Vandaag, dag op dag precies 100 jaar geleden werd achter de watermolen van Hoogstraten, de 31-jarige brievensmokkelaar Jan Jozef Van Hemeldonck doodgeschoten door een alerte Duitse soldaat van de grensbewakingstroepen. Fel bloedend werd 'Jan Stoffels' zoals hij in de volksmond genoemd werd, met een opgevorderde kruiwagen naar het Gasthuis van Hoogstraten gevoerd, waar de inderhaast toegesnelde Dr. Stryckers enkel nog zijn overlijden kon vaststellen. Jan Van Hemeldonck was een zoon van Christophorus Van Hemeldonck en Adriana Mertens en was op 27 oktober 1883 in Wortel geboren. Op het ogenblik van zijn overlijden woonde hij in Rijkevorsel, waar hij later ook werd herbegraven. In 1919 werd hem bij K.B. postuum het Kruis van Ridder in de Orde van Leopold I mét gouden streep toegekend als ' erkenning van de diensten tijdens de bezetting aan 't land bewezen, alsmede de toewijding waarvan hij tijdens de oorlog blijk gaf. Hij is ten gevolge van aan de grens opgelopen verwondingen gestorven'. Zo specifieerde het Staatsblad op 18.07.1919. Jan Van Hemeldonck was één van de minstens 29 dodelijke slachtoffers die tijdens de Eerste Wereldoorlog vielen aan de grens van Hoogstraten met Nederland. Of hoe de oorlog op bijna 200 km. van het front ook bloederig kon zijn... Een té lang vergeten donkere bladzijde uit het Boek van de Grote Oorlog....
In 2012 verscheen het boek 'Heldengräber - Aus meinem Soldaten- und Kriegsleben im 1 Weltkrieg', een bewerkte uitgave van de oorlogsdagboeken van Gottfried Rinker (1891-1974). Rinker werd op 3 augustus '14 gemobiliseerd en trok met het Infanterieregiment nr. 120 Noord Frankrijk binnen. Hij werd vrij vlug bevorderd tot luitenant en onderscheidde zich in de Argonnen en bij Ieper, waar hij in 1916 streed bij de 'Doppelhöhe 60'. Eind oktober '16 vertrok hij als compagniecommandant met het IR nr. 122 naar het Oostfront waar hij de rest van de oorlog doorbracht. Rinker hield niet alleen een behoorlijk interessant dagboek bij; maar schreef ook af en toe gedichten. Vandaag wil ik u zeker het slot niet onthouden van zijn satirische 'DieOrdensverteilung' waarin hij als ervaren frontofficier de draak stak met de 'Etappeschweinen', officieren die nooit in de eerste lijn te zien waren, maar die wél vooraan stonden bij het uitdelen van de medailles...
Wenn ich mal später so Einen sehe, mit leerem Knopfloch in meiner Nähe, dann ist die Wahrscheinlichkeit sicher vorhanden, der hat immer nahe am Feinde gestanden. Doch wenn mir mal dann einer käme, bei dem es die halbe Brust einnähme, dann denk ich: der hat es gut gekonnt, der war doch sicher hinter der Front. Treff ich aber einen, der hat wie toll, die ganze Brust und den Bauch noch voll, dann ist es mir ganz sonnenklar, dass er im Kriege weit hinten war.
Moral: Vorne kommt der Kugelregen, hinten aber der Ordenssegen!
Zijn achterkleinzoon heeft een erg lezenwaardige webstek over zijn overgrootvader in elkaar gestoken, waar u ook alle info m.b.t. de uitgave van zijn oorlogsdagboeken terug kan vinden:
In 2008 was het schilderachtige polderdorpje Stuivekenskerke één van de drie Westvlaamse finalisten voor de wedstrijd 'Het mooiste dorp van Vlaanderen'. Een eeuw geleden was deze plaats héél wat minder pittoresk. Deze twee Duitse foto's werden wellicht 100 jaar geleden, in het kille voorjaar van 1915 gemaakt. Stuivekenskerke was toen al enkele maanden in Duitse handen want op 23 oktober 1914 hadden de Belgische troepen, na enkele dagen van zware afweergevechten, het dorp ontruimd. Door het onder water zetten van de IJzervlakte kwam het als het ware in het niemandsland te liggen en werd het ook gescheiden van Oud-Stuivekenskerke, dat door de Belgische troepen zou uitgebouwd worden tot de defensieve observatiestelling 'Grande Garde Sud'. De Duitsers bouwden op hun beurt de dorpskern van Stuivekenskerke uit tot een al even geducht bolwerk met loopgrachten en vuurstellingen, ondersteund door voorposten die geïnstalleerd werden in de kloosterhoeve 'Viconia' en een paar hogergelegen boerderijen die als kleine eilandjes in het wassende water lagen en die heel wat verliezen aan Belgische zijde zouden maken. Bijna vier jaar lang zou hier een dodelijk kat- en muisspel worden gespeeld, want de laatste Duitse troepen verlieten pas op 16 oktober '18 het totaal aan gort geschoten dorp....
