Foto van Paûl
't Is nog gezellig geweest met Goele, afgelopen vrijdag. We hebben oa foto's bekeken. Foto's uit de goeie ouwe tijd. Teruggaande tot zelfs onze overgrootouders. Ik ben meer op de hoogte van sommige dingen, daar ik vooral de laatste levensjaren van onze moeder regelmatig met haar hierover praatte. Ik nam dan van die ouwtjes mee naar het rvt en merkte al gauw dat dit voor moeder een heel aangenaam verzetje was. Veel luisteren, en hier en daar opschrijven wie wie is op welke foto enz, maakt dat ik mensen die ik nooit gekend heb, herken. Ik ken enkele anekdotes die ik van moeder hoorde en nu op mijn beurt door vertel. Moet ik het saga's noemen? Nee natuurlijk. Het zijn familieverhaaltjes die leuk zijn. Dingen waardoor we onze voorouders in leven houden, buiten onze genen. Om eerlijk te zijn, geniet ik er van, maar ook m'n zus, merk ik. Ze is nog laat gebleven. Het wordt cliché om het te schrijven, maar ik was gewoonweg bekaf, toen ze vertrok.
Verder verloopt het weekeinde ongelooflijk rustig. Ik doe haast niks. Zetel. Boek. Film. Computer. Terwijl Erik rommelt en oprommelt. Fluitend en neuriënd. Ook de radio neemt deel aan de sfeervorming. Sluit je ogen en voel het. Bijzonder fijn. Is dàt ouder worden? Ik denk het. Ik voel me niet oud, maar wel veel ouder dan twee jaar geleden. Voor ik m'n borstkanker kreeg, was ik (soms) vitaal. Vooral als de kleinkinderen in de omgeving waren. Spring in 't veld. Naderhand moest ik daar dan wel de gevolgen van dragen. Dat ging soms van een verrokken spier tot sterrekes zien omdat ik stond te hijgen als een half doodgelopen paard. Maar het voelde altijd enorm goed, want de pret, kon me niet kraken. Geweldig! Nu kan en dus doe ik dat niet meer. Daarom voel ik me dus ouder, maar zeker niet in negatieve zin. Dat is puur fysiek.
Er is nog iets. Iets heel belangrijk. Het is me heel kort geleden opgevallen dat we logé's hebben. Er nestelt een mezenpaartje in onze gekortwiekte perenboom. Ik zet m'n schommelstoel zodanig op, dat ik ze kan in 't oog houden. Observeren. Hoewel, ik geen uren naar die boom kan zitten staren. Het lijkt wel of ze het weten wanneer ik me daarvoor installeer. Ze willen me beetnemen en blijven uit de buurt. Maar tijdens het eten, kan ik ze zonder meer lang aanstaren. Dan hebben ze 't blijkbaar niet door. Dan zie ik hen hun actieve gangetje gaan. De natuur op z'n best. Heel ijverig brengen ze allerhande nestmateriaal aan. Jonge merels wippen op de tuinmuur heen en weer. Zelfs de ekster trippelt nu over de muur of jaagt de duif weg om plaats te nemen op de takken.
De lente is begonnen! Paasbloemen staan overal al mooi sierlijk open. Ze lokken vroege insecten met hun gele kelken sexy uitdagend de lente toewuivend. Het mooiste seizoen. Het seizoen van het leven! Groot en klein, mooi en drakerig, nuttig... wellicht steeds nuttig, voor de natuur. 56 jaar ben ik. Zovele keren heb ik de lente al mogen begroeten. Ik word het niet beu. Mooie dingen wordt men nooit moe. De eerstkomende dagen zullen rustig verlopen. Geen planning, geen bezoekjes. Alleen in huis. Tijd om te kijken naar nieuw leven.
M'n lever zal er dan wellicht niet beter van worden. M'n hart des te meer...
|