heb ik hem nog nooit iemand weten beledigen. Aan E moet je niet uitleggen wat gelijkheid is. Hij kent dit begrip beter dan diegene die het uitvond, denk ik. Stel jezelf maar een keertje op de proef. Gelijkheid altijd en overal is heel wat anders dan je gelijk willen krijgen. Dat kan namelijk ook in je eigen nadeel werken. Hij neemt dat nadeel zoals hoort, erbij. Altijd en overal dus. Hij heeft ongezouten z'n mening gegeven. Dat weet ik. Over islam of gelijkwelke godsdienst. Hij oordeelt niet, en veroordeelt helemaal niet. Maar, het staat vast als een paal in diep water, E wordt heel dikwijls verkeerd begrepen, net omdat anderen menen dat men moet oordelen over een ander.
De bewuste krant (gazet van antwerpen) met het interview hebben we niet gekocht. Die krant kopen we nooit, dus om E's mening over een aanslag of godsdienst die erbij betrokken wordt, gaan we ze ook niet kopen. Waanzinnig dom zou dat zijn, daar we beiden weten hoe E denkt. Nee dus, de gva niet gekocht. Dinsdag kwam hij thuis van z'n werk. Enkele collega's hadden 'hem' gelezen in de krant. Van gekende maar daarom nog niet beminde vlaamsblok-gezinden (die zijn altijd maar over hun politieke mening bezig, zie je) kreeg hij plots schouderklopjes. Iedereen had plots een mening over E. Maar niemand had de krant bij. Nu vraag ik me natuurlijk wel af wat er in dat artikel staat. En hij is nog nieuwsgieriger, want kan zich niet bepaald inbeelden dat ie zo rechts uit de hoek zou zijn gekomen.
Dus nu weet ik het nog zekerder dan tevoren. Als er iets over kanker in de gazet staat, lees het, maar begrijp zowat het tegenovergestelde van wat er staat...
Het voorstel is gelanceerd. De mails verstuurd. Zussen en schoonzussen werden uitgenodigd om samen een middagje koekenstad te doen, tijdens de solden. Het moet in de week. Anders is het koppen lopen. En dat zie ik echt niet zitten. Natuurlijk besef ik wel dat het niet evident is voor iedereen om zomaar vrij te krijgen. Trouwens, het is ook niet omdat ìk daar persé zin in heb, dat anderen dat ook hebben. Enkelen hebben al laten weten dat ze kunnen komen en dat zullen doen ook. Bij anderen lukt het niet. Zo erg is dat niet. We zien mekaar trouwens waarschijnlijk enkele dagen later bij m'n oudste broer thuis. Daar, zal het dan wel druk zijn. Toch is't fijn dat hij en m'n schoonzus dit organiseren. Het wordt niks speciaals. Gewoon samen iets drinken. Geen zatlapperij of overdaad. Niks daarvan. Gezellig praten met mekaar is meer dan genoeg. Meer moet dat niet zijn. Dus da's twee keer kort na mekaar dat we mekaar zien. Best leuk!
M'n zus Gr kwam langs. Eerst wat bijgepraat, want we hadden mekaar euhhhhh... twee weken, geloof ik, niet gezien. Dan de gitaren boven gehaald. Ideetjes uitgeprobeerd. Samen wat getokkeld in de mate van het mogelijke. En... huiswerk gepland. Deze keer heb ik het opgeschreven. Eerdere keren beloofde ik immers om iets op te nemen of uit te schrijven en op te sturen en dan vergat ik dat al veel te snel. Dan kwam dat er niet van natuurlijk. Er wordt me niks verweten se. Maar, dan gaat er ook niks vooruit hé. Ken jezelf! Deze keer maak ik die fout niet weer. Ik schrijf dus op wat ik beloof te doen tegen volgende week. 't Is nogal wiedes dat wij niet heel serieus bezig zijn. Tussendoor maken we pret, door opmerkingen of gewoon zotdoenerij. Op een gegeven moment wordt het gesprek heel ernstig. 'k Begin zelfs te snotteren. Lap! Daar hedde ze weer, die waterlanders. Op zich is dat niet erg, maar 'k heb dat toch liever niet als er iemand bij is. Tja, deze keer, lukt het niet. Ik wil haar iets vertellen en zodra ik de dingen bij hun naam wil noemen, is het bleitconcert. Zij, antwoordt op haar best. Zo is ze. Ze wil me het hart onder de riem steken. En, ze doet dat ook hoor. Zeer zeker. Maar ze krijgt het zelf ook moeilijk. Op een bepaald moment zitten we met z'n tweetjes tegen mekaar op te snotteren. En eigenlijk is dat goed, want daardoor beginnen we te lachen. Tussen de tranen door lachend, zet ik een doos met tissues op tafel. Hier! Die zijn ook voor jou! Hart luchten. Doet goed!
