Vandaag moest er hoogdringend wat in huis gedaan worden. Een torenhoge strijk werd maar niet door kabouterkes verkleind of zelfs, -waarom ook niet???- weggewerkt. Ze zou maar al te graag in sprookjes of fabeltjes willen geloven, maar het blijft bij fantaseren. Geen stap verder... Hoewel ze ondertussen leerde niet echt te plannen, doet ze het toch. Plannen op zich kan geen kwaad. Maar, als de planning niet verloopt naar planning, moet ze't er maar bij nemen. Toch, vandaag, wil het wel lukken. Met stukjes en beetjes krijgt ze die hoop gekreukte kledij en beddengoed onder de knie. Zelfs de badkamer poetsen, voor zover dat mogelijk is daar die half opengebroken ligt, lukt haar. Tussendoor gaat ze onderuit in haar zetel, haar eilandje. Voetjes omhoog en onderuit. Wanneer ega thuis komt van z'n werk, gaan ze nog naar de winkel. En zelfs het koken lukt haar nog. Wat een energie!!! Na de boel weer te hebben opgeruimd, is het fysieke deel van de dag afgelopen. 't Is genoeg geweest. Terwijl ze voor -dochter een muts breit, bedenkt ze om morgen eventueel eens op 't dak van het MAS te gaan. Er wordt sneeuw voorspeld vannacht. Die zou blijven liggen. Ze wil een foto nemen van de besneeuwde stad. Als ze 'r fit genoeg voor is, ja, beslist, dan gaat ze.
Ondertussen wordt het later op de avond en merkt manlief dat het volop aan't sneeuwen is. Ze besluit nog gauw zout te strooien, want de ondergrond is bevrozen. Anders krijgt ze de boel morgenvroeg niet weggeveegd. Net wanneer ze sneeuw wil gaan ruimen (manlief staat al in pyama. Hij houdt dus maar de zak met zout vast) krijgt ze een ferme bloedneus. Met één hand dan maar, terwijl ze met de andere een zakdoek onder haar neus drukt. Stom zicht. Maar lachen geblazen. Beslist.
Een rondleiding gehad in het ziekenhuis, afdeling radiotherapie. Ze heeft lang getwijfeld, of ze wel naar de infoavond zou gaan. Ze heeft ondertussen een grondige hekel aan het ziekenhuis. Wanneer het niet echt moet, komt ze'r liever niet. Maar, langs de andere kant, dacht ze, is het misschien wel aan te raden toch zo'n infoavond mee te maken. En, inderdaad, ze merkte dat ze bepaalde dingen die de dokter haar had verteld, anders had begrepen. Ze zal op 22 januari nog helemaal geen bestraling ondergaan. Ze zal dan een simulatie ondergaan, da's heel wat anders. De lijnen om de te bestralen plaatsen zullen worden getekend, met behulp van de scanner. Handig om te weten. Dan zal het nog enkele dagen duren alvorens de aanvang van de radiotherapie. Ze wandelen naar de kelderverdieping, waar de toestellen staan. Tja, daar is niks speciaals mee, vindt ze. Maar oké, voor anderen is het misschien wel belangrijk om de boel eens gezien te hebben. Zij, denkt alleszins niet dat ze zal panikeren ofzo. Ze kan zich echter wel inbeelden dat mensen die aan claustrofobie lijden, zich erg ongemakkelijk kunnen voelen. Er wordt ook erg gedrukt op veiligheid en gemak voor de patiënt en mensen worden nadrukkelijk gerust gesteld. De anderen die zijn komen opdagen, deze avond, lijken nogal makke en onzekere volgers te zijn. Misschien mensen die nog maar net de diagnose hebben gekregen...? Wanneer de verpleegster de groep voorgaat en iets wil tonen, lijkt niemand haar te durven naderen. Raar hoor... denkt zij... terwijl zijzelf zo nieuwsgierig is. Ze neemt dus zo'n beetje het initiatief, als het er op neerkomt. Zo'n rondleiding van ongeveer anderhalf uur, is best vermoeiend. Het lange stilstaan vraagt z'n tol. Wanneer het er eindelijk op zit, blijven ze niet om iets te drinken. Het idee alleen al... Nee, ze gaat veel liever direct naar huis om thuis rustig avond te eten. Maar, nu weet ze tenminste al wat meer over wat komen zal.
