Inhoud blog
  • ZONDAG FRONTPOËZIEDAG - FRAGMENT UIT REGENERATION
  • BESTE WENSEN
  • KIJKTIP - CHRISTMAS 1915
  • ZONDAG FRONTPOËZIEDAG - LILLI MARLEEN
  • OVER DE SCHREVE - DEUTSCHE KRIEGSGRÄBERSTÄTTE ANNOEUILLIN
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    IN VLAANDERENS VELDEN
    Een gids naar het verleden
    18-01-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ZONDAG FRONTPOËZIEDAG - 'O DOODE BROEDERS'
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Vandaag nog een gedicht van Fritz Francken - zie mijn blog van 11.01.2015. Het was wellicht het bekendste oorlogsgedicht van deze Antwerpse journalist dat als titel 'O doode broeders' droeg:

    Wij waren broeders in den kogelregen
    En sneden stuiten van hetzelfde brood.
    Wij hielden samen met een propje lood
    Den uitval van eenzelfden vijand tegen.

    Wij hebben saam op 't zelfde stroo gelegen.
    Ik stond naast u toen men uwe oogen sloot,
    En van uw bloed waren mijn handen rood.
    Uw tragisch hoofd was op mijn hart gezegen...

    Dit vroeg verscheiden heeft mijn laatre nachten
    Met 't vaag tumult van uw verstorven klachten
    En met den wenk van uwen blik gevuld.

    O broeders, laat mijn zwakke stem U wekken,
    En weert de zoden die uw lichaam dekken
    En weze 't zoendag voor ons aller schuld...

    18-01-2015 om 13:10 geschreven door janhuijbrechts  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (86 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    16-01-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.MOLENS STERVEN STAANDE - DEEL 6

    Omstreeks 1900 telde Beselare - nu een deelgemeente van Zonnebeke -  niet minder dan 8 windmolens. De grootste was zonder twijfel de 'Stenen Molen' van molenaar Rodolf Demyttenaere op 'Den Berg'.  Al in 1720 was er sprake van een houten oliemolen op deze site, maar deze werd in maart 1826 door een storm vernield en kort daarna vervangen door een monumentale stenen graan- en olieslagmolen. Op de zgn. 'Schuwe Maandag' (19 oktober 1914), toen de naderende Duitsers voor massahysterie zorgden in Zuidwest- Vlaanderen, sloeg ook de molenaarsfamilie op de vlucht. De volgende dagen en weken lag de molen midden in het gevechtsterrein en wellicht werd hij op 1 november '14 gedynamiteerd door Duitse genietroepen. In ieder geval restte er medio november '14 enkel een metershoge puinhoop waarboven de staande assen met de gigantische molenstenen van 2,30 m. diameter, een wiek en de kapspanten uitstaken. Na de onophoudelijke beschietingen tijdens de Derde Slag om Ieper in de zomer en herfst van '17 werd ook deze puinhoop van de aarde geveegd en bleven enkel de bijna 3 ton zware molenstenen over als getuigen van deze ooit zo grootse molen....        





    16-01-2015 om 10:18 geschreven door janhuijbrechts  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (170 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    15-01-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.KEMPISCHE HELDENHULDE - LOUIS HUYBRECHTS

    Op 21 maart 1918 werd bij een beschieting van een voorpost bij Sint Jacobs Kapelle, adjudant Ludovicus 'Louis' Huybrechts op slag gedood door granaatscherven. Deze Kempische oorlogsvrijwilliger  was op 19 augustus 1882 in Turnhout geboren. Op 4 augustus '14 was hij één van de allereerste oorlogsvrijwilligers uit de Speelkaartenstad. Op het ogenblik dat hij sneuvelde was hij adjudant in de 9e cie. 3/1 van het 3e Linieregiment en net voorgedragen om in Frankrijk een opleiding tot officier te gaan volgen. In oktober '17 was hij al, omwille van zijn betoonde moed op het slagveld, onderscheiden met het Oorlogskruis. Louis Huybrechts werd op 23 maart '18 begraven op de Belgische militaire begraafplaats van Hoogstade in graf nr. 619. Een paar weken na de begrafenis werd op zijn graf een heldenhuldezerk geplaatst. Deze zerk werd in 1925 door de Dienst der Militaire Grafsteden van deze site verwijderd en vervangen door een arduinen Belgische militaire standaardzerk.





    15-01-2015 om 09:36 geschreven door janhuijbrechts  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (69 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    14-01-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.NOODWONING HERENTALS
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Het wordt  nogal vaak vergeten dat de Grote Oorlog in de maanden september en oktober '14 ook een spoor van vernieling door de provincie Antwerpen trok. Duizenden woningen werden vernield, een veelvoud daarvan beschadigd. Veel getroffen bewoners konden noodgedwongen tijdelijk (en dit vaak voor jaren ) alleen in noodwoningen terecht. Vanaf 12 januari tot 1 februari kan u op de Grote Markt in Herentals terecht om een modelnoodwoning te bekijken die aan de hand van de originele plannen tot in de details werd gereconstrueerd door de leerlingen van het Vrij Technisch Instituut van Lier.  Dagelijks te bezoeken van 09.00u. tot 17.00 u. Inkom: vrij

    14-01-2015 om 09:28 geschreven door janhuijbrechts  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (24 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.LUISTERTIP - ALS IK ZING
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    ' 'k zing voor u frontsoldaoten ut den oorlog van veertien achttien

    van land en keuning verlaoten

    zelfs uw grafsteen wierd niet ontzien...'

    Een klassieker van Willem Vermandere : https://www.youtube.com/watch?v=F99OpYeVavc&list=PL7E9B0DC2BBE4BEDF&feature=player_detailpage

    14-01-2015 om 09:05 geschreven door janhuijbrechts  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (78 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    13-01-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.METAALDIEFSTALLEN (BIS)
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    De feiten die in september 2014 in Rabosée werden gepleegd - zie mijn blog van gisteren - zijn geen alleenstaand incident. Zo werden in de laatste week van de meimaand van vorig jaar op de begraafplaats van Vilvoorde en op de BMB te Mechelen van respectievelijk 83 en 69 militaire grafzerken de bronzen naamplaten gestolen. Toen er naar aanleiding van de diefstal in Rabosée concrete vragen in het Parlement werden gesteld in de commissie Landsverdediging naar de manier waarop dergelijke laag bij de grondse diefstallen kunnen vermeden worden was het antwoord van de minister Steven Vandeput (N-VA) heel wat minder concreet. De brave man kwam niet verder dan het formuleren van een aantal algemeenheden die er op neerkwamen dat 'defensie alles in het werk stelt om deze sites te onderhouden'.... Uitgerekend nu kunnen de BMB - in het raam van 100 jaar Grote Oorlog - eindelijk opnieuw weer rekenen op toenemende belangstelling en uitgerekend nu slaan alsmaar driester optredende koperdieven toe.... Ik weet dat het aantal mogelijkheden beperkt is maar kunnen er nu echt geen initiatieven genomen worden, bv. op basis van concrete afspraken  met de betrokken gemeentebesturen over een adequate plaatselijke toezichtregeling zodat de kans op een herhaling weliswaar niet kan vermeden, maar wel beperkt wordt.?

    En dan nog dit: toen ik vorig jaar op 10 november een bezoek bracht aan de BMB Duinenhoek in De Panne, trof ik daar op de rechtervleugel van de begraafplaats een tiental grafzerken zonder naamplaat aan (zie foto). Werden deze ook gestolen ? Ik kan mij in ieder geval geen persbericht hierover herinneren... Weet iemand precies wat hier gebeurd is ?


