Inhoud blog
  • Test
  • BOEK: De Bourgondiërs (Bart Van Loo) 2019
  • BOEK: Sinuhe de Egyptenaar (Mika Waltari) 1945
  • BOEK: Dwaal zacht (Lore Mutsaers) 2019
  • BOSCH: Higgs Strickland 2016
    Zoeken in blog

    Over mijzelf
    Ik ben Eric De Bruyn
    Ik ben een man en woon in Wuustwezel (België) en mijn beroep is pensionado.
    Ik ben geboren op 20/10/1955 en ben nu dus 69 jaar jong.
    Mijn hobby's zijn: Middelnederlands / laatmiddeleeuwse kunst.
    Studies Germaanse Filologie 1973-1977 - Universiteit Antwerpen. In 2000 gepromoveerd aan de KU Brussel
    WEMELDINGEN
    Tijd is ruimte in beweging
    06-03-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.CD: Vexations (Get Well Soon) 2010

    Get Well Soon: Vexations (2010)

    Duitse (Berlijnse) groep met als kernfiguur Konstantin Gropper die in 2008 zijn debuutplaat Rest Now, Weary Head! You Will Get Well Soon uitbracht. Naar verluidt is dit folkrock, maar wij horen alleen maar bombastisch gedonderjaag en vervelend gezemel, ondanks de soms leuke titeltjes à la Seneca’s Silence [2], A Voice in the Louvre [7] en Werner Herzog gets shot [8]. De single is Angry Young Man [13]. Te arty-farty voor onze smaak, deze 14 tracks, en het klinkt allemaal te weinig veelbelovend om het nog meer luisterkansen te geven.

    Quotering: 2 (06/03/11)

    Klassiekers: geen.

    06-03-2011 om 23:48 geschreven door Eric De Bruyn  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.CD: Station to Station (David Bowie) 1976

    David Bowie: Station to Station (1976)

    Van dit album verschenen in 2010 een Special- én een Deluxe-editie. Naar aanleiding hiervan noemde Serge Simonart in Humo [nr. 3656, 28 september 2010, p. 168] Station to Station een meesterwerk. Het nummer Stay [B2] noemde hij een killer groove. Geen idee wat dat juist betekent, maar het klinkt in elk geval té positief voor een nummer dat weliswaar begint met een bijzonder aardige riff, maar vervolgens verzandt in middelmatigheid en ten slotte ontaardt in lawaai. Een meesterwerk? Mmm.

    Het in januari 1976 op de markt gegooide Station to Station begint met het geluid van een trein, waarna het meer dan tien minuten durende titelnummer [A1] volgt. Een degelijke song (waarin Bowie een nieuwe rol voor zichzelf introduceert: die van de Thin White Duke), maar meesterlijk? Als locomotief voor het album fungeerde in november 1975 het disconummer Golden years [A2], een verdienstelijke hit, maar toch ook weer geen onverbiddelijke pottenbreker. Het b-kantje van de single was Can you hear me (niet op deze plaat). In april 1976 verscheen een tweede single, het doenbare TVC15 [B1] met een onbegrijpelijke tekst (Bowie had naar verluidt William Burrough’s ‘knip’-techniek toegepast, een techniek waarbij de schrijver tekstfragmenten in een willekeurige volgorde zet. B- kantje was We are the dead (niet op dit album). In augustus 1976 volgde dan nog een derde single, het hierboven al genoemde Stay, ook een disconummer, met op de b-kant de Nina Simone-cover Wild is the wind [B3], het enige niet door Bowie zelf geschreven nummer op Station to Station. B3 sluit het album af, en is even melig-middelmatig als Word on a wing [A3] dat de A-kant afsluit.

    Verkopen deden dit album en de singles best wel in 1976, de concerten waren uitverkocht, in mei 1976 werd nog een verzamelaar uitgebracht (Changes One Bowie) en Bowie bleef in de running. Wie echter goed luisterde, hoorde dat David langzaam maar zeker aan het wegzakken was in de middelmaat. Dat hij dat zelf ook doorhad, bewijst het volgende album (Low).

    Quotering: 3 (06/03/11)

    Klassiekers: Golden Years, TVC15, Stay.

    06-03-2011 om 23:47 geschreven door Eric De Bruyn  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    04-03-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.VERTALING: Zelfs God niet

    Zelfs God niet

    [Sint-Hiëronymus, Epistulae (Brieven), nr. XXII, 384 A.D.]

    Audenter loquor: cum omnia Deus possit,
    suscitare virginem non potest post ruinam.

    [onze vertaling]

    Ik zeg het ruw, met ballen:
    ofschoon God alles krijgt gedaan,
    Hij kan geen maagd weer op doen staan,
    nadat ze is gevallen.

    04-03-2011 om 23:09 geschreven door Eric De Bruyn  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.CD: Angelhead (Gabriel Rios) 2007

    Gabriel Rios: Angelhead (2007)

    In april 2007, weer twee jaar verder, verscheen dan Gabriel Rios’ derde en dit plaatje kon rekenen op flink wat positieve belangstelling in de vakpers. Het is nu december 2007 en nog regelmatig worden op de radio tracks uit dit album gespeeld. Angelhead klinkt als geheel duidelijk minder speels en zonnig dan zijn twee voorgangers, maar onze latin boy weet in diverse interviews dan ook te melden dat hij een moeilijke periode achter de rug heeft (met als oorzaak: ldvd). Bovendien heeft Jo Bogaert de nummers niet alleen samen met Rios geproducet, maar voor een groot deel ook geschreven, omdat Gabriel zelf alleen wat random shit om handen had. Het gevolg hiervan is dat deze verzameling nieuwe nummers niet alleen erg afwisselend, maar ook een beetje brokkelig klinkt. In een interview met Jurgen Beckers [Humo, nr. 3475, 10 april 2007, pp. 176-177] zegt Gabriel het zelf: Jo heeft me geholpen om uit die chaos in mijn hoofd een coherente plaat te distilleren. En dan nog vind ik dat er veel bits and pieces op staan.

    Angelhead gaat van start met twee eerder matige uptempo-nummertjes: het over een op school gepest jongetje handelende The boy outside [1] en de naar ons gevoelen toch wat flauwe single Angelhead [2]. Eigenlijk twee overbodige tracks, want voor ons had het album veel beter kunnen beginnen met het mediumtempo Baby lone star [3], een uitstekende song die moeiteloos het niveau van En vivo haalt. Common cold [4] heeft een opvallend hoog Bryan Ferry-gehalte, maar is toch goed, dit in tegenstelling tot het veel mindere Mighty be one [5], een uptempo-song die gebukt gaat onder een te hoog rapgehalte (iets wat op Ghostboy ook al gold voor Carlito en Badman). De latin boy in Rios komt weer volop aan bod in het Spaans gezongen Las calaveras [6], en hier hebben we opnieuw op en top dat zonnige, vrolijke sfeertje van de vorige albums.

    Het tweede deel van Angelhead schiet uit de blokken met wat in onze oren het prijsbeest van de plaat is: het mediumtempo, met die typische hese knikjes in de stem gezongen I’m gonna die tonight [7]. Dit had logischerwijze de eerste single moeten zijn. Tu no me quieres [8] kenden we al van En vivo. Het is een prima latijns nummertje, maar aan de oude versie wordt hier niets nieuws toegevoegd. Volgen dan drie songs met veel naar de eighties lonkende synthesizers: het matige For the wolves [9], het prima The fall [10] (met een hoog disco à la Michael Jackson-gehalte) en het weer wat mindere Stay [11]. Het rustige, degelijke mediumtempo-nummer Wish [12] sluit het album af.

    In de gespecialeerde pers werd bij verschijnen over deze plaat gezegd dat ze Rios’ vorige met gemak overtrof. Het is inderdaad geen slecht album en het is zeker niet meer van steeds maar hetzelfde, doch ons lijkt het dat sommigen deze Angelhead een beetje hebben overschat. Gabriel heeft vast nog meer voor ons in petto, en zijn meesterwerk is dit zeker niet. In de eindejaarslijstjes van 2007 is van Angelhead dan ook niet veel terug te vinden.