De wereld draait door, dus vooruit met die geit. Ze had zich voorgenomen om naar 't werk te gaan. Zo stillekes aan wil zo toch wel één en ander bespreken en daarmee kan men maar best tijdig mee beginnen. Ook de bazen moet daarvoor tijd vrij maken en daarvoor hebben ze, yep, tijd nodig. Ook al zit ze nog in een 'wat moeilijk moment' na de chemo, ze zal naar 't werk gaan. Dàt, combineert ze dan in ene keer met dingen die ze nog te doen heeft in de stad. Zeer belangrijke dingen. Wol kopen om mutsen voor de -dochters te breien. Afspraak met -dochtertje is gemaakt en zo kan dat in één moeite doorgaan. Maar, first things first. ...Het werk! Iedereen wil natuurlijk een polleke schudden of, gezien de nieuwjaarsperiode, een kus geven. Nee, nee, nee!!! Niks van! ...had ze zich ook voorgenomen. Er heerst griep, het kwam in 't nieuws. En ze wil daar beslist niet aan deelnemen. Nee dus! Hoeveel keren ze 't heeft moeten herhalen, weet ze niet. Elke collega bedoelt het goed natuurlijk, maar telkens weer meent ze een teleurstelling, begrip en sporadisch onbegrip te bemerken op gezichten. Op den duur voelt ze zich zelfs een beetje schuldig. Ze wenst iedereen van harte het allerbeste voor 't jaar, maar zonder fysieke bijstand, gelijk welke aanraking dus. Sommigen kunnen ermee lachen. Oef! Het is anders best leuk nog efkes te praten met de collega's. Ook op het werk, is het een beetje 'thuiskomen'. Telkens weer worden haar dezelfde vragen gesteld, telkens weer geeft ze een min of meer hetzelfde antwoord. Hoe kan het anders? Met enkele bazen praat ze over progressief werken. En, voilà, die noot is gezet. Ook al weet ze nog niet of ze in april terug kan beginnen. Wanneer ze het kantoor verlaat, heeft ze een heel goed gevoel. Precies of ze kan alles aan. Zo'n boost, dankzij de collega's. Tof hoor!!!
Dan gaat ze naar de plaats van afspraak met -dochter. De wol wordt gewikt en gewogen. Voor de afwezige -dochter, hoopt ze een goeie keuze gemaakt te hebben. Vooraf uitgepraat natuurlijk, want kiezen voor iemand anders is haast onmogelijk. Er wordt nog wat rondgetoerd tussen winkels. Bekaf bekent ze haar -dochter dat ze moet rusten. daar wordt voor gezorgd. Soep gegeten. Kleinzoontje onderhoudt moeder en grootmoeder met z'n leuke uitspraakjes. Echt een makkelijk kind om mee op stap te gaan, zo rustig. Het kan ook anders, weet grootmoeder, ze kent hem maar al te goed, de lieve schat. Uitgepraat raken de dames niet, maar er wordt toch maar een eind aan gebreid. Naar huis met de tram, waar iedereen zich zo rustig als wat laat meedeinen op de sporen des Lijns. Voor haar zit een vrouw steeds in haar haar te krabben, ze krijgt er zelf de zenuwen van. Af en toe haalt die vrouw dan iets vanonder haar vingernagels wat het vieze gevoel nog verergert. Telkens weer, als ze zoiets ziet, vraagt ze zich af of mensen echt niet door hebben, dat ze zich wel erg vies gedragen. Maar, het antwoord is vanzelfsprekend uiteraard. Anders zouden ze zich niet zo gedragen. Er gaat een zekere last van haar schouders wanneer de vrouw de tram verlaat.
En, even later zit ze thuis, moe, onderuit uit te blazen in haar zetel.
'Kanker', zegt hij: '...is nou net dàt wat niet bij me opkomt, als ik aan jou denk. Jij vertegenwoordigt net het tegenovergestelde. Kanker is zo... zo... negatief. Zo... totaal negatief. Denk ik aan kanker, dan denk ik aan slecht, de dood. Dat gaat gewoonweg niet bij jou. Dat past niet. Je bent zo positief ingesteld. Als ik je zie, ben je goed geluimd. Oké, 't lukt niet altijd goed. Soms, gaat 'het' je niet af, soms voel je je niet goed. Maar dat overkomt iedereen toch. Of, niet soms...? Maar telkens weer sta je recht. Nee, jij bent echt die kankermoeder niet. Jij bent een moedige vrouw...' enz...
