Dichter en dramaturg Cyriel
Verschaeve (1874-1949), die in november
1911 kapelaan was geworden in Alveringem zou in de loop van de Grote Oorlog een
belangrijke rol zou gaan spelen in het proces van Vlaamse bewustwording aan het
front. Hij was immers één van de weinige vooroorlogse leidende figuren uit de
Vlaamse Beweging die in onbezet gebied verbleef. Doordat Alveringem slechts
tien kilometer van de frontlijnen verwijderd lag, werd zijn kapelanij een
drukke ontmoetingsplaats voor vele jonge soldaten, zowel intellectuelen als
gewone volksjongens.Gaandeweg begon hij
een belangrijk geestelijk en vooral politiek leiderschap uit te oefenen op de
soldaten, brancardiers, oud-studenten en aalmoezeniers die hem als een
belangrijke raadsman beschouwden. In
1915-1916 schreef hij niet alleen een aantal soldatenliederen maar publiceerde
hij ook een reeks oorlogsgedichten in De
Belgische Standaard. Hier volgt zijn IJzerlied
Het
was natuurlijk te verwachten dat er bij de graafwerken voor de nieuwe Fluxys-gasleiding
tussen Duinkerke en Zeebrugge (zie ook mijn blog van 25.11.2014), dwars door een
deel van de slagvelden uit de Grote Oorlog, de stoffelijke resten van
slachtoffers zouden gevonden worden. De intergemeentelijke archeologische
dienst CO 7 heeft de jongste dagen bij Sint Juliaan de stoffelijke resten van
niet minder dan 19 gesneuvelden opgegraven en geborgen. De meeste van hen vielen wellicht tijdens de zgn. Tweede Slag om Ieper in het voorjaar van 1915. Minstens
twee van deze opgegraven gesneuvelden waren Duitsers. De overige waren wellicht Britten of
Canadezen, maar dat zal verdere identificatie moeten uitmaken.
Gelet op het door de jarenlange beschietingen extreem zwaar verstoorde
bodemprofiel is het alleszins merkwaardig te noemen dat er naast deze
gesneuvelden uit de Grote oorlog ook brandgraven en grafgiften zijn gevonden
uit de Romeinse Tijd. Dit zijn meteen ook de eerste sporen uit deze tijd die ooit in
Langemark-Poelkappele werden gevonden .
In
het kader van het boek dat ik voorbereid over de Duitse gesneuvelden uit WO I
die uiteindelijk begraven werden in Blok 31 op de Duitse militaire
begraafplaats van Lommel, zoek ik informatie m.b.t. de omgekomen piloten van
Fliegerbeobachtungsschüle West uit Diest. Weet er iemand of ze in Schaffen dan
wel in Diest werden begraven ? Het gaat specifiek over volgende militairen die
allemaal waren verbonden aan de Lehrkompagnie : Leutnant d.r. BASOLD Paul, Sergenat-Flieger
Heinrich HENNING, Leutnant d.r. Felix OBERTREIS,
Leutnant d.r., Josef SCHMITZ, Gefreiter
Erich TRUMPELMANN en Leutnant d.r. Albert WALTER. Bovendien had ik graag
vernomen of er fotomateriaal bestaat van deze graven
Ik
ben ook op zoek naar fotomateriaal m.b.t. tot volgende graven: BECKMANN, Adrian,
Fahrer / Trainführer. Hij werd oorspronkelijk
begraven op het kerkhof van de Achelse Kluis onder een vierkante steen met een
plat Duits bronzen kruis. / VON PLATEN, Achatis,Leutnant, 4e Eskadron, Dragoner
Regiment nr. 12. Sneuvelde in Rillaar en werd daar begraven./ FISCHER,
Max, Landsturmmann, Garnizonskompagnie. Hasselt. Werd in Hasselt begraven. / GILLENBERG,
Ludwig, Pionier, 3e Kie, Westfälisches Pionier-Bataillon nr. 7. Verongelukte in De Kanne en werd daar begraven; / DANGERS,
Wilhelm Willi,Jäger, Radfahrerkompagnie nr. 1, Jäger Bataillon nr. 10. Stierf
in Neerpelt aan een longontsteking en werd er begraven. / BOHNEN, August, Gefreiter,
4e Landsturm Eskadron Düsseldorf. Hij werd dodelijk gewond bij een confrontatie
met de terugtrekkende troepen van het detachement van generaal De Schepper bij
de Locht op 8 km. ten NO van Leopoldsburg en werd ter plaatse begraven. Later
begraven te Eksel./ KUNATH, Erwin, Grenadier, Leibgrenadier Regiment.
Verongelukte in Geel en werd er begraven. / HEISE, August, Landsturmmann, 1e
Kie. Mobiles landsturm-Infanterie-Bataillon Burg. Hij sneuvelde in Westerlo en werd
er begraven. / HELBING, Oskar, Gefreiter, Radfahrerkompagnie,
Marine-Infanterie-Regiment nr. 2. Hij sneuvelde in Grobbendonk en werd er
oorspronkelijk begraven en ALBERS, Magnus Heinrich, Gefreiter, 4e Kie., Mobiles
Landsturm-Infanterie-Bataillon Osnabrück die in De Kanne of Maaseik dodelijk
gewond werd. Bovendien zoek ik ook nog fotos van de inmiddels al lang
geruimde - Duitse graven uit WO I op de begraafplaatsen van Tongeren en St.
Truiden ALLE HULP IS MEER DAN WELKOM !
Op
de Belgische militaire begraafplaats van Lier herinnert het monument achteraan
op deze site aan het feit dat dit ooit een gemengde Belgisch/Duitse
begraafplaats was. Kort na de zware afweergevechten rond de Netestelling in de
herfst van 1914 begon het stadsbestuur, onder toezicht van de bezetter, met het
ruimen van de talrijke veldgraven in de omgeving. Aanvankelijk was het de bedoeling
om de gesneuvelden bij te zetten op de stedelijke begraafplaats - wat overigens
ook voor de eerste geborgen Belgische gesneuvelden gebeurde - maar uiteindelijk
besliste de bezetter om de gevallen militairen op één site te verzamelen. Met het oog op de
aanleg van deze begraafplaats werd door de stad aan de Mechelsesteenweg een50
are groot perceel verworven van het Bestuur van de Lierse Gast- en Godshuizen. Voor het plan van aanleg tekende de
provinciale bouwmeester en Lierenaar Edward Careels (1857-1933). 490 Belgische
gesneuvelden - waarvan 117 niet-geïdentificeerde -, 17 Britten van de Naval
Division en 72 Duitsers kregen hier aanvankelijk een laatste rustplaats. Later
werden nog 147 Duitsers die in Duffel, Sint-Katelijne-Waver en Berlaar waren
begraven naar deze site overgebracht. De Britten werden in maart 1925 ontgraven
en overgebracht naar het Schoonselhof in Wilrijk. Toen tijdens het interbellum de
Duitsers die op de gemengde Belgisch/Duitse begraafplaats van Eppegem waren
begraven, werden overgebracht naar Wespelaar bracht men in 1939 het gedenkteken
van de hand van Georg Kolbe (1877-1947) dat in Eppegem stond, over naar Lier.
In
juni 1956 werden door toedoen van de Volksbund Deutsche Kriegsgräbefürsorge de
168 geïdentificeerde Duitsers van Lier naar de Duitse militaire begraafplaats
van Vladslo gebracht. De 51 niet-geïdentificeerde Duitsers kwamen terecht in
het zgn. Kameradengrab op de Duitse begraafplaats in Langemark.