    Quotering: 3,5 (24/12/07)

    Klassiekers: I’m gonna die tonight, Baby lone star, Las calaveras, The fall.

    04-03-2011 om 22:08 geschreven door Eric De Bruyn  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.CD: En Vivo (Gabriel Rios) 2005

    Gabriel Rios: En vivo (2005)

    Twee jaar na Ghostboy verschijnt En vivo, zo genoemd omdat de tien nummers live zijn opgenomen. Eerste merkwaardigheid: nergens is een spoor van een levend publiek te ontdekken. Tweede merkwaardigheid: deze cd bevat niet minder dan zes nummers van Ghostboy, naast vier nieuwe composities, maar storen doet dit niet, aangezien om een of andere reden de geluidskwaliteit hier veel beter is en de oude nummers een nog aantrekkelijker relaxed salsa-sfeertje in zich dragen dan op Ghostboy al het geval was.

    Als locomotief voor het nieuwe album fungeerde de aanstekelijke single Tu no me quieres [8], maar de andere drie nieuwelingen bieden even veel kwaliteit: de prima binnenkomer Papo [1], de slow Burn [6] en de akoestische afsluiter I wanna be like you [10]. Daartussen zitten nog drie oude singles, Broad daylight [3] (hier niet met een kinderkoor, maar met een even leuk meisjeskoortje), Bones Bugalù [4] en Ghostboy [5], plus drie Ghostboy-tracks: Let it go [2], Santera [7] en Unrock [9]. Alleen jammer dat de oude single Catastrofe er ook niet op staat, maar voor het overige: een nog sympathieker plaatje dan Ghostboy reeds was, al is er van vernieuwing of grenzen verleggen totaal geen sprake.

    Quotering: 4 (12/01/07)

    Klassiekers: Bones Bugalù, Broad daylight, Santera, Papo, Tu no me quieres (maar in feite is heel de cd permanent hoog van niveau).

    04-03-2011 om 22:07 geschreven door Eric De Bruyn  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.CD: Ghostboy (Gabriel Rios) 2003

    Gabriel Rios: Ghostboy (2003)

    Gabriel Rios is afkomstig van Puerto Rico, maar is via producer Jo Bogaert (van Technotronic en Pump up the jam) in België, meer bepaald in Gent, terechtgekomen. In 1998 stond hij met The Nothing Bastards in de finale van Humo’s Rock Rally (Das Pop won toen), en daarna besloot hij het solo te wagen. Ghostboy is het debuutalbum van Rios, opgenomen in 2003, maar bekend geworden in 2004, onder meer dankzij een aantal uitstekende en aanstekelijke singletjes, die ook op deze cd staan. Eerst was er het hitje Bones Bugalù [3] (nog in 2003), vervolgens Broad Daylight [7] (begin 2004) en enkele maanden later nog Catastrofe [8] en het titelnummer Ghostboy [10].

    Op dit debuutalbum (geproducet door Jo Bogaert) staan elf tracks (want Intro [1] en Victor [5] zijn slechts verwaarloosbaar korte niemendalletjes) en van die elf zijn er twee die uit de toon vallen omdat ze te veel aanleunen bij (flodderige) hiphop: Carlito [11] en Badman [13]. Alle overige nummers zijn gedompeld in een aantrekkelijk, zomers, zuiders en latijns klinkend sfeertje, met nu eens Engelse en dan weer Spaanse teksten. Behalve de reeds genoemde singles klinken Let it go [4], Unrock [6], Cincomanos [9] en ons persoonlijk favorietje Santera [12] allemaal even vlot en vrolijkstemmend. Alleen La gran siesta [2] is een ietsje minder.

    Let wel: deze muziek is hoegenaamd niet vernieuwend of grensverleggend, en je hebt voortdurend de indruk het allemaal al eens eerder gehoord te hebben (er wordt dan ook gewerkt met samples die allemaal braafjes vermeld worden in het cd-boekje), maar het wérkt wel. Een sympathiek plaatje van een naar het schijnt sympathieke knol die – toch ook nog even signaleren – al zijn teksten en muziek zelf schrijft.

    Quotering: 3,5 (02/01/07)

    Klassiekers: Bones Bugalù, Broad daylight, Santera.

    04-03-2011 om 22:06 geschreven door Eric De Bruyn  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    27-02-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.CD: Heligoland (Massive Attack) 2010

    Massive Attack: Heligoland (2010)

    Britse groep uit Bristol, draaiende rond de kern Robert ‘3D’ del Naja en Grant ‘Daddy G’ Marshall, maar ze maken blijkbaar gebruik van een heleboel andere mensen (ook zangers en zangeressen) om hun ideeën op plaat te zetten. Dit album bevat tien nummers die op het eerste gehoor allemaal redelijk gesofistikeerd en ingetogen klinken, maar zonder uitzondering al snel gaan vervelen. Weinig interessant. Volgende!

    Quotering: 2 (27/02/11)

    Klassiekers: geen.

    27-02-2011 om 22:33 geschreven door Eric De Bruyn  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.CD: Young Americans (David Bowie) 1975

    David Bowie: Young Americans (1975)

    In Philadelphia had Bowie een bezoek gebracht aan de Sigma Sound Studio, bekend geworden door de ‘Philly Sound’, een mengeling van soul en funk. Dit resulteerde uiteindelijk in de ‘soul-Bowie’: hij was de platen met SF-thema’s beu, verzamelde een aantal geschikte muzikanten rond zich en produceerde twee albums met een zwarte latin-sound. In januari 1975 verscheen als locomotief voor het eerste album de single Young Americans [A1], tevens titelnummer van het album dat in maart 1975 het licht zag. De song gaat over twee pasgetrouwde mensen die niet weten of ze elkaar wel aardig vinden. Volgens Hopkins [1986: 113] was het een perfecte analogie, want Bowie wist ook niet of hij Amerika wel aardig vond. Young Americans werd Davids grootste Amerikaanse hit sinds Space Oddity, maar al is het best een dansbaar nummer met een soulkleurtje (zie de rol van de sax), wij hebben het nooit één van Bowie’s beste hits gevonden. Het werd wel heropgevist door Lars von Trier voor de eindgeneriek van zijn tegen Amerika gerichte film Dogville. Het b-kantje van de single heette Knock on wood, maar staat niet op het album.

    De tweede uit dit album getrokken single, het samen met John Lennon geschreven en in augustus 1975 uitgebrachte Fame [B4] rekenen wij evenmin tot Bowie’s toppers, maar dit funky klinkende stukje muziek dat de keerzijde van het succes behandelt, is toch een stuk aantrekkelijker dan A1 en in elk geval is het het beste nummer van de lp. De samenwerking met Lennon blijkt ook uit de in A1 even geciteerde frase I heard the news today oh boy (vergelijk A day in the life uit Sergeant Pepper’s) en uit de cover van Across the universe [B2], een bijzonder middelmatige cover, het dient gezegd. De vijf resterende nummers zijn net als A1 door Bowie zelf geschreven, maar helaas, veel noemenswaards zit daar niet bij. Fascination [A3] was een bewerking van het Luther Vandross-nummer Funky Music, Right [A4] was ook het b-kantje van de single Fame en dan waren er nog Win ]A2], Somebody up there likes me [B1] en Can you hear me [B3], allemaal nummers die in het begin heel even veelbelovend klinken, maar al gauw verzanden in gezeur dat maar blijft voortkabbelen. In een interview met Cameron Crowe in Rolling Stone (12 februari 1976) bekende Bowie zelf: Op dit moment is wat ik schrijf niet veel zaaks (…) Ik ben verrast dat ‘Young Americans’ zo goed verkoopt. Echt, ik geef er niets om. Zo hoor je het ook eens van een ander.

    Quotering: 2 (27/02/11)

    Klassiekers: Fame.

