Gohhhh... wat is ze toch blij dat Joseph Nicéphore Niépce deed wat ie deed. Het was 1826 toen hij vastlegde, bewaarde op papier. De brave man besefte wellicht niet half hoeveel mensen maar al te graag gebruik maken van zijn uitvinding. Zij, trekt het zich niet aan hoor. Daarbij staat ze in het minst stil. Wat ze wél doet, is ervan genieten, net als die vele anderen.
Ze herinnert zich, dat jaren geleden, wanneer ze op vakantie gingen, ze beslist herinneringen wilde hebben aan die vakanties. Kiekjes nemen dus, in alle maten en gewichten. Mét en zonder licht, met en zonder zon, mét en zonder flash. Velen mislukten, want ze kende er geen snars van. Ze was telkens weer teleurgesteld wanneer ze -eens thuis- haar filmrolletjes liet ontwikkelen. Bleken diegene waarvan ze hoopte dat ze mooi zouden zijn (zowat alle foto's dus), steeds te licht of te donker of bewogen of van te ver genomen te zijn. Het was telkens wel weer wat. Soms dacht ze de muren op te lopen, want ze zou absoluut niet alle beelden in haar geheugen kunnen vastleggen zoals het fotoaparaat dat wél zou kunnen.
Toen kwam de digitale fotografie. Heus... Joseph Nicéphore Niépce zou ervan genoten hebben met volle teugen. Daarvan is ook zij overtuigd. Ze trekt naar de natuur. Ze trekt naar de stad. Ze trekt naar het museum. Ze trekt naar haar familie. Ze loopt over straat en kijkt. Ze neemt foto's waar het maar kan, wanneer het maar kan. Velen mislukken. Ze leert bij, want wil het heus wel beter. Ze slaat op, delete en probeert fouten te verbeteren. Maar het is veel makkelijker, daar geen filmpjes meer moeten worden ontwikkeld. Wat wél moet ontwikkeld is haar kunde, is haar oog, haar gevoel. En ze geniet in hoge mate van de geringe evolutie.
Haar vakanties worden kleurrijk vastgelegd op het scherm. Wanneer ze naderhand alles herbekijkt, beleeft ze de vakantie keer op keer weer. Althans, zo is het toch haast... in haar brein. Ze schreef alle dagen een verslag over wat ze zagen, deden, aten, vaststelden. Bij dat verslag worden digitale foto's gevoegd. Het wordt hààr ding, hààr digitale boek. Haar herinnering gedigitaliseerd.
Ze geniet meermaals van één en dezelfde vakantie. Eerst is er het voorspel, het voorgerecht als het ware. Het uitkijken naar, het min of meer plannen, het wachten tot het zover is. Dan is er die vakantie op zich, het meemaken, het doen, het vakantieën dus. Het hoofdmenu met alles erop en er aan. En dan is er het naspel, en dàt kan lang duren. Het maken van het geheel. Hoe meer foto's hoe meer werk. Eén voor één kijkt ze ze na, selecteert, verbetert, ordent. Dan wordt het verslag overgetypt, met bijvoegen van geselecteerde foto's. Ze heeft er handenvol werk aan, wat ze maar met beetjes kan volbrengen. Maar hoe lang het ook duurt, genieten doet ze tot in de toppen van haar tenen. En daarna... wanneer Kees klaar is, blijft het af en toe doorlezen, kijken en herinneren, zalig gewoon. Een desert van jewelste, waar ze van smult tot in het oneindige, daar het heerlijk calorieloos is.