    13-01-2015 om 10:45 geschreven door janhuijbrechts  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (37 Stemmen)
    >> Reageer (1)
    12-01-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.NOG WAT OVER DE FLAMENPOLITIK
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Naar aanleiding van 100  Grote Oorlog schreef ik een paar maanden geleden volgend artikel voor het Vlaams-nationale tijdschrift 'Revolte', volgens mij sluit het mooi aan bij mijn blog van 10 januari:

     ‘EEN WAPPERING VAN IETS GROOTS…’: HET ACTIVISTISCHE EXPERIMENT

    ‘Nasionalisme, beredeneerd en geen sentimenteel geklets is het uitgangspunt van onze generasie’ Paul Van Ostaijen in het artikel ‘Nasionalisme en het nieuwe geslacht’ in het juni-nummer 1916 van ‘De Goedendag’

    Onmiddellijk na de Duitse inval in de zomer van 1914 overheerste de neiging om – zolang het land in gevaar verkeerde -  de ‘godsvrede’ in acht te nemen en niet alleen de politieke geschillen maar ook de Vlaamse kwestie te laten rusten. De koninklijke oproep aan de Vlamingen om de Slag der Gulden Sporen te herdenken oogstte dan ook heel wat bijval in kringen waar men voor de oorlog heel wat kritischer had gestaan t.o.v. de Belgische instellingen. Een aantal  anti-Vlaamse persartikels en de lange tenen van een aantal flaminganten zouden er echter voor zorgen dat de godsvrede al snel in het gedrang kwam. Zo verscheen er al in de eerste oorlogsmaand in het katholieke Antwerpse dagblad ‘La Métropole’ een reeks artikels waarin de Antwerpenaren en in het bijzonder de flaminganten verweten werd dat ze voor de oorlog met de Duitsers en pangermanisten hadden verbroederd.  Na de val van Antwerpen in oktober ’14 volgden er meer aanvallen in door Franstaligen geredigeerde vluchtelingenkranten. Op 21 december ’14 verscheen in het in Parijs uitgegeven ‘Le Petit Journal’  een artikel van de liberale Waal Gérard Harry ‘L’Union morale et verbale des races’ waarin deze beweerde dat Vlamingen en Walen voortaan zonder onderscheid verbonden zouden zijn in het anti-Germaanse verbond van de Franse taal…  Een bewering die op de zenuwen werkte van alle flaminganten die neutraal wensten te blijven.  Als reactie publiceerde de Antwerpse Atheneumleraar August Borms op 23 januari ’15 in het ‘Handelsblad’ zijn artikel ‘Vlamingen waakt !’ waarin werd opgeroepen waakzaam te zijn tegen dergelijke aantijgingen en trouw te blijven aan het motto ‘Noch Duits, Noch Frans, maar Vlaams..!’  

    Naast deze anti-Vlaamse oprispingen waren er nog twee belangrijke factoren die vele Vlaamsgezinden tijdens de Grote Oorlog tot een stellingname hebben gedwongen. In de eerste plaats waren er de alarmerende berichten over de discriminerende taaltoestanden in het Belgische leger, die leidden tot een verscherping van deze reeds voor de oorlog bestaande problematiek.  En ten tweede was er de door de Duitsers aangeboden steun, die de Vlamingen voor zich trachtten te winnen en die daarvoor dankbaar gebruik maakten van de Vlaamse kwestie. Dit was op zich overigens niet zo verwonderlijk want in het Oosten maakten de Duitsers ook bewust gebruik van een identitair parcours om zieltjes te winnen en hun eigen politieke agenda af te werken. Van Polen over Oekraïne tot de moslimwereld gebruikten ze het ‘Völkisches empfinden’ om te ageren tegen de gevestigde orde. Dus waarom zouden ze ook niet proberen de unitaire Belgische staat te destabiliseren ?

    In het kader van deze doelbewuste toenadering werd in januari ’15 al een ‘Commissie voor Vlaamse aangelegenheden’ opgericht. Een maand later werd deze commissie toegevoegd aan de net bij het bezettingsbestuur geïnstalleerde ‘Politische Abteilung’, die specifiek belast werd met het uitstippelen en implementeren van de zgn. ‘ Flamenpolitik’. Nog diezelfde februarimaand zag men al de ‘Flamenpolitik’ in actie toen in Duitse krijgsgevangenkampen Vlamingen en Walen van elkaar gescheiden werden. In de volgende maanden zocht de Politische Abteilung contact met verschillende Vlaamsgezinde voormannen en organisaties. De meest spectaculaire zet van de Duitsers was wellicht het besluit waarin gouverneur-generaal von Bissing op 2 december ’15 aankondigde dat de Gentse Rijksuniversiteit zou heropenen als een Nederlandstalige instelling. Besluit, dat in oktober ’16 zou gerealiseerd worden… De ‘Flamenpolitik’ was echter niet gebaseerd op een homogeen programma, zoals de Duitse historicus en kenner van het activisme Dr. Winfried Dolderer stelt, maar een ‘mengelmoes van tegenstrijdige belangen en bedoelingen aan Duitse kant’. Dit gebrek aan cohesie zou de verwarring in het Vlaamsgezinde kamp alleen maar groter maken.

    De anti-Vlaamse houding van de Belgische overheid bracht heel wat flaminganten in een dwangpositie. Een eenzijdig en kost wat kost in acht nemen van de godsvrede werd door velen op den duur als funest voor de Vlaamse zaak bekeken. Maar een openlijke voortzetting van de vooroorlogse strijd zou het aan de andere kant onvermijdelijk tot een breuk met de Belgische regering in ballingschap leiden en een aanvaarden van Duitse steun in de hand kunnen werken. Vrij snel na het begin van de Duitse bezetting begon de splitsing in de Vlaamsgezinde gelederen zich al af te tekenen. Op 24 oktober ’14 werd in Gent de groep Jong Vlaanderen opgericht waarvan een deel onder leiding van de germanofiele Friese dominee Jan Derk Domela Nieuwenhuis Nyegaard en met de actieve steun van de militaire overheid in het Etappegebied gewoon de annexatie van Vlaanderen door Duitsland voorstond. Aan de ander kant van het spectrum besloot op 16 november ‘14 een groep Vlaamsgezinden na heftige discussies in het Vlaams Huis in Brussel, over te gaan tot een passieve houding tijdens de bezetting.  

    In de zomer en het najaar van ’15 kwam in ieder geval een einde aan de onzekerheid over de officiële houding van de Belgische regering in Le Havre. Hiermee werd ook de meerderheid van de Vlaamsgezinden  voor de keuze gesteld tussen passivisme of activisme. De aanleiding was een telegram dat een aantal Vlamingen die actief waren in het in Nederland verschijnende dagblad ‘De Vlaamsche Stem ‘ op 11 juli ’15 vanop een Guldensporenfeest in Bussum naar koning Albert hadden gestuurd en waarin ze hun hoop uitspraken in diens ‘haute sagesse pour garantir la Flandre autonome dans la Belgique indépendante’. Het antwoord was een koude douche: ‘un pressant appel à tous les Belges pour que, evant l’ennemi, ils n’aient d’ autre souci que la libération du territoire’. Twee van de opstellers,  Antoon Jacob en René De Clercq gingen verder met het ontwikkelen van de zelfbestuur-gedachte en een officiële reactie bleef dan ook niet lang uit: bij K.B. van 5 oktober 1915 werd De Clercq als leraar ontslagen en Jacob geschrapt van de lijst van kandidaten voor een benoeming tot leraar. Deze maatregel zette kwaad bloed bij heel wat Vlaamsgezinden in het bezette gebied die tot dusver gezwegen hadden.  De kloof was hiermee definitief geworden en ook de gematigde activisten werden nu afgedaan als ‘landverraders’ wier loyauteit publiek in twijfel werd getrokken en die, ondanks de gevaren die ze daar zelf in zagen, in de richting van nauwere samenwerking met de Duitse bezetter werden gedreven.

    Het gros van de activisten streefde er aanvankelijk naar, gebruikmakend van de Duitse aanwezigheid, de vooroorlogse aanspraken van de Vlaamse beweging te verwezenlijken. Of zoals Dr. Maarten Rudelsheim het verwoordde: ‘Wat met de Belgische wet in de hand verdedigbaar was, mocht en moest de bezetter verwezenlijken’. Na de heftige reacties van de Belgische regering in ballingschap op de opening van de vernederlandste rijksuniversiteit in Gent evolueerde het activisme echter in meer radicale zin en koos het voor politieke autonomie;  voor een Vlaanderen in een federaal Belgisch verband of zelfs los van België.  

