Branche X : Renart Médecin (anoniem) 1180-90
[Martin X Strubel XV Roques XIX]
Renart Médecin (Renart als medicijnman) werd volgens Dufournet [II ed. 1985: 499] geschreven in de periode 1180-90. Volgens Wenseleers [1993: 276] is de datering eind 1191 (met vraagteken).
Zie voor de Oudfranse tekst Dufournet II ed. 1985: 192-279 (alwaar de branche 1.704 verzen telt).
Voor een (niet altijd betrouwbare) Nederlandse vertaling, zie Paul van Keymeulen, Reynaert als medicijnman. Branche XV van de Roman de Renart (nummering Strubel), in: Tiecelijn, jg. 14, nr. 1 (2001, 1ste kwartaal), pp. 3-35.
Vergelijk over deze branche ook Wenseleers 1993: 86-97.
Korte inhoud
Rond Pinksteren houdt koning Noble een hofdag waarop iedereen aanwezig is behalve Renart. De vos wordt zwartgemaakt door Ysengrin, maar daarna verdedigd door Tybert. Op aanraden van Belin zal de vos per brief naar het hof geroepen worden. Roënel de waakhond krijgt van de koning de opdracht om de brief te bezorgen. Renart gaat redelijk vlot mee met de koninklijke bode, maar onderweg lokt de vos de hond in een val, onder het voorwendsel dat het relieken van een heilige zijn die daar liggen. Roënel wordt door twee boeren duchtig afgeranseld en keert half doodgeslagen terug aan het hof.
In plaats van met geweld wil men het dan met verstand proberen en men stuurt Brichemer het hert, een intellectueel die onder meer Latijn kan praten, als tweede bode. Brichemer wordt op het kasteel van Renart ontvangen met een pijlenregen, maar uiteindelijk gaat Renart toch met hem mee. Onderweg stoten zij op een boer met drie honden waaraan Renart weet te ontsnappen, maar Brichemer niet. Half doodgebeten keert Brichemer terug aan het hof.
Kort daarna wordt koning Nobel ernstig ziek en niemand kan hem genezen. Grimbert de das gaat Renart opzoeken om hem te vertellen dat dit zijn kans is om alles goed te maken met de koning. Renart vertrekt met Grimbert naar het hof en onderweg plukt hij kruiden en steelt hij de tas van een slapende pelgrim, met daarin enkele medicijnen. Renart wordt aan het hof onvriendelijk ontvangen, maar dat verandert al snel als hij zijn bekende praatjes begint te verkopen. Bovendien helpt Tibert Renart tegen de beschuldigingen van Roënel door te liegen. Renart beweert dan dat hij koning Noble kan genezen, maar daarvoor heeft hij de pels van een wolf, een stuk hoorn en huid van een hert en een kattenpels nodig. Isengrin en Brichemer worden hier de dupe van, maar Tybert kan ontsnappen door weg te vluchten van het hof. Renart wikkelt de koning in de pelsen en geeft hem enkele medicijnen waardoor hij veel winden moet laten. Al snel is de koning inderdaad genezen en hij is Renart zeer dankbaar. Renart krijgt van de koning een geleide van honderd ridders om veilig terug naar huis te kunnen keren.
Aantekeningen
Een nogal saaie en clichématige branche (weer die dagingen van de vos en weer die mooipraterij die hem redt), waarvan het tweede deel aansluit bij de ook in de middeleeuwen invloedrijke aesopische traditie van de fabel van de zieke leeuw. In het begin van de tekst enkele malen een negatief beeld van Renart vanuit het perspectief van de verteller-auteur: Renart die de duivel in persoon is [vers 9] en Renart die de bron van alle kwaad is [vers 29].
[11/08/04]
|