Ik heb het op deze blog al eens gehad over een anonieme dichtbundel
met de titel Achtergrond die ik bij
het opruimen van mijn bibliotheek heb gevonden. Ik heb zon donkerbruin vermoeden
dat de auteur mijn ouwe kameraad Gust Peeters is, maar ik ben niet 100 % zeker.
Vandaag breng ik graag het gedicht Slagveld
uit deze bundel:
Onnoemlijk veel
namen/ staan op het veld gekruist / en
liggen stil tesamen : /. Zo smal, zo klein behuisd.
Onnoemlijk veel
doden / zijn hier op rust gesteld / en dragen nog de loden / signalen van
geweld.
Onnoemlijke weiden
/ gedrenkt in oorlogsbloed / en ergens tussenbeide / een boom, een laatste
groet.
De Commonwealth War Graves Commission (CWGC) voorstellen is in kringen van geïnteresseerden in de Grote Oorlog, zoiets als het intrappen van een open deur. De CWGC staat als opvolger van de Imperial War Graves Commission momenteel in voor de zorg over 1,7 miljoen graven van gesneuvelden uit het Britse Gemenebest uit de twee wereldoorlogen. De organisatie beheert in totaal 23.000 sites, verspreid over meer dan 150 landen. Van de 11.957 graven op Tyne Cot Cemetry in Zonnebeke tot de 4 graven op Ocracoke Island. Als onderzoeker en auteur maak ik al jaren gebruik van de bijzonder nuttige database van de CWGC en het is met immens plezier dat ik merkte dat gisteren de grondig vernieuwde webstek van de CWGC operationeel is geworden. Niet alleen is alles in een modern jasje gestoken en geactualiseerd maar men treft - vergeleken met de oude versie - ook gevoelig meer nuttige achtergrondinformatie aan. Bovendien is de zoekmachine verbeterd waardoor men nog gerichter gericht gaan zoeken. Een absolute meerwaarde is dat vanaf gisteren ook op de individuele fiches melding wordt gemaakt van de epitafen, grafschriften die op verzoek van de nabestaanden op de zerken werden aangebracht. Nen dikke merci is hier op zijn plaats...
Een paar weken geleden bracht ik op deze blog in
verschillende afleveringen het verhaal over de eerste inzet, in de
onbarmhartige zomer van 1917, van Ernst Jünger in Vlaanderen. Zijn eenheid, het
Hannoverse Füsilier Regiment nr. 73, leed zware verliezen bij de felle
afweergevechten tussen Boezinge en Langemark. Van de 174 gesneuvelden en de 449
vermisten die deze eenheid in deze periode verloor hebben er slechts een
handvol een gekend graf. Meestal ging het om militairen die in krijgsgevangenschap
of in een hospitaal achter de frontlijn zijn gestorven. De door de Britten
gevangen genomen Füsilier Ludwig Hengstmann en Unteroffizier Wilhelm Konradi
liggen in Dozinghem Military Cemetery begraven. Leutnant Willy Lehmann en Füsilier
Erich Naatz in de Duitse begraafplaats van Hooglede. Zij waren in een Duits
veldhospitaal in Moorslede aan hun verwondingen bezweken.
Een paar dagen geleden heb ik een fascinerend boek op de kop kunnen tikken. Trouwe lezers van deze blog weten dat ik in mijn blogrubriek 'Epitaaf' geregeld stil sta bij opvallend, treffende of ontroerende grafschriften op Britse militaire begraafplaatsen. En blijkbaar ben ik niet de enige die gefascineerd is door deze hoogst persoonlijke boodschappen die ons over de generaties heen bereiken. Het boek 'On Fame's Eternal Camping Ground' van Trefor Jones is integraal gewijd aan deze opschriften. Toen de Imperial War Graves Commission - de voorloper van de CWGC - na de oorlog met de immense taak begon om de militaire begraafplaatsen in te richten, gaven ze aan de nabestaanden van de gevallenen de kans om een epitaaf, een grafschrift in de vorm van een persoonlijke boodschap aan te brengen op de voet van de zerk van hun familielid. Na vijf jaar research brengt de auteur een kleine 1.500 van deze grafschriften onder aandacht van de lezer. Een hoogstpersoonlijke selectie van hoogstpersoonlijke boodschappen, zo zou ik dit merkwaardige boek wellicht het best kunnen omschrijven. Geplukt van de grafzerken in ons land en in Frankrijk zijn het even zovele eerbewijzen aan de mannen, vaak nog jongens, die uit Groot-Brittannië en het Gemenebest naar hier kwamen om te sterven. Het waren de zonen, echtgenoten en broers van wat de auteur mooi omschrijft als de 'verloren generatie'. Ze kregen een graf ver van huis. Vaak bestonden de opschriften die door hun nabestaanden werden geselecteerd uit obligate teksten, die heel vaak geïnspireerd waren door Bijbelcitaten maar af en toe zijn ze erg persoonlijk en getuigen ze van een poëtische zeggingskracht en beeldtaal die des te sterker is door de omstandigheden waarin ze werden neergeschreven...Ze geven vaak een boeiend inzicht in de manier waarop zij die achterbleven probeerden om te gaan met het verlies dat hen had getroffen. Dit is absoluut een boek dat niet alleen geschikt is voor de militaria-experts of historici maar zou in feite een zo breed mogelijk publiek moeten aanspreken. Het geeft immers een hel nieuwe kijk op één van de bloederigste conflicten uit de geschiedenis. Ik heb het in ieder geval met érg veel interesse gelezen.
