Vandaag in Zondag
Frontpoëziedag het gedicht Die Mutter van Helene Raff (1865-1942)
Deze Duitse kunstenares ooit de muze van Hendrik Ibsen - bleef vooral bekend
als schilder van de Münchener Secession maar
ze was ook literair actief. Die Mutter verscheen voor het eerst in
de bundel Aus unserer großen Zeit. Frauenworte.
Zum Besten vom Roten Kreuz die
in de herfst van 1914 bij J. F. Lehmanns
Verlag in München van de pers rolde.
Die
Mutter
Sie
sitzt gebeugt am Fenster. Ihre Hand Ruht schlaff auf
ihrem schwarzen Klagegewand. Die sie zu trösten
kamen, wies sie fort. Was soll der
Trost! Sie hört aus jedem Wort Das eine bloß von
schaurig hartem Klang, Das zu verstehen
sie vergeblich rang: Ihr Sohn, ihr
Einz´ger, ihres Herzens Luft, Fiel in der
Schlacht!
[ ]
Da
geht die Tür auf: ihre Tochter fliegt Ihr an den Hals:
Denk! Wiederum gesiegt! Ein großer Sieg.
O, wie sich jeder freut!- Sie stockt, weil sie
der Mutter Antlitz scheut; Das starrt
vergrämt. Ein großer Sieg! Und er, Der jauchzen würde
drob sieht ihn nicht mehr! O bittres Leid! Und doch: den
Kranz erwarb Das Land, das
Vaterland, für das er starb, Ja freudig starb,
gleich mancher Mutter Sohn! Wenn Deutschland
siegt, ist´s nicht sein höchster Lohn? Die tapfern
Kämpfer, seine Brüder sind´s! Sie hört im Geist
die Stimme ihres Kinds, So hell und froh,
wie er zu Roße stieg Und fühlt es:
dieser Sieg ist auch sein Sieg! Warm quillt´s
empor in ihrer Seele Grund, Sie zieht die
Tochter nah. Um ihren Mund, Den bleichen,
schwebt´s wie eines Lächelns Hauch; Und leise spricht
sie: Ja, ich freu mich auch!
Ik ben sinds een paar
dagen terug in Vlaanderen om er onder meer mijn twee Antwerpse oorlogsboeken te
promoten en een paar lezingen te geven. Ik verblijf bij een van mijn
stiefdochters in Dendermonde en natuurlijk heb ik intussen al van de gelegenheid
misbruik gemaakt om even een bezoekje te brengen aan de kleine maar erg
interessante Krijgsbegraafplaats Dendermonde. Op deze site, die bij de CWGC
bekend staat als Dendermonde Communal Cemetery ad Extension, liggen ook 16 Britse
WO I-slachtoffers begraven. Eén van deze
graven is vanuit historisch oogpunt bijzonder want het bevat de stoffelijke
resten van één van de weinige Britse officieren waarvan we weten dat ze tijdens
de Grote Oorlog als krijgsgevangene werden gefusilleerd door een Duits vuurpeloton.
Oswald Hesketh Hanson
was op 20 oktober 1873 in Bournemouth geboren waar zijn vader dominee was. Hij
studeerde aan Marlborough College en Trinity College in Cambridge en werd
jurist. Hij was een partner in het advocatenbureau Beamish, Hanson, Airy and
Fielding dat gehuisvest was in Lincolns Inn Fields nr. 60, een exclusief
stukje van Westminster, Londen Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog had
hij al tien jaar dienst gedaan als reserve-officier bij de marine-reservisten.
Op 7 maart 1912 had Hanson een aanstelling als een lieutenant-commander in het Benbow-bataljon van de Royal Naval Division gekregen. In
september 1914 was hij de bevelhebber van D-company
in dit bataljon. Zijn bataljon was één van de Britse marinierseenheden die in
oktober 1914 door Winston Churchill, toen de First Lord of the Admirality, zeg maar de minister van Marine, naar
ons land waren gestuurd om tussen 4 en 9 oktober de troepen in het belegerde
Antwerpen bij te staan. Na de val van de Scheldestad trokken deze Britten per
trein of te voet door het Waasland richting Kust. Een trein met zon 1.200 terugtrekkendeBritten werd in de nacht van 9 oktober 1914
in het station van Moerbeke Waas gestopt door de Duitsers. Na een kort gevecht
gaven de mariniers zich over. Deze Moerbeke
Affair zou de inzet vormen voor een intern onderzoek want in de ogen van
de Britse generale staf was er te weinig verzet geboden en trof de begeleidende
officieren, waaronder Hanson, de blaam voor deze snelle overgave
De omstandigheden die
tot de dood van Hanson leidden, zijn tot op vandaag onduidelijk. Volgens één
versie zou Hanson bijzonder geagiteerd en verward zijn geweest nadat hij
gevangen was genomen. De mariniers moesten nog dezelfde nacht in kolonne
afmarcheren in de richting van Halle. Vandaar zouden ze per trein naar
Duitsland worden gevoerd. Terwijl hij in het holst van de nacht met zijn mannen
onderweg was meende Hanson in de omgeving Britten te hebben opgemerkt en begon
hij luidkeels hen te verwittigen voor de aanwezigheid van Duitse militairen. Hij
zou hiervoor ter dood zijn veroordeeld In een andere, meer plausibele versie,
probeerden op 10 oktober probeerden een aantal van de Britse mariniers de benen
te nemen. Hanson wierp zich op één van de Duitse begeleiders die op hen wou
schieten. Dit werd hem fataal. Hij werd door een inderhaast samengestelde krijgsraad
ter dood veroordeeld en op 10 of 11 oktober 1914 terechtgesteld door een
vuurpeloton in Eksaarde. Oorspronkelijk werd hij op het kerkhof van Eksaarde
begraven maar in het voorjaar van 1918 werd hij door de Duitsers begraven in
Dendermonde.