Nou, origineel geschenk!!! Geef toe, niet elke zoon houdt zo'n speech voor z'n moeder bij een nieuwjaarsbezoek. De kleintjes kwamen hun briefjes voorlezen. Geweldig! Ze genoot er al dagen op voorhand van in gedachten. En eindelijk was het zo ver. Die lieve schatten, die steeds weer een wereld doen opengaan, door hun ver'zin'sels, grolletjes en vooral, lieve schattige gemeende strelende complimentjes, want, verdorie, daar kunnen ze echt wat van. 'Moeke' zegt de oudste: 'Ik ben zo blij dat jij mijn oma bent. Als jij mijn oma niet zou zijn, zou ik nooit naar m'n oma op bezoek willen komen. Jij bent niet zo'n oma met witte krulletjes.' IJdelheid gestreeld natuurlijk, want eigenlijk zegt ze met deze woordjes dat ze haar oma niet oud vindt. Moeke denkt natuurlijk wel bij zichzelf dat die witte krulletjes wel eens dichterbij zouden kunnen zijn, dan het kleintje vermoed. Maar zwijgt in alle talen. Ze geniet. De tweede zegt dat ie z'n moeke graag heeft. Hij ziet haar zo graag. Kinderen die dat zomaar tussendoor, tijdens het spelen, laten ontsnappen zijn toch hartendieven! Beslist!!! En dan is er nog de jongste, twee jaar, die komt knuffelen, een beetje speleplagen en liefde vragen. Hij zegt met zijn kleine, maar groeiende woordenschat, Moeke Mij! Een mooier geschenk kan ze zich niet inbeelden.
De timing is perfect. In de moeilijkste periode na de chemo, kwamen ze op bezoek. Oké, de drukte, hoewel ze helemaal niet druk doen, is vermoeiend. Maar tegelijkertijd is het de beste afleiding van nou net dat slechte gevoel dezer dagen. Zij zijn een perfecte medicatie. Wat liefde, warmte, niet vermag... Eerder was ook de jongste zoon met -dochter langs gekomen. Ze hadden fantastisch nieuws. Ze straalden geluk uit. Een supermiddag was het resultaat. Want, als het met je kinderen -ook al zijn ze volwassen en uit huis- goed gaat, voelt ook de ouder zich goed. Het werkt in twee richtingen. Ze weet dat ze het treft. Geluk is een heus geschenk, durf het te aanvaarden. Het is ook een houvast tijdens moeilijkere momenten.
Een dagje later, heeft ze zich voldoende opgepept (of laten oppeppen door familie dus) om een museum te bezoeken. Met de trein naar Brussel. Rustig aan. Op tijd en stond uitblazen. Ook cultuur draagt bij voor oppepperij, goedgevoelfactor staat hoog. Ze nam wel voor alle zekerheid een pijnstiller in. Voor een keertje preventief, om niet in panne te vallen. En 's avonds, zo'n beetje uitgeteld, doet ze lachend een sjaaltje rond haar mans hoofd. 'In goede en slechte tijden. Je moet delen in het leed van je partner. Het wordt dus tijd dat je ook es een sjaaltje om je hoofd bindt, lieve schat!'
