Ter
afsluiting van 100 Jaar Slag om de Kemmelberg een paar fotos Toen & Nu
van Kemmel Chateau Military Cemetery.Deze begraafplaats ontstond in december 14, wellicht door plaatsgebrek
op het kerkhof van deze gemeente. De eerste gesneuvelden werden bijgezet aan de
noordzijde van het kasteelpark van de familie de Geelhand de Merkem. Het uit
1622 daterende omwalde kasteel, park en begraafplaats werden compleet verwoest
tijdens de gevechten in april 18. Het is, bij wijze van spreken, een klein mirakel dat het aantal onbekenden op deze verwoeste begraafplaats zo beperkt is gebleven...
Op
deze CWGC-site worden vandaag de dag 1.157 gesneuvelden herdacht, waaronder 21
Britten en 1 Fransman die in mei 40 vielen. In mijn vorig jaar bij uitgeverij
Polemos verschenen boek Verdrongen Verleden
over de 16e (Ierse) Divisie in Vlaanderen sta ik uitgebreid stil bij
deze, nu zo vredige begraafplaats, die een bezoek meer dan waard is.
Vandaag
in Zondag Frontpoëziedag een
fragment uit het beklijvende Aan een moeder Haar zoon
viel op het slagveld Van Paul van Ostaijen. Het verscheen voor het eerst op
27 oktober 17 in het radicaal activistische blad Ons Land. Volgens Van Ostaijen-kenner Gerrit Borgers was het net
als Zaaitijd, een ander
Vlaams-nationaal geïnspireerd gedicht, in de zomer van 17 geschreven. In Aan een moeder manifesteert zich al
duidelijk het humanitair expressionisme dat later, bij wijze van spreken, het
handelsmerk van de dichter werd. Een
fragment:
Je zoon, moedertje, viel niet voor een gerechte zaak,
maar zijn bloed werd hem afgeperst door allen,
omdat ons de menselijke goedheid is ontvallen.
Maar ik, wij, wij allen zijn de moordenaars van je zoon
en elk woord als eer en held is smaad en hoon.
Elk soldaat die valt in de krijg, hij werd getroffen
door een sluipmoordenaar.
Dit zijn wij allen, allen die het geloof verloren.
Graag
verwijs ik naar de volgende intrigerende compilatie van overwegend Duits - fotomateriaal
dat te maken heeft met de gevechten rond de Kemmelberg, deze week precies 100
jaar geleden. Voor mij zaten er alvast een paar totaal onbekende fotos tussen
Klik op onderstaande link:
100 JAAR GELEDEN - DE BESTORMING VAN DE KEMMELBERG
Wie
vandaag de dag Kemmel en de gelijknamige berg bezoekt zal aangenaam getroffen
worden door de sereniteit en de rust van deze groene oase, die ik in gesprekken
met vrienden vaak pleeg te omschrijven als de
parel van het Heuvelland. Precies 100 jaar geleden was dit wel even anders
en was de Kemmelberg wellicht de plaats waar je het minst wilde vertoeven op
deze planeet. Al enkele dagen probeerden de Duitsers, in een laatste, desperate
poging om voor de komst van de Amerikanen door te stoten naar de Kanaalhavens,
via de Leievlakte op te rukken. Toen de Britten hen bij het Frans-Vlaamse
Hazebrouck wisten af te stoppen, verlegden ze hun aandacht naar het
noorden.
Na
een helse beschieting, waarbij kwistig gebruik werd gemaakt van gasgranaten, bestormden
de mannen van het Alpenkorps, één van de elite-eenheden van het Duitse leger in
de ochtenduren van 25 april 18 de Kemmelberg en de Lettenberg. De aangeslagen
Franse overlevenden van het verschroeiende bombardement werden zonder al te
veel problemen onder de voet gelopen. Alleen op de Kleine Kemmelberg werd
verwoed tegenstand geboden. Tot de
Duitse vlammenwerpers de laatste weerstandsnesten verkoolden. De Kemmelberg, die in een mum van tijd was herschapen
in een zwartgeblakerde, pokdalige etterpuist in het gemartelde landschap moest
worden prijsgegeven. Keizer Wilhelm II die de aanval vanuit een observatiepost
volgde, reageerde enthousiast: Die Slacht ist entschieden ! Wir haben den Berg
! Even leek het er inderdaad op dat de Duitse stoottroepen de beslissende
doorbraak zouden kunnen forceren. Behalve de Kemmelberg namen de Duitsers
ookhet dorp Kemmel in, terwijl ten
zuiden van de berg, bij Dranouter ook door de geallieerde linies werd gebroken.
In het noorden wisten de Duitsers zelfs door te dringen tot de beruchte Hellfire Corner aan de Meenseweg ,
halfweg tussen het Hooge en de stadsomwalling. Nooit was de Duitse frontlijn zo
ver opgeschoven. Ieper, waar de troepen van de keizer bijna vier bloedige jaren
hun tanden op hadden stukgebeten, lag bij wijze van spreken voor het grijpen. En
toen gebeurde een klein mirakel: Met een uiterste krachtinspanning en ondanks de
enorme verliezen wisten de Fransen en de Britten de Duitsers bij de
Scherpenberg en Rodeberg een halt toe te roepen. In de rokende puinhopen van Loker werd verbitterd
lijf-aan-lijf gevochten met dolken en handgranaten om elke vierkante meter maar er kon nog nauwelijks
worden gevorderd. De volgende dagen bleven de gevechten weliswaar aanhouden, maar de hardnekkigheid en
het elan van de eerste aanval waren stilaan verdwenen. Uiteindelijk zat er voor
Ludendorff niets anders op dan op 29 april het offensief af te blazen. Ieper en
mogelijk ook de geallieerde eindoverwinning werden gered door een paar
West-Vlaamse heuvels .
