Afgelopen vrijdag kregen we dan maar officieel het verdict. 'k Kan het niet geloven. 'k Kan het niet vatten eigelijk. Er zit dus blijkbaar een gezwel in m'n botweefsel in m'n rug. Blijkbaar, is het groter geworden dan enkele maanden geleden. En, nòg meer blijkbaar, heeft het slechte cellen. Meer uitleg heeft een mens niet nodig natuurlijk. Maar toch... is en blijft het moeilijk te vatten. Ik moet een afspraak maken met de tandarts omdat m'n tanden in goeie staat moeten zijn als ik baxters moet krijgen om deze nieuwe kanker zoveel mogelijk tegen te gaan. Naar het schijnt valt het helemaal niet mee, als je die baxters krijgt en er moet een tand getrokken worden... Weet ik veel... ik schrijf maar wat de dokter me zegt. M'n chemo wordt ook weer aangepast. Het wordt ene op basis van hormonen en de bijverschijnselen zouden meevallen. Men heeft me beloofd dat ik m'n haar niet zal verliezen. Ik zag dat niet zitten voor een derde keer.
Oké. Leuk is anders. Maar m'n knauw kreeg ik vorige week al. Ik was dus gewapend en stond flink in m'n verdediging bij het aanhoren van dit nieuws. M'n oudste kleinkind kwam logeren en haar charmes werken heel opfleurend. Wat heb ik een fijn weekeinde achter de rug. We hebben ons op dames-wijze verzorgd in de badkamer. Het duurde natuurlijk wel wat lang, maar wat wil je? Verzorging is belangrijk en moet goed gedaan worden. We kijken op zo'n moment niet op een minuutje hé. Zaterdag gingen we naar Wiels in Brussel. Er werd daar gedanst. Het was een dans-tentoonstelling van Ana De Keersmaker: Work/Arbeid/Travail. Waarbij we ons de vraag stelden, vanaf wanneer worden bewegingen 'dans'? Waar ligt de grens tussen gewoon bewegen en dansen? Het was alleszins geslaagd. Daarna trokken we -op Erik's aanraden- naar de koninklijke serres. Opengesteld voor het publiek. Groot, de moeite, veel volk, mooi weer, blauwe lucht en goed gezelschap. Wat meer heeft een mens nodig? Totaal bekaf reden we huiswaarts. Toen we Noemi thuis afzetten, mocht ze direct aanschuiven bij de bbq van de buren. Eens thuis, legde ik me in de sofa. Uitgeteld.
Zondag. Nog best mooi weer, hoewel een frisse wind waaide. Het is tenslotte april, nietwaar... We besloten eens te fietsen. Dat lukte aardig. We reden tot aan het Middelheim park. Daarna, thuis gekomen, heb ik me in de tuin gezet om te lezen in de zon. Mijn huid kleurt al knap. Toch moet ik oppassen met die medicamenten is het eigenlijk niet goed om in de zon te zitten. Tot hiertoe gaat het alleszins. Zolang het me lukt niet teveel na te denken over mijn gezondheidstoestand, kom ik de dagen goed door. Hopelijk kan ik dit nog lang volhouden.
Het lukt wel. De week wordt doorgekauwd en de emoties blijven onder controle. Het is vakantie en de kleinkinderen zorgden weeral voor een dikke smile on my face. Die kindjes kunnen toveren!
Een sociale assistente kwam vanmorgen langs. 's Kijken of ik voldoe aan de normen om te kunnen 'genieten' van een tegemoetkoming van de Vlaamse Zorgkas. Er komt wat bij kijken. En tja, ik ben nog niet halfdood. Ik lig niet te kreunen en -woops- ik kan mezelf nog wassen. Het valt nog te bekijken of ik dan wel rechten heb... Hoewel ik vanaf volgende maand nog een ferme financiële snee krijg, want dan zal ik nog 40% krijgen van m'n halftijdse loon dat ik tussen de 2 kankers door verdiende, omdat ik toch zo graag terug wilde gaan werken. Ik had schrik m'n job te verliezen en bij De Lijn wordt je na 2 jaar ziekte de boot uit gestuurd. Geen compassie. Pas, toen ik door kreeg dat ik voor De Lijn nog steeds als zieke werd beschouwd, als ik halftijds in ziekenkas was en tegelijk halftijds werkte, kreeg ik spijt dat ik wel degelijk terug aan het werk was gegaan. Daardoor heb ik die flater moeten slaan en heb ik financieel ferm wat armslag verloren. Dank U, werkgever! Ze kunnen de pot op, wat mij betreft...
Vandaag is Erik jarig, maar spijtig genoeg loopt hij er wat verslagen bij. Zo spijtig. Ik heb al afgesproken met m'n zussen. Ze komen me halen vanmiddag en nu laat ik hem alleen thuis. Op zijn verjaardag. Hopelijk kan ik hem overreden om mee te komen. Misschien... heel misschien wil de mooie hemel wel meewerken. Dan, lukt het zeker en vast!
Vandaag, komen de artsen samen. Ze overleggen met mekaar over eventuele probleempatiënten. Vandaag hoor ik daarbij. Tegen m'n zin, uiteraard. Ik zou liever een voorbeeldige patiënt zijn. Eentje die geneest. Maar het is niet zo... Om heel eerlijk te zijn, moet ik toegeven af en toe tevreden te zijn met m'n dwarse houding. Hoewel ik mezelf een meeloper zou noemen, ben ik dat lang niet altijd. Op zulke momenten erger ik beslist de mensen die dit moeten slikken van me. Als ik daarbij dan nog m'n gelijk kan halen, kan het helemaal niet op. Dan ben ik koningin te rijk! Nu, als patiënt, zou ik liever meeloper zijn en braaf genezen door te doen wat de dokters me voorstellen. Maar mijn wens wordt niet altijd bewerkstelligd. Ik heb tijd nodig om alles maar weer eens een plaats te geven. Materieel opgeven kan soms moeilijk zijn. Mentaal iets opgeven is veel zwaarder. Beseffen dat je iets niet meer kan. Beseffen dat je alles kan willen, maar dat het daarom nog niet gebeurt... is heel wat anders. Ik wil m'n kleinkinderen zien opgroeien, m'n zonen gelukkig zien zijn met hun vrouw en gezin en bij alles wat ze doen. Ik wil nog heel wat tijd doorbrengen met m'n man. Reizen. De natuur bewonderen. Boeken lezen. Muziek maken. Lachen met m'n zussen en m'n broers. Dromen. De bijtjes en vlinders zien fladderen in onze tuin en de merels horen zingen. Musea bezoeken. De volgende show van Kommil Foo zien. Wandelen en de wind m'n kaken voelen strelen. Van de daken schreeuwen dat ik van het leven hou! Zal ik nog...?
Vandaag beslist men hoe m'n behandeling zal worden verder gezet. Wat gaan de andere specialisten denken, kijkend naar de testuitslag? Wordt er vastgesteld dat er ook botkanker is? Ik wil er niet teveel mee bezig zijn, maar schuif het maar eens van je af. De knopjes om die gedachten uit te schakelen ontbreken. Gelukkig ken ik mezelf wat en heb ik een druk bezette week. Daarvoor heb ik wel gezorgd! Gisteravond kwam een bevriend koppel op bezoek. Elle en William. Zij is Thaïse, heeft m'n voeten en handen gemasseerd. Vooral aan m'n handen deed dat goed. En m'n voeten zullen sowieso wel een betere bloedcirculatie hebben voor een tijdje. Ondertussen keken we naar onze laatste grote reisfoto's. Dat was in Thailand. Het was gezellig. En vandaag kwam m'n hele goeie vriendin, Sabina langs. Ik had haar gebeld want wilde niet de hele dag alleen doorbrengen. Natuurlijk heb ik haar m'n situatie uiteengezet. Maar we hebben ook vooral over leuke dingen gebabbeld. Gezellig in de tuin gezeten, in de warme zon. Genoten.
En zo, heb ik deze week alle dagen wel iets aan de hand. M'n man is steeds ongerust dat ik me te moe maak. Maar fysieke vermoeidheid is niet zo erg. Daar kan je wat aan doen. Mentale vermoeidheid of diepgang vind ik veel moeilijker te bestrijden en kan ook erg nefast zijn. Ik wil niet in een depressie belanden. Gelukkig heb ik, na bijna 11 maanden thuis, nog steeds veel mensen om me heen waar ik kan op terugvallen. Dat onderschat ik niet. Da's een enorme steun! Ik zeg het hen soms wel. Niet elke keer wanneer ik hen zie. Maar ik hoop dat ik het voldoende aangeef en soms zeg ik het echt wel, met woorden. Ik denk, dat zij zelf niet volledig beseffen wat een grote morele steun ze me bieden. 'k Moet het hier niet te dik uitsmeren want als ze't lezen gaat hun neus misschien wel krullen...