Honderd jaar na het ondertekenen
van de Wapenstilstand lijkt een gedicht over vrede meer dan op zijn plaats in de
rubriek Zondag Frontpoëziedag. De Nederlandse gewezen acteur, kunsthandelaar en
militante socialistische dichter Carel Steven Adama Van Scheltema (1877-1924)
publiceerde het onderstaande, toen nog utopisch lijkende gedicht in zijn bundel Zingende Stemmen die in 1916 bij W.L. & J. Brusses
Uitgeversmaatschappij in Rotterdam van de persen rolde.
Vrede
Vrede spreid gij uw zachte vleugels
Over de donkere aarde heen -
Over de moeden en de gewonden,
Over de duizenden, die verzwonden,
Over al de snikkende monden,
Die verbleekt zijn van geween!
Vrede daal gij uit de lichte sferen,
Waarheen gij vluchttet voor deze wereldsmart,
Daal over hen, die u hebben verraden,
En over de dwazen, die op u smaadden,
En over de blinden, die om u baden,
Daal - daal gij weder in ons hart!
Opdat uw liefde daar weder wone,
Opdat uw liefde ons weer genas -
Liefde bove' onze ijdele wenschen,
Liefde over alle ijdele grenzen,
Liefde alleen van mensch tot menschen,
Die eindelijk leerden wat liefde was!
Gisteren
was het exact 100 jaar geleden dat in de vroege ochtenduren, de laatste Duitse
bezettingstroepen met stille trom uit Hoogstraten wegtrokken. Vanaf 14 oktober
1914, de eerste dag van de Duitse bezetting, tot 15 november 1918 was
Hoogstraten permanent bezet geweest Dit gold overigens ook voor alle huidige
deeldorpen Meerle, Meer, Minderhout en
Wortel, die allemaal deel uitmaakten van het Sperrgebiet
aan de rijksgrens.
Ruim
700 soldaten marcheerden in gesloten gelederen, met volle bepakking en
begeleid door opgevorderde wagens via Merksplas naar Weelde. Hier trokken ze de
grens over met de bedoeling om zich in Nederland te laten interneren, maar ze kregen ter plekke vrije doorgang naar Duitsland. Amper waren ze uit het
Hoogstraatse vertrokken of de jacht op activisten en smokkelaars was open.
Niet minder dan 37 woningen, winkels en cafés liepen schade op tijdens deze
uitbarsting van spontane
volkswoede, waarbij overigens ook nog aardig wat werd afgeplunderd
Het
vertrek van de Duitsers werd natuurlijk ook in de Nederlandse kranten gemeld.
In de Tilburgsche Courant verscheen
op 16 november 1918 volgend artikel Aan
en over onze Belgische grens : Men
meldt ons uit Zundert: Gisteren zijn de Duitschers aan de grens vertrokken in
goede orde. De poort over den steenweg Breda-Antwerpen was opengezet maar op
den electrischen draad was nog hoogspanning ingeschakeld. Naar de Duitschers
ons verzekerden hadden er in de nacht van 12 op 13 november tusschen
Hoogstraten en Zundert nog drie personen aan den draad de dood gevonden.
Vluchtelingen zijn langs hier niet gekomen en worden ook niet verwacht. De Belgen
uit de grensgemeenten willen naar Nederland komen maar worden zonder goede
papieren door onze soldaten niet toegelaten.
De Wapenstilstand mocht dan al wel getekend zijn maar
dat betekende nog niet dat er aan het sterven een einde was gekomen. Op 12
november werd Jan Van Looveren in Meer het laatste burgerslachtoffer van de Grote Oorlog in de Noorderkempen. In de
vroege ochtend besloot de 27- jarige landbouwer Jan Van Looveren uit Meer, zijn
ouders te gaan opzoeken die een boerderij bewoonden in de Beemden te Wuustwezel.
Al op de dag van de Wapenstilstand zélf was hij poolshoogte gaan nemen in
Meer-Dorp, maar verontrust door het tumult van de grote afrekening met de smokkelaars, besloot hij dat
het wellicht veiliger zou zijn om de volgende dag naar Wuustwezel te rijden. Zo
gezegd zo gedaan. Met zijn gespan reed hij, vergezeld van zijn hoogzwangere
vrouw Maria Lenaerts, en zijn twee kleuters Fien en Frans naar de - nog steeds
bemande - controlepost aan de draad op de splitsing van de Meerseweg en de
Bredaseweg. Hier werd hem vlakaf de doorgang geweigerd door de soldaten. In de
veronderstelling dat de Duitsers de stroom hadden afgesloten, besloot hij
daarop in de namiddag opnieuw een kans te wagen. Samen met Toon Schouw Brosens -die van Loenhout afkomstig
was- zou hij ditmaal beproeven onder de draad door te gaan. Nadat Jan in de
woning van Domien Goetschalkx op Toon Schouw had gewacht, vertrokken beiden
in de richting van de grensversperring te Gestel. Ter hoogte van de huidige
stal van Marcel Rombouts beproefde Jan het om tussen de draden door te kruipen.
Volgens een getuige zou hij eerst met een stok beproefd hebben of er nog stroom
op de draad stond. Omdat dit schijnbaar niet het geval was, greep hij met beide
handen de leiding vast. Onfortuinlijk genoeg was de stroom in bepaalde vakken
van de sperrzone nog niet uitgeschakeld, met als gevolg dat Jan Van Looveren
de laatste dode was die onze regio te betreuren had. Toon Schouw, liep om hulp
naar een boer die iets verder op het veld aan het werk was. Toen ze terug bij
het stoffelijk overschot van Van Looveren kwamen stonden er al Duitse soldaten
bij het lijk. Eerlijke Duitsers, zoals bleek, want ze overhandigden aan Jan van
Looverens buurman, Stan Verheyen, een brieventas waarin een dik pak
papiergeld stak. Stan Verheyen bracht zijn stoffelijk overschot daarna naar
huis, waarna Dr. Gommers van Meerle een lijkschouwing verrichte. Twee dagen
later werden de stoffelijke resten van Jan Van Looveren vlakbij de kerktoren
op de Meerse dodenakker bijgezet.