Ik werk momenteel aan een boek over de inzet van de 16e (Ierse) Divisie in 1917 in Vlaanderens velden. Vorige week heb ik vier dagen lang in het Ieperse rondgestruind op zoek naar materiaal voor deze publicatie. Bij toeval stootte ik op Dikkebus New Military Cemetery op het graf van een voor mij onbekende dichter. Robert William Sterling Hij werd in 1893 in Glasgow geboren en was in 1914 tweedejaars beursstudent aan Pembroke College in de prestigieuze universiteit van Oxford. Een paar weken voor het uitbreken van de oorlog had hij er de Newdigate Prize gekregen voor zijn gedicht 'The Burial of Sophocles'. Hij meldde zich meteen als oorlogsvrijwilliger en kreeg een commissie als luitenant in het 1e bataljon Royal Scots Fusiliers. In februari 1915 belandde hij aan het front waar hij een paar erg korte 'Lines from the Trenches' schreef. Dit is er een van :
'Au ! Hate like this would freeze our human tears, and stab the morning star; not it, not it command s and mourns and bearst the storm and bitter glory of red war...' Tijdens de Tweede Slag om Iepet, werd hij in vooravond van 23 april '15 dodelijk getroffen in de eerste lijn. Hij kreeg een laatste rustplaats in Dikkebus waar op zijn grafzerk ook zijn jongere broer John Lockhart Sterling wordt herdacht, die als Second Lieutenant van de Royal Scots Fusiliers op 28 september 1915 bij Loos het leven liet...
Op
16 september 1922 werd in Newport Borough, de hoofdplaats op het eiland Wight
een monument onthuld voor de inwoners die tijdens de Grote Oorlog waren
gesneuveld. Eén van hen was de 31-jarige beroepsvrijwilliger Frederick Oakley
die bij het uitbreken van de oorlog met zijn vrouw Alice in Victoria Street
woonde. Deze serjeant in het 2 Bataljon van het Suffolk Regiment sneuvelde op
11 mei 15 in de eindfase van de Tweede
Slag om Ieper waar zijn bataljon een kleine 400 man had verloren. Hij werd
begraven in graf IV A 3 op Wytschaete Military Cemetery en zijn zerk in witte
Portlandsteen - van het buureiland naast Wight -bevat
op verzoek van zijn weduwe het volgende epitaaf : At restwith the poppy of
Flanders his duty done for all .
Ik
weet niet wat het is maar ik word altijd een beetje vrolijk bij het aankondigen
van een nieuw boek van Jan Vancoillie. Op 14 oktober wordt zijn nieuwste boek Bissegem 1914-1918: Tussen Flugplatz en
Munitionslager voorgesteld. (klik op foto voor vergroting kaft)
Bissegem
was in 1914 een gemeente in volle expansie door de bloeiende vlasindustrie. In
oktober 1914 bezetten de Duitsers de gemeente, die gedurende de hele bezetting
in het Operationsgebiet lag. Dit betekent dat de burgers telkens toelating
moesten vragen om de gemeente te mogen verlaten. Zonder gegronde reden werd die
toelating niet gegeven. Tezelfdertijd werden Duitse eenheden ingekwartierd. Voor
de vlasindustrie was de Duitse bezetting een drama. Heel wat gezinnen vielen
zonder inkomen en ook de voedselbevoorrading was problematisch. Het plaatselijk
Hulp- en Voedingscomité probeerde de grootste nood te lenigen. De Duitsers
eisten eind 1915 burgers op om voor hen te werken. De werkweigering leidde
ertoe dat heel wat burgers dagenlang opgesloten werden zonder voedsel of drank.
Werken voor de bezetter bleef als enige optie over om te overleven, eerst om
vlaken (matten met gevlochten twijgen) te maken, later om het munitiedepot aan
te leggen en uiteindelijk om op het munitiedepot te werken of aan het front bunkers
te bouwen.
Vanaf januari 1917 werd ook een vliegveld in gebruik genomen tussen het
dorpscentrum en Wevelgem. Aan de oostelijke kant van de gemeente lag het
munitiedepot. Het was dan ook geen verrassing als op 20 oktober 1916 Bissegem
voor het eerst gebombardeerd werd met twee doden tot gevolg. De ligging tussen
het vliegveld en het munitiedepot leidde tot tientallen burgerslachtoffers door
luchtbombardementen. Het meest tragische bombardement gebeurde op 24 maart 1918
wanneer de drie zonen van brouwer Vandoorne en een buurmeisje omkwamen door
Britse bommen. Ook het werk op het munitiedepot eiste heel wat slachtoffers.
Het vliegveld groeide intussen en bood onderdak aan belangrijke
verkenningseenheden, maar ook jachteenheden. Zelfs Manfred Freiherr von Richthofen,
de Rode Baron, kwam naar Bissegem om er de jachtpiloten te feliciteren met
hun pas verkregen medailles.
In
de zomer van 1918 was het vliegveld één van de grootste Duitse
frontvliegvelden.
Vanaf 30 september 1918 werden de burgers gedwongen de gemeente te verlaten.
Midden oktober 1918 namen Britse troepen Bissegem in en ze sloegen tijdelijke
bruggen over de Leie om hun opmars verder te zetten. De inwoners keerden daarop
terug en herstelden de schade na vier jaar bezetting en de bombardementen en
beschietingen. Naast een uitgebreid historisch overzicht van de gebeurtenissen
in de gemeente, bevat het boek ook lijsten met alle oorlogsslachtoffers,
daarbij ook heel wat namen die niet op het Bissegemse oorlogsgedenkteken
vermeld worden. Daarnaast worden de Britse oorlogsdoden te Bissegem vermeld en
tenslotte is er een uitgebreide lijst met door de Duitsers tewerkgestelde
arbeiders.
Het
boek telt 360 bladzijden en is rijk geïllustreerd met hoofdzakelijk niet eerder
gepubliceerde afbeeldingen. Het wordt uitgegeven door Jan Vancoillie. De
verkoopprijs bedraagt 34,95 euro. Bestellen kan via aok4@telenet.be.
Het boek kan bij de auteur/uitgever in Wevelgem afgehaald worden na afspraak.
Verzending binnen België kost 5,50 euro.