    27-02-2011 om 22:31 geschreven door Eric De Bruyn  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.CD: Absolutely Free (Frank Zappa) 1967

    Frank Zappa & The Mothers of Invention: Absolutely Free (1967)

    Album nummer twee, en net als nummer 1 (Freak out) weer zo’n erg ongelijk, erg rommelig product. Alleen Brown shoes don’t make it springt eruit maar is oneindig veel akeliger dan de uitstekende versie van dit nummer die in 1981 verschijnt op Tinseltown Rebellion. De Amerikaanse rockjournalist Robert Christgau schreef ooit (in Any Old Way You Choose It – 1973): The Mothers are very good on stage, but their records do not bear repeated listening. (…) Zappa is very funny. En de Britse rockjournalist Nik Cohn noteerde in 1970 in zijn boek Awopbopaloobop Alopbamboom: Mostly he was a bore but, every so often, when he forgot to be solemn, he’d pull out something good and he was never quite dismissable. Laat het duidelijk zijn: die vroege Zappa-albums zijn niét ons kopje thee.

    Quotering: 1 (27/02/11)

    Klassiekers: geen.

    27-02-2011 om 16:29 geschreven door Eric De Bruyn  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (3)
    24-02-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FILM: Das weisse Band (Michael Haneke) (D-F-A, 2009)

    DAS WEISSE BAND (Michael Haneke) (Duitsland-Frankrijk-Oostenrijk, 2009)

    (144’)

    De in zwartwit gefilmde Gouden Palm van Cannes 2009 speelt zich af in een protestants boerendorpje in het noorden van Duitsland in 1913, aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog. In het dorp gebeuren een aantal vreemde zaken, die nooit opgelost worden: de dokter struikelt met zijn paard over een tussen twee bomen gespannen draad, een schuur vliegt ’s nachts in brand, het zoontje van de plaatselijke baron verdwijnt en wordt weergevonden met zijn broek afgestroopt en tot bloedens toe geranseld achterwerk, een gehandicapt jongetje verdwijnt en wordt teruggevonden met gemartelde ogen. De daders worden nooit gevonden. Ondertussen leren we de dorpelingen beter kennen, zowel de volwassenen (de baron, de dokter, de vroedvrouw, de dominee, de rentmeester) als de kinderen. Deze laatsten worden bijzonder streng en nog negentiende-eeuws opgevoed, maar met (een aantal van) deze kinderen is duidelijk iets mis: ze gedragen zich artificieel-onderdanig, maar verbergen onderhuids dezelfde hypocrisie, afgunst, hebzucht en tot latent geweld leidende hatelijkheid die ook onder de volwassenen regeren. Doordat hij alles meemaakt vanuit het perspectief van de jonge dorpsonderwijzer, die als oude man alles in voice-over vertelt en wiens verliefdheid op een jong, verlegen deerntje het enige lichtpuntje in deze film is, heeft de kijker op het einde van de film het sterke vermoeden dat minstens een aantal van de wandaden door de kinderen van het dorp zijn begaan. De Eerste Wereldoorlog is dan net uitgebroken, en de kijker (die weet wat er later in de twintigste eeuw gebeurd is) herinnert zich de woorden van de verteller uit het begin: misschien dat dit alles sommige zaken kan verklaren die later in ons land gebeurd zijn …

    Over Das Weisse Band (de titel slaat overigens op het witte lint dat de kinderen van de dominee als symbool van na te streven onschuld en zuiverheid moeten dragen) hangt een voortdurende en dreigende spanning, en aangezien het einde open is, laat Haneke zijn kijkers flink méédenken. Men kan dan vermoeden dat Haneke wil laten zien dat de kinderen in deze film de latere nazi’s zijn en dat zij het slachtoffer zijn van hun strenge, conservatieve opvoeding, van de ‘zwarte pedagogie’ zoals het in de recensie van Filmmagie [nr. 598, oktober 2009, pp. 12-15] wordt genoemd. Haneke zelf wordt in deze recensie geciteerd: Het oorspronkelijke idee, dat van ruim tien jaar geleden dateert, was een groepje opgroeiende jongeren te portretteren die zich gaan opwerpen tot de vertegenwoordigers van de principes en de idealen van de mensen die hen hebben opgevoed. Gaandeweg is het opzet echter blijkbaar breder geworden: Ik wou niet dat de film zou gezien worden als een film over een Duits probleem, wel als een film over de wortels van het kwaad, over totalitaire regimes, over terrorisme of het nu politiek of religieus is. Een wereldwijd probleem.

    Erik Stockman had in Humo [nr. 3607, 20 oktober 2009, pp. 48-49] een interessant interview met Haneke, waarin deze veel vertelt over zijn bedoelingen met de film. Hij zegt daarin onder meer: Ik wilde laten zien hoe kinderen, en mensen in het algemeen, kunnen worden beïnvloed en gehersenspoeld. Waarom zijn mensen bereid om een populistische leider te volgen? Waarom hangen mensen radicale ideeën aan? Waarom kiezen zoveel mensen voor een fundamentalistisch gedachtegoed? Wie dàt begrijpt, begrijpt de wortels van het kwaad. Mensen die een fascistisch gedachtegoed volgen, zitten volgens mij vast in een diepe psychologische crisis. Ze hebben geen hoop meer, ze zijn teleurgesteld in de maatschappij, ze voelen zich vernederd en gefrustreerd, ze zien geen uitweg meer. Wanneer er dan ineens iemand langskomt die zegt ‘Ik begrijp u! Ik zal u helpen! Reik mij de hand!’ dan zijn ze bereid om hem te volgen. Dat fenomeen is van alle tijden. De uitdaging was: hoe kan ik dat nu allemaal op een heldere manier laten zien? Het leek me het beste om het verhaal in het Duitsland van de vorige eeuw te situeren, toen een volledig volk zo’n leider volgde. Maar: ‘Das weisse Band’ gaat niét over het nazisme. Ik had het verhaal evengoed kunnen situeren in een moslimland, of in de oude Sovjet-Unie. De film gaat niet over de wortels van het fascisme, maar over de wortels van àlle kwaad. Maar wie is dan in de film die populistische leider? Haneke weer: Je kunt niet geloven hoe autoritair de kinderen honderd jaar geleden nog werden opgevoed. Zowel de ouders, de onderwijzers als de pastoors konden zich echt dictatoriaal gedragen. Ongelooflijk! Maar ‘Das weisse Band’ is geen film tégen het gezag. Integendeel, een mens heeft gezag nodig. Waarna dan een sneer volgt naar de antiautoritaire opvoeding van de jaren zestig.

    Sorry hoor, maar na al die uitleg begrijpen wij nog altijd niet welke populistische leider die kinderen (of de volwassenen) in deze film dan wel volgen. Of moeten we Klara, de dochter van de dominee (en ongetwijfeld het meest creepy en hypocriete schepsel van heel het dorp: zie bijvoorbeeld hoe zij ’s nachts het gekooide vogeltje van haar vader doodt) in deze zin interpreteren? In dat geval vinden wij dat Haneke er niet in slaagt zijn bedoelingen op een ‘heldere manier’ duidelijk te maken en is dat een minpuntje van de film. Een andere mogelijkheid is dat Haneke niet echt een groot denkhoofd is. In Humo legt hij bijvoorbeeld ook een link tussen wat we in de film zien en onze eigen tijd, Haneke is bang dat er weer een ‘verloren generatie’ in de maak is die vatbaar zal blijken te zijn voor gevaarlijke en radicale ideeën: De maatschappij is aan het verrechtsen, en de televisiemakers dragen een verpletterende verantwoordelijkheid. Ze bieden alleen nog maar entertainment en ontspanning aan; ze sporen de mensen niet meer aan om na te denken over hun eigen situatie. En dàt is het moment dat je vatbaar wordt voor radicale ideeën. Vroeger werd de gedachte onderdrukt door God en meneer pastoor, nu wordt de gedachte onderdrukt door de televisie. Het is verschrikkelijk. Dat klinkt misschien allemaal wel mooi, maar om nu de televisie de schuld te geven van de toenemende verrechtsing, nou ja … Brood en spelen voor het volk is toch iets van alle tijden, dachten wij zo en het is toch altijd zo geweest dat de grote meerderheid een samenzwering van dwazen of ongeïnteresseerden is die zich zonder veel nadenken laten leiden door een klein groepje machthebbers (goede of slechte, al naargelang je geluk hebt of niet). Waarom zou dat in onze tijd nu speciaal anders moeten zijn dan vroeger?