Toen ze het courante onderzoek onderging; gewichtscontrole, bloeddruk meten, bloed nemen enz... hielp een verpleegster die ze tot hiertoe nog niet had ontmoet. Zij, werkt half time, dat heeft er wellicht mee te maken. Een vriendelijke vrouw, zoals 99% van diegenen die in St-Augustinus werken. Dat ene percentje is gewoonweg een ietsie pietsie minder vriendelijk (misschien gewoon kordater) dan de anderen, daarover wordt dus niet geklaagd hoor. Maar tijdens het onderzoek, hadden patiënte en verpleegster een ongewoon gesprek. Wellicht kwam dat doordat het de laatste dag van 't jaar was. Daarover begon het gesprek alleszins. Afsluiten van chemo en jaar. Vanzelfsprekend natuurlijk. Verpleegster vertelde dat ze jaarlijks terugblikt op 'haar' jaar. Patiënten die haar hebben geraakt poppen op in haar hoofd. Ze staat stil bij afscheid in fysieke en emotionele weg. Ze staat stil bij terug beginnen, moed verzamelen. Ze relativeert. Soms, bekent ze, neemt ze het werk mee naar huis. Niet goed, weet ze. Maar het is niet altijd evident om zomaar alles achter te laten als je de deur achter je sluit. Patiënte begreep haar maar al te goed. Omdat je weet dat je dingen van je moet afzetten, lukt het nog niet altijd. Is ook niet zooooo erg, zolang je maar blijft relativeren. Het mag geen doemdenken worden, maakte patiënte duidelijk aan verpleegster. En zo gaat het gesprek maar verder, heel erg gemoedelijk. Good timing, eigenlijk, blijkbaar met de juiste persoon. Het doet goed! Wanneer alles achter de rug is, merkt patiënte dat ze zo is opgegaan in het gesprek, dat ze niet eens heeft gemerkt of er nou wel of niet, bloed is afgenomen. Daaraan denkt ze pas, wanneer ze terug in de wachtzaal zit. Ze leest een fantastisch boek van Terry Pratchet, geleend van haar vriendin. Maar door deze opspringende gedachte, kan ze zich niet meer op het boek richten. Ze overweegt... zal ze naar de balie gaan om te vragen of ze kunnen nagaan of er wel degelijk bloed werd afgenomen? Want, als dat nou niet zo zou zijn, zou ze nog langer in de kliniek moeten blijven om de verstrooidheid glad te strijken. Daar, heeft ze beslist geen zin in. Tegelijk overweegt ze. Het komt zo negatief over. Het laatste dat ze wil is de indruk wekken dat ze niet tevreden zou zijn over betreffende verpleegster. Ze besluit dus, om af te wachten. Het voordeel van de sympathieke verpleegster weegt zwaarder dan het nadeel om langer te moeten blijven. Een half uurke later, bij de dokter, weet ze het al snel. Die heeft namelijk de bloeduitslag op z'n bureau liggen.
Oef!!! Haar bewondering voor de verpleegster groeit zienderogen. Respect voor mensen die je zo afleiden en daarbij hun job naar behoren doen. Chapeau!!!
Van oud op nieuw. Lees vooral niet, oud opnieuw. Want ze gaat het beter doen. Geen voornemen, verre van, gewoonweg een waarheid. Ze houdt het graag simpel en doet niet aan voornemens. Een mens weet die voornremens dan wel te beginnen, maar door allerhande leugentjes en waarheidjes, worden die niet volgehouden. Zo gaat het nu eenmaal meestal. Chemo afgesloten. Nog enkel de naweeën doorbijten van die laatste.
Gisteren zat ze weeral eens in de rats met de cortizonen die ze moest nemen. Telkens weer vergeet ze de juiste doses of uren te respecteren. Telkens denkt ze te weten wat en hoe en gaat ze dus niet op het roostertje kijken dat tussen de ziekenhuispapieren zit. Telkens weer valt hare nikkel dan te laat. 's Middags constateert ze dan dat ze 's morgens zo'n pil had moeten innemen. Geen probleem op zich. Goeie plantrekker. Dan neemt ze toch om 13u de pil die ze om 8u had moeten slikken. Niks ergs mee gebeurd. Normaal gezien moet ze dan rond 16u de tweede pil nemen omdat deze medicatie slaapverstorend werkt. Oké, dan neemt ze die vandaag één of twee uurtjes later, dan heeft ze nog wel voldoende uurtjes tussen beide pillen, vermoed ze. Overslaan doet ze niet, want dan is de kans te groot dat de witte bloedlichaampjes niet voldoende zijn opgebouwd en dan kan ze de chemo weer vergeten. Dan moet ze weer een week wachten om die te kunnen doen. Daar heeft ze wel een minder goede nacht voor over. Alleen... ondertussen komt er bezoek. Heerlijk, zalig gezellig met z'n allen konkelfoezen, samen aan tafel. Genieten dus. En wat gebeurt er als je gezellig samen zit? Yep, men vergeet aan de medicatie te denken. Tegen 20.30u schiet het haar plots te binnen. Dedjuu dedjuu toch!!!! Toch maar die verdomde cortizonen door het keelgat geduwd, met als resultaat, maar twee uurtjes kunnen slaap vatten. Nou, ze wist het op voorhand. Geen gesakker dus. Twee uren is toch meer dan niks. Netjes om 7u uit de veren om rustig te ontbijten en tijdig in het hospitaal te geraken. Daar, krijgt ze nu telkens Temesta, want sinds die keer dat ze'r zo ziek werd, blijft de maag daar opspelen. Een Temesta om de drie weken is heus geen zonde, vindt ook haar dokter en het helpt. Alleen... wordt ze daar enorm slaperig van. Goed zo! Tegen 14u is ze thuis, heeft ze een kom soep gegeten en trekt ze naar bed. Zo is ze zeker dat ze niet tijdens het avondeten in slaap zal vallen op deze laatste dag van het jaar. Als ze deftig wil afsluiten, moet ze'r voor zorgen dat ze 't ook deftig doet, met oogjes open. Ze slaapt tot 18u, met dank aan de slechte nacht én de Temesta. De avond verloopt driewerf rustig.
