Stoer? Nee, daar heeft ze helemaal geen behoefte aan. Integendeel. Ze voelt zich minnetjes. Zo kleintjes, dat het wel lijkt of ze sinds haar dappere uitlatingen zoals "Ksta er voor en kmoet er door" zodanig is gekrompen dat haar schoenen nu vijf maten te groot lijken. Rare vergelijking misschien, maar 't geeft wel haar gevoelens weer. Wat heeft ze de boel onderschat. Nu... Nu ondervindt ze waarom men tijdens die pre-operatieve onderzoeken zo 'n medeleven liet blijken. Zij, die na de operatie moeilijkheden had zich erbij neer te leggen dat ze kanker had. Por dios, wat is ze ziek van de chemo. Moet dat echt? Vraagt ze zich kleintjes af... Ze is nog wel eens zodanig onder de voet geweest door medicatie. Toen ging ze naar de dokter en hij paste die toen zonder aarzelen aan. Nu, niks van dat. Nu is het de patiënt die zich moet aanpassen. Medication rules! Chemo is baas in haar lichaam. Ze zoekt samen met haar man een manier om zich optimaal te voelen. Optimaal is gelijk aan, zo redelijk mogelijk. Miserabel sluipt de dag voorbij. De ene dag is duidelijk de andere niet. Maar 't is nog vroeg. Ze heeft nog geen ervaring. Toch vraagt ze zich af waarom de dokters voor aanvang met de chemo vragen aan een patiënt of die wil blijven werken of niet. Oké, zijzelf mag niet omwille de weerstandsvermindering. Een te grote kans om infecties op te lopen. Maar een patiënt weet toch op voorhand niet hoe ziek die zal worden van de chemo. Of... Is zij... zo'n onnozel naïef wicht?
Wat is ze blij dat haar man deze week vrij had genomen. Hoewel, oorspronkelijk met de bedoeling om in huis te werken, staat hij er steeds voor haar. Hij is haar beste medicijn, zeker weten. Zoon en -dochter komen ook nog twee dagen helpen het terras aanleggen. Een hele klus die niet geklaard raakt in enkele dagen, maar het vlot wel lekker. En zij, geraakt amper uit de zetel. Ook al valt het weer en vooral de temperatuur lekker zomers mee, zij nestelt zich onder een deken. Ze forceert zich naar de kine. Man gaat mee. Wandelingetje. Die oefeningen vallen goed mee. De kinesist is erg tevreden. Nou, zij ook!
Wat is een mens toch een raar wezen. Nog nooit heeft ze in zo weinig tijd zo dikwijls aan eten gedacht. Het lijkt wel een obsessie. Net omdat niks haar smaakt lijkt ze zin te krijgen in alternatiefjes die ze anders niet makkelijk eet. Toch, eens ze denkt aan het verorberen, wordt ze al snel zo misselijk als een steenpuist. Jakkessssssss!!! Bweikessssssss!!! Wat zorgt eten voor een strijd. Mag niet. Ze moet eten, weet ze. Maar niettegenstaande gaat er zowat elke dag een kilootje af. Dus, besluit ze over te gaan naar een zwaarder offensief. Te beginnen met een pakje zouten chips. En... Het smaakt! Het duurt effe, maar ze krijgt het pakje geledigd. En naderhand voelt ze zich eindelijk een momentje goed.
The Olympics zijn bezig, en zij heeft net haar eigen gouden medaille gehaald...
Ze besloot om er eind aan te maken... Leest niet aangenaam, maar dat heet afreageren. Een beetje galgenhumor en wat schrijven moeten haar een beter gevoel geven, wat vanuit haar standpunt maar normaal is. Het eind waarover ze 't heeft gaat over het misselijkheidsgevoel. Gisteren was het immers haar eerste keer.