    Op 4 februari ’17 werd, tijdens een landdag waar verschillende activistische groeperingen vertegenwoordigd waren, besloten tot de oprichting van een ‘Raad van Vlaanderen’, die de Vlaamse eisen kenbaar moest maken en ze zoveel mogelijk moest realiseren. Vooral dan met het oog op de destijds spoedig verwachte vredesonderhandelingen. De meerderheid in deze raad werd gevormd door de radicale separatistische groeperingen Jong Vlaanderen en het katholieke Vrij Vlaanderen. De kleine fractie van unionisten die een federaal staatsmodel voorstonden telde wel een aantal leden die tot de belangrijkste voormannen van het activisme zouden uitgroeien zoals August Borms, Antoon Jacob, Maarten Rudelsheim en Herman Vos. Een van de eerste – en meest omstreden - daden van de Raad was het sturen van een delegatie van 7 leden naar Berlijn, waar de Rijkskanselier hen op 3 maart ’17 beloofde dat de bestuurlijke scheiding van België doorgevoerd zou worden en dat er bij mogelijke vredesonderhandelingen rekening zou worden gehouden met de Vlaamse eisen.  Vanuit politiek oogpunt was dergelijke missie misschien verdedigbaar, maar propagandistisch was het een miskleun van jewelste want door de grote ruchtbaarheid die eraan werd gegeven heeft ze de kloof tussen de activisten en de meerderheid van de bevolking sterk heeft verbreed.

    Nadat op 25 oktober ’16 door de Duitsers, bij wijze van voorproefje het ministerie van Wetenschappen en Kunsten in een Vlaamse en Waalse afdeling was gesplitst, volgde op 21 maart 1917 de officiële aankondiging van de bestuurlijke scheiding die geleidelijk op alle departementen zou worden doorgevoerd. Als reactie vaardigde de Belgische regering in april twee besluitwetten uit tegen hoogverraad en medewerking aan iedere vervorming van de wettelijke instellingen door de bezetter.  De oorspronkelijke opzet van de Raad om tot een vertegenwoordigend  lichaam met wetgevende bevoegdheid uit te groeien  is nooit gerealiseerd. Verschillende factoren verhinderden dat de machtspositie van de Raad hiervoor sterk genoeg werd. Om te beginnen vertegenwoordigde de Raad slechts een minuscuul deel van de bevolking. De activisten waren teveel ‘officieren zonder soldaten’ zoals Paul van Ostaijen het verwoordde. Ze realiseerden zich niet dat een revolutionaire minderheid geen kans op slagen heeft wanneer de massa niet bereid is ze te volgen. Het bondgenootschap met de Duitse bezetter was voor het grootste deel van de bevolking onaanvaardbaar. Ten tweede was er een manifest gebrek aan politiek geschoold kader en - nog belangrijker - aan eenheid onder de activisten. Zo slaagde de Raad van Vlaanderen er in ’17 niet in het eens te worden over een grondwetsontwerp, op basis waarvan, na de bestuurlijke, ook de politieke scheiding tot stand kon worden gebracht.  De belangrijkste rem op de verdere ontwikkeling van het activisme was echter wel  het feit dat de bezettende overheid – waarmee de Raad meer en meer botste – steeds minder vertrouwen in de activisten stelde. De Duitsers, die om de handen vrij te houden bij eventuele vredesonderhandelingen, uiteindelijk de voorkeur gaven aan een federalistisch België, stonden voortdurend op de rem. Ze lieten - tot groeiende frustratie van velen -niet toe dat de Raad met zijn radicale, separatistische meerderheid, meer dan een louter adviserend orgaan werd. Een aantal activistische kopstukken hadden door dat ze gemanipuleerd werden maar kon tegelijkertijd moeilijk in de hand bijten die hen voedde. Om zich uit deze positie te redden riep een nagenoeg unanieme Raad op 22 december ’17 – zonder voorkennis van de Duitsers – de politieke zelfstandigheid van Vlaanderen uit. De misnoegde Duitsers eisten daarop dat de Raad van Vlaanderen zich zou ontbinden en een nieuw samen te stellen Raad zichzelf zou legitimeren door het organiseren van een volksraadpleging. Deze ‘verkiezingen’ werden echter op heel wat plaatsen onmogelijk gemaakt door felle tegenmanifestaties. Hierdoor zag de bezetter zich verplicht op 3 maart ’18 de volksraadplegingen op te schorten.  De Duitsers beschouwden de ‘verkiezingen’ als mislukt en grepen dit aan om de door de Raad uitgeroepen zelfstandigheid van Vlaanderen niet te erkennen. Toch werd er een nieuwe Raad van Vlaanderen bijeengeroepen, maar deze kwam vrijwel onmiddellijk na de installatie opnieuw in botsing met de bezetter. De volgende maanden werden gekenmerkt door gehakketak met de Duitse overheid -  die uiteindelijk op 25 juli ’18 de Raad zelfs formeel verbood nog te vergaderen - en interne geschillen. Door de snelle ineenstorting van Duitsland als gevolg van het geallieerde eindoffensief bleek heel het activistische avontuur met een sisser af te lopen. De activistenjacht en repressie maakten een abrupt einde aan de ooit gekoesterde hoop. De gedesillusioneerde jonge Antwerpse activist Floris Couteele liet in november ’18 verstaan dat de wil echter niet gebroken was : ‘ In idealen geloven we niet meer. Alle idealen liggen geblutst langs de bloedige aftochtwegen van dezen oorlog. Lege conservenblikjes. Wij geloven in den idealistischen geest. Het activisme heeft ons, knus-burgerlijke non-combattanten in de schaduw van een geweldig-lelijke tijd een wappering van iets groots doen voelen. Daar zijn we het activisme dankbaar voor….’

    Na bijna een eeuw terugblikkend op het activistische experiment kan men niet anders dan vaststellen dat het een niet te veronachtzamen invloed uitgeoefend op de publieke opinie in Vlaanderen. Het polariseerde en stimuleerde de politieke bewustwording tijdens de bezetting en vormde een belangrijke fase in het organische groeiproces van de anti-Belgische vleugel in de Vlaamse beweging. Het wist bovendien op korte tijd een aantal belangrijke zaken te verwezenlijken: een volledig vernederlandste universiteit in Gent, een federalistische staatshervorming en de daadwerkelijke vervlaamsing van het openbare leven. Na de Grote Oorlog  was er  meer dan een halve eeuw nodig om hetzelfde programma grotendeels opnieuw te realiseren…

    Besluitend kan ik stellen dat de Vlaams-nationale politicus en historicus Hendrik Elias in 1969  de nagel op de kop sloeg toen hij stelde: ‘Dit was geen beweging die door de Duitsers in het leven werd geroepen. Het was, in een crisisperiode die door velen werd aangezien als de dageraad van een nieuwe tijd, de logische uitvloei van het nationalisme dat steeds in de beweging verscholen lag en juist op de vooravond van de oorlog zijn doorbraak vond van het culturele naar het politieke.’ Tegelijkertijd kan men niet naast het feit dat het activisme enkel kon manoeuvreren binnen de krijtlijnen van de door eigenbelang gedirigeerde Duitse politiek. De Flamenpolitiek was dan ook grotendeels bepalend voor de oriëntering van het activisme. Wat echter niet – zoals sommigen tot op de dag van vandaag beweren – meteen ook betekende dat alle activisten Duitse agenten of platte opportunisten zouden zijn geweest. Daarom eindig ik graag met een conclusie van Hendrik Elias: ‘Afscheid nemen van het activisme kunnen we echter niet zonder aan de geschiedenis ervan een laatste woord toe te voegen: het was geen onderneming van avonturiers, politieke gelukzoekers, baantjesjagers. De overgrote meerderheid van de activisten waren idealisten die niet aan zichzelf, niet aan Duitsland, maar alleen aan Vlaanderen hebben gedacht…’