Jozef Casimir Leysen (° 28.12.1893 Meerhout) was tot midden 1912, samen met zijn vader molenaar in zijn geboortedorp. In augustus '12 tekende hij een contract als beroepsvrijwilliger in het leger, waar hij in de rangen van het 8e Linieregiment belandde. Het was met dit regiment dat hij in 1914 als korporaal deelnam aan de verdediging van Namen en de IJzerslag. Eind december '16 werd hij - bij de hervorming van het veldleger - met zijn bataljon overgeheveld naar het 18e Linieregiment. Op 20 oktober '18 werd hij tijdens de laatste fase van het Eindoffensief zwaar gewond door granaatscherven en meteen naar het militair hospitaal 'l Océan in De Panne geëvacueerd waar zijn geïnfecteerde linkerbeen tot op de dij werd geamputeerd. Hij bezweek de volgende dag om 04.00 u. aan koudvuur. Eerste sergeant-majoor Jozef Leysen werd begraven op de BMB Duinenhoek in De Panne in graf A- 218. Kort na de oorlog werd op zijn graf een heldenhuldezerk geplaatst, waarvoor het geld was ingezameld onder de mannen van zijn compagnie. Wellicht hebben ook een aantal van zijn dorpsgenoten meebetaald, want in februari '19 werd het ingezamelde geld door zijn dorpsgenoot, oud-brancardier pater van Clé, overhandigd aan Dr. J. Verduyn van Heldenhulde. De heldenhuldezerk van deze Kempische onderofficier werd in 1925 in De Panne verwijderd door de Dienst der Militaire Grafsteden en vervangen door een Belgische militaire standaardzerk. Bij K.B. van 18 augustus '18 was aan Jozef Leysen het Oorlogskruis verleend omwille van zijn lange verblijf aan het front en zijn getoonde moed op het slagveld.
Het laatste deel van deze interessante Oostenrijkse documentaire over een van de meest controversiële maar ook belangrijkste schrijvers uit de Grote Oorlog.
Vanaf vandaag start ik op deze blog een rubriekje 'Jüngeriana' waarin u geregeld materiaal zal kunnen terugvinden m.b.t. Ernst Jünger (1895-1998) en zijn broer Friedrich Georg (1898-1977) oftewel Fritz tijdens de Eerste Wereldoorlog. Ik begin met het eerste deel van de reportage 'Neunzig Verweht', een documentaire die in 1985 werd gedraaid voor het tweede kanaal van de Oostenrijkse publieke omroep ÖRF ter gelegenheid van Jüngers 90e verjaardag. Hierin staat hij onder meer stil bij zijn dagboeken 'als vijfde wiel aan de wagen' en bij het belang van literatuur in zijn frontervaringen. Interessant is ook zijn getuigenis over zijn kortstondig engagement in het Franse Vreemdelingenlegioen in 1913. Ik wens u veel kijkplezier met deze unieke getuigenis van de laatste overlevende drager van de hoogste Pruisische dapperheidsonderscheiding 'Pour le Mérite'...
Vandaag graag even uw aandacht voor opnieuw een Duitse fotokaart uit mijn verzameling. Ditmaal van de Tuyttens Molen die op Terrest - beneden in Zarren stond. Deze stenen stellingmolen werd in 1842 gebouwd aan de voet van de Terrestheuvel en was zowel een korenmolen als olieslagmolen. Vanaf 1906 tot aan de eerste gevechten in 1914 werd deze molen uitgebaat door de weduwe van Edmond Tuyten en haar kinderen. Bij de felle strijd rond Zarren op 16 en 17 oktober '14 kreeg de molen verschillende artillerievoltreffers te incasseren en brandde de bijbehorende schuur tot op de grond af. De molenaarsfamilie vluchtte naar Frankrijk en de site werd in beslag genomen door de Duitsers die er troepen inkwartierden. Op deze foto, die wellicht uit het najaar van 1915 dateert is duidelijk de door de granaten veroorzaakte schade te zien Tijdens de voorbereidende beschietingen voor de Derde Slag bij Ieper werden de molentromp en het molenaarshuis opnieuw verschillende keren geraakt door de Britse artillerie en brandde de molen volledig uit. Als gevolg van de beschietingen tijdens het geallieerde eindoffensief takelde hij nog verder af tot een 'schilderachtige' molenruïne, die zo fotogeniek was dat koningin Elisabeth op 8 oktober '18 er een kiekje van kwam maken.... In 1922 werd wat er restte van dit gebouw op vraag van de familie met de grond gelijk gemaakt...