    Nee hoor, Das weisse Band is een goed gemaakte en intrigerende film die narratologisch gezien boeit van begin tot einde, maar er schort volgens ons wat aan de thematiek, aan de boodschap die hij wil uitdragen. Ligt dat misschien aan het feit dat de film oorspronkelijk drieënhalf uur duurde en Haneke van zijn producers een uur heeft moeten wegknippen?

    Quotering: (een vriendelijke) 4

    (25/08/10) (dvd – bib Brecht)

    Na een tweede visie blijkt toch zeer duidelijk gesuggereerd te worden dat de kinderen (vooral de kinderen van de dominee en van de rentmeester) verantwoordelijk zijn voor de merkwaardige gebeurtenissen in het dorp. Het is ook de mening van de onderwijzer en de ondertitel van de film is Eine deutsche Kindergeschichte. Dat de dokter achter alles zou zitten (zie de geruchten in het dorp op het einde), is zeer onwaarschijnlijk: in het begin van de film is de dokter immers zelf het slachtoffer. De boerin die door de vloer zakt, was een ongeluk, de schuur werd waarschijnlijk in brand gestoken door haar man (die zich even later verhangt) en de kolen van de baron zien we stukgekapt worden door de zoon van de boerin. Alles wijst er echter op dat voor alle andere ‘mysterieuze gebeurtenissen’ de kinderen verantwoordelijk zijn: we zién hoe Klara een schaar neemt en de vogel van de dominee vastgrijpt, we zién hoe Sigi (de jonge baron) door één van de zonen van de rentmeester in het water geworpen wordt en doordat zijn zus vraagt ‘wanneer ben je naar vaders bureau gegaan?’ weten we praktisch zeker dat ook hij het was die het raam opengezet heeft in de kamer van de baby. Dat Klara en haar jongere broer Martin verantwoordelijk zijn voor de val van het paard blijkt uit de scène waarin Martin op de reling van een bruggetje loopt en tegenover de onderwijzer verklaart dat hij wou weten of God hem schuldig vindt.

    Dat Klara & Co ook de jonge baron en de gehandicapte Karli gefolterd hebben, kan men vervolgens in zeer sterke mate vermoeden. Klara blijkt inderdaad de ‘sterke figuur’ te zijn die alles in gang zet: zij neemt steeds pseudo-vriendelijk het woord tegenover de volwassenen als de kinderen in groep zijn, zij roept op tot stilte als de klas op stelten staat en de dominee eraan komt, zij domineert haar jongere broertje dat er meer en meer verkrampt begint uit te zien (knap geacteerd van dat kereltje overigens!). De dominee beseft goed genoeg dat er met die Klara iets mis is: hij aarzelt een tijd alvorens hij haar van de wijn laat drinken tijdens haar Konfirmation.

    Uit dit alles wordt ook duidelijk dat Hanekes thematiek wel degelijk draait rond fascisme en wat daaruit voort kan komen. Fascisme: het vormen van een hechte, gesloten groep met veel tucht en discipline rond een sterke leider waarbij een negatieve houding wordt aangenomen tegenover buitenstaanders en zwakkeren. En omdat alles zich in Duitsland afspeelt, is het dan logisch om een verband te liggen met twintig jaar later: de kinderen van 1913 zijn in 1933 volwassen geworden, helpen Hitler aan de macht en worden nazi’s. Nazisme: een stap verder dan fascisme, waarbij de buitenstaanders en zwakkeren niet alleen negatief bekeken worden maar ook fysiek uitgeschakeld. Enigszins merkwaardig bij dit alles is dat Haneke voor de leidersfiguur een meisje heeft gekozen (Klara dus), terwijl men voor deze rol eerder een jongen zou verwachten. Het blijft overigens een raadsel wat er op het einde precies met de gehandicapte Karli is gebeurd: meegenomen door de dokter of gedood door de vroedvrouw?

    Quotering: (duidelijk een) 4

    (2de visie: 24/02/11) (Metropolis – filmforum)

    24-02-2011 om 20:45 geschreven door Eric De Bruyn  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    23-02-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ROMAN de RENART: Branche X (Renart Médecin)

    Branche X : Renart Médecin (anoniem) 1180-90

    [Martin X – Strubel XV – Roques XIX]

    Renart Médecin (Renart als medicijnman) werd volgens Dufournet [II ed. 1985: 499] geschreven in de periode 1180-90. Volgens Wenseleers [1993: 276] is de datering ‘eind 1191 (met vraagteken)’.

    Zie voor de Oudfranse tekst Dufournet II ed. 1985: 192-279 (alwaar de branche 1.704 verzen telt).

    Voor een (niet altijd betrouwbare) Nederlandse vertaling, zie Paul van Keymeulen, “Reynaert als medicijnman. Branche XV van de Roman de Renart (nummering Strubel)”, in: Tiecelijn, jg. 14, nr. 1 (2001, 1ste kwartaal), pp. 3-35.

    Vergelijk over deze branche ook Wenseleers 1993: 86-97.

    Korte inhoud

    Rond Pinksteren houdt koning Noble een hofdag waarop iedereen aanwezig is behalve Renart. De vos wordt zwartgemaakt door Ysengrin, maar daarna verdedigd door Tybert. Op aanraden van Belin zal de vos per brief naar het hof geroepen worden. Roënel de waakhond krijgt van de koning de opdracht om de brief te bezorgen. Renart gaat redelijk vlot mee met de koninklijke bode, maar onderweg lokt de vos de hond in een val, onder het voorwendsel dat het relieken van een heilige zijn die daar liggen. Roënel wordt door twee boeren duchtig afgeranseld en keert half doodgeslagen terug aan het hof.

    In plaats van met geweld wil men het dan met verstand proberen en men stuurt Brichemer het hert, een intellectueel die onder meer Latijn kan praten, als tweede bode. Brichemer wordt op het kasteel van Renart ontvangen met een pijlenregen, maar uiteindelijk gaat Renart toch met hem mee. Onderweg stoten zij op een boer met drie honden waaraan Renart weet te ontsnappen, maar Brichemer niet. Half doodgebeten keert Brichemer terug aan het hof.

    Kort daarna wordt koning Nobel ernstig ziek en niemand kan hem genezen. Grimbert de das gaat Renart opzoeken om hem te vertellen dat dit zijn kans is om alles goed te maken met de koning. Renart vertrekt met Grimbert naar het hof en onderweg plukt hij kruiden en steelt hij de tas van een slapende pelgrim, met daarin enkele medicijnen. Renart wordt aan het hof onvriendelijk ontvangen, maar dat verandert al snel als hij zijn bekende praatjes begint te verkopen. Bovendien helpt Tibert Renart tegen de beschuldigingen van Roënel door te liegen. Renart beweert dan dat hij koning Noble kan genezen, maar daarvoor heeft hij de pels van een wolf, een stuk hoorn en huid van een hert en een kattenpels nodig. Isengrin en Brichemer worden hier de dupe van, maar Tybert kan ontsnappen door weg te vluchten van het hof. Renart wikkelt de koning in de pelsen en geeft hem enkele medicijnen waardoor hij veel winden moet laten. Al snel is de koning inderdaad genezen en hij is Renart zeer dankbaar. Renart krijgt van de koning een geleide van honderd ridders om veilig terug naar huis te kunnen keren.

    Aantekeningen

    Een nogal saaie en clichématige branche (weer die dagingen van de vos en weer die mooipraterij die hem redt), waarvan het tweede deel aansluit bij de ook in de middeleeuwen invloedrijke aesopische traditie van de fabel van de zieke leeuw. In het begin van de tekst enkele malen een negatief beeld van Renart vanuit het perspectief van de verteller-auteur: Renart die de duivel in persoon is [vers 9] en Renart die de bron van alle kwaad is [vers 29].

    [11/08/04]

    23-02-2011 om 22:59 geschreven door Eric De Bruyn  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    21-02-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ROMAN de RENART: Branche IX (Renart et le vilain Liétard)

    Branche IX : Renart et le vilain Liétard (anoniem) ca. 1200?

    [Martin IX – Roques X – Strubel XII – Fukumoto 28]

    Deze vrij lange branche (2.212 verzen) wordt door Dufournet [II ed. 1985: 501] in het jaar 1200 geplaatst. Wenseleers [1993: 278] dateert ‘ca. 1226-29?’. Van Daele heeft het over ‘het einde van de twaalfde eeuw’. In het eerste vers noemt de anonieme auteur zichzelf un prestre de la Croiz en Brie (Croix-en-Brie bij Nangis, Champagne).

