Iets heel anders dan de voorbije dagen is dit knapperig gebakje dat mooi oogt, niet te moeilijk is en bovendien super lekker ! Hoe begin je eraan :
Nodig voor 8 stuks :
1 ste deeg (buitenkant roosjes)
- 1 tas bloem
- 1 tas gesmolten en afgekoelde boter ( ong. 160 gr)
- 1 mespunt zout
- essence van oranjebloesem
- rode kleurstof ( ik had momenteel enkel braambessensiroop om te kleuren)
Dit alles mengen en in een ruimtekommetje afgedekt een half uurtje in de koelkast laten rusten.
Nodig voor de vulling :
- 2 koppen amandelpoeder
- 1 kop grof gemalen noten ( ik nam ook amandelen maar kunnen ook andere noten zijn)
- 1 kop bloemsuiker
- zeste van 1/4 citroen
- oranjebloesemessence...genoeg zodat je een pasta bekomt....zelf een beetje aanvoelen.
- honing om na afkoeling van het gebak de bovenkant ermee in te strijken.
Werkwijze : alles voor de vulling onder elkaar mengen en tot een lange worst rollen.
Na de rusttijd van het 1 ste deeg (buitenkant) rol je het dun uit met behulp van een deegroller en steek je er 5 rondjes uit met behulp van een limonadeglas. Je legt ze naast elkaar zodat ze elkaar een beetje overlappen. (zie de foto). De vulling die je tot worstjes hebt gerolt leg je nu in het midden op de cirkels. Rol dat de worst samen met de flapjes op. (zie foto). Snij met een mes tenslotte de rol in het middendoor. Zodat je telkens per opgerold geheel 2 roosjes hebt. Zet ze dan horizontaal op een met bakpapier bekleedde bakplaat.
Bak af gedurende 20 minuten op 180°C en nog 10 minuten op 200°C op het einde.
Na de baktijd laten afkoelen en met honing bestrijken.
Smakelijk !








|