Vandaag is het precies 100 jaar geleden dat er een einde
kwam aan de Grote Slachtpartij ie in de geschiedenisboeken bekend staat als de Eerste
Wereldoorlog. Omstreeks vijf uur in de ochtend werd de wapenstilstand
ondertekend in een rijtuig van maarschalk Fochs speciale trein in het woud van
Compiègne.
Rond dezelfde tijd maakten troepen van het Britse Gemenebest
de cirkel van de oorlog bijna rond door Bergen te zuiveren van de laatste
Duitse troepen. Het was immers bij de Henegouwse hoofdstad dat de Britten in
augustus 1914 voor het eerst in actie waren gekomen. Belgische troepen
marcheerden ondertussen binnen in Gent. De geallieerde legers in België
stonden die ochtend op de lijn
Gent-Zottegem-Geraardsbergen-Ath-Mons-Chimay-Sedan.
Om 11.00 u van de 11e dag van de 11e maand zwegen de
wapens definitief aan het Westfront. De langverwachte wapenstilstand was van
kracht geworden. Na 1.564 verschrikkelijke dagen was de Eerste Wereldoorlog
afgelopen.
Aan het front leidde het nieuws van de wapenstilstand
meestal niet tot écht uitbundige vreugdetaferelen. Daarvoor waren de laatste
gevechten te zwaar geweest en had men nog teveel kameraden zien vallen. De
vermoeide soldaten reageerden veelal met een zucht van verlichting omdat de
ellende er nu wel definitief leek op te zitten.
In het Hoogstraatse ging het er echter iets feestelijker
aan toe. Al kort na de middag verzamelden de Hoogstraatse fanfares aan hun
lokalen, om daarna in stoet door de Vrijheid te trekken. Serenades werden
gebracht voor de woning van burgemeester Van Hoof, bij de gemeenteraadsleden
en bij de voorzitters van de muziekmaatschappijen. Honderden, met tricolores
getooide Hoogstratenaren, volgden al dansend en zingend de stoet. De gemeenteraad
kwam 's namiddags in een speciale zitting bijeen. Besloten werd om namens de bevolking
van Hoogstraten een huldeadres gericht aan de koning te sturen.
Hoe de wapenstilstand op het Klein Seminarie werd vernomen,
verhaalde een oud-student in 1936: U
kunt denken wat een triomfkreet er na al die miserie opsteeg, toen op maandag
11 november '18 de wapenstilstand bekend geraakte. Dit geschiedde aldus: onder
den speeltijd van één uur zagen een paar studenten van op de koer, door den
waaier van de groote deur, aan een laag huisje rechtover 't Seminarie, de
eerste Belgische vlag wapperen. Wat verwacht werd, was er dus! Opeens barstte
heel de koer in gejuich en gejubel los. Toen verscheen Mr. Superior zelf met
een Belgische vlag op de koer en de prefect droeg ze triomfantelijk rond,
begeleid door de fanfare en de springende en dansende studenten. Brabançonne en
Vlaamsche Leeuw, geestdriftig meegezongen, en geïmproviseerde Marseillaise
ter eere van de Fransche "évacués", die achter 't theater huisden!
Mr. Walgrave was het uitbundigst van al de professoren en stond met zijn armen
te zwaaien en te roepen om er nog meer geweld achter te zetten. De heeren
subregenten werden verzocht alle straffen en kwade noten kwijt te schelden : ze
zwierden hun strafboekjes de lucht in en de studenten vingen ze op om ze in
duizend stukjes te scheuren. Nog dezelfden dag wilden de studenten naar huis,
en, daar ze niet mochten, zat het er op onder de wandeling. Van dien dag af
werden er geen werken meer gemaakt en geen lessen meer geleerd: 't was immers
wapenstilstand! eerst Zaterdags mochten ze naar huis.
Intussen waren de Duitse soldaten van de staf volop
bezig met het verbranden van stapels documenten, op de koer van de Hoogstraatse
rijkswachtkazerne.