    12-01-2015 om 09:50 geschreven door janhuijbrechts  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (147 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.GEEN KOPEREN NAAMPLAATJES MEER OP OORLOGSKERKHOVEN
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Vandaag gelezen in 'De Standaard': 'Koperdieven sloegen onlangs hun slag op een militaire begraafplaats in Rabosée in de buurt van Namen. De buit ? Zo'n 160 naamplaatjes van graven van gesneuvelde soldaten uit de Eerste Wereldoorlog. Defensie overweegtr nu om op verschillende oorlogskerkhoven in ons land de bronzen naamplaatjes te vervangen door exemplaren uit plexiglas. Het leger beseft dat het zeer moeilijk is alle militaire begraafplaatsen te beschermen tegen respectloze metaaldiefstallen. Op de oorlogsbegraafplaats van Rabosée worden de koperen naamplaatjes daarom nu al vervangen door kunststofplaatjes, die weliswaar ietwat het uitzicht van de ontvreemde bronzen naamplaatjes krijgen. 'Wat Vlaanderen betreft, zijn er wel gesprekken nodig met de dienst Monumenten, omdat Vlaanderen deze begraafplaatsen als erfgoed heeft erkend' zegt Didier Pontzeele van de Dienst Oorlogsgraven van het Instituut voor Veteranen. 'En dus zijn er strengere regels over wat er wel en niet mag worden gewijkzigd, inclusief de naamplaatjes op de grafzerken'. De originele naamplaatjes van Rabosée zullen intussen niet vernietigd worden. 'We hebben verschillende musea gecontacteerd', zegt Pontzeele. 'Het Memorial Museum Passchendaele 1917 in het West-Vlaamse Zonnebeke en ook het Fort van Loncin zijn heel erg geïnteresseerd om een aantal naamplaatjes afkomstig van de begraafplaats in Rabosée op te nemen'. (wer)

    12-01-2015 om 08:08 geschreven door janhuijbrechts  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (24 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    11-01-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ZONDAG FRONTPOËZIEDAG - FRITZ FRANCKEN
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Fritz Francken was het pseudoniem van Frederik Edward Clijmans (1893-1969). Deze Antwerpse journalist kwam in april '15 als soldaat in het 8e Linieregiment aan het front terecht. Tijdens de oorlog publiceerde hij twee dichtbundels 'Het Heilige Schrijn' en 'De vijf glorierijke wonden'. Aan het front raakte hij bevriend met de dichter August Van Cauwelaert, die als onderluitenant in ht 13e Linieregiment diende. De Vlaamsvoelende Francken publiceerde zowel in de patiottische 'Legerbode' als in het aan de Frontbeweging  gelinkte dagblad 'Ons Vaderland'. Ook na de oorlog zou hij nog heel wat, aan de Grote Oorlog gerelateerd werk publiceren. Vandaag breng ik u het gedicht 'Voorposten' uit de bundel 'Het Heilige Schrijn'. Deze dichtbundel werd in het voorjaar van 1918 in De Panne uitgegeven door Juul Filliaert, een in de Pannre gestrande Nieuwpoortenaar die er in '16 'De Belgische Boekhandel' had geopend en die redactiesecretaris was van het gematigd Vlaamsgezinde dagblad 'De Belgische Standaard'.

    'Eilanden in den watervloed / zoo liggen daar verspreid de posten / die hoeveel zweet en hoeveel bloed / en hoeveel pijn de jongens kostten ?

    Zes, zeven zakjes, klam gescheurd / wat prikkeldraad er rond gespannen / een schietkanteel er op gesleurd / bewaakt door een handvol mannen

    Dag in dag uit bezet. Geen stond / mag waak nog aandacht falen./ En is er een gedood, gewond ;/Geen brankardier om hem te halen...'

    11-01-2015 om 10:33 geschreven door janhuijbrechts  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (89 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    10-01-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.100 JAAR GELEDEN WERD DE FLAMENPOLITIK BOVEN DE DOOPVONT GEHOUDEN
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Vandaag is het precies 100 jaar geleden dat Moritz von Bissing (1844-1917) als generaal-gouverneur van het keizerlijke Duitse Generaal-Gouvernement in België zijn plannen, die de geschiedenis ingingen onder de naam van 'Flamenpolitik', voorstelde aan de Duitse rijkskanselier Theobald Bethmann-Hollweg (1856-1921). Beiden wilden puur pragmatisch de Vlamingen winnen voor de Duitse zaak door onder meer gebruik te maken van de - deels vooroorlogse - ontevredenheid en frustratie van heel wat flaminganten. Ze wilden aan deze verzuchtingen tegemoet komen door een strikte toepassing van de Belgische taalwetgeving en door een reeks van zorgvuldig gedoseerde beloftes. De Politische Abteilung van het Gouvernement-Generaal, onder leiding van Freiherr von der Lancken-Wakenitz, werd belast met het verder uitstippelen en concretiseren van de Flamenpolitik.Tot op de dag van vandaag zijn historici het er niet over eens geraakt of deze Flamenpolitik  een direct uitvloeisel was van de annexionistische plannen die zeker bij de door de pangermanisten beïnvloede hoogste legerleiding en ook bij een flink deel van de Duitse publieke opinie opgeld maakte, dan wel een oprechte - zij het onvolmaakte - poging om de machtsuitoefening ion het bezette gebied in overeenstemming te brengen met een, in dit gebied aanwezig streven naar nationale zelfbeschikking. Het staat evenwel als een paal boven water dat de Flamenpolitiek een, op koele berekening rustende Duitse belangenpolitiek was.  De Duitse historicus Franz Petri nuanceerde deze stelling echter door het volgende : 'Het is eveneens niet te loochenen dat de grenzen tussen Flamenpolitik en het Duitse annexionisme van de Eerste Wereldoorlog niet altijd scherp getrokken waren, daarbij in het midden gelaten in hoeverre dat gebeurde uit tactische overwegingen, uit politieke zwakheid van de rijkskanselier of uit natuurlijke verbondenheid met een politiek van machtsstreven.'  Het staat eveneens als een paal boven water dat de Flamenpolitik een niet te onderschatten rol heeft gespeeld bij de politieke ontwikkelingen in ons land tijdens de Grote Oorlog.  Zo wist de Flamenpolitik de voor de oorlog overheersende Franstalige invloed in Vlaanderen te breken, maar vergisten de Duitse architecten van de Flamenpolitik zich toen ze dachten deze door de verhoopte Duitse invloed te kunnen vervangen. De Flamenpolitik beïnvloedde bovendien overduidelijk de ontwikkeling van het activisme. Activisme, dat op zijn beurt een erg belangrijke ideologische invloed uitoefende op de politieke invulling van het Vlaams-nationalisme in het interbellum en onmiskenbaar heeft bijgedragen tot de versterking van het Vlaamse bewustzijn in brede lagen van de bevolking. In deze zin leeft de erfenis van de Flamenpolitik tot op de dag van vandaag verder...    

    10-01-2015 om 15:06 geschreven door janhuijbrechts  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (157 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    09-01-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.HELDENHULDEZERKEN OP DE BMB OEREN

    Deze bijna intiem aandoende Belgische militaire begraafplaats ontstond in de zomer van 1915 rond de Sint - Apolloniakerk in Oeren. In feite ging het hier om een noodoplossing omdat het kerkhof van het nabijgelegen Alveringem in een snel tempo volraakte door de vele gesneuvelden. In het begin van de jaren 20 telde deze site 629 individuele graven van gesneuvelde Belgische militairen, 17 Fransen en 3 Duitsers. Momenteel liggen hier nog 510 Belgen begraven. Ooit telde deze site 108 heldenhuldezerken, waardoor op deze site, verhoudingsgewijs, de grootste concentratie aan heldenhuldezerken stond. Nu resten er nog slechts 5.... Het werk van Heldenhulde ging officieel van start op 15 augustus '16 als een initiatief van een aantal Vlaamse intellectuelen aan het front met de bedoeling een waardige hulde te brengen aan de gevallen Vlaamse militairen. De Belgische overheid plaatste immers tot dan op de graven van de gesneuvelden een gedenkteken met het eentalig Franse opschrift 'Mort pour la Patrie'. Dit werd meer en meer gecontesteerd door de Vlaamsgezinden aan het IJzerfront, zoals onder meer duidelijk blijkt uit een brief die - de later gesneuvelde - oorlogsvrijwilliger Renaat De Rudder op 29 september '16 schreef aan Henri Van Laere: 'Het is droevig te zien en te horen het schreeuwend onrecht, dat ons wordt aangedaan. Tot op ons zwart soldatenkruis, belijdenis van ons offer, staat alles in het Frans. En mijn hart bloedt bij het horen van de ergerende woorden, die onze oversten uitspreken als hun verachting in onbewaakte ogenblikken naar boven welt: 'Sales Flamands !' En nochtans zijn het de 'Sales Flamands' die vechten op de gevaarlijkste plaatsen, die 's winters zitten te huiveren van de kou met hun voeten in 't slijk, die uren op de wacht staan op de uiterste voorposten, in de plassende regen, de sneeuw en de ijzel. Maar als de oorlog voorbij is, zullen wij ons recht opeisen, wijzend naar het Vlaams bloed, dat voor het Vaderland werd gestort.'

