Vandaag het gedicht Stellung van de Duitse frontdichter Wilhelm Klemm (1881- 1968),
Boekhandelaar, uitgever, dichter en tijdens de Grote Oorlog Stabarzt aan het Westelijke front. Zijn
gedicht Stellung was een van de
eerste die hij gepubliceerd kreeg. Het verscheen voor het eerst in het voorjaar
van 1915 in het Berlijnse avant-gardetijdschrft Die Aktion. In datzelfde jaar verscheen ook zijn eerste bundel Gloria.
Stellung
Die Nacht arbeitet ununterbrochen. Schüsse jagen /
Vorüber. Klatschen ein, oder seufzen davon. / Poltern fern wie Steingeröll. Vergähren. Ein Geschütz brüllt auf Die Gespenster
der Vernichtung schnattern. Stunden
versickern. / Über der Brustwehr Zackenkamm des Gebirges Stockt ein Himmel
ohne Götter. Rede leise ! / An schlüpfriger Wand lehnen die Graumäntel /
Zwischen Schlaf und Wachen. Lichter schleichen gebückt / Gewunden und eng wie
ein darm !Leuchtstern / geht auf /
Majestätisch und klar. Das
Feld is weiss wie Mehl/ Sekundenlang. Dann wieder Nacht. Bis des Scheinwerfers Geisterfinger / Abtastet zum
tausendsten Male die Zone des Todes.
Vandaag het gedicht Stellung van de Duitse frontdichter Wilhelm Klemm (1881- 1968),
Boekhandelaar, uitgever, dichter en tijdens de Grote Oorlog Stabarzt aan het Westelijke front. Zijn
gedicht Stellung was een van de
eerste die hij gepubliceerd kreeg. Het verscheen voor het eerst in het voorjaar
van 1915 in het Berlijnse avant-gardetijdschrft Die Aktion. In datzelfde jaar verscheen ook zijn eerste bundel Gloria.
Stellung
Die Nacht arbeitet ununterbrochen. Schüsse jagen /
Vorüber. Klatschen ein, oder seufzen davon. / Poltern fern wie Steingeröll. Vergähren. Ein Geschütz brüllt auf Die Gespenster
der Vernichtung schnattern. Stunden
versickern. / Über der Brustwehr Zackenkamm des Gebirges Stockt ein Himmel
ohne Götter. Rede leise ! / An schlüpfriger Wand lehnen die Graumäntel /
Zwischen Schlaf und Wachen. Lichter schleichen gebückt / Gewunden und eng wie
ein darm !Leuchtstern / geht auf /
Majestätisch und klar. Das
Feld is weiss wie Mehl/ Sekundenlang. Dann wieder Nacht. Bis des Scheinwerfers Geisterfinger / Abtastet zum
tausendsten Male die Zone des Todes.
In mijn vorige bericht had ik het over een verrassend
en zeer individueel eerbetoon aan een
Canadesegesneuvelde in het
Frans-Vlaamse Arras. In het volgende CWGC-filmpje een recente eerbetuiging door
Lewis Moody MBE, ex-England Captain
aan Ronald Poulton (1889-1915) Rugby-international
(oud-kapitein van het Engelse team) en sportlegende. Bij het uitbreken van de
oorlog meldde deze reserve-officier zich meteen voor overzeese dienst.Luitenant in het 1/4 Royal Berkshire Regiment,
vertrok hij met zijn bataljon, na het afronden
van de opleiding,op 30 maart 1915 naar
het Westelijke front waar hij in de sector ten zuiden van Ieper terechtkwam.
Statistisch gezien bedroeg de gemiddelde overlevingstermijn voor een Britse
lagere officier in die periode hooguit een paar weken en jammer genoeg
beantwoordde ook Ronald Poulton aan deze criteria. Amper een maand later kwam
hij al aan zijn einde. In de vroege ochtenduren van 5 mei 15 leidde hij een
werkploeg die bij het Bos van Ploegsteert herstellingen uitvoerde aan een
loopgraaf in de eerste lijn. Toen hij zich even boven de vuurbank verhief om te zien hoe ver zijn mannen
gevorderd waren, werd hij in het hoofd geschoten door een Duitse
scherpschutter. Volgens zijn bevelhebber was hij vrijwel meteen gestorven. Zijn stoffelijke
resten werden bijgezet op Hyde Park
Corner (Royal Berks) Cemetery aan de zoom van Plugstreet Woodwaar hij tot
vandaag rust. In Baillol College, Oxford herinnert een plaquette aan deze
oud-student. Ronald Poulton, die als één van de grootste Engelse rugby-spelers
wordt beschouwd was één van 27 Engelse rugby-internationals
die tijdens de Grote Oorlog het leven lieten.
In principe is het op begraafplaatsen die beheerd
worden door de CWGC verboden om persoonlijke memorabilia achter te laten bij
individuele graven. Vorig jaar in de nazomer bezocht ik Faubourg dAmiens bij Arras, één van mn vaste stopplaatsen wanneer
ik in Frans-Vlaanderen rondtoer. Met enige verbazing, maar ook ontroering (als gepatenteerd
liefhebber van het Keltische levenswater) zag ik bij het graf van de 24-jarige
Canadees Arnold Rossiter Hall enkele lege whisky-flesjes en halflege glazen,
samen met een foto van zijn in WO II omgekomen broer Francis. Het was
ongetwijfeld een van de meest originele manieren die ik ooit heb gezien om een
gevallene passend te herdenken.
A.R. Hall, een soldaat in de M.T. Company van het Canadian
Engineers Corps, sneuvelde op 7 september 1918. Hij ligt begraven in graf
VII F 15 en kreeg als epitaaf Duty led him
here. Hij was één van 48 militairen uit Lindsay, county Victoria, in Ontario die tijdens de Grote Oorlog
het leven lieten.