    Zie voor de Oudfranse tekst Dufournet II ed. 1985: 80-191.

    Voor een (niet altijd betrouwbare) Nederlandse vertaling: Paul van Keymeuelen, “Reynaert en Liétard (branche XII)”, in: Tiecelijn, jg. 17, nr. 1 (maart 2004), pp. 23-48.

    Korte inhoud

    Op een dag is de rijke boer Liétard met zijn ossen aan het ploegen en hij is ontevreden over één van hen, de oude en traag geworden Rogel. Hij sakkert op de os en vloekt dat de beer of de wolf hem mogen komen halen. Brun de beer, die net in de buurt is, heeft dit gehoord en komt de os opeisen. Liétard belooft dat Brun de os de volgende ochtend zal krijgen, maar als de beer weg is, beklaagt hij zichzelf, luidop jammerend. Renart, die net een groep jagers en honden ontvlucht is, hoort deze jammerklacht en belooft de boer te helpen, als hij diens haan Blanchard krijgt. De boer belooft Renart nog tien kippen bovenop als die erin slaagt Rogel te redden.

    De volgende ochtend wordt Renarts plannetje uitgevoerd. Wanneer Brun de os komt opeisen, blaast Renart op een jachthoorn en maakt hij veel lawaai, zodat de beer denkt dat de graaf op jacht is. Hij smeekt Liétard om hem te begraven onder het zand van één van de groeven en om hem niet te verraden. Liétard stemt toe, maar als de beer bedolven is onder de aarde, slaat hij hem met een bijl de kop in en steekt hij een mes door zijn keel. Opdat hij niet wegens stropen zou gestraft worden door de lokale graaf, komt hij ’s nachts met zijn vrouw, een dochter en een knecht Brun op een kar laden, waarna het vlees verborgen wordt in huis.

    De volgende dag komt Renart zijn beloning ophalen, maar op aanraden van zijn vrouw probeert Liétard Renart aan het lijntje te houden met een smoesje (Blanchard zou oud en taai zijn en heeft enkele weken nodig om weer vetgemest te worden). Als Renart hier echter niet in trapt, laat Liétard drie waakhonden los die Renart danig toetakelen. De vos kan ternauwernood ontsnappen en wordt in zijn burcht verzorgd door Hermeline. Op haar aanraden steelt Renart, zodra hij hersteld is van zijn wonden, de drijfriemen van Liétard, zodat deze niet meer kan ploegen. Timert, de Spaanse ezel van Liétard, heeft echter een plannetje: hij zal vóór de poort van Malpertuis gaan liggen en zich dood houden. De vos en de vossin zullen hem dan door middel van de drijfriemen proberen binnen te trekken, en als ze aan hem vasthangen, zal hij opspringen en en hen naar Liétard brengen.

    Zo geschiedt. Hermeline is enthousiast als ze de ‘dode’ ezel ziet liggen, maar Renart is achterdochtig. Na een kibbelpartij met zijn vrouw, die hem beschuldigt van lafheid, laat hij zich toch vastbinden, maar als hij ziet dat Timert zijn kop even beweegt, laat hij zich weer losmaken. Hermeline blijft echter ruziën en bindt zichzelf vast aan de ezel, die begrijpt dat Renart hem door heeft, opspringt en Hermeline naar Liétard sleept. Deze probeert Hermeline met een bijl te doden, maar Hermeline maakt een rare sprong en Liétard hakt per ongeluk de bil van Timert af, zodat de vossin kan ontsnappen, mét de ezelsbil.

    Renart zoekt vervolgens Liétard op en dreigt dat hij hem zal verraden aan de graaf (in verband met het stropen). Liétard begrijpt dat hij aan het kortste eind trekt: hij doodt in opdracht van de vos zijn drie waakhonden, en schenkt Renart Blanchard en nog tien kippen. Renart keert nog verscheidene malen weer naar Liétard en wordt door de boer en diens vrouw telkens vergast op eenden en kippen, totdat de boer niets meer overheeft.

    In een korte epiloog zegt de anonieme auteur dat dit verhaal zijn debuut is en hij vraagt om eventuele debutantenfoutjes door de vingers te kijken.

    Aantekeningen

    Bijzonder geslaagd is deze branche niet te noemen: de vaak té uitgebreide monologen en de talrijke herhalingen maken het geheel nogal langdradig. Koddig is echter wel het ruziënde vossenpaar. Verder bevat deze branche een aantal merkwaardigheden: Brun de beer die hier gedood wordt, het feit dat de rijke boer Liétard gehuwd is met een vrouw van adellijke komaf (zie vers 988) en Renart die zich beklaagt dat hij bedrogen werd, nu hij eindelijk eens een keer iets goeds wou doen (verzen 1400-1424: wie in deze wereld kwaad doet wordt beloond, wie goed doet wordt gestraft). In de verzen 486-490 heeft Renart zich aan Liétard nochtans gepresenteerd als iemand die aan het hof van Nobel vaak het recht krom en het kromme recht heeft gemaakt, ‘zoals daar de gewoonte is’. Ook het beeld dat in deze branche van de boer (vilain = dorper) opgehangen wordt, is erg negatief: boeren zijn niet te vertrouwen en geven het slechte voorbeeld (verzen 1930-1935, het is Hermeline die daar spreekt).

    Noterenswaard is ten slotte ook nog vers 2180, waar Renart achter de rug van Liétards vrouw grimassen zit te maken: Renart li fet sovent la moe. De Middelnederlandse zegswijze ‘de mouw maken’ is hier ongetwijfeld mee verwant.

    [21/02/11]

    21-02-2011 om 23:16 geschreven door Eric De Bruyn  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    17-02-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.CD: Keeper of the flame (Golden Earring) 1989

    Golden Earring: Keeper of the flame (1989)

    Tien nieuwe nummers, die helaas vrij snel gaan vervelen na soms een goeie intro en bovendien onderling erg inwisselbaar zijn, met dus als resultaat een zwak, weinig geïnspireerd album. Zelfs de twee singles, My killer my shadow [10] en Turn the world around [5] zijn bijzonder matig. Alle nummers werden geschreven door Kooymans en Hay, behalve Keeper of the flame [4] (Gerritsen en Hay) en Distant love [8] (Gerritsen)/ Voor de rest valt hier bitter weinig interessants te melden.

    Quotering: 2 (09/01/11)

    Klassiekers: geen.

    17-02-2011 om 22:40 geschreven door Eric De Bruyn  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.CD: Live (Golden Earring) 1977

    Golden Earring: Live (1977)

    Al jaren waren velen van mening dat de Earring op de eerste plaats een live-groep was en dat de groep de geëxciteerde sfeer van de koncerten op de plaat nooit kon waarmaken. Logischerwijze was het dan ook uitkijken naar een live-lp, die er in 1977 dan toch eindelijk kwam.

    Opgenomen in Engeland voor een blijkbaar wild-enthousiast publiek, vertelt dit dubbelalbum ons wel iets over de vorige albums van de groep, nieuw werk werd immers niet opgenomen. Van de tien tracks komen er vier van het Moontan-album, wat dus wel duidelijk het succesrijkste lp-werk van de groep was, terwijl van de twee lp’s met Robert Jan Stips slechts één nummer overleeft: To the hilt, en dan nog in een grondig gewijzigde versie. Die stijlperiode heeft de Earring in 1977 dus wel definitief afgezworen. Drie nummers komen van het meest recente album Contraband en de twee overige nummers zijn She flies on strange wings en Eight miles high.

    Het begint met een zeer middelmatige, onzuivere versie van Candy’s going bad [A1], het Moontan-openingsnummer. Ze zijn nog niet warmgespeeld, zullen we maar denken. Na wat gelul van Barry en de door George gezongen intro: EEN TWEE DRIE VIER (in het Hollands!) en we zijn vertrokken: een primadeluxe versie van She flies on strange wings [A2], véél beter en swingender dan de lp-versie! Kant A wordt afgesloten met Mad love’s coming [A3], het fraaiste nummer van de Contraband-lp. Zeer mooi opgebouwd, maar wij prefereren toch de minder ruige, technisch perfectere studioversie.