...Chemotherapie... Praten erover is één ding. Ondergaan echter is wat anders. Niettegenstaande is een verwittigd mens er twee waard. Als zij haar verwittigingen optelt, moet ze'r veel meer waard zijn. Maar eigenlijk is ze geen botten waard. Hoewel nou net het niet kunnen slapen voor een prachtige babbel met haar grote liefde heeft gezorgd. Manlief kon ook de slaap niet vatten en ze praatten luchtig over ernstige dingen. Dat doet goed. Even, deed het gesprek haar de misselijkheid vergeten. Maar een mens kan niet de hele nacht doorpraten. Of, nou ja, misschien kan dat wel, maar ze waren beiden moe. Maar ze kon gewoon niet plat liggen. Zitten was de boodschap. Zitten of... Of braken of neiging tot braken op z'n minst. Da's allemaal goed en wel als er uiteindelijk ook wel degelijk een eind aan komt. Niet dus...
De maag blijft enorm opspelen. Ze heeft geen Motilium in huis, moet wachten tot morgen hiermee. Maar ze heeft helemaal geen zin om ook maar iets door te slikken. Miezerig geeft ze toe aan Big Boss Stumach en maakt ze een lindethee. Ze zet zich in haar superzetel, half rechtop. Manlief houdt haar nog een hele tijd gezelschap. SuperMan is hij! Maar na verloop van tijd geeft ze hem de raad toch maar naar bed te gaan. Zij blijft in haar zetel. Na lang helpt de thee haar toch wat en vat ze twee uurtjes slaap. ZZZzzzzzzzzz...
En dan... dan... Ondergaat ze weer hetzelfde. Na een tijd zet ze nog wat thee. Maar veel haalt het niet uit. Nu spelen darmen ook mee op. Bwahhh... Ze heeft wel meer last van de spijsvertering, maar enkel in deze mate als ze echt ziek is. Ziek??? Is ze dat dan toch? Gisteren, tijdens haar verblijf op de afdeling oncologie, kwamen haar zus en schoonzus nog effe langs. Er werd prettig gestoord geconverseerd. Zo van: Maar gij ziet er goed uit verdorie. 'Zijt ge wel ziek? Gohhhh... Carottentrekker. Wat gij toch allemaal doet om wat aandacht te krijgen... enz.'. Er werd gelachen met de ijskap die heus niet prettig is om enkele uren op het hoofd te houden. Jaja... Koud dat dat is. En, zwaar dat dat weegt op het hoofd. Knalrood asjeblieft. Wanneer ze de kap eindelijk mocht afzetten, bleek een deel van het haar er in vast gevroren. Toegegeven, dat ze tijdens het dragen van die muts effe zei, dat 't misschien toch beter was gewoonweg kaal te worden, zodat ze die muts volgende keer niet meer zou moeten torsen. Heus, ze is toch zooooooo dapper... Enfin, al gauw dacht ze weer aan vroeger, wanneer moeder haar lange haren kamde. Telkens weer klaagde ze dat mama haar pijn deed, misschien weende ze wel. Zichzelve kennende, zou dat best kunnen. Zo gedetailleerd herinnert ze 't zich nu ook weer niet. Maar ze weet nog heel goed dat moeder dan prompt min of meer droogjes antwoordde dat 'wie mooi wil zijn moet afzien'. Jahaa, die goeie ouwe tijd!
Ondertussen is het 8u des morgens en voelt ze zich als een ouwe vod, nog enkel goed voor de vuilnisbak. Hoewel, het bloggen van op de cadeau gekregen i-pad, omdat ze nu geen draai kan vinden aan de computer, haar zinnen wat heeft verzet. De misselijkheid is er nog wel, maar in mindere mate. Ze kan natuurlijk niet de hele dag blijven typen. Maar straks is er leven genoeg in huis. Man, zoon en lieve -dochter gaan werken aan het terras. Jongste kindje zal erbij zijn en zij beloofde op het kleintje te letten terwijl de anderen in de weer zullen zijn. Afleingsmanoeuver...