De latere Nobelprijswinnaar Literatuur Ernest Hemmingway (1899-1961) probeerde tijdens de Grote Oorlog vruchteloos dienst te nemen in het Amerikaanse leger. Hij was amper 18 toen hij zich in de winter van '17 engageerde in het Internationale Rode Kruis. Na een summiere basistraining werd hij naar het Alpenfront gestuurd waar hij als brancardier bij een Italiaanse medische eenheid belandde. Op 8 juli '18 werd hij ernstig aan de benen gewond terwijl hij in de eerste lijn bij Fosalta soldaten was gaan bedelen met wat versnaperingen. Even vreesde men voor een amputatie maar na een paar maanden revalidatie keerde de intussen tot luitenant bevorderde Hemmingway terug naar het front. In december '18 nam hij ontslag bij het Rode Kruis en het diirde nieyt lang voor deze schrijver van 'de verloren generatie ' zijn oorlogservaringen op papier zette. vandaag breng ik zijn gedicht 'Champs d' honneur' dat hij in 1920 in Chicago schreef
CHAMPS D'HONNEUR
Soldiers never do die well: / crosses mark the places / Wooden crosses where they fell / stuck above their faces. / Soldiers pitch and cough and twitch
All the world roars red and black / soldiers smother in a ditch / choking trough the whole attack
Niet zonder enige trots kan ik u aankondigen dat op het einde van deze maand mijn nieuwste boek van de persen zal rollen. 'Verdrongen Verleden - De 16e (Ierse) Divisie in Vlaanderen 1917' brengt een veel te lang vergeten verhaal opnieuw in de schijnwerpers. De Grote Oorlog eindigde bijna een eeuw geleden maar de rol die nationalistisch, katholiek Ierland in dit verschrikkelijke conflict speelde blijft tot op de dag vandaag een erg gevoelig thema. Het verhaal van de 16e Divisie, nationalistisch en katholiek Ierlands belangrijkste bijdrage tot de Britse oorlogsinspanning, illustreert op een dramatische wijze de complexiteit én de tegenstrijdigheden van het Ierse engagement in de Eerste Wereldoorlog.
De 16e Divisie kende triomf én tragedie aan het Westelijke Front. Een groot gedeelte van deze gebeurtenissen speelden zich af in Vlaanderens velden. Ze boekte, samen met haar ideologische opponent - de 36e (Ulster) Divisie - een spectaculaire overwinning bij de bestorming van Wijtschate op 7 juni '17, maar beleefde een paar maanden later - opnieuw samen met de 36e Divisie - één van haar grootste tragedies in de zinloze strijd op en rond de Frezenberg. Dit boek focust niet alleen op wat er toen gebeurde maar geeft ook duiding bij het ontstaan en de teloorgang van deze, in meer dan één opzicht, unieke eenheid. Ierse katholieken en nationalisten hadden in 1914 en 1915 massaal en vrijwillig dienst genomen in het Britse leger in de hoop op die manier het al bijna afgeronde politieke proces dat tot zelfbestuur voor Ierland moest leiden, te bespoedigen. Toen diegenen die het geluk hadden de hel te hebben overleefd, naar huis terugkeerden, kwamen ze in een land terecht dat ze nauwelijks herkenden en dat het liefst van al zo snel mogelijk hun inzet vergat... Tot voor kort werd hen zelfs een plaats in de officiële Ierse geschiedschrijving ontzegd... 'Verdrongen Verleden' brengt hun ongecensureerde en vooral tragische verhaal. Als extra bonus werd achteraan in het boek een fiets- of autoroute uitgewerkt die u tussen Wijtschate en Kemmel terugvoert naar juni 1917. Het boek verschijnt bij de kakelverse uitgeverij Polemos - zie http///polemos.be en kost 24,95 euro.
Vandaag opnieuw even uw aandacht voor een gesneuvelde kind-soldaat. In de Potyze Burial Ground, op de plaats waar ooit het kasteel van Potijze stond ligt Rifleman Ronald Jolly begraven. Deze soldaat in het 8e bataljon van het King's Royal Rifle Corps was amper vijftien jaar oud toen hij bij Ieper viel. Zijn bataljon was tussen 6 en 21 september '15 van dienst in de loopgrachten van de Haymarket-sector bij Wieltje. De omstandigheden waarin Jolly en zijn makkers in september '15 in de loopgrachten moesten verblijven waren niet bepaald van de poes: Het regende onophoudelijk en de mannen waadden kniediep door het water en de modder. Vrijwel dagelijks werden de Britten onder vuur genomen door de Duitse artilleristen. Voor Jolly sloeg het noodlot toe op 11 september. Hij was net afgelost van een lange en kille wachtronde in zijn observatiepost, toen hij in het hoofd werd geschoten door een waakzame Duitse sluipschutter. U kan zijn graf terug vinden onder referentie X 5 in Potijze.