Er wordt niks zwaars gegeten, maar ze genieten samen mét uiteraard een fles bubbels. Snoepen is er niet bij. Ze kreeg vandaag immers te horen dat haar suikerspiegel te hoog zit. Nee, geen diabetes, nog niet. Maar duidelijk verwittigd. Sla deze dagen de patteekes en taarten maar over. We moeten het in't oog houden. 't Zou door de medicatie komen... zeggen ze. Argwaan gewekt, dus een goede reden om snoep in te tomen. Niet zo moeilijk hoor, als je'r toch haast niks van proeft, weet ze wijs. Rond 1.30u meent ze dat het bedtijd is. Ze trekken naar het dromerigste oord in huis, maar praten honderduit over koetjes en kalfjes. Allebei zo wakker als maar kan. Het slaapmanneke komt maar niet op bezoek. Hij geeft het eerst op. Trekt naar beneden voor anderhalf uur. Zij woekert. Hij komt naderhand naar bed en ronkt al z'n dromen bij mekaar binnen de kortste tijd. Zij trekt naar beneden tegen vijf uur. Nog steeds geen oog toe gedaan.
Tja, ze wilde het jaar wakker beginnen. Dat is dus al gelukt!
Niet dat ze met een reden heeft gewacht tot vandaag om het op te schrijven. Niettegenstaande speelt het door haar hoofd. Vandaag is de laatste dag vòòr de laatste chemo. Tevreden aan de ene kant. Aan de andere kant, ziet ze echt op tegen wéér cortizonen slikken en alle bijverschijnselen van die chemo. Laat staan, de chemo op zich, maar dàt, weet ze, zit meer tussen de oren dan ze zou willen. Gelukkig moet ze vroeg gaan. Zo is de kans groter dat het allemaal snel genoeg gaat en ze niet te lang in dat hospitaal moet blijven rondhangen.
De afgelopen week is een goei geweest. Je zou voor minder. Partner is anderhalve week thuis geweest. Beter gezelschap kan ze zich niet inbeelden. Hoewel ze altijd stillekes hoopt dat er ferm in huis zou worden gewerkt, want een opgebroken badkamer en een tuin die een baalt is en boekenen een paar honderd cd's op de grond in de leefruimte is niet bepaald haar ding. Maar, ook hij heeft recht op rustig ademen. Haar toestand bezorgt hem toch zeker ook wel een zekere stress. Hij was terug beginnen roken, niet lang na haar operatie. Een week geleden is hij gestopt. Geen voornemens, daar doet hij niet aan. Integendeel. Hij heeft helemaal niet de bedoeling om de dappere uit te gaan hangen. Als het te hard op z'n zenuwen werkt, zal hij terug beginnen. Dat, is zowat zijn voornemen. Heel stiekem, is zij toch blij!