In Minderhout kwam het s avonds bijna tot een tragisch
incident toen een handvol uitbundige jongemannen een tramwagon volstouwden met
balken en hem in de Van Aertselaerstraat door de grensomheining ter hoogte van
het huis van de familie Matthieu ramden. De Duitse schildwachten, die nog
steeds op post waren, openden het vuur op de onverlaten die zich -heelhuids-
uit de voeten maakten.
Toen ik precies vier jaar geleden deze blog opstartte had
ik de bedoeling dit vol te houden tot 11 november 2018 en er dan een punt
achter te zetten. Er was echter één klein probleempje
waar ik bij de opstart geen rekening mee had gehouden: Al vrij snel bleek deze
blog vrij populair te zijn Sinds het eerste bericht werden er 235.000 pageviews geregistreerd van niet minder dan
35.384 individuele bezoekers. Het leeuwendeel van de lezers ( 82,1 %) is in de
Lage Landen te situeren en verder is er een mooie spreiding van lezers uit de indertijd oorlogvoerende
landen gaande van Duitsland over Frankrijk en het UK tot Australië en Canada.
Al moet ik toegeven nooit te hebben verwacht lezers uit Brazillië, Japan, Indonesië, Togo of Groenland
op deze blog aan te treffen . Bovendien blijken hel wat bezoekers van deze blog
erg tevreden over het aanbod. 2.423 Individuele bezoekers gaven een beoordeling.
Niet minder 83 % blog vond e blog heel goed, 16 % gaf als boordeling goed en 2
% voldoende. Allemaal zaken die uiteindelijk hebben meegespeeld in mijn beslissing
om In Vlaanderens Velden vandaag
niet, zoals oorspronkelijk gepland stop te zetten, maar gewoon verder te gaan De
frequentie zal wellicht iets lager liggen, maar er is nog stof genoeg om een
paar jaar bezig te blijven
Vandaag precies 100 jaar geleden sneuvelde de laatste
militair uit de Noorderkempen.De 21-jarige
Elbert Eykens uit Merksplas, een kanonnier in de 2e Batterij van de
3e Groeperng van het 12e
Regiment Artillerie werd tijdens een artillerieduel dodelijk gewond door
granaatscherven in de buik. Hij overleed in de vooruitgeschoven hulppost in
Baarle-Drongen aan deze kwetsuren. Hij werd oorspronkelijk op 11.11.1918 te
Drongen begraven. Werd later herbegraven op de stedelijke begraafplaats aan de
Kwakkelstraat te Turnhout.
Albert
Eykens was in de nacht van 8 op 9 juni 1915 de rijksgrens overgestoken om vrijwillig
ienst te nemen in het leger. Hij was een ongehuwde zoon van Aloysius Eykens,
hoofdbewaker in Merksplas Kolonie en Maria Claessens. Albert Eykens woonde
met zijn broer en zuster op de Kolonie 123 en hij was oud-leering van het Turnhoutse
Sint Victorinstituut
TWEE BELGISCHE MILITAIREN BEZWEKEN IN EEN KRIEGSLAZARETT IN MERKSPLAS...
Vanaf het begin van oktober 1918 werd een deel van
de gebouwen van Merksplas-Kolonie in beslag genomen voor het Duitse leger dat
er een Kriegslazarett installeerde. Mijn eigen, toen negenjarige grootmoeder
was op 3 november ooggetuige geweest van een gewondentransport van de XLIXeReserve-Division dat door Hoogstraten trok: Een lange colonne vrachtwagens stopte s
morgens op de Vrijheid.De soldaten die van de camions sprongen zagen er
verwilderd, vuil en ongeschoren uit. Ze hadden vooral honger en in een mum van
tijd stonden er een tiental bij ons binnen op zoek naar wat te eten. Maar we
hadden nauwelijks eten in huis omdat er een Frans vluchtelingengezin bij ons
woonde . Toen ik wat later op straat
durfde komen, kreeg ik al meteen spijt want voor de deur stonden twee
camionsmet gewonden. Ze lagen verkleumd
op berries die op elkaar waren gezet in een soort van houten kader. De mannen
waren doodsbleek met stoppelbaarden van een paar dagen, sommigen met vuile,