    Op kant B wordt eerst het Byrds-nummer Eight miles high [B1] gebruikt als basis om eens lekker op uit te freaken. Erg mooi hoe na de stilte-break de energy weer torenhoog opgebouwd wordt. Goeie versie, echter niet noodzakelijk beter dan de lp-versie uit 1969 (die ook langer en rijker is). Vanilla queen [B2] is echter slappemans: voegt niets toe aan de studioversie uit Moontan, wordt integendeel veel te lang uitgesponnen. Alleen de uittro zorgt voor enige opwinding.

    Hoe het wél moet, blijkt uit To the hilt [C1], het eerste nummer van kant C: stukken meer excitement dan op de lp met dezelfde naam, wat toch nog maar eens bewijst dat die Stips-invloeden niet helemaal aan de Earring besteed waren. Fighting windmills [C2] dan. In het tussenstuk laat Eelco even twee steken vallen, maar goed, verder voegt het niet veel toe aan de versie op Contraband. Duurt trouwens ook weer veel te lang. Ook Con man [C3], dat ons op Contraband al minder kon bekoren, is te lang en te weinig vernieuwend. Tijd dan voor de bisnummers op kant D. Radar love [D1] is in deze versie nog eens opnieuw op single uitgebracht, maar grandioos geflopt. Begrijpelijk, want wie het graag hoorde, had het al. Toch een prima rockende versie van deze beste single van de Golden Earring ooit, hoor. Just like Vince Taylor [D2] is een swingende uitsmijter maar duurt ook weer iets te lang.

    De nadruk ligt hier op het loodzware werk en er worden weinig adempauzes gelaten. Dit album is gevuld met helse gitaarsoli, krijserig gezang van Hay en lekker ritmisch gebeuk van Rinus en Cesar en het blijkt dat de Earring echt wel een zaal in bedwang weet te houden en dat het een goeie energy-band is. Maar met slechts een drietal écht uitstekende nummers kan het totaaloordeel toch niet jubelend zijn.

    Quotering: 3 (06/11/10, met verwerking van oude notities)

    Klassiekers: She flies on strange wings, To the hilt, Radar love.

    17-02-2011 om 22:39 geschreven door Eric De Bruyn  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.CD: Contraband (Golden Earring) 1976

    Golden Earring: Contraband (1976)

    Robert Jan Stips is dus vertrokken (maar heeft hier nog een klein beetje meegewerkt aan een drietal nummers) en Eelco Gelling, vroeger stergitarist bij Cuby and the Blizzards is nu tweede gitaar komen spelen: ongetwijfeld een verrijkende aanwinst voor de groep. De stijl is ondertussen opnieuw geëvolueerd naar rechttoe/rechtaan-rock’n’roll, en dat is helemaal niet nefast, integendeel. Met die uitstekende tweede gitarist erbij en met het na al die jaren verworven vakmanschap is de Earring gaan behoren tot de upper-ten van de high speed-energy bands all over the world. Geen nieuwe, originele dingen, maar toch leuke muziek, dat wel. Alles werd weer geschreven door het duo Kooymans-Hay.

    Deze keer staat de single eens niet aan het begin van kant B, maar aan het begin van kant A. Bombay [A1] is een excellente, sfeerscheppende binnenkomer en een prima singletje. Sueleen [A2], met een tekst over een horendrager, is eveneens uitstekend met prachtig dubbel gitaarwerk. Grandioos is hoe in het laatste gedeelte de muziek opgebouwd wordt tot een geweldige climax. Een onvervalste verademing na het vaak al te ambiteuze werk op To The Hilt. Con man [A3] rockt af en toe wel lekker, maar indertijd vonden wij dit al het minst sterke nummer van het album. Af en toe wat te lawaaierig ook. En toch niet echt slecht, hoor.

    Nee, dan Mad love’s coming [B1], de opener van de B-kant. Geloof ons (en als u ons niet gelooft, luister zelf een keer): één van de beste nummers ooit door de Earring op plaat gezet en ongetwijfeld het beste nummer van deze Contraband. Kooymans en Gelling schitteren op gitaar. Ook Fightin’ windmills [B2] is erg goed, vooral de ijzersterke brug in het midden. Goeie vondst ook: die draaiende molenwieken op het einde waarbij dan onmiddellijk het volgende nummer, Faded jeans [B3], een stevige rocker, aansluit. Time’s up [B4] is een rustige, mediumtempo-uitgeleide, uitzonderlijk gezongen door Kooymans. Het zou een mooie laatste song geweest zijn (die titel en die tekst!). Hier had de groep kunnen splitten.

    Echt wel een meer dan middelmatig album. De stijlverandering is duidelijk en efficiënt: geen toetsen- en synthesizergepriemel meer, maar stevig en eerlijk gitaarwerk en volwassen rockmuziek. Het zou een mooi afscheidsalbum kùnnen geweest zijn.

    Quotering: 4 (04/11/10, met verwerking van oude notities)

    Klassiekers: Bombay, Sueleen, Mad love’s coming, Fightin’ windmills, Faded jeans.

    17-02-2011 om 22:38 geschreven door Eric De Bruyn  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.CD: To the hilt (Golden Earring) 1975

    Golden Earring: To The Hilt (1975)

    Onder invloed van Robert Jan Stips (wiens toetsenwerk hier opvallend op de voorgrond treedt) bouwen de Earring verder aan een nieuwe (minder swingende, meer gesofistikeerde, door sommigen ‘arrogant’ genoemde) stijl. Lang zou dat echter niet duren, want dit album bracht hun muziek wel onder de aandacht van een ietwat ouder, kritischer rockpubliek, maar de oude fans lieten bij trosjes verstek gaan. Resultaat: Robert Jan diende zijn ontslag in en de groep keerde met rasse schreden terug tot de oude stijl.

    De binnenkomer Why me? [A1] (alles werd weer geschreven door Kooymans en Hay, alleen aan dit nummer en aan B1 en B2 schreef die mysterieuze John Fenton weer mee) is nochtans een vlot-ritmisch nummer dat echt wel goed in het gehoor ligt, behalve dan het veel minder sterke refrein. En toegegeven: een erg geslaagd instrumentaal bruggetje in het midden, mede dankzij het toetsenwerk van Stips. Goeie uittro, ook. Facedancer [A2] begint lekker en drijft op een aardige riff, maar al snel blijkt de melodie erg zwak te zijn. To the hilt [A3] is een redelijk sterk titelnummer, maar de liveversie op Live (1977) is stukken beter. Even signaleren overigens dat de technische opnamekwaliteit van heel dit album flink tegenvalt, zeker in vergelijking met de prima sound van Moontan, een paar jaar eerder. Hier klinken de drums als pottendeksels. Nomad [A4] is weer een lang nummer van zeven minuten. Het is een zwak, duister en ietwat ongemakkelijk stemmend nummer met een sterke brug in het midden, waarna het geheel toch weer ontaardt.

    Kant B opent bij de Earring traditoneel met de single. Deze keer is het Sleepwalking [B1] dat (alweer, net als Instant poetry) overduidelijk enkele onbeschaamde echo’s van Radar Love bevat. Al bij al is het een nogal vlot nummer, maar toch niet om over naar huis te schrijven. Toch herinneren wij ons nog goed dat wij als dj op de weinig geslaagde Drempel-td aan de UIA, ter gelegenheid van het verschijnen van de eerste aflevering van ons literaire tijdschrift Drempel, met dit nummer (en met daar onmiddellijk bij aansluitend het volgende) eindelijk een aantal mensen op de dansvloer kregen. Latin lightnin’ [B2] is dan ook met glans het prijsbeest van dit album: een vlot en swingend ding met prima gitaarwerk van Kooymans en een korte maar hevige saxsolo. Nog altijd spijt dat wij toen in 1976 Nicole Gestels niet binnengedraaid hebben tijdens deze Latin lightnin’. De afsluiter Violins [B3] is de langste track van de plaat (meer dan tien minuten) en - ondanks de ambitie die er duidelijk uit spreekt - niet veel meer dan een erg middelmatig nummer.