    De zerkjes van Heldenhulde werden weliswaar getolereerd door de legerleiding, maar deze houding veranderde naargelang de oorlog vorderde en de Vlaamsgezinde actie aan het front toenam. In de nacht van 9 op 10 februari 1918 werden op deze begraafplaats door 'onbekenden' op 38 van deze zerkjes de letters 'AVV / VVK' dichtgesmeerd met cement. Een provocatie die niet onbeantwoord kon blijven. De volgende nacht trok een groepje Vlaamsgezinde soldaten onder leiding van Rik Demoen naar Oeren om er de gewraakte letters tweemaal zo groot opnieuw op te schilderen.

    Bij wijze van eerherstel had dan ook de 'Bedevaart naar de graven van de IJzer' op 26 augustus 1923 plaats in Oeren. Een bedevaart, die op volgende haatdragende manier in de Brusselse 'La Gazette' werd aangekondigd: 'Ne vous étonnez pas en apprenant que des flamingants organisent un pélérinage à l'ancien front. Il y a aussi là, des cimetières allemands.' Het officiële België was in ieder geval uitermate geïrriteerd over deze zerken en poogde deze gesneuvelden af te schilderen als 'slechte Belgen'. Mogelijk uit onwetendheid, maar wellicht uit onwil werd door de tegenstanders van Heldenhulde immers voorbijgegaan aan het simpele feit dat minsten 31 van de gesneuvelde militairen die onder een heldenhuldezerk werden begraven, Walen waren... Eén van hen, sergeant Georges Attout werd in een naoorlogse publicatie zelfs als 'Un patriote Belge idéal' opgevoerd.... Zij konden moeilijk verdacht worden van Vlaamsgezinde agitatie, laat staan van onvaderlands gedrag...Het door de tegenstanders opgekleefde 'onvaderlandse' predikaat hield gewoonweg geen steek. Een ongewoon hoog aantal van de gesneuvelden die een heldenhuldezerk kregen waren immers oorlogsvrijwilligers geweest. Minstens 126 of ruim 1/5 van de door 676 door mij geïdentificeerde gesneuvelden waren vrijwilligers. Een verhouding, die, in vergelijking, beduidend hoger lag dan de nationale cijfers over de proportionele inbreng van vrijwilligers in het leger... 







    09-01-2015 om 22:52 geschreven door janhuijbrechts  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (144 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    08-01-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.KEMPISCHE HELDENHULDE - AUGUST HOREMANS

    Op de foto het desolate kraterlandschap van Boezinge in de - uitzonderlijk natte - zomer van 1917. Hier sneuvelde op 23 juni van dat jaar Herentalsenaar August Horemans (°1898). Deze Kempische oorlogsvrijwilliger diende als soldaat in de 1e compagnie 1/1van het 20e Linieregiment. Hij werd gedood bij een beschieting van de voorposten in de omgeving van het Sas van Boezinge, een beruchte sector in het uiterste zuiden van het IJzerfront. Bij deze beschieting kwam ook zijn stadsgenoot Fons Mols om. De mannen werden naast elkaar begraven op de militaire begraafplaats van Westvleteren. In het bataljon werd door de manschappen eind '17, begin '18 een geldinzameling georganiseerd om twee heldenhuldezerken te bekostigen. Deze zerken werden echter in 1925 op initiatief van de Dienst der Militaire Grafsteden van deze site verwijderd en vervangen door de uniforme Belgische militaire zerken.     





    08-01-2015 om 12:37 geschreven door janhuijbrechts  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (55 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    07-01-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.MOLENS STERVEN STAANDE - DEEL 5

    Dat niet alle molens in de Westhoek tijdens '14-'18 door het oorlogsgeweld van de aardbodem zijn verdwenen bewijst de Molen Van Coillie of Van Den Bussche in Klerken. In 1914 stonden er in deze gemeente, naast de Molen Van Coillie, niet minder dan vier andere windmolens: Niet ver verwijderd van eerstgenoemde stonden bij De Smisse twee houten molens van Vandamme en Vanoverberghe, bij 't Zwarte Gat - in de huidige Stokstraat - de molen van Robayes en in het centrum de stenen windmolen van C. Pysson. Enkel de molen Vancoillie - die tijdens WO I als observatiepost werd gebruikt door de Duitse waarnemers - bleef bewaard. Alhoewel het ook hier niets had gescheeld want met Sinksen 17 brandde het interieur van de molen uit bij een artilleriebeschieting.   De populaire legende wil dat de molen uitbrandde als gevolg van een ongelukje waarin een niet zo handige Duitse keukenpiet en een frietketel een hoofdrol speelden, maar in het dagboek van Zarrenaar Felicien Vanhove stond hierover heel wat anders te lezen: 'Zondag 27 mei 1917: Sinksen: Heden zijn er veel herbergen die geen bier meer krijgen. In den namiddag ben ik op de Ruiterhoek op zoek naar tarwe of rogge daar wij nog slechts 3 broden in huis hebben. Terwijl ik bij August Rommelaere ben zeggen ze dat Bussches molen in Klerken brandt. Wat later vertellen ze mij dat de overkant hem in brand geschoten heeft. 6 Schoten ernaast, waaronder twee blindgangers. Het zevende schot was raak en de molen brandde...' De  Duitsers dienden een nieuwe trap te steken en een nieuw observatieplatform te bouwen. Op 28 september '18, de eerste dag van het geallieerde Eindoffensief kwam de molen in de vuurlijn te liggen. De Belgische  10e Infanteriedivisie die de hoogte van De Smisse en de molen diende in te nemen, werd door de verdedigers van deze hoogtelijn ongenadig onder vuur genomen en afgestopt. Ondanks de massale inzet van mannen en materiaal bleven de aanvallers steken op de heuvelflank bij Terrest. Pas de volgende dag konden elementen van de 10 en 1e Infanteriedivisies de omgeving van de molen bereiken en zuiveren. Voor de verovering van Klerken moest een hoge prijs worden betaald: Niet minder dan 554 Belgische militairen werden bij de aanval op het dorp uitgeschakeld. In zijn novelle 'Blond Germanje' pende mijn stadsgenoot Dr. Hendrik Versmissen, oud bataljonsgeneesheer in de 1e Infanteriedivisie zijn herinneringen neer aan de strijd bij Klerken: '... Het was de opperste aanval. Tegen den gemeenen vijand stonden de lgers aller landen in het gelid. Of hemel en aarde verging, bulderde het geschut aller werelddeelen vuur en vlammen op de Duitsche voorposten. In de schemering van den morgen, akelig als een bleeken droom, worden eensklaps de opeengehoopte strijdkrachten voortgezweept op den krater-doorwoelde verdediging van den vijand... Versuft, verbijsterd, onweerbaar werden de krijgsgevangen in heele horden opgeleid. In duizelingwekkende vaart ging het onophoudelijk verder. Enkel één punt weerstond. Het vormde een scherpen inham in het front der zegevierende legers: de molen van Klerken.' Versmissen schetste hierop als ooggetuige de aanval op de molen: '... De dood zeisde de gelederen neder, even sekuur als een maaier de grashalmen...' Wanneer dan uiteindelijk, na veel bloedvergieten, de stelling ingenomen werd, troffen de veroveraars volgend tafereel aan: 'Abominato desolationis ! Niets dan grijsgekleurde mensenlijven, even onbezield als de ruwe, in wanorde opgehoopte muurpanelen.'

    In herinnering aan de deze doden werd in 1963 een kleine herinneringsplaat aan de steeds meer in verval geraakt molenruïne aangebracht. Nadat een voorjaarsstorm in 2006 deze stille getuige van de Grote Oorlog bijna op de knieën had gekregen werden vanuit de lokale gemeenschap de eerste stapen gezet om de molen te redden. Met het oog op 100 jaar Grote Oorlog had de overheid hier uiteindelijk wel oren naar. Na het uitvoeren van de broodnodige consolidatiewerken en het aanbrengen van nieuwe trappen en observatieplatforms werd uiteindelijk op zaterdag 22 juni 2014 de molen feestelijk door de 'gestelde lichamen' ingehuldigd als 'Vredesmolen'. De eerste foto hieronder dateert uit het voorjaar van 1919, de twee andere zijn opnames uit juli 2014, na de heropening van deze site die écht - al was het maar voor het spectaculaire panorama van Houthulst tot voorbij Diksmuide - een bezoekje waard is...







