Thomas Michael Kettle werd op 9 februari 1880 in Artane, vlak bij de Ierse hoofdstad Dublin geboren in het gezin van Margaret McCourt en Andrew Kettle, een progressieve boer en een van de stichters van de Land League. Na een juridische opleiding trad Tom Kettle al snel in de politieke voetsporen van zijn vader toen hij in 1905 uitgever werd van het invloedrijke 'The Nationalist' . Het volgende jaar werd hij verkozen tot parlementslid van de gematigd nationalistische Irish Parlementary Party. Hij combineerde dit mandaat met een job als hoogleraar economie aan University College Dublin. In 1910 werd hij herkozen , maar hij zag het daaropvolgende jaar af van zijn mandaat om zich volledig op zijn academische carrière te kunnen concentreren. Volgens sommige historici zou ook zijn worsteling met alcohol aan de grondslag hebben gelegen aan dit voortijdige einde van zijn politieke loopbaan. In 1913 trad hij toe tot de Irish Volunteers, een nationalistische para-militaire organisatie die in het leven was geroepen als reactie op de pro-Britse Ulster Volunteers. Hij was uitgerekend op het ogenblik dat de Eerste Wereldoorlog uitbarstte in ons land om er wapens aan te kopen voor de Irish Volunteers. Op zijn tochten in augustus en september '14 in het door de oorlog geteisterde België en Noord-Frankrijk was hij geschokt door het ongenadige en brutale optreden van het Duitse leger. Hij begon meteen verslag uit te brengen in een aantal Britse kranten en riep op tot een cultuuroorlog tegen de barbarij. Na zijn terugkeer in Ierland schaarde hij zich meteen achter zijn partijleider John Redmond en probeerde - aanvankelijk tevergeefs wegens zijn bekende drankprobleem - dienst te nemen om zo de daad bij het woord te kunnen voegen. Uiteindelijk zou hij begin '16 aangesteld worden als officier in het 9e bataljon van de Royal Dublin Fusilliers, hetzelfde bataljon waarin de latere I.R.A.-leider en filmproducent Emmet Dalton diende. Net zoals Redmond was Kettle ervan overtuigd dat zijn militaire engagement het toekennen van zelfbestuur aan Ierland zou bespoedigen. Zijn idealisme kreeg echter een flinke knauw door de republikeinse Paasopstand in 1916. Tom Kettle besefte dat de door de Britten geëxecuteerde republikeinen (waaronder zijn schoonbroer Frank Sheehy-Skeffington) een martelaarsstatus zouden krijgen en dat Ieren zoals hij, die in een Brits uniform voor meer Ierse vrijheid streden in het beste geval als naïevelingen en in het slechtste geval als verraders van de goede zaak zouden worden bekeken... Gedesillusioneerd keerde hij terug naar de loopgrachten en sneuvelde op 9 september '16 aan de Somme bij een aanval op Givenchy. Zijn lichaam kon niet worden teruggevonden en bijgevolg wordt hij herdacht op het gigantische monument voor de vermisten in Thiepval.
Tom Kettle had al voor de oorlog een zekere reputatie opgebouwd als dichter. Eén van zijn sterkste en zeker meest ontroerende gedichten schreef hij vijf dagen voor zijn dood. Het was opgedragen aan zijn dochtertje Betty en droeg de titel :
To my Daughter Betty - The Gift of God
In wiser days, my darling rosebud, blown To beauty proud as was your mothers prime, In that desired, delayed, incredible time, Youll ask why I abandoned you, my own, And the dear heart that was your baby throne, To dice with death. And oh! theyll give you rhyme And reason: some will call the thing sublime, And some decry it in a knowing tone. So here, while the mad guns curse overhead, And tired men sigh with mud for couch and floor, Know that we fools, now with the foolish dead, Died not for flag, nor King, nor Emperor - But for a dream, born in a herdsmans shed, And for the secret Scripture of the poor.
Er zijn maar weinig frontgedichten die krachtiger zijn dan deze hartekreet van een gedesillusioneerde Ierse patriot. Voor wie meer duiding wil over deze bijzondere man; klik op onderstaande link
https://www.youtube.com/watch?v=uDW5XBIBDU4&feature=player_embedded
|