Een paar zakdoeken armer, maar met een gelucht hart, brengen we de middag verder zingend door. Een snoepeke, suiker werkt stimulerend en wellicht een halve kilo zwaarder later, gaat ze naar huis. Ik heb m'n besluit genomen ondertussen. Ik ga me wat meer met de muziek bezig houden. Ik moet immers iets hebben waar ik me kan insmijten (in de mate van het mogelijke). Niet om hoge toppen te scoren, maar om me volledig te voelen, want da's m'n euvel de laatste tijd. Deze belofte heb ik niet opgeschreven. Want da's niet tegen volgende week, dat IS gewoon realiteit voor altijd.
Een mieke mot, die af en toe wat last had van emotiewisselingtoestanden. 'k Kan me inbeelden dat psychologen daar een veel geleerder klinkend woord voor hebben. Die wisselingen zijn zowel posi- als negatief. De weegschaal houdt zelfs dàt in balans. Voor een kleinigheidje komen waterlanders en krop in de keel. Vervelend hoor, als je dat niet echt kan plaatsen. Dàt gevoel komt er dan bij, om het allemaal nog wat ingewikkelder te maken. Op den duur is ze boos op zichzelf, want zo ìs ze niet. Den trigger zit altijd verscholen in onverwachte dingetjes. Klein, venijnig, en vooral kwetsend. Toen ik me lichtjes verbrandde aan m'n hand bij onhandig gebruik van het stoomstrijkijzer, dacht ik zelfs: haaaa... dààrom snijden mensen in armen of waar dan ook, om andere pijn niet te voelen. Het wàs echt raar, er kwam geen blaar, maar m'n vinger zag rood en ik wilde absoluut NIET m'n hand onder koud stromend water houden. Want... gevaarlijk idee, ik besef het... het deed goed. Hmmm... strange... op z'n minst. Voor mij toch. Toen wat later in een gesprek met E de grond vanonder m'n voeten wegzakte, en ik dus enig controleverlies leed, (niet dat ik hysterisch werd hé) werd het me duidelijk dat ik er moet voor zorgen, de dingen nog een keer goed op een rij te zetten.
Een artikel in de krant over een 17-jarig amerikaans meisje dat besloot geen chemo te volgen en daardoor wordt ze door de jeugddienst ter plaatse, van haar ondersteunende moeder gescheiden. Zij, de overheid, jeugdzorg, zij die menen de goei te zijn, bonden haar vast om haar die keiharde, zware chemo toe te dienen tegen haar wil. Het meisje wilde geen gifstoffen in haar lichaam. ZIJ HEEFT HET RECHT OP HAAR LICHAAM!!! schreeuwde het in mij. Oké... de ver-van-mijn-bed-show. Oké 't is niet hier, maar in Amerika. Maar daarom trek ik me dit niet minder aan. Woedend, kokend vanbinnen stokte m'n ademhaling. Daardoor span ik m'n spieren en krijg ik -zoals steeds- pijn. Niks abnormaals eigenlijk, in mijn toestand. Maar, hoe kunnen mensen die NOOIT kunnen weten wat jij voelt, zich het recht toe-eigenen en zich beroepen op zulke wetten? Wetten, die enkel dienen om politici hun faam en glorie te dienen, maar zeker niet om een patiënt te helpen. Zeer zeker niet!
Wel, dàt was in dit geval vermoedelijk den beruchte trigger. Maar, dat merk je pas als die is afgegaan... Ik heb dus alle stukjes mieke mot bij mekaar gezocht. Hoe? Dankzij het gesprek met E. Het gesprek, toevallig, met m'n hele goeie vriendin. En, zelfs iets dat Mich bracht in z'n show: Duizend Man Sterk. Ik wist het wel, maar ik voegde de daad niet bij m'n gedachte. Het werkt, zoals ik eerder schreef, ook in de andere richting. Onverwacht, kan je toch aan die knop draaien. Het is plots zo duidelijk. Ik weet wat ik moet doen. Of het zal lukken, weet ik niet. Maar 'k heb er terug meer goesting in. Knokken bedoel ik dan.