Ter
afsluiting van de Zeebrugge-special
een boeiende, Nederlandstalige documentaires als kijktip. Sven Speybrouck lichtte een paar jaar geleden in Publiek
Geheim, een Canvas-programma een tip van de sluier op
over dit bijna vergeten militaire wapenfeit. Klik op onderstaande link:
Nog
even terugkomen op de Raid op Zeebrugge, gisteren precies 100 jaar geleden. De
meeste Britse slachtoffers werden met militaire eer begraven op de Duitse
militaire begraafplaats naast de Sint Donaaskerk van Zeebrugge. In totaal
liggen hier 175 waarvan 3 niet geïdentificeerde - Duitse en 30 waarvan 17 niet geïdentificeerde-
Britse gesneuvelden begraven. Deze begraafplaats werd aangelegd nadat 44 Duitse
militairen op 26 september 15 in
Zeebrugge waren omgekomen bij een tramongeval. Een ander massagraf is dat van 40
marinemensen, bemanningsleden van de torpedoboten S.15 en S.20 die op 5 juni 17
aan de Vlaamse Kust waren gevallen.
14
Britten en 7 Duitsers die omkwamen bij de Raid op Zeebrugge kregen hier een
laatste rustplaats. Twee van hen, kapitein E. Bamford en sergeant N.A. Finch,
beiden Royal Marines werden postuum
onderscheiden met het Victoria Cross. In
de omheiningsmuur werd het Zeebrugge Memorial
to the Missing aangebracht dat 4 deelnemers aan de aanval herdenkt wiens
lichaam niet kon worden geborgen. Eén van deze vier was de 33-jarige Wing Commander Frank Brock, O.B.E., een bolleboos en piloot die het
experimentele station van de Royal Navy in
Stratford leidde. Hij was de uitvinder van de naar hem genoemde
Brock-antizeppelin-kogel, die bij impact vuur vatte. Ook de Dover Flares, die werden gebruikt in de
onderzeeboot-oorlog én de mistmachine, die gebruikt werd om met rook een aanval
te verdoezelen waren van zijn hand. Hermann Künne, een matroos van Torpedoboot
S.53, die vermoedelijk Brock in een zwaardgevecht op de dam gedood heeft en die
zélf in de loop van de Raid op Zeebrugge omkwam, ligt overigens ook op deze
site begraven.
In
tegenstelling tot vrijwel alle andere Duitse militaire begraafplaatsen in de
provincie West-Vlaanderen, werd deze site in de jaren 50 van de vorige eeuw
niet geruimd, wat deze Duitse begraafplaats uniek maakt.
Vandaag
precies een eeuw geleden vond de tot bijna mythische proporties opgeklopte Raid op Zeebrugge plaats.In een stoutmoedige nachtelijke actie in pure
commando-stijl, deed een eskader van de Britse marine een aanval op de Duitse
onderzeeboot-basis in de haven van Brugge. Ze lieten een aantal schepen in de
strategisch belangrijke havengeul bij Zeebrugge zinken. Hierdoor werd de
haveneen tijd onbruikbaar voor de
Duitse oorlogsvloot. De geallieerde propaganda zette deze prestatie natuurlijk
dik in de verf omdat men wel wat goed nieuws kon gebruiken na de recente Duitse
overwinningen. Maar in feite was deze actie niet écht een succes te noemen. Oorspronkelijk
had de aanval op 11 april moeten plaatsvinden maar deze actie werd kort voor
het eskader de Vlaamse kust had bereikt afgeblazen. Eén van de begeleidende
snelboten raakte daarbij vermist. De Britse Admiraliteit besefte niet dat hij
bij Oostende was gestrand en dat de Duitsers in de boot gedetailleerde documenten
m.b.t. deze actie hadden gevonden. Toen de Britten elf dagen later opnieuw
opstoomden waren de Duitsers in de hoogste staat van alarm en goed voorbereid. De
Britten werden op een gordijn van vuur onthaald en bovendien kon een groot deel
van het oorspronkelijke plan, inclusief het rammen van de sluisdeuren niet
uitgevoerd worden waardoor de haven een paar dagen na de raid al terug
operationeel was... De prijs die voor deze grotendeels mislukte- actie moest worden betaald was hoog: 227
Britten kwamen in Zeebrugge om het leven, terwijl 359 gewonden in Dover aan land
weren gebracht. Bovendien flopte de aanval die tegelijkertijd op Oostende werd
uitgevoerd. De gealarmeerde Duitsers hadden een lichtboei die de havengeul
aangaf verplaatst waardoor de twee, af te zinken blokkadeschepen een paar
kilometer van hun doel strandden. Hier lieten 19 Britten het leven en werden er
30 gewond .
Om
het fiasco te verdoezelen werd door de Britse propagandamachine een briljante
truc gebruikt. Niet het resultaat telde maar wél de moed van de deelnemers aan
de raid. Nooit eerder in de Britse militaire
geschiedenis werden zoveel hoge militaire onderscheidingen uitgereikt dan
voor deze enkele actie. Daaronder waren niet minder dan 8 Victoria Crosses
waarvan 2 postuum de hoogste Britse militaire dapperheidsonderscheiding.