    To The Hilt is een onbevredigend album met weliswaar hier en daar goede momenten, maar alle fans waren en zijn het erover eens: dit is de échte Earring niet.

    Quotering: 3 (04/11/10, met verwerking van oude notities)

    Klassiekers: To the hilt, Latin lightnin’.

    17-02-2011 om 22:37 geschreven door Eric De Bruyn  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.CD: Switch (Golden Earring) 1975

    Golden Earring: Switch (1975)

    In 1974 verscheen geen werk van Golden Earring, behalve dan de single Instant Poetry, een schaamteloze en voorspelbare (en dan ook geflopte) doorslag van Radar Love (met op de b-kant het van Together heropgeviste en lichtjes herwerkte From heaven from hell). De groep had het te druk met touren en promoten van het vorige album in Engeland en Amerika, wat trouwens zijn vruchten afwierp (800.000 stuks van Moontan verkocht in de USA, net geen goud!). Nu was Moontan inderdaad een dot van een plaat, maar het probleem was (zoals dat steeds gaat) een goeie opvolger te produceren. Die opvolger verscheen in 1975 en in totaal was het reeds het tiende album van de groep, die ondertussen uitgebreid werd tot een vijftal met ex-Supersister toetsenman/brein Robert Jan Stips. Onder zijn bescheiden invloed werd de muziek duidelijk een stuk minder swingend en meer gesofistikeerd. Dat schoot menige fan in het verkeerde keelgat. De verkoop werd een eind teruggeslagen en de vraag was of het niveau van vroeger nog ooit zou kunnen bereikt worden …

    Alle nummers werden weer geschreven door Kooymans én Hay en geproducet door Golden Earring zelf. Binnenkomer is Intro/Plus minus absurdio [A1]: na een Pink Floyd-achtige intro barst een stevig- ritmisch en semi-instrumentaal nummertje los dat slechts drie minuten duurt en waar weinig slechts over valt te zeggen. Love is a rodeo [A2] is ook behoorlijk ritmisch, maar klinkt toch anders dan vroeger, door het opvullende toetsenwerk van Stips: de sound werd er minder heavy, ‘properder’ door. The Switch [A3], het titelnummer, is nochtans uitstekend met prima gitaarwerk van Kooymans. Kant A wordt afgesloten door Kill Me (Ce Soir) [A4], de matige single met een duistere tekst van J. Fenton. Het violenwerk van Stips is overdone.

    Wat Tons of time [B1], de binnenkomer van kant B, betreft: de trendgevoelige Earring hebben ook zo’n reggae-achtig nummertje opgenomen. Veel meer valt er niet over te zeggen. Daddy’s gonna save my soul [B2] begint als een lekker swingend nummer met een toffe riff, maar de zwakke melodie en het lelijke refrein verknoeien al gauw alles. Troubles & hassles [B3] is, het spijt ons het te moeten zeggen, gewoon een rotnummer. En The lonesome D.J. [B4] is een goeie, door Kooymans gezongen tekst (over een dj die live via zijn radioprogramma zijn weggelopen lief probeert terug te halen) op slechte muziek.

    Niet te verwonderen dat dit album een flop werd: de stijlverandering is zeker niet ten goede gebeurd (en een zekere Dirk Dauw ooit in Spectator maar debiteren dat de stijl niét veranderd is!). Op een paar nummers na een teleurstellend werkstuk (vooral de B-kant is compleet ondermaats), zeker zo onmiddellijk na het uitstekende Moontan.

    Quotering: 2,5 (30/10/10, met verwerking van oude notities)

    Klassiekers: The switch.

    17-02-2011 om 22:36 geschreven door Eric De Bruyn  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.CD: Moontan (Golden Earring) 1973

    Golden Earring: Moontan (1973)

    Dit album, het negende, betekende een belangrijk keerpunt in het bestaan van de groep. De bedoeling was de Engelse en Amerikaanse markten veroveren, en als dat niet lukte, zouden ze ermee ophouden. Het lukte. De single Radar Love beklom de angelsaksische hitparades gezwind en ook het album verkocht geweldig. Niet ten onrechte, want Moontan is wel degelijk het beste wat de groep ooit geproduceerd heeft. Ze zijn er jammer genoeg daarna niet in geslaagd het niveau van deze lp te handhaven, en hun internationale populariteit daalde dan ook overeenkomstig.

    De plaat is gestoken in een erg mooie openklapbare hoes met als eye-catcher een halfnaakte, in pluimen gehulde showgirl die een bleek ‘moontan-kleurtje’ vertoont (alsof ze lang in de maneschijn heeft gelegen, naar analogie met ‘suntan’). Opvallende première is dat alle nummers samen geschreven zijn door Kooymans en Hay (een zekere J. Fenton werkte ook mee aan de teksten van A2 en A3). Ook opvallend: Fred Haayen heeft niet meer geproducet, dat doet Golden Earring nu zelf.

    Candy’s going bad [A1] is het prima openingsnummer: technisch tot het uiterste verzorgd, met een kleurrijke variëteit aan instrumenten, wat allemaal leidt tot een toch wel zeer eigen geluid. Ook na de break in het midden blijft het uitstekend. Het bijna tien minuten durende Are you receiving me [A2] is voor ons het beste nummer wat de Earring ooit hebben gepresteerd, vooral dan van omwille van het toch wel zéér, zéér sterke lange tussenstuk, dat vertrekt van enkele baslijntjes en dan crescendo naar een ware climax toegroeit. De A-kant wordt afgesloten door Suzy Lunacy (Mental Rock) [A3], een vlotte rocker die toch het minste nummer van de plaat is, wat op zich al aangeeft hoe hoog het niveau hier ligt.

    Opener van kant B: Radar Love [B1], zonder ook maar enige twijfel de beste single ooit door de Golden Earring uitgebracht. Gecovered door talloze andere groepen en ooit verkozen tot “beste radiosong aller tijden”. Het kan tellen! Just like Vince Taylor [B2] is weer zo’n stevige rockerd, net als A3, maar moet toch onderdoen voor de laatste track, The Vanilla Queen [B3] die kan beschouwd worden als het titelnummer (één vers luidt: Secret of your beauty / Was your moontan and your fear). Dit nummer bereikt zo ongeveer hetzelfde indrukwekkend hoge niveau als A2. Na de experimentele break in het midden krijgen we nog een instrumentale uitsmijter om duimen en vingers bij af te likken.

    Moontan was in 1973 de uiteindelijke bekroning van een tiental jaren wriemelen en wroeten in de marge. Een topalbum van een uitstekende en gerijpte continentale groep. Jammer genoeg was de vreugde van korte duur. Ergens in 1973 moet het ook geweest zijn dat wij de Golden Earring live aan het werk zagen in de Roma te Borgerhout (Antwerpen).

    Quotering: 4,5 (30/10/10, met verwerking van oude notities)

    Klassiekers: Are you receiving me, Radar Love, The Vanilla Queen.

    17-02-2011 om 22:35 geschreven door Eric De Bruyn  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.CD: Together (Golden Earring) 1972

    Golden Earring: Together (1972)

    Het achtste album werd Together gedoopt om de toenemende geruchten rond een nakende split van de groep (zie ook de in 1972 verschenen soloalbums van Kooymans en Hay) tegen te spreken. George Kooymans is nog altijd de belangrijkste songleverancier van de groep: van de acht tracks is er slechts één niét van hem.

    De binnenkomer, die ook door George gezongen wordt, is meteen het prijsbeest van dit album. All day watcher [A1] is een lekker stevig mediumtempo-nummer dat meteen de sfeer erin brengt. Het bescheiden rockerdje Avalanche of love [A2] drijft moeiteloos verder op die sfeer maar is toch duidelijk iets minder sterk. Het was ook het b-kantje van de uit dit album getrokken single (zie B1). Cruisin’ Southern Germany [A3] van Barry Hay is het enige niet-Kooymans-nummer. Het is een niet onaardig ding, weer zo’n hikkend ritme waar Hay het patent op lijkt te hebben. De langste track van de plaat is Brother Wind [A4] en valt binnen het progressieve rock-kader dat dit album brengt niet uit de toon. In het lange instrumentale middenstuk horen we eerst eindelijk nog eens de dwarsfluit van Hay, waarna Gerritsen even uitfreakt op orgel en Cesar vervolgens een drumsolo ten beste mag geven.