Tijdens ons één januari samenzijn nam ik enkele foto's. Sfeerbeeldjes. Geen kunstwerken. E zette eerder één van die kiekjes op het bureaublad. Telkens als ik iets ga doen aan de Mac, zie ik naar dat heerlijke beeld. Ons jongste en oudste kleinkind. Het beeld straalt liefde, geluk, gezelligheid uit. Ons kleine kerstvrouwtje, want zo was ze gekleed. Gehuld in onschuld. Met in haar armen, haar kleine beschermeling. Onze lieve, schattige Walt, haar neefje. Pas op... haar twee broertjes zijn zeker ook zo'n hartverwarmende kindjes, schatten van het hoogste niveau. Maar oké, E zette deze foto op het bureaublad en maant me voorzichtig aan, omdat ik telkens smelt als ik ze zie. Hij zegt: 'Lieverd, het is maar een foto.' En ik antwoord: 'Ja natuurlijk, maar het is ook nog heel veel meer... het is een zeer mooie intens liefdevolle foto, van twee van onze kleinkinderen!!!'
Alles gaat weer z'n gewone gangetje. Àlles??? Nou... ja...E staat op even na 6u. Hij gaat werken. School is hervat voor de schoolgaanders. Zowel de verplichten als de hobbyïsten. File des morgens en des avonds. Sneu of soms nog meer dan dat voor hen die ze moeten trotseren. Laat me iets positiefs over kanker bedenken. En dat is dan, dat ik... me daar niks van moet aantrekken. Routine, 'k heb er nooit van gehouden. Zelfs als smurfke van nog geen 10 jaar, had ik moeite om me in de hand te houden als ik er aan dacht dat ik morgen en overmorgen en over-overmorgen en daarna en daarna, steeds op hetzelfde uur hetzelfde zou moeten doen. In datzelfde klaslokaal, het hele jaar door. Steeds dezelfde ramen, uitzicht, kasten, leerkracht, gezichten. Pfwoe... soms werd het me wat teveel en werkte het op m'n systeem. Wel, dàt trotseer ik nu niet hé. Hoewel ik rekening moet houden met m'n medicatie. Enfin, 'moeten' is veel gezegd. Het is toch wijs het wel te doen, daar de medicatie vooral tegen pijn is gericht. Ik straf bij wijze van spreken mezelf als ik dat stramien niet zou volgen. Maar een uurtje verschil maakt niet uit. Ik kan dus spreken van glij-uren. *smile*
Het is middag en ik heb net gedoucht. Net gekleed. Maakt niet uit. Toch...? Ik mòet nergens zijn. Ik mòet niks. Men verwacht zelfs niet dat ik genees. Een economisch wonder ben ik helemaal niet. Je mag me zelfs een anti-econome noemen. Graag gedaan. Dank U. Stilstaan is dus verre van achteruitgang. Stilstaan kan soms zelfs een mens wonderbaarlijk doen genieten van dingen die anders aan een te groot tempo voorbij schrijden en daardoor niet worden opgemerkt. Nee hoor. Dit is geen sarcasme. Ik heb 'er' echt wel zin in. Waarin, vraagt u? In de dingen die me het gevoel geven te 'Zijn'. Als u begrijpt wat ik bedoel. Niet lang geleden zei ik nog tegen m'n vriendin dat ik iets moet zoeken dat ik wel degelijk kan doen. Ik dacht bijvoorbeeld; 'Ik maak een quilt. Ik leer hoe het moet en oefen tot ik erbij neerval en dan doe ik het. Ik Doe Het!' Dàt, dacht ik. Effe later viel mijne nikkel, dat ik tegenwoordig een joggingbroek draag omdat ik m'n andere broeken niet meer kan knopen. Hoe? Hoe, in godsnaam? ...Ga ik dan een quilt kunnen naaien? Dummie!!! Kop naar beneden. Klop. Oh, nee. Ook dàt kan ik niet... Dat resulteert dan in tandjes op mekaar, en toegegeven, boos zijn. Boos zijn op... mezelf? De situatie? Kanker? De wereld misschien dan toch maar? *zucht* En dan... komen die voetjes maar weer eens op de grond. Het gevecht terug aanvatten, maar een ietsie pietsie wijzer. Hmmm... is opgeven gelijk aan stilstaan? Nee, boebel! Dat is het niet. Opgeven is achteruitgang.
Een avondje Kommil Foo in De Roma bijvoorbeeld. Ik heb daarvoor niks moeten verzetten. Enkel mijn voeten, enkele meterkes. Om in de sfeer van 'het bestand' te blijven... het was een heerlijk 'verzet'. Niet zomaar heerlijk. Echt. Puur. Formidabel. Knap. Ik heb me er tegoed aan gedaan zoals kinderen zich tegoed doen aan een chocolade figuur op sinterklaasdag. Gretig dus. Chris liet me weten dat ze 'het bestand' wellicht weer gaan opvoeren in 2018. Honderd jaar na het eind van De Grooten Oorlog. Misschien toch nog enkele extra optredens tussendoor. Misschien. Als je't leest en je krijgt de kans om er heen te gaan. Aanrader. Doen. Met Mijn Complimenten! En misschien verhoort één of andere leuke tiep m'n wens, dat er een cd wordt uitgebracht. Dan, zal ik op de eerste rij staan, want die arrangementen zijn wat mij betreft een oeverloze herhaling waard. Dat ceedeeke zou veel drrrraaien!
