Arras, dat ooit als Atrecht één van de mooiste en welvarendste steden van Zuid-Vlaanderen was, werd zwaar getroffen tijdens de Grote Oorlog. De strijd rond deze stad inspireerde de Schotse journalist, auteur en kunstcriticus Neil Munro (1863-1930) tot zijn gedicht 'Pipes in Arras':
In the borough toun of Arras When gloaming had come on, Fifty pipers played Retreat As if they had been one, And the Grande Place of Arras Hummed with the Highland drone.
Then to that ravaged borough, Champed into dust and sand, Came with the pipers' playing, Out of their own loved land, Sea-sounds that moan for sorrow On a dispeopled strand.
There are in France no voices To speak of simple things, And tell how winds will whistle Through palaces of kings; Now came the truth to Arras In the chanter's warblings.
O build in pride your towers, But think not they will last; The tall tower and the shealing Alike must meet the blast, And the world is strewn with shingle From dwellings of the past.
But to the Grande Place, Arras, Came, too, the hum of bees, That suck the sea-pink's sweetness From isles of the Hebrides, And in Iona fashion Homes 'mid old effigies.
Our cells the monks demolished To make their mead of yore, And still though we be ravished Each Autumn of our store, While the sun lasts and the flowers, Tireless we'll gather more.
Up then and spake with twitt'rings, Out of the chanter reed, Birds that each Spring to Appin, Over the oceans speed, And in its ruined castles, Make love again and breed.
Already see our brothers Build in the tottering fane! Though France should be a desert, While love and Spring remain Men will come back to Arras, And build and weave again.
So played the pipes in Arras Their Gaelic symphony, Filled with old wisdom gathered In isles of the Highland sea, And eastward towards Cambrai Roared the artillery.
Als alles volgens planning verloopt, verschijnt overmorgen 'Onsterfelijk in uw steen - Soldatengraven, heldenhulde en de Groote Oorlog'. Onder eindredactie van Dr. Frank Seberechts van het ADVN heeft een team zich beziggehouden met het reconstrueren van het verhaal van de Vlaamse heldenhuldezerkjes en hoe ze verwikkeld raakten in een ideologische symbolenstrijd. Voor het eerst worden, op basis van nieuw bronnenonderzoek, feiten en fictie gescheiden. Als u wil te weten komen hoeveel Walen onder een zerk met het 'AVV/VVK' motief werden begraven of hoeveel heldenhuldezerken door de Belgische staat werden vernietigd, of gewoon wat meer wil weten over de manier waarop tijdens de Grote Oorlog het Belgische leger omsprong met de gesneuvelden dan is dit boek een absolute aanrader... Bovendien zal binnenkort ook nog een webstek operationeel worden waarop men de biografische gegevens van intussen meer dan 700 militairen kan terugvinden die ooit onder een heldenhuldezerk werden begraven. Omdat ikzelf een bescheiden bijdrage tot dit werk mocht leveren, beveel ik het van harte aan:
'Onsterfelijk in uw steen - Soldatengraven, heldenhulde en de Groote Oorlog' is een uitgave van 'Vrijdag'. Paperback, kostprijs: 29,95 euro ISBN: 9789460014895
In 1916 bleef de dodentol beperkt voor de soldaten uit - de huidige Hoogstraatse deelgemeente - Minderhout. Er viel dat jaar maar één dodelijk slachtoffer te betreuren. Op 21 september 1916 sneuvelde Minderhoutenaar Alfons Verbaeten in Lo. Toen hij met zijn sectie bezig was met herstelwerkzaamheden in de eerste lijn werd hij zwaar gewond door een geweerkogel en granaatscherven. Hij werd meteen van het front geëvacueerd maar bezweek kort na zijn aankomst in het Belgian Field Hospital in Hoogstade. Fons Verbaeten was in 1898 geboren in Meerle in het gezin van boswachter Petrus Verbaeten en Emma Van Huffel. Bij het uitbreken van de oorlog was hij ongehuwd, timmerman en woonde hij zijn ouders op de Schoorse Heide in Minderhout. Hij was amper 16 jaar oud toen hij op 6 april '15 de rijksgrens was overgestoken om in Baarle-Hertog dienst te nemen als oorlogsvrijwilliger. Burgemeester Van Gilse gaf hem geld voor de overtocht van Vlissingen naar Folkestone en op 9 april engageerde hij zich al 'voor de duur van den oorlog' in het leger. Van april tot einde juli '15 vertoefde hij in een opleidingscentrum van de IIIe Legerdivisie in Normandië maar op 30 juli muteerde hij naar een opleidingskamp voor de genietroepen van de VIe Legerdivisie. Wellicht had deze verhuis te maken met het feit dat hij voor de oorlog geschoolde timmerman was geweest. Op 25 september '15 kwam hij aan het front terecht, waar hij net geen jaar later, sneuvelde. Fons Verbaeten kreeg een laatste rustplaats op de BMB Hoogstade in graf 589.