De laatste twee maanden heb ik het al dikwijls over een strohalm of een lichtpuntje aan het eind van de tunnel gehad. Maar goed dat die er zijn. Da's immers belangrijk voor het innerlijke gevecht. Soms is dat belangrijker, dan het fysieke. Je kan braaf je medicijnen nemen, eten wat men je voorschotelt of vooral laten wat men je verbiedt. Je kan bepaalde oefeningen doen indien nodig, of beweging nemen, want da's o zo belangrijk voor het algemene genezingsproces. Stapel de boel maar op. Je kan kortom alles doen wat in je mogelijkheden ligt om beter te worden. Zonder de nodige energie lukt dat niet. Maar, waar haal je die? We weten allemaal dat een auto benzine nodig heeft. Er mag nog zoveel benzine in de wereld zijn als je maar kan denken, zonder het verwerken, verdelen en verkopen, raakt je auto niet volgetankt. Dus... maw, 't is allemaal rapper gezegd dan gedaan. Trouwens, het zit allemaal onherroepelijk verbonden met mekaar. Zie je't niet zitten, geraak je ook fysiek in een neerwaarts spiraal en andersom.
Elk mens is anders. Ik kan daarom enkel maar voor mezelf spreken. Nou, oké, schrijven dan. Ik heb wel degelijk steeds zo'n -al is het maar heel klein- extra duwke nodig. Zo'n lichtpuntje. Als ik dàt spreekwoordelijk zie, dan heb ik een boost die me vooruit helpt. Vooral de medische staf speelt hierin een belangrijke rol. Toegegeven, soms durf ik, overspontaan als ik wel eens durf te zijn, vooruit lopen op dingen die niet gezegd, maar door mij positief begrepen worden. De dokter hoeft niet veel te zeggen om me al goedgezind te stemmen. Zo drukte ze me al enkele malen op het met beide voetjes op de grond blijven. Ze maakte dan duidelijk dat ik voorbarige conclusies trok/trek. Dat maakt ons een goed team. Want, ik weet het natuurlijk wel van mezelf, maar in m'n enthousiasme zou ik het misschien toch vergeten. En zij, moedigt me toch aan om zo positief ingesteld te blijven.
Soms voel ik me als een aapje dat allerhande truukjes moet leren en telkens beloond wordt als het iets juist doet. Zoals een chemokuur die weg valt, of die spuitjes die ik mag achterwege laten. Beloning voor goed werk. Lachwekkend natuurlijk. Het maakt me enkel maar beter geluimd. Humor. Wandelend door de gangen van het complex, zie ik meer dan één lichtpuntje. De zon en schaduwlijnen spelen hun eeuwige spel, geflatteerd in een lange gang die op een grijze dag veel minder zou bewonderd worden. Als dàt geen lichtpuntjes zijn...