'k Heb m'n lieve familie ukkepuk afgebeld. Wel overwogen. Want, er moet een goede reden zijn om niet het gebruikelijke leuke bezoekje aan kinderen en kleinkinderen te brengen. Hiervoor roep ik mezelf ter verantwoording. En mijn opper-ik is streng. Mijn bovenste beste reden is namelijk dat vrijdag carnavalfeest is op school van de twee oudste kindjes. Zij zullen verkleed thuis komen dus. De jongste zal welgeteld 3 minuten nodig hebben om ook in carnavalstenue voor ons te verschijnen. Fier als een gieter zal hij zich van z'n meest fantastische kant tonen. Hij, Elias De Onoverwinnelijke Dinosaurus. Hij zal grommen, klauwen, dreigen, z'n spieren rollen, verscheuren. Hij zal ons overtuigen van z'n fantasie-realiteit. En dan, zal hij beslist komen knuffelen. Want ook dino's hebben behoefte aan warmte, liefde en veiligheid.
Vrijdag is er geen judoklas meer. Door omstandigheden werd de club opgedoekt. Vrijdag is er Tijd Voor Mekaar, voor in de plaats gekomen. Daarom, zullen we wel vrijdag en niet woensdag naar de kinderkakafonie vol happy feeling gaan. Dat geeft E maar weer eens de gelegenheid om hier en nu wat te doen in huis. Nog een kast werd uit de kast gehaald, opgekuist en in mekaar gezet. Nee, niks Ikea. Niet dat wij anti-Ikea-ers zijn. Helemaal niet. We hebben wel wat skandinavische spullen in huis. Maar die kast niet. Toch werd ze eerder uit mekaar gehaald om weg te bergen. Wel, nu mag ze terug in vol ornaat, open en bloot haar schabben en steunen spreiden om vooral boeken in haar warmte op te nemen. En nu, is E een houten vloer aan 't schuren. Stoffig karwei ocharme. Vakantie. Yep. 't Is maar hoe je't bekijkt natuurlijk.
Mieke Mot houdt het daarentegen rustig. Gisteren schoffelden we naar de plaatselijke brillenwinkel. Optieker. De leesbril moest dringend worden aangepast, want hij gleed van de neus. Op die manier gaat meer dan de helft aan leesenergiewaarde verloren. Economisch gezien, een dieptepunt. Totaal onverantwoord. Daar de optieker niet ver is, gaan we te voet. Schoffel schoffel aan E's sterke arm, leidt hij me er heen. Het gaat goed, dat stappen. Gewoon omdat de pijnstillers ten goede zijn aangepast. Wat meer stillen en wat minder pijn. Dat kan alleen maar mijn bedrijf, zijnde mijn vlees, zenuwstelsel, organen en gemoed, ten goede komen. De bril staat weer vast op m'n neus. Frisse lucht ingeademd én bewogen. Voldoende vliegen in één klap dus. En wat me nog meer de goede kant opstuwt, zijn sommige collega's. Vanmorgen belde Fred, gepensioneerd, me. 'Zeg, als je denkt geen vervoer te hebben naar de begrafenis zaterdag, kom ik je wel halen hoor. En we zorgen er wel voor dat je ook weer thuis geraakt.' Als dàt niet fideel is, weet ik het ook niet meer. Die mooie gebaren sterken me emotioneel enorm.
Ik ben een echte chanseMie! Ik ga niet zo ver om te zeggen, dankzij kanker. Maar, mijn kanker haalt het mooie in mensen merkbaar boven. Dankje!!! vanuit 't diepste van m'n hart...
Ik beland in een rood/roze massa. Zacht en vochtig. Nat eigenlijk. Ik word... gemasseerd. Ja, zo lijkt het. Overal rond mij is er... ik word bepoteld door... door, die natte vlezige rood/roze massa. Warm water stroomt met kracht over me. Door en door nat word ik daardoor. Ik... ik... Ik word versmacht. Val uiteen. Stukjes brokkelen van me af. Meer en meer. Tot ik... tot ik helemaal opga in al dat warme water. Spuug. Nat. Vies. Het vergaat me niet bepaald goed.
Resultaat:
Het duurt niet lang, of de persoon die me innam voelt pijn weg ebben. Als ik wegsmelt, weg eb, duurt het niet lang of de patiënt voelt zich beter. Ik. Ik... ben verslavend goed.
Nee, ik ben niet aan de dope. Ik weet wat ik voel wanneer ik een morfinepil inneem. Geen zware hoor. Niet high dus. Maar het helpt. De pijn mindert al snel. Maar ik beeld me in, terwijl ik dan toch wakker lig -te wachten op het inslapen- dat ik de pil ben die ik net innam. Een mens moet toch iets doen met de onophoudelijke hersenflow in de eeuwige stilte van de nacht, nietwaar...
E is de hele week vrij. Zooooo zalig... Gewoon het idee dat we niks zullen doen tegen onze zin. De tijd bestaat enkel en alleen om m'n medicatie in te nemen. Dàt mag men niet verwaarlozen. Het resultaat zou pijnlijk verontrustend kunnen zijn. Ik waag het er niet op. Het 'E-is-thuis-gevoel' is op deze manier heel vrijheidswekkend. Net als op vakantie zijn. M'n humeur is de laatste dagen bij het opstaan daarom verbazend goed. Niet dat ik anders last heb van een slechte ochtendmood. Het kan ook tegelijkertijd iets te maken hebben met de dosering van m'n medicatie die is aangepast. Meer pijnstillers, correct genomen, gedoseerd, getimed. Kortom, ik voel het en het doet me goed. De tussendoor-pillekes heb ik lang niet zo dikwijls nodig. Enkel af en toe 's nachts. Deze morgen liet ik E nog maar eens een keertje weten hoe goed ik me voel. Kwestie van ook hem de juiste fibes te gunnen.
Mooie liedjes duren niet lang, zegt het spreekwoord. 't Is maar goed dat je ze weer boven kan halen als je'r zin in hebt. Ik kreeg telefoon. Sven, m'n collega belde me. Hij wilde -op vraag van Patrick, een andere collega- facebook voor zijn. Slecht nieuws hoort men niet via die weg te vernemen. Zij zijn heel fijne mensen en redeneren dus ook fijn. Een andere collega is gisteren gestorven. Longkanker. Paul. Ik ben er 't hart van in. Een jaar jonger dan ik. Adolescent-kinderen. Te jong. Blijkbaar ook te ziek. Ongeveer 2,5 jaar gevochten. Weinig woorden heb ik er voor. Altijd diezelfde weerkerende woorden. Hij was veel te jong nog. Er moest nog zoveel komen in z'n leven. Hij was zo'n toffe kerel. Kende grenzen van het toelaatbare. Met grapjes ging hij nooit te ver. Respect had hij. Intelligent. Zachtaardig. Een heel goed man voor de job die hij deed. Een heel aangename collega. Er loopt zoveel menselijk ongedierte rond op de wereld. Mensen die mensen afmaken, afslachten. Omdat ze anders denken, een andere mening hebben. Waarom storten die niet in mekaar, zodat ze geen verder onheil kunnen aanrichten? Verdomme toch! Het is onrechtvaardig, zo onrechtvaardig.
E is thuis deze week. Ik ween. Hij vangt me op. Hij luistert en troost. E is gelukkig thuis deze week. En ik, voel me -dankzij hem- alweer een beetje terug alsof ik luister naar het mooie liedje dat niet lang duurt...