Vandaag overleed precies 100 jaar geleden mijn dorpsgenoot Constant 'Stan' Goetschalckx in Front Lazarett nr. 35. Twee dagen later werd hij begraven op het Duitse militaire ereperk op de gemeentelijke begraafplaats in Ichtegem. Omstreeks1923 werd hij daar ontgraven en overgebracht naar de BMB van Keiem, waar hij tot op de dag van vandaag rust in graf nr. 246. Zijn grafzerk daar vermeldt echter foutief 5 oktober '15 als sterfdatum... Stan Goetschalckx werd op 13 januari 1894 op het Meerse gehucht Werkhoven geboren als zoon van Adriaan Goetschalckx en Maria Snoeys. Bij het uitbreken van de oorlog hielp hij zijn vader die intussen weduwnaar was geworden op de ouderlijke boerderij. Als milicien van de klas van 1914 vervoegde hij op 22 september '14 het leger. Hij kreeg in het 'Centre d'Instruction' in Honfleur een basisopleiding als infanterist en kwam op 22 april '15 aan het IJzerfront terecht als soldaat in de 2e compagnie, 1/2 van het 12e Linieregiment, een eenheid waarin heel wat van zijn streekgenoten dienst deden. De Duitsers lanceerden op 2 oktober 1915, na een zware beschieting, een goed voorbereide aanval op de zgn. Dodengang bij Kaaskerke. De Duitse stoottroepen die tot in dit loopgravenstelsel wisten door te dringen konden slechts met moeite worden teruggedreven door de mannen van het 12e Linie dat die dag 15 gesneuvelden , 44 gewonden en 7 vermisten telde. Twee dagen later vielen ze opnieuw de Dodengang aan. Minstens twee soldaten uit het Hoogstraatse werden er op die dag krijgsgevangen gemaakt: Alfons Snels uit Wortel en de ernstig gewonde Stan Goetschalckx. Louis Comhaire, een onderofficier uit het 12e Linie beschreef hoe de stellling eruit zag die Goetschalckx en Snels hadden verdedigd, nadat ze de aanvallers met handgranaten hadden verdreven: 'Na een laatste inspanning is ook Post 1heroverd. de vijand heeft zich teruggetrokken, doch de loopgracht is gans vernield. Tussen e versplinterde houten balken en de aan stukken gereten zakjes aarde liggen drie lijken: drie Belgen met de bajonet afgemaakt: een luitenant en twee soldaten.' De gesneuvelde officier was Gietschalckx pelotonsofficier, onderluitenant Georges Putzeys en ook de twee gesneuvelde soldaten, korporaal Emile Bigonville en oorlogsvrijwilliger Mathieu Gelders hadden in zijn compagnie dienst gedaan...
Deze
militaire begraafplaats met een oppervlakte van 54 are telt 537 graven, waarvan
26 onbekenden en bevindt zich aan de Steenkerkstraat, achter de dorpskerk van
Steenkerke, nu een deelgemeente van Veurne. Hier stonden ooit 52
heldenhuldezerken, waarvan 9 de tand des tijds hebben doorstaan. Hier liggen
overigens ook nog 29 Britten begraven en achteraan links staat de privé
graftombe voor oorlogsvrijwilliger Joseph Naus, die op 4 augustus 18
sneuvelde. Zijn broer Hugues, werd in december 40 bij de Azoren getorpedeerd
en wordt eveneens op dit monumentale grafmonument herdacht.
Steenkerke
lag tijdens de Grote Oorlog ver genoeg van het front verwijderd om er
kantonnementen voor de troepen in te richten. Tijdens de IJzerslag was hier in
de gemeentelijke meisjesschool een triagepost waar gewonden en zieken werden
opgevangen en verder doorgestuurd naar de militaire hospitalen. Vanaf oktober
14 vonden hier ook onvermijdelijk begrafenissen plaats en dit is zo gebleven
voor de duur van de oorlog. Wanneer in 1917 in het nabijgelegen Vinkem bij de
hoeve De Torrelen een mobiel hospitaal als annex van lOcéan in De Panne
operationeel wordt, zullen heel wat van de militairen die in Vinkem overlijden,
in Steenkerke worden begraven.
Oorspronkelijk lag ook Joe English, de ontwerper van de heldenhuldezerk
begraven. De eerste IJzerbedevaart, die als een pelgrimage naar de graven van
bekende Vlaamsgezinde gesneuvelden begon, vond in 1920 in Steenkerke aan het graf van Joe
English plaats. In 1932 werden zijn stoffelijke resten overgebracht naar de crypte van de IJzertoren in Kaaskerke.
Op het kerkhof van Westvleteren, ten oosten van de Sint-Martinuskerk ligt verscholen achter een haag, een klein Frans militair ereperk. Hier liggen 200 Franse gesneuvelden begraven, waarvan 18 onbekenden. Bijna een kwart van hen stierven bij de harde afweergevechten in november '14 tussen Bikschote en Langemark. 53 Anderen kwamen dan weer om het leven in april en mei '15 bij de strijd die de geschiedenisboeken zou ingaan als de 'Tweede Slag bij Ieper'. De meeste gesneuvelden op deze stemmige, met rozen beplante en bijna vergeten begraafplaats dienden in de 38e Division d' Infanterie en de 87e Division d' Infanterie territoriale.