    07-01-2015 om 14:12 geschreven door janhuijbrechts  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (121 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.LEZING 'JONGENS VAN BIJ ONS'
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Na meer dan 30 lezingen over 1814 (200 jaar Slag bij Hoogstraten) kan ik eindelijk weer aan de slag met 14-18. Binnen precies 1 maand, op 7 februari geef ik nog eens een lezing voor 'eigen publiek' . U kan die zaterdagavond om 20.00 u. terecht in het oude Raadhuis van Meerle voor een lezing over 'Jongens van bij ons'. Aan de hand van dagboekfragmenten, brieven, persartikels en vaak unieke foto's breng ik u het verhaal van de 23 jongemannen uit Meerle die de Grote Oorlog niet overleefden. Geïnteresseerd ? haltemerlet@hotmail.com 

    07-01-2015 om 12:21 geschreven door janhuijbrechts  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (25 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    06-01-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.MINDER BEKEND - LA LAITERIE CEMETERY

    Deze bijzonder fraai in het glooiende landschap ingeplante CWGC-site dankt haar naam aan een melkerij die hier in 1914 stond.  Op deze begraafplaats, naar een ontwerp van Sir Edwin Lutyens worden 715 gesneuvelden uit het Britse Gemenebest herdacht. De eerste gesneuvelden werden hier in november 1914 begraven en ze bleef in gebruik tot oktober ’18. Op 25 april ’18 bij het Duitse Lenteoffensief viel de begraafplaats in Duitse handen, maar in september ’18 namen de Britten opnieuw bezit van deze site. Na de oorlog werden hier nog gesneuvelden bijgezet die afkomstig waren van geruimde individuele graven uit de omgeving van het nabij gelegen Kemmel.

    Graag vestig ik even uw aandacht op een opvallend graf dat op deze begraafplaats te vinden is in vak VI, rij A, graf 7. Het is de laatste rustplaats van Hugh Vaughan Charlton, een 32- jarige second Lieutenant van  het 7e Northumberland Fusiliers die op 24 juni ‘16 bij Wijtschate sneuvelde door mortierscherven. Eerder ongewoon is dat op deze grafzerk ook zijn broer John MacFarlan Charlton wordt herdacht die een week na zijn broer, op 1 juli 1916 – de dag dat hij 25 werd – sneuvelde aan het hoofd van zijn compagnie bij de aanval op La Boisselle aan de Somme. John MacFarlan Charlton was een kapitein van het 12e  Northumberland Fusiliers die op dat ogenblik wad afgedeeld bij het 2e Tyneside Scottish. Zijn stoffelijke resten werden niet teruggevonden en daarom wordt hij herdacht op het gigantische monument voor de vermisten in Thiepval.

    De broers Charlton hadden een stevige reputatie als ornitologen en tekenaars/schilders van de fauna, vooral dan van vogels.  Het werk van Hugh werd zelfs een paar maal bekroond en geselecteerd voor de Royal Academy. Dit was niet zo verwonderlijk want hun vader was de bekende schilder en illustrator John Charlton. Omdat John jr. geen bekend graf had, verkoos de familie hem te herdenken op de zerk van zijn broer.  Maar dit waren niet de enige vermeldingen voor de gesneuvelde broers want zowel op de grafzerk van hun moeder bij St. Cutberts Marton als op een granieten plaket dat hun vader in de kerk van Lanercost in Cumbria liet aanbrengen, werden de broers herdacht…Vader John Charlton, kwam het verdriet over het verlies van zijn twee enige zonen niet te boven en overleed het volgende jaar op 68-jarige leeftijd. Een schilderij 'The Brothers HVC & JHC' dat hij van zijn gevallen zonen schilderde is jammer genoeg verloren gegaan...

     







    06-01-2015 om 22:05 geschreven door janhuijbrechts  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (74 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.HOOGSTRATENAAR SLEUTELFIGUUR BIJ OPVANG VLUCHTELINGEN IN IERLAND
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    In het begin van de oorlog zochten honderdduizenden vluchtelingen hun heil in Engeland. Enkele duizenden van hen zouden in Ierland, dat toen nog integraal deel uitmaakte van het Britse rijk, terechtkomen. Een sleutelfiguur bij de opvang van de Belgische vluchtelingen in Ierland was Merenaar Jef Bellens.

    Jozef Bellens werd op 1 januari 1876 in Meer geboren. Al op erg jonge leeftijd bleek hij een getalenteerde muzikant te zijn en daarom begon hij met zijn studie aan het befaamde Mechelse Lemmensinstituut  waar hij o.m. les kreeg van Edgar Tinel. Nadat hij in 1897 als laureaat van het Instituut was afgestudeerd, kreeg hij – net als veel andere Vlaamse beiaardiers - vrijwel meteen een baan aangeboden in Ierland. Hij trok nog datzelfde jaar naar Limerick waar hij organist en muziekleraar aan het Redemptoristenklooster en -kerk van  Mount St. Alphonsus  werd. Uit de Ierse National Census van 1901 bleek dat hij als vrijgezel kamers huurde in Newenham Street 18 bij de zusters Culhane. Hij stond geregistreerd als organist – ‘professor of Music’ en bij de graad van geletterdheid stond dat hij kon lezen en schrijven. Op dit adres waren wel meer intellectuelen gehuisvest want hij deelde de woning o.m. met de chirurg Patrick Enright en de priester David O’Kane, die ‘professor of Literature’ was. Jef Bellens integreerde zich snel en ontpoptte zich tot een centrale figuur in het culturele leven van Limerick. Hij schreef kerkmuziek, pianobegeleidingen en koorbewerkingen van Ierse volksliederen en leidde er twee grote koren en een operagezelschap, ‘The Limerick Operatic Society’. Dit laatste gezelschap bracht o.l.v. Bellens met veel succes de populaire werken van Gilbert & Sullivan in het Theatre Royal te Limerick. In deze periode raakte hij bevriend met de bekende, uit Limerick afkomstige tenor Joseph O’Mara.

    Alsof al dit muzikale werk nog niet genoeg was, werkte Jef Bellens ook nog als journalist  onder de ‘nom de plume’ Jef Van Meir mee aan het Antwerpse ‘Handelsblad’ waar hij als Iers correspondent fungeerde en hij schreef in de ‘Limerick Leader’ onder meer over de Belgische politiek en  de Vlaamse beweging. De ’ Limerick Leader’ was een weekblad dat in augustus 1889 was opgericht als spreekbuis voor Parnell’s  gematigde nationalistische Irish Parlementary Party en dat sterk gefocust was op het behoud van het rijke Ierse culturele erfgoed. Zo introduceerde de Leader in juni 1902 een pagina in de Ierse taal, de eerste in een lokale publicatie in het land. Een jaar later begon men zelfs met een wekelijkse pagina met fervente nationalistische verhalen, gedichten etc… De Vlaamsgezinde Jef Bellens voelde zich sterk aangesproken door de Ierse strijd voor meer autonomie en zag duidelijke paralellen tussen deze strijd en de Vlaamse Beweging. Wellicht dateerde uit deze periode ook zijn vriendschap met Michael Joyce, de nationalistische volksvertegenwoordiger voor Limerick, die een stevige vinger in de pap had bij de 'Leader'. In 1909 huwde hij met de Hoogstraatse Clementine Versmissen, een zuster van dokter Hendrik Versmissen. Het volgende jaar werd hun dochter Maria Julia geboren en tijdens hun verblijf in Limerick zouden nog twee kinderen, August (°1914) en Godelief (°1916) het levenslicht zien. Het jonge gezin was intussen ook verhuisd naar een ruimere woning, de Violet Villas nr.1 aan Military Road (later herdoopt tot O’Connell Avennue), die hij volgens de Census van 1911 had gekocht.

