De Noord-Nederlandse letterkundigeen dichter Albert Verwey (1865-1937) was voor
zijn tijdgenoten een naam als een klok. Samen met Willem Kloos was hij wellicht
de bekendste dichter van zijn generatie. Zijn behoorlijk barok aandoende
gedicht Wie in de loopgraaf ligt verscheen
voor het eerst in zijn bundel Het
Zwaardjaar die in 1916 van de pers rolde bij W. Versluys in Amsterdam.
Wie in de loopgraaf
ligt....
Wie in de loopgraaf ligt, wie hoop op
leven
En liefde en lust voor goed heeft opgegeven,
Kan zich niet langer troosten met de droom
Dat door zijn dood hij land en volk zal baten:
Want alle volken, alle staten
Zijn één als golven van een stroom.
Het leed, de vreugd van d'een doorcirklen d'ander,
Bloed, hier gestort, kleurt ginds de spiegling rood,
De baar rolt voort, schoon gij met zwaard en stander
Hem aan uw grens stilstand geboodt.
Waar strijdt gij voor? Alleen opdat de volken
Zich te eerder eenen in hun nieuw verband.
Geen haat duurt voort. Een god maakt in de kolken
Van zijn bedoeling al uw doen te schand.
Omdat de machtgen die u leiden meenen
Dat zij het volk zijn dat gij zijt,
Omdat gij dwaas zijt en uw bloed en weenen
Getroost aan 't waanbeeld van hun wijsheid wijdt,
Omdat de droomen van uw vaadren woelen
In u die eigen wereld niet verstaat,
Omdat de glimring rottende op uw poelen
U blind maakt voor de gloor die vóór u gaat,
Daarom verdwaalt ge en stort in woede en wrijten,
Volk tegen volk, naar de einder waar uw schaar,
Gaande naast andre schaar, de kimmen moest doen splijten
Van het gemeenzaam juichen om 't vereenings-jaar.
Nu komt ge, in bloed en wonden, tusschen graven
Van vriend en vreemd, erheen.
Nu komt ge, als vrijen niet, maar als geslagen slaven,
Naar d'eigen einder heen.
Van broedervolken die ge er thans zult vinden
Dooddet ge de zonen,
Rookwolken vlammen op de winden
Uit de steden waar zij wonen,
Gij hebt de kindren, de vrouwen
Van uw nieuwe genooten
Doen hongren en rouwen,
Verkracht en verstooten:
Klaag het nu, klaag het nu voor elkaar,
Nu uw nieuwe jaar,
Het jaar van de menschheid zich heeft ontsloten,
En vraag: "welk een dwaasheid heeft ons bevangen?
Een eeuw en langer ging ons verlangen
Naar een droom van gemeenschap: nu werd hij waar,
En nu zijn we onwaardig hem te ontvangen!"
Wie in de loopgraaf ligt, wie hoop op leven
En liefde en lust verloor,
Hij wete dat zijn dood geen baat zal geven
Aan 't volk dat zich hem uitverkoor
Als strijder tegen zijn naasten;
Hopen kan hij alleen
De komst te verhaasten
Van het rijk dat ons allen vereen.
Ivan Bawtree zie mijn vorig bericht fotografeerde tussen 1915 en
1919 ruim 28.000 graven van gesneuvelde Britse militairen. Vandaag op deze blog
gewoon een van zijn fotos uit de erg rijke schenking die hij en zn familie deden
aan het Imperial War Museum. Het is
het graf van A.J.D. Torry MC, een lieutenant in het 9eSquadron Royal Flying Corps op Mendinghem Military Cemetery in Proven. Hij kwam op 9 oktober 1917 om toen
zijn toestel na een luchtgevecht crashte. Voor hij als vrijwilliger bij het RFC
had dienst genomen had hij bij de 132eHeavy Battery van de Royal Garnison
Artillery gediend. A.J. Torry was 30 jaar oud toen hij sneuvelde. Hij was
een ongehuwde zoon van dominee A.F. Torry uit Marston Morteyne en Leila Goldie.
Passend voor een pilotengraf draagt het in plaats van een zerk of kruis, een
propeller. Hij is één van de 2.300 Britten die op Mendinghem Military Cemetery een laatste rustplaats kregen. U kan
zijn graf terugvinden met referentie VII C 37. Op deze site liggen overigens
niet minder dan 76 piloten en technici van het Royal
Flying Corps begraven.
Iedereen die deze
blog bezoekt heeft wel door dat ik een zwak heb voor militaire begraafplaatsen.
Niet uit een of andere vorm van bizar fetisjisme maar omdat ze vaak de meest tastbare
herinnering vormen aan de Eerste Wereldoorlog. Ik kijk dan ook steevast uit
naar boeken die met dit thema te maken hebben. De herdenking van 100 Jaar Grote
Oorlog heeft zoals te verwachten was, mij op mijn wenken bediend, door een stroom
aan nieuwe publicaties... In oktober 2017 rolde, wat mij betreft, één van de
meest intrigerende WO I-boeken in jaren van de pers. Photographing the
Fallen A War Graves photographer on the Western Front 1915-1919..
Jeremy
Gordon-Smith reconstrueerde in dit boek nauwgezet het frontleven van zijn
bed-overgrootoom Ivan Bawtree die van bij de oprichting van de Graves Registration Units in 1915 tot zijn afzwaaien in 1919 als fotograaf werkzaam was in
Noord-Frankrijk en Vlaanderen. In die
periode fotografeerde hij in opdracht ruim 28.000 graven voor rouwende
nabestaanden en documenteerde hij de creatie van een aantal begraafplaatsen. Jeremy Gordon-Smith kreeg als jonge kerel een aantal van
zijn fotos in handen en ging op zoek naar het archief dat Ivan Bawtree aan het
Imperial War Museum had geschonken.
Hij maakte een selectie uit de meer dan 800 fotos die bewaard zijn gebleven
maar maakte ook dankbaar gebruik van de dagboekfragmenten van Ivan Bawtree en diens
zuster Viola..
Door
zijn lens en pen krijgen we niet alleen een heel andere kijk op wat er zich indertijd
in het Ieperse en Frans-Vlaanderen heeft afgespeeld maar staan we ook op de
eerste rij bij de wordingsgeschiedenis van een aantal belangrijke
begraafplaatsen van het Britse Gemenebest.
Photographing the Fallen A War Graves photographer
on the Western Front. 1915-1919is in meerdere opzichten een indrukwekkend boek en
bijgevolg een absolute aanrader..!
Het is een uitgave
van Pen & Sword en telt 289 paginas. ISBN 978-1473893658