De sterk sociaal geëngageerde Nederlandse dichter
en auteur Martien Beversluis (1894-1966) maakte een opvallende ideologische
evolutie van communist totnationaal-socialist door. In 1930, toen hij voor de socialistische
omroep de VARA werkte, publiceerde hij bij Johan Mulders Uitgeverij in Gouda
de scherpe antimilitaristische en pacifistische dichtbundel Aanklacht waaruit onderstaande De oorlogsidioot afkomstig is:
DE OORLOGSIDIOOT (Shellshock)
Aan 't hooge huis, aan het trottoir,
wat afwaarts van den boulevard;
op 't zelfde plekje neergekromd,
daar, waar de zon maar zelden komt,
zit d'oorlogsidioot op wacht
en lacht, omdat men om hem lacht.
Zijn handen dwalen door de lucht,
als één die tast, wanneer hij vlucht.
Zijn oogen kijken als een kind,
dat ziet en nog geen namen vindt.
Hij grinnikt over alles wee.
De kindren om hem lachen mee.
Men wandelt langs hem als langs steen.
De wielen razen langs hem heen.
De stemmen van het leven gaan
hem al voorbij en niet meer aan.
Hem is geen vreugd meer en geen pijn.
Hij slaapt en hij moet wakker zijn.
Men ziet er naar, men hoort zijn stem.
Men kijkt verbaasd en vlucht van hem.
Hij heft den vinger en hij wijst.
Hij grijnst stompzinnig en hij krijscht.
De mist verhult hem grauw en grijs.
Hij wordt sliknat... hij is niet wijs.
II
Alleen een wrak van denken bleef
waar al het andre overdreef.
Alleen draait in zijn arme geest
de indruk nog die is geweest,
gelijk een oud versleten plaat,
die afknapt en weer zingen gaat.
Zijn vinger heft zich krank en... zie
hij hoort... hij hoort een melodie.
Hij hoort rumoer, gekreun, een schot!
Het breekt weer af, het loopt maar tot...
En dan weer gaat d'herinnering door.
Hij steekt den krommen vinger... hoor!
Daar, waar de plaat gebroken is,
valt weer het floers der duisternis.
De wind waait om, hij hoort geen lied.
De regen valt, hij merkt het niet.
De avond zakt, het licht gaat aan.
Hij weet niet dat hij is gegaan.
Hij wuift aan ieder zijn vaarwel.
Wie is hem dan tot metgezel?
Alleen het herfstblad, dat, als hij,
verslingerd werd in het getij.
En dansend, lachend in zijn dood,
hem stervend afzinkt in den schoot.
III
Dit is het levend monument
van den soldaat, die is bekend.
Dit is de grafsteen, die verschanst,
waarop de vlam van 't leven danst.
Dit zijn de bloemen die verbleeken
Dit zijn de letters die nog spreken.
In dezen afgetobden geest
klinkt nóg de angst, die is geweest.
Hier giert de jammer, die verging,
nog levend in d'herinnering.
In hem kreunt al het leed wat voor
en na hem smeekt om uitkomst... hoor!
Het maant! het eischt! het schreit! en vloekt!
het wordt geprofeteerd! geboekt!
Het ritselt in den wind alom...
Men vraagt, men bidt, men schreeuwt er om!
Ik zelf zing het U bevend voor:
Sta stil bij dezen mensch en hoor!
Maakt hierom, vorstlijke Genaden,
uw trotsch saluut en uw paraden.
Dit is het in memoriam.
Dit is het arm verdoolde lam.
O volk, dat komt uw kind begroeten
bij tomben, die verpulv'ren moeten,
knielt hier - en weent aan déze voeten.
De
laatste vier jaar zijn er, zoals te verwachten was, een aantal nieuwe lieux de mémoire ontstaan in Vlaanderens
velden. In de vandaag opgestarte rubriek Nieuw
op het Slagveld sta ik stil bij het hoe en waarom van deze
herdenkingssites. Vandaag begin ik graag met het monument voor het Hertfordshire
Memorial. Dit eenvoudige monument herdenkt de gevallen van het 1e Bataljon van
het Hertfordshire Regiment die op 31 juli 117, de eerste dag van wat later
bekend zou worden als de Derde Slag om Ieper, de Duitse stellingen bij Sint
Juliaan aanvielen. Het Bataljon dat met 620 man Pilkem Ridge aanviel, kwam ter
hoogte van de Steenbeek onder zwaar flankerend vuur van Duitse machinegeweerposities
te liggen en leed verschrikkelijke verliezen. De schaarse overlevenden die wél
de Duitse frontlijn wisten te bereiken werden geconfronteerd met metersdikke
prikkeldraadversperringen die nauwelijks waren geraakt door het voorbereidende
Britse artillerievuur. Enkel tweede luitenant Marchington wist met een handvol
mannen van de 3e compagnie tot in de Duitse stellingen door te
dringen. Toen de QSM s avonds met de rantsoenen voor de mannen op het daarvoor
afgesproken trefpunt aankwam ging hij tevergeefs op zoek naar hen. Zijn
eenheid was quasi uitgeroeid. Het oorlogsdagboek van het Bataljon sprak
boekdelen:
Casualties to Officers were:
Lt. Col. F. Page D.S.O., Captain S.H. Lowry M.C., Captain A.R. Milne, 2/Lts
Gallo, Secretan, Scott & Macintosh killed. 2/Lts Walthew, Thompson &
King missing. Lt Head & 2/Lts Hardy & Francis wounded & missing.
Captain Fisher, Captain C. Charles & 2/Lts Marchington, Edwards, Gilby
& Ritchie wounded.
Estimated
casualties to other ranks were 29 killed, 5 missing believed killed, 132
missing, 68 wounded & missing, 223 wounded & 2 died of wounds making a
total of 459 casualties to other ranks. Died of wounds; Officers 2, Ors 6.
Missing; Officers 9, ORs 120. Wounded; Officers 8, ORs 180
Slechts 130 man kwamen op 31 augustus 1917 ongeschonden uit de strijd Precies
honderd jaar later werd op 31 juli 2017 in Sint Juliaan een gedenkteken
geplaatst als een herinnering aan deze dramatische gebeurtenissen. Het monument
werd geplaatst op initiatief van het Herts
at War-project en is het enige Memorial
buiten het Verenigd Koninkrijk dat de gevallenen van dit regiment herdenkt.