Ze maakten uitstapjes, de afgelopen week. Niet alle dagen, maar zoveel mogelijk, gingen ze op z'n minst wandelen. Ook een dag met de Fyra naar Amsterdam. Het Rijksmuseum en het stadsarchief bezocht. Zeer de moeite! Het weer viel mee. De zon liet zich opmerken, wat het vele wandelen aangenaam maakte. Ook het Middelheimpark nog eens aangedaan. Het regende niet, maar modder en plassen ontwijken was zeker en vast ook een kunst. 't Is maar hoe je't bekijkt. Het voornaamste de afgelopen week, was de ontspanning. Een beetje vakantie in eigen streek. En dan is er nog het breien. De kleinkinderen vonden hun sjaal en muts onder de kerstboom en waren er erg blij mee. Ondertussen is man en één van de zonen ook bediend. Nu de jongste zoon nog en dan, de meisjes. Haja... ze slaat niemand over. Eén van de zussen wil er ook wel eentje. Ze weet dus nog wat doen. Ook kerstkaartjes, samen met manlief gemaakt. Allemaal zo van die dingen die klein lijken maar toch wel heel wat tijd in beslag nemen. De tijd samen is dus goed besteed.
Negentien december van het jaar tweeduizend en twaalf, voor de statistieken... De nacht duurde lang. Wel tijdig naar bed gegaan, maar slapen... ho maar... om één of andere reden bleef haar systeem maar doordraaien. Het gebeurt wel meer dat ze zich moet concentreren om zich te ontspannen en dan, plots, eindelijk in slaap geraakt. Deze keer helpt het niet. Haar schelp, zijne de buitenkant van haar fysiek kan ze ontspannen, maar de binnenkant wil niet, kan niet, lukt niet. Ook echtgenoot heeft er 'last' van en heeft zich al snel terug naar de leefruimte begeven. Om halfvier geeft ook zij het op. Ze trekt naar beneden en nodigt ega uit om samen een gebakken broodje te eten met gesmolten kaas en tomaat en, en, en... Lekker!!! En daarna, hupsakee, terug naar de bedstee.
Om één of andere reden deert de natte grijze ochtend haar niet, wanneer ze om 11u aan de ontbijttafel zitten. Hij zegt: 'Bwaaa... zo'n vies weer, regen, regen en nog eens regen.' Zij antwoordt: 'Bwaaa... we zitten droog, we zitten warm, we zitten in een mooie ruimte (kleurrijk ingericht). Wat meer heeft een mens nodig op zo'n natte ochtend?' Hij schenkt haar een welgemeende glimlach. Jeujjj! Daarna wordt één en ander opgeruimd en niet veel later staat een natte collegabuurvriend voor de deur. Jeujjj! Ze genieten van een toch wel mooie niet vermoeiende dag. Er worden veel foto's bekeken. Vakantiekiekjes. Allemaal met mooi weer genomen. Blauwe luchten zonnige fleurige foto's. Ondertussen wordt regen drop en drop regen. Och, het is zo ontspannend en daarom het beste geneesmiddel voor alle kwalen. Ook wanneer hij weggaat, besluiten ze dat ze een stralende vakantiedag hebben doorgebracht. Pas later voelt ze dat ze moe is. Het avondeten wordt dus een diepvriespizza in de oven. Kwartierke wachten en smullen maar. Ook dat, is geen zonde. Het mag af en toe, nee, het moet zelfs af en toe.
Later op de avond vraagt man of ze geen zin heeft te om gaan wandelen. Eigenlijk heeft ze dat niet. Ze zit nu warm en knus in haar zetel, haar beste vriend voor het moment. Tot ze beseft dat een wandeling misschien wel een juiste remedie is om straks wel een goede nachtrust te genieten. Het regent nog steeds, maar ze besluiten naar de stad te trekken. Even later zitten ze op de tram. Ze maken een wandeling langs etalages, verlichte en versierde straten door de stad. Kerstbomen met hopen. Er loopt niet veel volk rond. Schuldige zal het weer wel zijn. Ze zien de lelijke gesloten kerstkraampjes in het centrum. Zonde, want nu is de charme van de Grote Markt weg. Het grote rad rijst als een grote neonkerstbal op. Ze nemen plaats. Ze heeft zin om te gillen. Gewoon gillen, zomaar, wanneer ze boven de stad uitkijkt, naar de zwarte kronkelende Schelde geflankeerd door de verlichte straten als kerstslingers. Eindigend in het zwart van de nacht. Ze zet het gilgevoel om naar lachen.
