Vandaag een gedicht van de hand van Antoon Van Wilderode, pseudoniem van de Wase priester-dichter Cyriel Coupé (1918-1998). Zijn gedicht 'Across the Channel' dat hij voor een van de IJzerbedevaarten schreef verwijst naar Roland Aubrey Leighton (1895-1915) en zijn gedicht 'Violets of Plugstreet Wood'.
'Hij werd niet ouder in het vaderland / dan negentien. Toen stond zijn eigen dood / hem op te wachten in scharlakenrood / across the Channel, aan de overkant
Achter de bomen van een helder bos / dat hij herkende op het eerste zicht / onder hetzelfde oud namiddaglicht / brak het orkest der mitrailleuses los
Alleen zijn dood keel toe. Kwam dichterbij / en sprak zijn naam uit in zijn open oor. / Hij wilde nog een antwoord geven voor / hij neerviel op het mauve gras van mei
Maar ieder woord bleef stokken in zijn mond. / En voor de rest werd het een stille dag / waarbinst hij langzaam kouder wordend lag / across the Channel op een vreemde grond.'
Op de foto (met dank aan IWM) de 25-jarige Charles Stewart Hedderwick, een tweede luitenant in het 2e Bataljon van the Royal Scots (Lothian Regiment). Hedderwick was op 29.11.1889 in Glasgow geboren en was een zoon van de directeur van de krant 'Glasgow Citizen'. Hij had in oktober '14 dienst genomen als een motorestafette bij het XIV Army Corps. Een maand later kreeg hij een aanstelling als infanterie-officier bij het 2e Bataljon Royal Scots. Op 28 februari '15 zou zijn compagnie afgelost worden in de loopgrachten bij Kemmel. Het was een heldere maanverlichte nacht en toen zijn mannen omstreeks 23.15 u. begonnen met de aflossing ging dit niet onopgemerkt voorbij. De Duitsers, die amper honderd meter verder lagen, beschoten intensief de sector waarbij verschillende slachtoffers in de rangen van de Royal Scots vielen. Hedderwick liet zijn mannen evacueren maar bleef zelf ter plaatse om een aantal gewonden in veiligheid te brengen. Dit werd hem fataal. Hij werd de volgende dag begraven op een kleine begraafplaats bij de Godezonne-boerderij in Kemmel, die vooral door zijn eenheid als frontbegraafplaats gebruikt werd. U vindt zijn graf terug met volgende referentie I A 5. De eerste gesneuvelde die hier een laatste rustplaats kreeg was F.S. Peoples, een korporaal in het 1e Bataljon van het Welsh Regiment die op 16 februari '15 in dezelfde sector was gevallen. ( graf II A 13).
Het kleine Godezonne Farm Cemetery bevatte tegen het einde van de oorlog slechts 20 graven. Na de Wapenstilstand werden hier nog 59 gesneuvelden toegevoegd die her en der in de omgeving begraven lagen. Van de 79 gesneuvelden die hier herdacht worden, blijft meer dan de helft, 41 om precies te zijn; ongeïdentificeerd. Voor het ontwerp van deze site tekende William Cowlishaw. Op deze site vindt u ook het graf van een kind-soldaat. A.J. Payne, een gunner bij B Battery van de 177e Brigade Royal Field Artillery was amper 17 jaar oud toen hij op 18 januari '16 sneuvelde. Zijn graf heeft als referentie I B 9.
Dit jaar is het precies honderd jaar geleden dat oorlogsvrijwilliger Renaat De Rudder in nooit echt opgehelderde omstandigheden sneuvelde. Op de vooravond van onze nationale feestdag, op zondag 9 juli om precies te zijn, wordt hij herdacht in De Klaproos in Landegem. Hieronder vindt u het programma van deze warm aanbevolen herdenking:
10.00 u. Ontvangst in de Foyer van De Klaproos
10.30 u. Academische zitting met als gastsprekers Guido Moons (verantwoordelijke Kenniscentrum Vlaamse Volksbeweging) en Bart De Valck (voorzitter VVB)
11.30 u. Optocht naar het monument van Renaat de Rudder gevolgd door een aantal toespraken en bloemenhulde.
Organisatie: het Renaat De Ruddercomité, de Vrienden van Renaat De Rudder, VLAG (Vlaams genootschap Nevele) en V.O.S.
Misschien nog een ideetje voor diegenen die 'Iepereat' toch zo'n originele, leuke en goedbekkende naam vinden (zie mijn vorige blog)/ Breng eens een bezoekje aan de CWGC-site 'Ramscapelle Road Military Cemetery' aan de Brugse Steenweg in Sint Joris aan de IJzer. Hier worden 843 doden uit het Britse Gemenebest herdacht. Minstens 136 van hen sneuvelen tijdens de bloederige julimaand van 1917. Minstens 44 van hen op die beruchte 10e juli toen de Duitsers voor het eerst mosterdgas of Ypriet op hun stellingen afvuurden. Probeer u maar eens in te beelden hoe ze naar adem snakkend, gek van de pijn, met handen waarop enorme blaren openbarsten, naar hun keel grepen. Half verblind, hun longen ophoestend voor hun leven vochten.... Nog benieuwd of 'Iepereat' na zo'n bezoek nog als een briljant idee zal worden beschouwd.... Maar ja, intussen hebben de naamgevers van deze Ieperse eettent nog voor de opening al heel véél gratis media-aandacht gekregen of was dat de bedoeling misschien..?
Die goeie ouwe William Shakespeare vroeg het zich al af toen hij aan zijn 'Romeo & Julia' aan het werken was en ik vroeg het mij deze ochtend af bij het openslaan van m'n kwaliteitskrant. In het Ieperse is er enige commotie ontstaan over de naamgeving van een eettent in de buurt van het In Flanders Fields Museum. De naam 'Iepereat' is bij sommigen in het verkeerde keelgat geschoten want wel bijzonder sterk gelijkend op 'Yperiet', de koosnaam voor het infame, blatrentrekkende en longoedeem veroorzakende mosterdgas. Gas dat nota bene precies honderd jaar geleden voor het eerst haar dodelijke intrede op het slagveld deed. Niet, zoals de meeste journalisten vandaag melden, in Ieper maar in Nieuwpoort waar de Duitsers op 10 juli '17 in het raam van operatie 'Strandfest' voor het eerst met mosterdgas gevulde granaten afvuurden... Het 1e Bataljon Northhamptonshires en het 2e Bataljon King's Royal Rifles werden in de duinen op de rechteroever van de IJzer, mede door het ingezette gifgas gedecimeerd. Ze verloren in een paar uur tijd 50 officieren en 1.253 manschappen. Slecht 4 officieren en 64 manschappen bereikten leven de overkant van de IJzer. De volgende weken en maande kostte het inzetten van Yperiet het leven aan duizenden. Een veelvoud van hen overleefde het maar werd voor de rest van hun leven getekend 'gepakt door de gas' door longziekten en/of blindheid..... Uit alles blijkt dat achter de naamgeving van dit nieuwe Ieperse eethuis een uitgekiende campagne zit, inclusief de 'smaakbommetjes' in het logo. Wellicht zal een of andere trendy designer of copy-writer in een hip marketingbureau dit een erg geslaagde en wellicht zelfs grappige 'gimmick' vinden, maar ik heb toch wel mijn bedenkingen bij dit concept. Ik wil niet echt de 'dramaqueen' uithangen maar er zijn grenzen aan de goede smaak (zeker voor een eettent ...) en dit is er, naar mijn aanvoelen, nét ietsje over en ik denk dat ik niet alleen sta met deze mening...