    Niet lang na het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog, al in het begin van september ’14, arriveerden de eerste Belgische vluchtelingen in Ierland. Om een té grote concentratie van hen te verhinderen werden ze over heel het land verdeeld en zo belandde in het begin van december ‘14, een eerste groep van een veertigtal ontheemden in Limerick. Met de hulp van o.m. bisschop Dr. Edward Thomas O’Dwyer en William Michael Nolan, de gewezen High Sherrif en burgemeester van Limerick, die ook de Belgische consul voor Limerick, Clare en Tipperary was, werd een Comité voor de Belgische vluchtelingen opgericht, waarvan Bellens begin ’15 voorzitter werd. Bellens was overigens niet de enige landgenoot die zich op het Groene Eiland met het vluchtelingenwerk ging bezighouden. In Dundalk was het zijn collega-organist Joseph Sireaux die de verantwoordelijke werd voor de lokale vluchtelingenopvang in county Louth. Door zijn uitgebreide contacten en sociaal aanzien wist Bellens de soms precaire opvang van deze vluchtelingen in goede banen te leiden en kon hij deuren openen die elders vaak gesloten bleven. Hij werd het aanspreekpunt voor zowat alle vluchtelingen in het mid-westen van Ierland en heeft zich gedurende heel de oorlog uitstekend van zijn taak gekweten.  Deze onbaatzuchtige inzet ging echter ten koste van zijn gezondheid en in 1919 keerde het gezin terug uit Ierland naar Hoogstraten. Jef Bellens werd er aangesteld tot organist in de Begijnhofkerk en muziekleraar aan het Klein Seminarie. OOk hier kon hij niet bepaald stilzitten. Kort na zijn aankomst in Hoogstraten was hij al voorzitter van de Katolieke Kring geworden en iets later richtte hij in de schoot van de Kring een  koor op dat hij natuurlijk zelf ging leiden. Alsof dit nog niet genoeg was werd hij ook nog organisator van een hele reeks voordrachten in het kader van de werking van Volksontwikkeling en ging hij zelf geregeld lezingen in het land geven. In april 1921 werd hij verkozen tot gemeenteraadslid in Hoogstraten, waar hij ook nog een tijdlang een mandaat als schepen uitoefende. Jef Bellens overleed op 1 september 1939.


    06-01-2015 om 11:44 geschreven door janhuijbrechts  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (118 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    05-01-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.IN MEMORIAM - LEO ETIENNE (1890-1914)

    Op 23 oktober 1914 sneuvelde ergens tussen Sint- Joris - aan - de - IJzer en Ramskapelle, op zijn 24e verjaardag Leo Etienne, korporaal in het 5e Linieregiment. Leo Etienne was op 23 oktober '14 geboren in Meer in het gezin van ambtenaar Emmanuel Jozef Etienne en huisvrouw Natalia Van Brielle.  Hij bracht het grootste deel van zijn jeugd door in de ouderlijke woning in Meer-dorp tot de familie omstreeks 1910 naar Arendonk verhuisde. In datzelfde jaar verrichte Leo Etienne overigens ook zijn legerdienst. Bij het uitbreken van de oorlog was Leo Etienne, net als zijn vader ambtenaar geworden en stond hij ingeschreven op de Koestraat nr. 62 in Arendonk. Hij werd gemobiliseerd en als korporaal met stamnummer 105/55982 ingedeeld bij het 5e Linieregiment. Korporaal Etienne had zonder kleerscheuren de eerste oorlogsmaanden overleefd, tot hij tijdens de IJzerslag op slag werd gedood door een kogel. Hij werd samen met soldaat Ogier Herman Dengis en de sergeanten François Treve en Marcel Beck - allemaal gesneuvelden uit het 5e Linieregiment - begraven bij de hoeve De Violette, een grote boerderij in de IJzerpolders van Ramskapelle, die in 1914 werd uitgebaat door de familie Loones. In 1920 werden de stoffelijke resten van korporaal Etienne hier ontgraven en overgebracht naar de BMB Duinenhoek in De Panne, waar hij een definitieve laatste rustplaats kreeg in graf I -227.  Zijn grafzerk werd overigens in mei 1940 beschadigd door granaatscherven bij een Duitse beschieting van de Panne, zoals men tot op de dag van vandaag kan vaststellen.




    05-01-2015 om 14:04 geschreven door janhuijbrechts  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (76 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.HULP GEZOCHT
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Deze foto zou ergens in de sector Ieper gemaakt zijn door een Duitse militair. Iemand enig idee waar precies ?

    05-01-2015 om 10:31 geschreven door janhuijbrechts  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (18 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    04-01-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ZONDAG FRONTPOËZIEDAG - TOM KETTLE
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Thomas Michael Kettle werd op 9 februari 1880 in Artane, vlak bij de Ierse hoofdstad Dublin geboren in het gezin van Margaret McCourt en Andrew Kettle, een progressieve boer en een van de stichters van de Land League. Na een juridische opleiding trad Tom Kettle al snel in de politieke voetsporen van zijn vader toen hij in 1905 uitgever werd van het invloedrijke 'The Nationalist' . Het volgende jaar werd hij verkozen tot parlementslid van de gematigd nationalistische Irish Parlementary Party. Hij combineerde dit mandaat met een job als hoogleraar economie aan University College Dublin. In 1910 werd hij herkozen , maar hij zag het daaropvolgende jaar af van zijn mandaat om zich volledig op zijn academische carrière te kunnen concentreren. Volgens sommige historici zou ook zijn worsteling met alcohol aan de grondslag hebben gelegen aan dit voortijdige einde van zijn politieke loopbaan. In 1913 trad hij toe tot de Irish Volunteers, een nationalistische para-militaire organisatie die in het leven was geroepen als reactie op de pro-Britse Ulster Volunteers. Hij was uitgerekend op het ogenblik dat de Eerste Wereldoorlog uitbarstte in ons land om er wapens aan te kopen voor de Irish Volunteers. Op zijn tochten in augustus en september '14 in het door de oorlog geteisterde België en Noord-Frankrijk was hij geschokt door het  ongenadige en brutale optreden van het Duitse leger. Hij begon meteen verslag uit te brengen in een aantal Britse kranten en riep op tot een cultuuroorlog tegen de barbarij. Na zijn terugkeer in Ierland schaarde hij zich meteen achter zijn partijleider John Redmond en probeerde - aanvankelijk tevergeefs wegens zijn bekende drankprobleem - dienst te nemen om zo de daad bij het woord te kunnen voegen. Uiteindelijk zou hij begin '16 aangesteld worden als officier in het 9e bataljon van de Royal Dublin Fusilliers, hetzelfde bataljon waarin de latere I.R.A.-leider en filmproducent Emmet Dalton diende.  Net zoals Redmond was Kettle ervan overtuigd dat zijn militaire engagement het toekennen van zelfbestuur aan Ierland zou bespoedigen. Zijn idealisme kreeg echter een flinke knauw door de republikeinse Paasopstand in 1916. Tom Kettle besefte dat de door de Britten geëxecuteerde republikeinen (waaronder zijn schoonbroer Frank Sheehy-Skeffington) een martelaarsstatus zouden krijgen en dat Ieren zoals hij, die in een Brits uniform voor meer Ierse vrijheid streden in het beste geval als naïevelingen en in het slechtste geval als verraders van de goede zaak zouden worden bekeken... Gedesillusioneerd keerde hij terug naar de loopgrachten en sneuvelde op 9 september '16 aan de Somme bij een aanval op Givenchy. Zijn lichaam kon niet worden teruggevonden en bijgevolg wordt hij herdacht op het gigantische monument voor de vermisten in Thiepval.

    Tom Kettle had al voor de oorlog een zekere reputatie opgebouwd als dichter. Eén van zijn sterkste en zeker meest ontroerende gedichten schreef hij vijf dagen voor zijn dood. Het was opgedragen aan zijn dochtertje Betty en droeg de titel :

    To my Daughter Betty - The Gift of God

    In wiser days, my darling rosebud, blown
    To beauty proud as was your mother’s prime,
    In that desired, delayed, incredible time,
    You’ll ask why I abandoned you, my own,
    And the dear heart that was your baby throne,
    To dice with death. And oh! they’ll give you rhyme
    And reason: some will call the thing sublime,
    And some decry it in a knowing tone.
    So here, while the mad guns curse overhead,
    And tired men sigh with mud for couch and floor,
    Know that we fools, now with the foolish dead,
    Died not for flag, nor King, nor Emperor -
    But for a dream, born in a herdsman’s shed,
    And for the secret Scripture of the poor.
      

