Wilfred Owen (zie mijn blog van 26 april) blijft een van mijn lievelingsdichters uit de Grote Oorlog. Vandaag breng ik u zijn 'Anthem for doomed Youth'
What passing-bells for those who die as cattle ? / Only the monstrous anger of the guns. / Only the stuttering rifles' rapid rattle./ Can patter out their hasty orisons./ No mockeries for them from prayers or bells./ Nor any voice of mourning save the choirs -/ The shrill, demented choirs of wailing shells; / And bugles calling for them from sad shires.
What candles might be held to speed them all ? / Not in the hands of boys , but in their eyes / Shall shine the holy glimmers of good-byes./ The pallor of girls ' brows shall be their pall;/ Their flowers the tenderness of silent minds, / And each slow dusk a drawing-down of blinds.'
Op 17 juni 1917 werd bij Pijpegale Herentalsenaar Desiré Micheaux tijdens een artillerieduel aan flarden gereten door een Duitse granaat. De 20- jarige Micheaux was kanonnier in de 66e batterij van het 4e regiment Artillerie. Hij werd oorspronkelijk begraven op de Belgische militaire begraafplaats van Westvleteren, waar een paar maanden later door toedoen van zijn wapenmakkers uit het kanton Herentals een heldenhuldezerk op zijn graf werd geplaatst. Op 2 februari 1921 werd hij herbegraven op de stedelijke begraafplaats van zijn geboortestad. Over hem verscheen volgend kort 'In Memoriam' in het septembernummer '17 van het frontblaadje 'Herenthals' :
We vernemen met droefheid den
roemrijken dood van Herentalschenaar René Micheaux voor t vaderland gevallen
te B. rond half juni. Emiel Van Doninck, brigadier, schrijft ons dat de
batterij waartoe René behoorde, hevig werd gebombardeerd en dat hij zwaar werd
gewond en zijn ziel aan God weergaf. Al zijn vrienden en kenissen zullen het
als een plicht aanzien hunnen gesneuvelden wapenbroeder in hunne gebeden
gedachtig te zijn.