'On Fame's Eternal Camping Ground' van Trefor Jones telt 224 pagina's en is enkel in harde kaft verkrijgbaar ISBN : 978 0 9527458 2 2
OVER DE SCHREVE - RUE DU BACQUEROT Nr. 1 MILITARY CEMETERY
De rubriek over de schreve bestaat intussen al een
tijdje op mijn blog. Momenteel leg ik de laatste hand aan een handige slagveldgids voor
Frans-Vlaanderen. Het front in deze regio, in de met bloed doordrenkte velden van Artesie en Picardie wordt door
sommige historici terecht als het Vergeten Front omschreven en ik kan dit
gebrek aan belangstelling alleen maar betreuren. In mijn nieuwe gids focus ik
me niet alleen op de voor de hand liggende hoogtepunten als Vimy of Notre
Dame de Lorette maar ook op heel wat minder belichte of zelfs vrijwel onbekende
maar daarom niet minder interessante sites. Eén van deze laatste is zonder enige
twijfelRue du Bacquerot N° 1 Military Cemetery in Laventie. Deze begraafplaats
werd in november 14 in de nabijheid van de weg Estaires - La Basséein een boomgaard opgestart door eenheden van
het Indian Army Corps. De begraafplaats bleef in gebruik tot mei 1917 maar er
waren nog sporadische bijzettingen in 1918. Na de oorlog werden hier nog 19
gesneuvelden herbegraven die afkomstig waren het Rue des Chavattes Indian
Cemetery in Lacouture. Er worden momenteel 638 gevallenen van het Britse
gemenebest herdacht. 61 Van hen konden niet worden geïdentificeerd en 12
gesneuvelden wiens gravenverloren
gingen worden met special memorials
herdacht. Deze begraafplaats ligt achter een ietwat onderkomen boerderij en men
kan enkel via het meestal erg modderige erf de dodenakker bereiken. Het
verassende ontwerp voor deze begraafplaats ontsproot aan de tekentafel van Sir
Herbert Baker die ook het Indian Memorial tot he Missing in Neuve-Chapelle
ontwierp. De begraafplaats bestaat uit twee afzonderlijke, met natuursteen
ommuurde perken die worden gescheiden door een met kasseien geplaveide weg. Het
kleinere, westelijke deel omvat naast een Brits perk ook moslim,- hindoe,- en
sikhperken. Het oostelijke deel bevat perken met gesneuvelden uit het
gemenebest en de graven van 7 Duitsers.
De hoogst gedecoreerde gesneuvelde op deze site is
Francis Henry Romilly DSO. Hij had zich onderscheiden tijdens de Tweede
Boerenoorlog in Zuid-Afrika (1899-1902) en in de Kano- Sokoto expeditie in
Noord-Nigeria (1903). Kapitein Romilly werd gewond in februari 14 maar nam wel
deel aan de strijd bij Neuve-Chapelle. Voor zijn leiderschap in dit gevecht
kreeg hij de Distinguished Service Order (DSO).Hij sneuvelde op 25 september 15. Zijn enige broer Arthur, een kapitein
in het 1e Bataljon Duke of Cornwalls Light Infantry, was al op 21
oktober 14 bij Cuinchy gesneuveld. Zijn vader, kapitein Francis John Romilly
kwam in de Egyptische campagne van 1885 om als officier van de Royal Engineers.
In het westelijke perk liggen naast een klein aantal Britten, 144
gesneuvelden van het Indian Army begraven, 53 van hen konden niet worden
geïdentificeerd. Een herdenkingssteen vermeldt twaalf mannen van het Indian
Army die in de onmiddellijke omgeving vermist werden tussen maart en september
1915. Onder hen Guman Sing Negi MC & IDSM, een jemader- een luitenant - in het 39e
Garhawal Rifles, één van de meest onderscheiden eenheden van het Indian Army.
Hij sneuvelde op 20 april 1915.Hij had
het Military Cros, de op één na hoogste dapperheidsonderscheiding voor
officieren, gekregen voor zijn aandeel in de verdediging van Wijtschate en
Hollebeke in 1914.De Indian
Distinguished Service Medal (IDSM) is een vrij zeldzame dapperheidsonderscheiding
voor Indiase troepen die van 1907 tot 1947 bestond. Er werden in die periode
ongeveer 6.000 exemplaren van uitgereikt, waarvan 3.200 tijdens de Eerste
Wereldoorlog