    De B-kant opent met de redelijk succesvolle single Buddy Joe [B1], een lekker gitaarnummer (ofschoon wij er indertijd niet zo gek van waren, achteraf bekeken een beetje ten onrechte eigenlijk). Opvallend zijn vooral die plongplong-gitaar en de aansprekende riff. Jangalene [B2] bestaat uit twee delen: in het eerste deeltje Kooymans flink rockend op akoestische gitaar, in het tweede deeltje valt de rest van de groep in en krijgen we een niet onaardig stukje rock’n’roll waarin de mondharmonica een opvallende rol speelt. From heaven from hell [B3] begint een stuk rustiger maar gaat dan over in stevige elektrische rock. Na het wat Beatles-achtige refrein nog eens een rustig en een stevig stuk en nog eens het refrein. Toch duidelijk één van de zwakkere tracks. Thousand feet below you [B4] vormt de ongecompliceerd swingende uitsmijter van dit album vol ietwat ruwe, weinig gesofistikeerde maar verder goudeerlijke jaren zeventig-progrock.

    Together was als geheel een sterker album dan het wat magere Seven Tears, maar anderzijds was het toch ook duidelijk dat er een zekere matheid en voorspelbaarheid in het werk van de groep aan het sluipen was. Er was met andere woorden behoefte aan een nieuwe impuls. Dat die nieuwe impuls er zat aan te komen, was in elk geval nog niet te merken aan de vlakke en onbelangrijke single Stand by me, die in september 1972 werd uitgebracht.

    Quotering: 3,5 (25/10/10, met verwerking van oude notities)

    Klassiekers: All day watcher, Buddy Joe.

    17-02-2011 om 22:34 geschreven door Eric De Bruyn  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.CD: Only parrots, frogs and angels (Barry Hay) 1972

    Barry Hay: Only parrots, frogs and angels (1972)

    George Kooymans en Barry Hay hadden allebei nog een aantal nummers liggen die niet zo direct geschikt waren voor het Earring-repertoire. Een uitlaatklep voor deze opgekropte creativiteit vormde het maken van soloalbums. George bracht de lp Jojo uit, Barry het onderhavige album. Beide platen flopten.

    Na de ‘openingsmars’ ontspint zich Xena [A1], een lekker-ritmisch nummer met een akoestische break middenin en een zeer vage tekst. Sometimes three times [A2] bestaat uit drie akoestische strofen, telkens gevolgd door een elektrisch instrumentaal stuk. Onder meer met Herman van Veen op elektrische viool. Aardig. De A-kant sluit af met Oh lordy I’m gonna try [A3], een huilerig bluesy nummertje. Hay heeft voor zoiets niet echt de stem. Wel een sterk refrein.

    Roll another rock [B1] is de geflopte single. Erg ritmisch, maar weinig melodieus. I want to be with you [B2] is een ingetogen, akoestisch liefdesliedje. Nogmaals: Hay heeft hier geen stem voor, hij is meer een ‘powerzanger’. Wel mooi fluitspel. Did you really mean it [B3] is een leuk mediumtempo-nummertje en de plaat wordt afgerond met Once upon a time [B4] een lang en leerzaam sprookje tegen een zeer ritmische muzikale achtergrond.

    In zijn geheel een te ongelijke en te onsamenhangende lp om echt goed te zijn. En verder totaal onbelangrijk natuurlijk.

    Quotering: 3 (27/10/10, met verwerking van oude notities)

    Klassiekers: geen.

    17-02-2011 om 22:33 geschreven door Eric De Bruyn  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    Archief per week
  • 23/11-29/11 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 13/04-19/04 2020
  • 10/02-16/02 2020
  • 20/01-26/01 2020
  • 28/10-03/11 2019
  • 02/09-08/09 2019
  • 26/08-01/09 2019
  • 19/08-25/08 2019
  • 12/08-18/08 2019
  • 05/08-11/08 2019
  • 22/07-28/07 2019
  • 15/07-21/07 2019
  • 27/05-02/06 2019
  • 14/08-20/08 2017
  • 26/06-02/07 2017
  • 12/06-18/06 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 08/05-14/05 2017
  • 17/04-23/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 05/12-11/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 14/11-20/11 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 31/10-06/11 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 03/10-09/10 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 29/08-04/09 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 23/05-29/05 2016
  • 28/03-03/04 2016
  • 01/02-07/02 2016
  • 18/01-24/01 2016
  • 11/01-17/01 2016
  • 04/01-10/01 2016
  • 21/12-27/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 17/08-23/08 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 27/07-02/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 06/07-12/07 2015
  • 29/06-05/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 11/05-17/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 29/12-04/01 2015
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 27/10-02/11 2014
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 25/08-31/08 2014
  • 18/08-24/08 2014
  • 11/08-17/08 2014
  • 28/07-03/08 2014
  • 21/07-27/07 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 07/07-13/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 26/05-01/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 21/04-27/04 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 27/01-02/02 2014
  • 30/12-05/01 2014
  • 23/12-29/12 2013
  • 16/12-22/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 02/09-08/09 2013
  • 26/08-01/09 2013
  • 19/08-25/08 2013
  • 12/08-18/08 2013
  • 05/08-11/08 2013
  • 29/07-04/08 2013
  • 22/07-28/07 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 08/07-14/07 2013
  • 01/07-07/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 17/06-23/06 2013
  • 10/06-16/06 2013
  • 27/05-02/06 2013
  • 20/05-26/05 2013
  • 13/05-19/05 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 22/04-28/04 2013
  • 15/04-21/04 2013
  • 08/04-14/04 2013
  • 01/04-07/04 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 24/09-30/09 2012
  • 17/09-23/09 2012
  • 27/08-02/09 2012
  • 20/08-26/08 2012
  • 13/08-19/08 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 23/07-29/07 2012
  • 16/07-22/07 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 25/06-01/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 13/02-19/02 2012
  • 06/02-12/02 2012
  • 30/01-05/02 2012
  • 23/01-29/01 2012
  • 09/01-15/01 2012
  • 02/01-08/01 2012
  • 24/12-30/12 2012
  • 19/12-25/12 2011
  • 12/12-18/12 2011
  • 05/12-11/12 2011
  • 28/11-04/12 2011
  • 21/11-27/11 2011
  • 14/11-20/11 2011
  • 07/11-13/11 2011
  • 31/10-06/11 2011
  • 17/10-23/10 2011
  • 10/10-16/10 2011
  • 03/10-09/10 2011
  • 26/09-02/10 2011
  • 19/09-25/09 2011
  • 05/09-11/09 2011
  • 29/08-04/09 2011
  • 22/08-28/08 2011
  • 15/08-21/08 2011
  • 08/08-14/08 2011
  • 01/08-07/08 2011
  • 25/07-31/07 2011
  • 18/07-24/07 2011
  • 11/07-17/07 2011
  • 04/07-10/07 2011
  • 27/06-03/07 2011
  • 20/06-26/06 2011
  • 13/06-19/06 2011
  • 06/06-12/06 2011
  • 30/05-05/06 2011
  • 23/05-29/05 2011
  • 16/05-22/05 2011
  • 09/05-15/05 2011
  • 02/05-08/05 2011
  • 25/04-01/05 2011
  • 18/04-24/04 2011
  • 11/04-17/04 2011
  • 28/03-03/04 2011
  • 21/03-27/03 2011
  • 07/03-13/03 2011
  • 28/02-06/03 2011
  • 21/02-27/02 2011
  • 14/02-20/02 2011
  • 07/02-13/02 2011
  • 31/01-06/02 2011
  • 24/01-30/01 2011
  • 17/01-23/01 2011
  • 10/01-16/01 2011
  • 03/01-09/01 2011
  • 26/12-01/01 2012
  • 20/12-26/12 2010
  • 13/12-19/12 2010
  • 06/12-12/12 2010
  • 29/11-05/12 2010
  • 22/11-28/11 2010
  • 15/11-21/11 2010
  • 08/11-14/11 2010

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs