Golden Earring: To The Hilt (1975)
Onder invloed van Robert Jan Stips (wiens toetsenwerk hier opvallend op de voorgrond treedt) bouwen de Earring verder aan een nieuwe (minder swingende, meer gesofistikeerde, door sommigen arrogant genoemde) stijl. Lang zou dat echter niet duren, want dit album bracht hun muziek wel onder de aandacht van een ietwat ouder, kritischer rockpubliek, maar de oude fans lieten bij trosjes verstek gaan. Resultaat: Robert Jan diende zijn ontslag in en de groep keerde met rasse schreden terug tot de oude stijl.
De binnenkomer Why me? [A1] (alles werd weer geschreven door Kooymans en Hay, alleen aan dit nummer en aan B1 en B2 schreef die mysterieuze John Fenton weer mee) is nochtans een vlot-ritmisch nummer dat echt wel goed in het gehoor ligt, behalve dan het veel minder sterke refrein. En toegegeven: een erg geslaagd instrumentaal bruggetje in het midden, mede dankzij het toetsenwerk van Stips. Goeie uittro, ook. Facedancer [A2] begint lekker en drijft op een aardige riff, maar al snel blijkt de melodie erg zwak te zijn. To the hilt [A3] is een redelijk sterk titelnummer, maar de liveversie op Live (1977) is stukken beter. Even signaleren overigens dat de technische opnamekwaliteit van heel dit album flink tegenvalt, zeker in vergelijking met de prima sound van Moontan, een paar jaar eerder. Hier klinken de drums als pottendeksels. Nomad [A4] is weer een lang nummer van zeven minuten. Het is een zwak, duister en ietwat ongemakkelijk stemmend nummer met een sterke brug in het midden, waarna het geheel toch weer ontaardt.
Kant B opent bij de Earring traditoneel met de single. Deze keer is het Sleepwalking [B1] dat (alweer, net als Instant poetry) overduidelijk enkele onbeschaamde echos van Radar Love bevat. Al bij al is het een nogal vlot nummer, maar toch niet om over naar huis te schrijven. Toch herinneren wij ons nog goed dat wij als dj op de weinig geslaagde Drempel-td aan de UIA, ter gelegenheid van het verschijnen van de eerste aflevering van ons literaire tijdschrift Drempel, met dit nummer (en met daar onmiddellijk bij aansluitend het volgende) eindelijk een aantal mensen op de dansvloer kregen. Latin lightnin [B2] is dan ook met glans het prijsbeest van dit album: een vlot en swingend ding met prima gitaarwerk van Kooymans en een korte maar hevige saxsolo. Nog altijd spijt dat wij toen in 1976 Nicole Gestels niet binnengedraaid hebben tijdens deze Latin lightnin. De afsluiter Violins [B3] is de langste track van de plaat (meer dan tien minuten) en - ondanks de ambitie die er duidelijk uit spreekt - niet veel meer dan een erg middelmatig nummer.
To The Hilt is een onbevredigend album met weliswaar hier en daar goede momenten, maar alle fans waren en zijn het erover eens: dit is de échte Earring niet.
Quotering: 3 (04/11/10, met verwerking van oude notities)
Klassiekers: To the hilt, Latin lightnin.
|