Stilstaan. Leuk toch! Het is trouwens niet altijd wat het lijkt. De kanker wijkt tot hiertoe niet, maar wordt ook niet erger. Maar... door de problemen die ik kreeg met handen en voeten moest ik van chemotherapie veranderen. Tot hiertoe verdwijnen die problemen niet. Maar vooral, ze worden niet erger. Neem het gerust van me aan. Zo'n stilstand is meer dan goed. En... heel stiekem merk ik, dat deze oorlog van me, een stilstaande kleine (toch voor mij belangrijke) vooruitgang boekt. M'n haar groeit weer! Eerst dons. Gelukkig geen pluimen naderhand. Maar ik vlieg heus wel een beetje. Als je weer begrijpt wat ik bedoel. Lang Leve Grijs Haar!!! Olé. Ik staar naar mezelf in de spiegel. En, écht. Vind ik mezelf toch wel knap zeker. Wie had ooit gedacht dat ik zoiets nog maar zou schrijven? Een mens kan makkelijk leugens schrijven, zie je. Maar ik dÈnk het ook...
In m'n roes -want ik weet heus wel dat dit gevoel tijdelijk is- bedenk ik. Ik ga het hen vragen. Mijn zussen en schoonzussen. Ik vraag het hen gewoon. Zullen we met z'n allen es een halve dag naar de stad gaan? Eén iemand zal wel bereid genoeg zijn om me thuis op weg te helpen, zodat ik er geraak. We spreken ergens af en brengen enkele uurtjes samen door. 't Is solden. Wie weet kunnen we nog een koopje doen. En naderhand een kopje koffie.
En vrouwenbabbel, geweetwel wat ik bedoel waarschijnlijk....
Tweeduizend vijftien, twee januari. That 's it folks!!! The new year is in town...
We hielden het zo rustig als mogelijk, die feestdagen. Dat wil zeggen, dat we kerst niet extra in de bloemetjes hebben gezet. Op oudejaarsavond lag ik net voor 24u in bed. Als je dat doet, klinkt het vuurwerk des te harder blijkbaar. Tjonge toch, vuurwerk op eigen houtje afschieten is verboden in Antwerpen. Maar nogal wat mensen trekken zich daarvan niks aan. Soms was de kamer helemaal verlicht door die knallers. Een beetje ongerust, schrik voor brandende daken of tuinhuisjes, hield me een stuk wakkerder dan ik wilde. We slapen weer in onze eerste klas slaapkamer. Ze is nog niet helemaal up to date, maar het is er een pak stiller dan de kamer langs de straatkant. En... tot hiertoe hoor ik de wansmakelijke badkamergeluidjes van de buurman niet. Volgende week zullen we echt weten of de isolatie voldoende is. Dan zal onze buurman z'n normale werkuren weer aanvatten, zoals de meesten onder ons.
De morfinepleisters zijn sinds vorige week verdubbeld. Het is beter. 'k Heb minder last. 's Nachts word ik nog steeds wakker, en neem ik een extra pil in, maar tijdens de dag gaat het veel beter nu. Blijkt dat die pleisters obstructie in de darmen veroorzaken. Ondervinding doet me herinneren dat iemand me dat vertelde toen ik bedlegerig was. Uit noodzaak grijp ik dus terug naar stimulerende medicatie, want fruit is niet voldoende. Voor de rest is alles oké, zolang ik het rustig hou. En da's soms moeilijk. Doeme toch! Ik heb er een enorme hekel aan steeds vanalles te moeten vragen aan E. Hij is zo dikwijls druk in de weer en moet dan zowat het hele huishouden erbij nemen. Dus wil ik af en toe m'n plan trekken. En dat gaat wel. Maar dan moet ik erbij nemen dat ik soms hijgend dubbel plooi en ter plekke rust moet nemen. Eigenlijk vind ik ook dàt niet zo erg. Alleen, kan E het niet aanzien en wordt hij wat chagrijnig. Ik begrijp het wel. Je partner zien afzien is alles behalve. Dat wil je voorkomen, en dat gaat enkel door die partner te vragen om rust te nemen. Als de situatie op E's zenuwen werkt, vraagt hij het me niet. Dan commandeert hij het me. De zenuwee enzo. Ergens begrijp ik dat ook wel natuurlijk. Maar dat wil er dan wel eens voor zorgen dat we één en ander moeten uitpraten. En dàn... krijg ik het helemaal moeilijk. Omdat ik door heb dat dit wel eens de rest van m'n levensverhaal zou kunnen worden. Niks kunnen. Niks doen. Niks, niks, niks.
