De winter is in het land. Normaal. Zij, houdt er helemaal niet van, maar van sakkeren wordt niemand beter en... de natuur staat boven de mens. Er zich bij neerleggen dus, en er 't beste van maken, is de boodschap. Ze hoorde dat vrouwen heel veel jassen kopen. Niet dat ze't gelooft, maar zich bij dit cliché neerleggend (of te doen alsof) kan de wetenschap dat een goeie, warme jas, stukken helpt, al veel doen in afwachting van de zomer. Het houdt haar niet tegen. Nu ze zich beter voelt, wil ze 'rvan profiteren. Met stukken en beetjes weliswaar. Het doel is immer hetzelfde. Namelijk genieten van al wat ze voorgeschoteld krijgt of ook maar een beetje de moeite waard is. De winter heeft toch ook één en ander in petto, waar een mens vrolijk van kan worden (buiten gluhwijn). Sneeuw lag (gisterochtend) vrolijk vast te vriezen aan de grond. Dus dacht ze dat ze maar beter eens naar het MAS kon trekken om foto's van witte antwerpse daken te nemen. Da's eens wat anders dan de typische bomen en struiken of weilanden als sneeuwlandschap. Ze hoorde op de radio dat enkele tramlijnen problemen hadden, maar ze laat zich niet afleiden en geraakt met de bus waar ze zijn wil. Ze doet de wandelboulevard in het MAS. Haast op elk verdiep staan of steunen grote geknutselde poppen. Foto, foto, foto... Wanneer ze met de roltrap op het hoogste verdiep is, merkt ze dat men de trap naar het dak niet kan/mag nemen. Pech! Stomme pech! Maar ach, niet getreurd, ook daar staat ze al hoog en komt ze boven de meeste daken uit. De lucht is grijs, men kan niet ver kijken, maar het neemt haar plezier niet weg. De jachtboten in de haven zijn allemaal wit, ondergesneeuwd. De omliggende straten, wit wit wit. De daken wit. Eéntonig kan je't ook noemen, maar anders is het beslist.
Vandaag is de lucht blauw. Zuiver en mooi blauw! De sneeuw ligt er nog, het is bar koud, maar de zon laat zich zien tegen de blauwe hemel en nodigt gul uit. Ze moet buiten. Ze zou maar gek zijn niet te voldoen aan deze impuls. Ze besluit naar het Stadspark te trekken. 't Is niet groot, maar misschien is er wel wat te zien dat ze elders niet ziet. En natuurlijk is dat zo, merkt ze, eens ze daar is. Op de tram daarheen sprak ze nog effe met een collega, die ze lang niet zag. Toffe gast! Zo'n babbeltje doet goed. In het park zorgen de eenden, zwanen, duiven en meeuwen voor een kakefonie aan beweging en getater. De vijver is half toegevrozen. De zon schijnt door de takken van de treurwilg en filtert het licht tussen zon en schaduw in de sneeuw. Leerkrachten komen met hun klasje en sleden naar het park. Het is een wilde pret van jewelste. Allemaal gelukkige kinderen... Wii, dure speeltjes hebben ze niet vandoen. Gewoon sneeuw in't park en malkander. Simpel toch. Ze wandelt naar de Schelde, de Pont. Da's altijd één van haar lievelingsplekjes geweest. De kade ligt ook nog onder de witte sneeuw. Geen zout werd hier gestrooid. Mooi zo! Zo blijft wit wit, zoals het hoort. Het wordt hier geen vieze brij. Na deze wandeling krijgt ze de slag van de hamer. Ook maar weer normaal. 't Is wel geweest. Ze gaat naar de eerste de beste bushalte en na enkele minuten komt de bus er aan. De zon achter het vensterglas verwarmt haar op weg naar huis. Energie cadeau gekregen gisteren en vandaag. Ze voelt zich... zalig...
Vandaag moest er hoogdringend wat in huis gedaan worden. Een torenhoge strijk werd maar niet door kabouterkes verkleind of zelfs, -waarom ook niet???- weggewerkt. Ze zou maar al te graag in sprookjes of fabeltjes willen geloven, maar het blijft bij fantaseren. Geen stap verder... Hoewel ze ondertussen leerde niet echt te plannen, doet ze het toch. Plannen op zich kan geen kwaad. Maar, als de planning niet verloopt naar planning, moet ze't er maar bij nemen. Toch, vandaag, wil het wel lukken. Met stukjes en beetjes krijgt ze die hoop gekreukte kledij en beddengoed onder de knie. Zelfs de badkamer poetsen, voor zover dat mogelijk is daar die half opengebroken ligt, lukt haar. Tussendoor gaat ze onderuit in haar zetel, haar eilandje. Voetjes omhoog en onderuit. Wanneer ega thuis komt van z'n werk, gaan ze nog naar de winkel. En zelfs het koken lukt haar nog. Wat een energie!!! Na de boel weer te hebben opgeruimd, is het fysieke deel van de dag afgelopen. 't Is genoeg geweest. Terwijl ze voor -dochter een muts breit, bedenkt ze om morgen eventueel eens op 't dak van het MAS te gaan. Er wordt sneeuw voorspeld vannacht. Die zou blijven liggen. Ze wil een foto nemen van de besneeuwde stad. Als ze 'r fit genoeg voor is, ja, beslist, dan gaat ze.
Ondertussen wordt het later op de avond en merkt manlief dat het volop aan't sneeuwen is. Ze besluit nog gauw zout te strooien, want de ondergrond is bevrozen. Anders krijgt ze de boel morgenvroeg niet weggeveegd. Net wanneer ze sneeuw wil gaan ruimen (manlief staat al in pyama. Hij houdt dus maar de zak met zout vast) krijgt ze een ferme bloedneus. Met één hand dan maar, terwijl ze met de andere een zakdoek onder haar neus drukt. Stom zicht. Maar lachen geblazen. Beslist.