Beginnen schrijven. Schrappen. Nog maar eens herbeginnen. Niet goed. Herschrappen dus. Een derde maal dan maar. Drie maal scheepsrecht...? Nee. Niks van. Deleten. Volhouden, want ze had toch zin om wat te schrijven... Maar nee, ook niet goed. Weg ermee! Het wordt niks. Te moedeloos. Te plat. Te.. niet goed. Hoewel, ze niet mag klagen hoor. Ze is het moe zijn, moe. Weet je... ze gaat effe een mooie foto zoeken om te ondersteunen. Misschien helpt dat.
Ze doet niks liever dan wat ze nu doet. 't Kan dus niet beter. Hoewel... er zijn nog wel wat dingen op te sommen die plezieriger zouden zijn. Maar gezien de omstandigheden, is het beter stapvoets erop vooruit te gaan. Nee, het hoeft helemaal niet wereldschokkend te zijn. Ze is al heel content met het chemo-eind in zicht. Nog eentje te gaan. Eerst deze nog effe onder de knieën krijgen. Daarvoor heeft ze drie weken tijd. Wanneer ze het hospitaal binnen gaat, weet ze, dat het een dagje van lange adem zal worden. Een te laat uur om te beginnen, zie je. Veel te druk. Al die kankerkankers van vele -patiënten moeten worden in toom gehouden. Een hoop miserie van een ander zie je daar passeren, wachtend op het te ondergane onderzoek en de uitslag van je bloed. En... als het dan nog effe kan, ook wachten op een kamer die vrij komt, voor je behandeling. Ondertussen krijgt ze de welkome afwisseling van een onderhoud met de oncologe. Deze keer laat ze zich goed onderzoeken onder de rechter oksel, want al een tijdje voelt ze daar iets raars, lichtjes gevoelig. De oncologe stelt haar gerust. Misschien een overbelansting van de arm ofzo? Probeert ze. En ja hoor, wikkend en wegend komen ze'r achter dat ze de laatste tijd veel breit. Mutsen en sjaals worden om de oren geslaan, bij wijze van spreken. En soms voelt ze dat wel op den lange duur in haar rechter schouder. Dat zal 't dan wel zijn, wordt er met een glimlach besloten. Na haast 5 uren aanwezigheid, voor een uurke therapie, kunnen patiënte en gemaal terug naar huis. Oeffff...
Het breikwerk vordert inderdaad wel vlotjes. Manlief 's muts is ook klaar geraakt. Hoewel ze zich herhaaldelijk moest herpakken door foutieve steken weer uit te trekken en correct terug breien. Geconcentreerd tellen en steken op de juiste manier opzij laten rusten, valt niet altijd mee als er gepraat wordt enz. Hij, is alleszins zeer tevreden met z'n nieuwe muts. Nu de loop (lees, ronde sjaal) nog. Optellen, aftellen, 't maakt niet uit. De tijd vliegt, ook al is ze bijna 6 maanden thuis. Ze heeft helemaal niet 't gevoel van verveling, ook al doet ze niet echt veel huishoudelijke karweien tussendoor. Nee, er moet beslist ook gerust worden. Veel meer dan net na de operatie. Ze geniet van de gemoedelijke bezoekjes van vrienden, die ook weer steeds zorgen voor nieuwe onderwerpen van conversatie. Gelukkig gaat het niet steeds over kanker... pffffttt... 't Mag wel zeker... Vorige week genoot ze van een bezoekje aan het museum Plantin Moretus. Daar moet ze jaarlijks toch wel eens binnen om te verademen en vooral zich te vergapen aan de drukkerijpersen, zetkasten, met leder beslagen muren, middeleeuwse bedtoestanden, delfts betegelde haardmuren en de oeroude bibliotheek. Teveel om op te noemen. Ook gisteren, mooi weer zijnde, en de dag na de therapie, nog in goeden doen, kon ze haar liefste vriend zo ver krijgen om met de bus naar Lier te rijden. Daar wat rond te hangen om dan weer af te zakken naar huis. De blauwe koude lucht, zorgde voor een zonnige verademing tussen kerk- en Zimmertoren. De mooie gevels op de marktplaatsen en Nete-oever zorgden voor een pittoresk zicht en gevoel.
Yep... ze weet dat ze dra weer effe een stapje achteruit moet zetten, maar voorlopig geniet ze van 'de dingen'.