Gelukkig hadden we afgesproken dat de zonen met gezinnetje zouden komen, gisteren, den eerste. Dat brak mijn sleur, mijn doemdenken waarmee ik bezig was. De kinderen waren weer overheerlijk om mee te redeneren. Na het lezen van de nieuwjaarsbrieven, tafelden we wat samen. Gezellig. En daarna, wanneer het wat te druk werd, trok ik me terug in de sofa. De kindjes nestelden zich bij me en hielden zich zalig rustig. Grote mensenbabbel heb ik niet veel gehad, maar ach, die schade wordt wel ingehaald.
We hebben een hele leuke nieuwe kalender uit het magazine 'Flow'. We moesten met behulp van geperforeerde lijnen een boel scheurwerk verrichten. Een kaartje per dag. Die bundel hangt nu in onze eetplaats. Het is de bedoeling dat we dagelijks zo'n plaatje omdraaien. Het is geen scheurkalender. Op elk plaatje, staat een tekeningetje of kriebel met een doordenkertje. Niet te diep. Heel gewoon. Vandaag stond er: "Mijn hart klopt zachter in het bos, omdat het stil staat bij de bomen." Ik vind het prachtig en zet me weer met beide voeten op de grond. Mens toch, ook al kan je niet veel en wil je man het beste voor je. Sta stil bij de schoonheid van de bedoeling en (be)leef elk moment zolang je met die twee veertigers (voetjes) rondloopt op deze aardkloot!
Wat zal het zijn? Waarover zou ik schrijven? M'n kaastaart voor kerstavond, die mislukte. Maar... net zoals dat gaat met het leven, kon ook hier nog één en ander verholpen worden. Kerstavond hebben we trouwens niet gevierd. Tenzij, het zowat élke avond kerstavond is thuis. We maakten het ons gezellig naar onze maatstaven. We aten niet wat we (nouja, wat E...) voorzien hadden. Wegens onvoorziene omstandigheden. Maar wat we aten was lekker. We dronken ons niet groggy. Waarom zouden we? Om daarna niet meer te kunnen herinneren hoe gezellig het wel was? Komaan zeg. Heus niet. Ipv kalkoen (jaja... klassiekertje) werd het vis. Een snel door E in mekaar gefikst maaltje. Voor die taart zorgde ik, mits het slikken van een extra pijnstiller. We zullen het dan maar daar op steken (die pijnstiller dus) dat ik het dubbele van de inhoud melk in de mix deed. Maar ach, dan maar bloem en suiker verdubbeld. De eieren durfde ik niet te verdubbelen. Tja, die lever ook hé... En dan... wat zou er erger zijn dan het mislukken van die kaastaart? Euhhhh... géén kaastaart??? Ojee, alsof wij dààr nou van wakker liggen... Als de medicatie en mijn lijf willen meewerken, maak ik de taart opnieuw voor nieuwjaarsdag. Speciaal voor mijn zonen. Het betekent wat voor mij om dat te doen. En dan zal ze perfect zijn! Weet ik.
Of zal ik schrijven over het harde werk dat E levert? Hij is alle dagen in de weer in de toekomstige slaapkamer. Hij schilderde ze in "poederdoos". *smile* Ik noem het "poederdoosRoos". Ik zit dan meestal beneden in onze fantastische feauteuil. Ik hoor dan het kraken van de houten vloer in de slaapkamer, bij elke voetstap die hij zet. Hij is dichter bij me op zo'n moment dan je je kan inbeelden. En nee, hij werkt geen 8 uren per dag in die kamer. Hij doet dat goed. Geen stress. Hij weet wat een slimmerd doet met tijd. Hij verdeelt die. Wijs!
Of, zal ik schrijven over de begrafenismis waar we vandaag heen gingen? Cool!!! Zit er een boodschap in misschien? Kerst en NIEUWjaar. Meestal draait het om nieuw (een nieuwe start, een nieuw begin), vrede (oorlogen werden aan het front stilgelegd om mekaar te omhelzen), houden van mekaar (mekaar vergeven, liefde). Onze lieve overbuurvrouw, 90 jaar, wist wel beter. Ze stierf, op bezoek bij haar jongste zoon in Thailand. Ze wilde persé naar ginder, hem bezoeken. "De laatste keer", en dat soort gedachtengang begrijp je... Ja, ik begrijp haar. Ze stierf in haar slaap. Ze was een lieve dame en verdient het om weg te gaan in haar slaap. Ze droomde haar leven weg wellicht, denk ik, hoop ik. Cool dus, om dat te doen in deze kitscherige dagen, onecht gemaakt om de economie te laten draaien. Mensen geven mekaar cadeau's, die daarna op het internet tweedehands weer worden verkocht, want, "het is niet wat ik graag had gewild meneer, mevrouw". Toch geniet ik van deze tijd. Met z'n voor en tegens. Zolang het écht is. Dat gevoel van ik zie je graag.
Of schrijf ik over de sneeuw.? Die viel vandaag niet met bakken, maar als watjes naar beneden. Maakt de sfeer een beetje weemoedig. Grijze lucht, sneeuwvlokjes als kristallen die uit het oneindige vallen en blijven komen. Zalig om naar boven te kijken als het sneeuwt. Vreselijk om er door te moeten stappen. De kerk is net geen halve km ver van ons huis. Te dicht om de auto te nemen. Ook voor mij. E heeft een formidabele arm. Hij geeft me lekker steun. Als een erg oud dametje hang ik aan hem gekluisterd. Op weg naar de begrafenismis voor een écht oud dametje. Ik beslis om zo weinig mogelijk nog buiten te komen, zolang er sneeuw ligt. En denk: Gohhhh... wat was het leuk, toen... de jongens nog klein waren en de vijver in het park was toegevrozen. En we gingen sleeën en baantje glijden en sneeuwballen werpen en gewoon, vallen. En pijntjes hebben en die pijntjes wegzoenen. Witte verse sneeuw is mooi. Maar het wordt al snel een vuile blubber, maar daarop niet gefocust. Je kiest zelf waarvan je geniet en ik weet het wel, zonder enige twijfel!
Of schrijf ik over mezelf? Rapport uitbrengen. Heel stilletjes denk ik; hoelang heb ik nog? Maar niet hardop. Heel misschien zou dat de pret kunnen bederven. En die pret wil ik nog wel wat beleven. Ik heb er goede redenen voor. Tien hele échte. Voor elke vinger één dus. Wie weet, komen er voor m'n tenen ook nog redenen bij... wie weet... De dokter besloot om de morfine pleisters te verdubbelen. Wat nog niet erg veel is hoor. Gisteravond de eerste gekleefd en ik heb de indruk dat het terug beter gaat. Maar ik hou me rustig, zeker na de wandeling naar de kerk die we samen deden vandaag. Verder gaat het goed. Ik ben tevreden. Ik heb -daardoor wellicht- toch nog een vurige wens. Zou het mogen....? Nog een tijdje zo goed te blijven? Genieten van die 10 redenen?
Kort en bondig. Vandaag zit het niet zo goed. Afgelopen nacht teveel pijn gehad. Daardoor slaap ik natuurlijk niet voldoende en da's zo'n beetje een straatje zonder eind. 'k Weet het wel. Waarschijnlijk heeft dat met de chemo te maken. De week da'k gene moet slikken is blijkbaar de zwaarste week. Dat was met die andere chemo niet zo. Moedeloos... tot daar aan toe. Maar pijn, da's minder. Ik had me al voorgenomen, (want het werkte heus op m'n systeem) van uit m'n krammen te schieten bij de eerste die vandaag zou opmerken da'k er weer zo goed uit zie. Gelukkig heeft E dàt niet gezegd. Hem heb ik wel direct op de hoogte gebracht van m'n slecht humeur. Een verwittigd mens is er immers twee waard. Ocharme.
Gisteren heb ik heel wat tijd besteed met het maken van een kerstkaartje. Vanalles geprobeerd, maar niks was goed. Er was zelfs een ideetje bij dat ik als foto geslaagd vond, maar uiteindelijk als eindresultaat, leek het geheel een innige deelnemingskaart. Nee dus. Niet goed. Eindelijk heb ik dan een idee gestolen van het internet. Bewerkt. Geprobeerd om het te kunnen versturen via B-post. Maar dat gaat blijkbaar niet meer. 'k Heb dat ooit eens gedaan. Uitgetest en op die manier een ontwerp naar m'n zoon gestuurd. Dat was helemaal niet duur en goede kwaliteit. Nu, kan dat niet meer. Spijtig. Dan maar via zo'n netwerksysteem -site geprobeerd. Kaarten samenstellen en verzenden. Maar de prijs kwaliteit verhouding was niet naar m'n zin. Dus, had ik voorgenomen om vandaag langs de Fnac te gaan. De kaarten daar als foto af te drukken, instant. Dat valt goed mee van prijs hoor. Had ik toch vergeten rekening te houden met de extensie en die niet aangepast. Het programma kon de afbeelding niet tonen. Nog eventjes rondgewandeld in de drukke stad en dan terug naar huis. Niet meer zo humeurig, maar nog steeds heel ongemakkelijk. Pffff, stappen ging haast niet, ik slenterde aan E's arme arm.