    Er zijn maar weinig frontgedichten die krachtiger zijn dan deze hartekreet van een gedesillusioneerde Ierse patriot. Voor wie meer duiding wil over deze bijzondere man; klik op onderstaande link

    https://www.youtube.com/watch?v=uDW5XBIBDU4&feature=player_embedded 


    04-01-2015 om 13:57 geschreven door janhuijbrechts  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (192 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DE TIJD VAN TOEN - MANDELKASTEEL PASSENDALE

    Een van de meest opvallende gebouwen in het vooroorlogse Passendale was zonder twijfel het kasteel 'De Mandel', dat verscholen tussen het groen aan de Kraaiveldstraat lag. Oorspronkelijk stond hier een jachtpaviljoen dat wellicht uit het begin van de 19e eeuw dateerde, maar dat ruim een halve eeuw later plaats diende te maken voor een meer dan riant zomerhuis in een bomenrijk park met fraai aangelegde wandelpaden, een grote siervijver, dienstgebouwen en een kasteelhoeve. De bouwheer van dit complex was de gefortuneerde Ieperse textielhandelaar Bossaert.  Kort voor de eeuwwisseling werd de Gentse grootgrondbezitter Adhémar Vercruysse de Solart eigenaar van 'De Mandel'. Tijdens de Eerste Wereldoorlog functioneerde het kasteel met de opvallende neogotische centrale toren een tijdlang als hoofdkwartier voor verschillende regimentsstaven tot de onophoudelijke beschietingen het tot een puinhoop reduceerden. Na de wapenstilstand restte er niets meer van dit ooit zo fraaie lustoord. Het kasteel werd niet meer heropgebouwd, de kasteelhoeve wel. Het vroegere park werd herschapen in landbouwgrond en weiden.  Alleen een deel van de kasteelgracht en de vijver getuigen nog van de vergane glorie van dit, ooit zo indrukwekkende domein...





    04-01-2015 om 10:48 geschreven door janhuijbrechts  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (160 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    Archief per week
  • 20/01-26/01 2020
  • 31/12-06/01 2019
  • 23/12-29/12 2019
  • 16/12-22/12 2019
  • 02/12-08/12 2019
  • 18/11-24/11 2019
  • 11/11-17/11 2019
  • 04/11-10/11 2019
  • 28/10-03/11 2019
  • 14/10-20/10 2019
  • 07/10-13/10 2019
  • 30/09-06/10 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 16/09-22/09 2019
  • 09/09-15/09 2019
  • 19/08-25/08 2019
  • 12/08-18/08 2019
  • 05/08-11/08 2019
  • 29/07-04/08 2019
  • 22/07-28/07 2019
  • 01/07-07/07 2019
  • 24/06-30/06 2019
  • 17/06-23/06 2019
  • 03/06-09/06 2019
  • 27/05-02/06 2019
  • 20/05-26/05 2019
  • 01/04-07/04 2019
  • 25/03-31/03 2019
  • 18/03-24/03 2019
  • 11/03-17/03 2019
  • 04/03-10/03 2019
  • 25/02-03/03 2019
  • 18/02-24/02 2019
  • 11/02-17/02 2019
  • 28/01-03/02 2019
  • 21/01-27/01 2019
  • 14/01-20/01 2019
  • 07/01-13/01 2019
  • 31/12-06/01 2019
  • 24/12-30/12 2018
  • 17/12-23/12 2018
  • 10/12-16/12 2018
  • 03/12-09/12 2018
  • 26/11-02/12 2018
  • 19/11-25/11 2018
  • 12/11-18/11 2018
  • 05/11-11/11 2018
  • 29/10-04/11 2018
  • 22/10-28/10 2018
  • 24/09-30/09 2018
  • 17/09-23/09 2018
  • 10/09-16/09 2018
  • 03/09-09/09 2018
  • 27/08-02/09 2018
  • 20/08-26/08 2018
  • 13/08-19/08 2018
  • 06/08-12/08 2018
  • 30/07-05/08 2018
  • 23/07-29/07 2018
  • 16/07-22/07 2018
  • 09/07-15/07 2018
  • 02/07-08/07 2018
  • 25/06-01/07 2018
  • 18/06-24/06 2018
  • 11/06-17/06 2018
  • 04/06-10/06 2018
  • 28/05-03/06 2018
  • 21/05-27/05 2018
  • 14/05-20/05 2018
  • 07/05-13/05 2018
  • 30/04-06/05 2018
  • 23/04-29/04 2018
  • 16/04-22/04 2018
  • 09/04-15/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 19/03-25/03 2018
  • 12/03-18/03 2018
  • 05/03-11/03 2018
  • 26/02-04/03 2018
  • 19/02-25/02 2018
  • 12/02-18/02 2018
  • 05/02-11/02 2018
  • 29/01-04/02 2018
  • 22/01-28/01 2018
  • 15/01-21/01 2018
  • 08/01-14/01 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 25/12-31/12 2017
  • 18/12-24/12 2017
  • 11/12-17/12 2017
  • 04/12-10/12 2017
  • 27/11-03/12 2017
  • 20/11-26/11 2017
  • 13/11-19/11 2017
  • 06/11-12/11 2017
  • 30/10-05/11 2017
  • 23/10-29/10 2017
  • 16/10-22/10 2017
  • 09/10-15/10 2017
  • 02/10-08/10 2017
  • 25/09-01/10 2017
  • 18/09-24/09 2017
  • 11/09-17/09 2017
  • 04/09-10/09 2017
  • 28/08-03/09 2017
  • 21/08-27/08 2017
  • 14/08-20/08 2017
  • 07/08-13/08 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 24/07-30/07 2017
  • 17/07-23/07 2017
  • 10/07-16/07 2017
  • 03/07-09/07 2017
  • 26/06-02/07 2017
  • 19/06-25/06 2017
  • 12/06-18/06 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 22/05-28/05 2017
  • 15/05-21/05 2017
  • 08/05-14/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 24/04-30/04 2017
  • 17/04-23/04 2017
  • 10/04-16/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 27/03-02/04 2017
  • 20/03-26/03 2017
  • 13/03-19/03 2017
  • 06/03-12/03 2017
  • 27/02-05/03 2017
  • 20/02-26/02 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 06/02-12/02 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 09/01-15/01 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 12/12-18/12 2016
  • 05/12-11/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 14/11-20/11 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 31/10-06/11 2016
  • 24/10-30/10 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 03/10-09/10 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 19/09-25/09 2016
  • 12/09-18/09 2016
  • 05/09-11/09 2016
  • 29/08-04/09 2016
  • 22/08-28/08 2016
  • 15/08-21/08 2016
  • 08/08-14/08 2016
  • 01/08-07/08 2016
  • 25/07-31/07 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 04/07-10/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 13/06-19/06 2016
  • 06/06-12/06 2016
  • 30/05-05/06 2016
  • 23/05-29/05 2016
  • 16/05-22/05 2016
  • 09/05-15/05 2016
  • 02/05-08/05 2016
  • 25/04-01/05 2016
  • 18/04-24/04 2016
  • 11/04-17/04 2016
  • 04/04-10/04 2016
  • 28/03-03/04 2016
  • 21/03-27/03 2016
  • 14/03-20/03 2016
  • 07/03-13/03 2016
  • 29/02-06/03 2016
  • 22/02-28/02 2016
  • 15/02-21/02 2016
  • 08/02-14/02 2016
  • 01/02-07/02 2016
  • 25/01-31/01 2016
  • 28/12-03/01 2016
  • 21/12-27/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 30/11-06/12 2015
  • 23/11-29/11 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 28/09-04/10 2015
  • 21/09-27/09 2015
  • 14/09-20/09 2015
  • 07/09-13/09 2015
  • 31/08-06/09 2015
  • 24/08-30/08 2015
  • 17/08-23/08 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 27/07-02/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 06/07-12/07 2015
  • 29/06-05/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 11/05-17/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 20/04-26/04 2015
  • 13/04-19/04 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 23/03-29/03 2015
  • 16/03-22/03 2015
  • 09/03-15/03 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 09/02-15/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 12/01-18/01 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 29/12-04/01 2015
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 03/11-09/11 2014

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs