Fritz Francken - pseudoniem van Frederik
Clijmans (1893-1969) behoorde tot het handvol Vlaamse frontdichters die
verteerbare oorlogspoëzie produceerden (zie ook mijn blog van 11.01.2015).
Vandaag breng ik u een sterk fragment uit zijn gedicht November dat in het
voorjaar van 1918 verscheen in zijn bundel Het
Heilige Schrijn:
VERDWENEN DUITSE MILITAIRE BEGRAAFPLAATSEN - DINANT
Al een paar dagen na de Duitse inval, op 6 augustus 14 om
precies te zijn, werden er Duitse verkenners opgemerkt die langs de Maas in de
richting van Anseremme en Dinant reden. Op 15 augustus naderden echter 2 Duitse
cavaleriedivisies Dinant. Er werd tot in de stad strijd geleverd tussen de
Duitsers en Franse troepen. Een aantal van de gesneuvelden - al naargelang de bron - 47, 55 of 58 Fransen en 12, 20 of 21 Duitsers werden, zoals dat wel
vaker in de eerste oorlogsmaanden gebeurde, verbrand en in een gezamenlijk massagraf
in de citadel van Dinant begraven. Op de
eerste foto, die wellicht in de herfst van 14 werd gemaakt is dit
oorspronkelijke massagraf te zien. De Duitsers plaatsten bovenop de terp een eenvoudig
houten grafkruis met volgende tekst; Hier
rühen 12 Deutsche und 55 Franzosische Soldaten die am 15 Aug. 1914 den Heldentod
für ihr Vaterland starben. In 1915 werd dit grafkruis vervangen door een,
nog steeds bestaand hardstenen monument, getopt met een eeuwige vlam, (zie tweede foto ) dat opnieuw zowel de
Duitse als de Franse gesneuvelden huldigde. Dit is dus strikt genomen geen verdwenen
Duitse militaire begraafplaats, maar een die een grondige herinrichting
doorstond.
Vandaag op de Nationale Feestdag nog een laatste
oprisping en dan verdwijnen de tricolore vaandels hopelijk weer voor lange tijd
in de kasten. 100 Jaar geleden schreef René De Clercq een gedicht dat, naar
mijn aanvoelen, méér dan passend is op 21 juli .
DRIEWERF HOERA: SOPHIE DE SCHAEPDRIJVER BARONES !!!
Op 31 december 2014 schreef ik op deze
blogstek Een kritische terugblik op 2014.
Ik had het hierin onder meer over de politiek-correcte recuperatie van de
Grote Oorlog. In deze context schreef ik En
dan zwijg ik nog zedig over de historica Sophie De Schaepdrijver die haar hand-
en spandiensten aan dergelijke vorm van historisch revisionisme in 2014 beloond
zag met het lintje van Commandeur in de Kroonorde, wellicht in afwachting van
een adelbrief als barones... Gisteren raakte bekend dat het de
vorst behaagd heeft om Sophie De Schaepdrijver als barones op te nemen in de
adelstand Henri Pirenne zal zich wellicht van afgunst in zijn graf omdraaien... Nu is het enkel nog wachten op een straatnaam, een standbeeld en mogelijk een zalig- of heiligverklaring... Om aan te tonen hoe welverdiend deze titel is geef ik u graag, ter lering en vermaak, twee citaten van de kersverse barones mee:
Al te vaak werd
er gedaan alsof de Eerste Wereldoorlog het echte startpunt is geweest van de
Vlaamse beweging ( ) De Vlaamse beweging bestond niet. Uit een interview met Michiel Leen in Knack (07.11.2013)
"Natuurlijk
was het Frans dominant, maar de verhalen over systematische kwaadwilligheid tegenover
het Nederlands moeten zwaar genuanceerd worden. Men deed eerder systematische
inspanningen om er iets aan te verhelpen. S. De Schaepdrijver over de
taaltoestanden tijdens WO I in 5 Vlaamse mythen in hun blootje in De Morgen door Bert Bultinck en Jeroen
Verelst (11.07.2008)