Ondertussen is het 16u en al bijna donker. De kortste dag van 't jaar. Als ik dan al een dagje humeurig ben, zal dat rap om zijn...
De tweede reeks chemopillen zit er op. Goed zo!!! Vandaag begint een weekje pillekesrust. Telkens geeft het een vrijheidsgevoel. Ik moét niet meer. Hoewel de context vertekend wordt. Het is eerder: Ik màg niet meer! 't Komt er toch maar op neer dat ik een weekje enkel pijnstillers neem. Dat m'n lippen kunnen helen. De kloofjes verdwijnen. De binnenkant van m'n mond idem dito. Maar dat zijn geen kloofjes, da's een overgevoeligheid. Gekruide voeding moet ik laten of m'n mond voelt aan als een vulkaanuitbarsting. De ongemakken blijven voorlopig mooi binnen de perken. Vandaar dat ik er meestal goed geluimd bij loop. Of zit. Of lig. Of hang...
Met m'n zussen, die me wekelijks op vaste dagen komen bezoeken, heb ik een time-out afgesproken. De feestdagen zorgen voor een drukte. Wij, E en ik, ontlopen die. Dat lukt aardig. M'n zonen kennen me natuurlijk vanbinnen en vanbuiten en maken daar geen punt van. Zij hebben hùn familie en vrienden waarmee ze makkelijker iets kunnen afspreken. Als ze er zin in hebben uiteraard. Ik, (en ik vermoed dat dit ook voor hen geldt) hou echt niet van die morele druk tijdens deze feestdagen. Feest kan geen feest zijn met verplichtingen. Niettegenstaande ben ik toch erg blij dat ze op 1 januari samen kunnen langs komen. Toevallig lukt het dit jaar. Meestal is dat niet zo. En zo zal het ook gaan met m'n zussen. Ook zij hebben hun familie en vrienden waarmee ze de tijd willen doorbrengen.
E is terug in het werk gevlogen. De slaapkamer lijkt in orde te komen. Wat zal ik blij zijn, als die klaar is en we eindelijk terug in de oorspronkelijk voorziene kamer kunnen slapen. Hopelijk zonder rommel. Dat ademt beter... Het is dan toch zo ver gekomen. 'k Word het beu. We hebben nu lang genoeg in de rommel gezeten. Ik wil ons huisje nu heel erg graag als ons coconnetje kunnen beschouwen. Zonder me te ergeren aan stapels ditjes en datjes. 'k Verlang helemaal niet dat E de hele dag, 7 op 7, moet karweien, boren, hameren, schilderen, schuren enz. Maar ik wil nu echt wel vorderingen. En dan zal er, vooral voor hem, een grote stressfactor weg vallen. Zo ook voor mij. Als m'n toestand er niet op achteruit gaat, kunnen we af en toe enkele kleinkindjes laten komen logeren. Daar kijk ik naar uit!
Vandaag is m'n jongste kleinkind jarig. Eén,1... jaar! Hip hip hoera!!! Voor z'n ouders is dat jaartje voorbij gevlogen. Twee tandjes komen heimelijk piepen. Het wankele stapje zonder houvast heb ik nog niet gezien, maar het evenwicht wordt allengs gezocht. De haartjes krijgen die lengte dat zich net iets te lange piekjes vormen. Dus dra zal voor de eerste keer een schaar worden gezet in z'n goudblonde haar. Misschien mag hij langharigste onder de langharigen worden van z'n ouders. Wie zal het zeggen? Ik heb het hen niet gevraagd. Het feestje was zo leutig dat ik op dat moment helemaal niet dacht aan dat soort levensbelangrijke vragen over m'n jongste kleinzoon.
Hij blijft stoïcijns onder alle materiële en filosofische bedenkingen die familie en vrienden heeft ivm z'n toekomst op onze aardbol. Hij heeft andere eitjes te pellen. Hoewel, echte zorgen houden hem helemaal nog niet bezig. Hij, weet al hoe je chocoladetaart eet. Hij toont het z'n kleine maatje, naast hem gezeten. Het lepeltje (nee geen vorkje. Puntige voorwerpen worden wijselijk ver weg gehouden door de liefhebbende slimme ouders) hou je zo, ...ja... zo... vast. En lukt het niet met dat lepeltje... what the heck! Dan eet je toch met je handen. Simpel toch... Kijk, zo.
Mama, een zeer handig ding voor zo'n klein ukje, heeft de taart gebakken. Ik kan het weten, want ik vroeg het haar. Cho-co-la-de-taart! Er bestaan geen kindjes die dàt niet lusten. Hij is geen uitzondering. Integendeel. Hij is dé bevestiging bij uitstek. Lang Zal Hij Leven!!! werd gezongen. Verwonderd, maar niet met afschuw keek hij het zingende gezelschap, familie en vrienden geheten, aan. Effe dacht ik dat hij mee zou zingen, maar hij liet het aan ons over en luisterde, wellicht op zoek naar valse noten. Die waren er niet. Jaren oefenen binnen het gezelschap, zorgde ervoor dat het lied subliem door de huiskamer schalde. Klanken om nooit meer te vergeten.
Huiselijk gezellig. Niet te onderschatten, dit soort geluk. De kleintjes in het gezelschap waren stuk voor stuk voorbeeldjes. Lief, aardig, nice en braaf. Daarenboven nog mooi ook. Het valt me op, dat, hoe braver een kindje is, hoe mooier volwassenen het kindje vinden. Maar ik weet, lelijke kinderen bestaan niet, net als stoute kindjes. De middag is geslaagd voor iedereen.
Vanmorgen was ik nog even moe als gisteravond alvorens naar bed te gaan. Elk uur van de nacht heb ik m'n ogen open gehad. Gelukkig slaap ik de laatste tijd goed, zodat zo'n slecht nachtje niet onoverkomelijk is. Afmattend is het sowieso. E stelde voor om na het ontbijt weer naar bed te gaan. Maar nee, dat wil ik niet. In bed liggen kan ik enkel maar als ik me echt ziek voel. 'k Weet wel dat ik onder die bepaalde categorie val (ziek), maar als ik daarmee begin, dan vrees ik dat ik me maar al te gemakkelijk zal laten hangen. Als ik echt te moe ben, vang ik wel een uiltje al zittend in de fatboy of sofa, om wat energie te sprokkelen voor de rest van de dag.
Wat zouden we aanvangen vandaag? Eerder schreef ik het al. Wat mij betreft, zijn de feestdagen reeds begonnen... Dus, waarom niet... wandelen? Daar had ik wel zin in. E wilde weten waarheen. Bwaahhh.... de koekenstad ofzo. Nu is 't rustig. Volgende week zal het vreselijk druk zijn omdat het dan kerstvakantie is. ...Ofzo... Niks moet, veel kan en mag. En E? Wat wil E? kaatste ik terug. Den deugniet zei dat hij dat al lang niet meer wist van zichzelf. Ooohhhh... mijn sukkelaartje toch... Knuffeltijd, dat is duidelijk. Hij stelde voor om de auto te nemen.
We dronken een koffie in coffeelab. Daar hangen we tegenwoordig wel graag rond. 't Is daar best gezellig en men kan er niet duur en toch lekker iets knabbelen. Vandaar trokken we verder, met de auto. Naar de haven. Met momenten heel rustig rijden. Maar ook, rekening houden met vrachtwagens. Mastodonten die 'ergens' op tijd moeten zijn, zo te merken aan de rijstijl. E liet hen -waar het kon- makkelijk passeren. Geen stress voor ons. Tijd speelt geen rol. De petrochemie is indrukwekkend. Grote, stalen monsterlijke buizen, tanks, vervoer- of bewaarsystemen en kranen. Schouwen allerhande met rookpluimen die de lucht nog dramatischer verzwaren dan die al is. Het is zo lelijk dat het mooi wordt. Ons havengebied zit zo vol tegenstellingen dat ik er een beetje melancholisch van word.
Uiteindelijk belanden we in Lillo. Zo dood als een dode pier, in tegenstelling tot de weekends. Dan is het daar over koppen lopen. We wandelen over een pier, maar dan geen dooie. Aangelegd om tijdens de zomermaanden de overzet naar Doel te nemen. Ganzen nemen de straten in. Zij zijn de baas! Luid kwekkend laten ze weten dat ze niet akkoord zijn met ons bezoek. Maar verder laat het hen koud. Het zal hen worst wezen wat we komen doen in Hun Dorp. Zolang we hen maar gerust laten. En dat doen we uiteraard. Er staat een flinke frisse wind, aan het water. Lang blijven we niet, maar da's niet erg. De tranen dwarrelen over onze kaken van de wind. Maar die frisse neus doet goed. Het riet beweegt golvend, een elegante dans tonend. Goudachtig torend uit het zwarte slib. Mooi! Ik zou het wel willen filmen. Maar het is me te koud ondertussen. Dat, doen we wel wat later, als het zachter weer is.