bloeddoordenkte verbanden Eén van hen bleef maar roepen en tieren. Een andere,
nog echt een jongen van een jaar of zestien had een paar vingers verloren en
zat met zijn arm in een verband met een sigaret bungelend in zijn mondhoek op
de treeplank wezenloos voor zich uit te staren. Toen hij van onze buurvrouw,
Madamme Stryckers, een glas water kreeg begon hij onbedaarlijk te huilen. Dat
zal ik nooit vergeten Toen ze in de richting van Merksplas waren vertrokken,
bleef er op straat een kleine bloedplas over. Het bloed was door de planken
vloer op straat gedruppeld. Ik werd misselijk toen ik dit zag... Onder de
gewonden die in de Kolonie terechtkwamen waren ook een aantal Belgische
krijgsgevangenen en gewonde of zieke Belgische Zivilarbeiter.Twee vanhen
zouen in deze instelling ovrlijden. De 44-jarige Leuvenaar Jan Baptist Bomhals
bezweek op 6 oktober in de Kolonie. Deze Jager te Voet was tijdens het
bevrijdingsoffensief, op 29 September 1918 gewond krijgsgevangen gemaakt door
soldaten van de XVIe Beierse Infanterie Divisie. Samen met gewonden
van deze eenheid werd hij van het front geëvacueerd naar het Duitse
noodhospitaal dat in de Kolonie was gevestigd. Bomhals overleed aan
ziekte.Aanvankelijk werd hij begraven
te Merksplas maar op 2 juni 1924 werd hij op de militaire begraafplaats van
Lier bijgezet in graf nr. 444
Het
verhaal van de 35-jarige Alexander Declerck, gereformeerd soldaat uit het 2eregiment Karabiniers blijft echter tot op de
dag van vandaag in een mysterieus waas gehuld. Vast staat dat Brusselaar Alex
Declerk, gehuwd met Marie Schoolmeesters zich op 4 augustus 1914 melde als oorlogsvrijwilliger.
Hij werd ingedeeld bij de 3e compagnie van het 1e Bataljon van het 1e
Korps Vrijwilligers. Nog maar net was hij bij zijn definitieve eenheid, het 2e
Regiment Karabiniers beland, of hij werd op 26 september '14 door een commissie
van legerartsen, wegens ziekte, ongeschikt voor de militaire dienst bevonden.
Hierop belandde hij in een hospitaal te Gent. Na de bezetting van deze stad
door de Duitsers, nam hij de benen nam naar huis. Zijn uniform en militaire
papieren had hij -als voorzorgsmaatregel bij een eventuele aanhouding-
verbrand. Thuisgekomen in de Zavelstraat, werd hij een half jaar later ondervraagd
door Duitse soldaten, die hem nadat men had verklikt dat er een gereformeerde
soldaat, mogelijk zelfs een deserteur, in de straat woonde, aan de tand wilden
voelen. Waarschijnlijk verontrust door dit bezoek, besloot Alexander via
Nederland opnieuw het leger te vervoegen. Zonder zijn echtgenote van zijn
voornemen op de hoogte te brengen verliet hij medio april 1916 zijn woning. Op
1 mei 1916 werd hij ergens aan de grens gearresteerd door de Duitsers. Het
laatste bericht dat zijn vrouw over hem ontving was dat hij op 15 juli van
hetzelfde jaar in Aken als burgergevangene werd geïnterneerd. Vermoedelijk
werd hij omstreeks 1917 door de Duitsers als zivilarbeiter ingezet bij frontarbeid in de Westhoek en werd hij
tijdens het eindoffensief gekwetst. Samen met Duitse gewonden afgevoerd, belandde hij in Merksplas waar hij op 22
oktober 1918 aan Spaanse Griep bezweek. De burgemeester van deze gemeente
verklaarde na de oorlog dat hem niet bekend was over het geval Declerck, zo
waren ze bijvoorbeeld niet op de hoogte van het feit dat hij een Belgisch
soldaat was, sterker nog ze dachten dat het hier een Duitse militair betrof....
Ook vandaag
staat deze blog nog volledig in het teken van de gesneuvelde Britse oorlogsdichter
Wilfred Owen MC (zie gisteren). Graag nodig ik u uit om de uitstekende
BBC-documentaire Wilfred Owen a
Remembrance Tale te bekijken. Klik op onderstaande link.