Westouter is één van die rustieke pareltjes die samen het Heuvelland
vormen. Op het kerkhof, in de schaduw
van de fraaie Sint Eligiuskerk ligt de CWGC-site Westouter Churchyard Military Cemetery. Op zich niets bijzonders
ware het niet dat in één graf twee broers begraven liggen. Ook dit kan
gebeuren, alhoewel niet vaak. Wat dit graf echter helemaal bijzonder maakt is dat
beide broers op dezelfde dag sneuvelen. In graf II A 5 ligt Charles Frederick Robinson, een
soldaat in de 594e M.T. Company
van het Royal Army Medical Corps
(R.A.M.C.). In hetzelfde graf maar
onder een aparte zerk rusten ook de stoffelijke resten van zijn broer James
Alfred, een kanonnier in de 12eBattery
van de 35eBrigade Royal Field
Artillery. Beiden sneuvelden op zondag 16 september 1917. Mogelijk overleden ze in één van de Casualty Clearing Stations die in en rond Westouter waren ingericht om de talloze gewonden van de Derde Slag om Ieper op te vangen.... De Londense familie
Robinson betaalde een hoge prijs tijdens de Great
War. Hun broer William Charles, een soldaat in het 7e Bat. Duke of Cornwalls Light Infantry was al
op 24 augustus 1916 aan de Somme gesneuveld. Hij werd begraven op London Cemetery & Extension in
Longueval.
Morgen, 29 augustis, om10.00 u. wordt aan het Amerikaanse monument aan de Kemmelstraat in
Kemmel herdacht dat precies een eeuw geleden de Amerikaanse troepen voor het
eerst in actie kwamen in Vlaanderen. In
het kader van de voorbereidingen op het grote geallieerde najaarsoffensief ,kwamen in de periode tussen 18 augustus en 4
september 1918 tussen Vierstraat en de Komense
Vaartde 27e en 30e
U.S. Infantry Divisions in actie om de laatste Duitse troepen uit het gebied rond de keihard
bevochten Kemmelberg te verdrijven.
De zwart/wit-foto dateert van kort na
1929 toen de monumentale gedenksteen in witte natuursteen, naar een ontwerp van
George Howe, een beeldhouwer uit Philadelphia, door de American Battle Monuments Commission was geplaatst. Hetmonument herdenkt de bijna 1.300 slachtoffers van de 27e
(Orion) Division en de 800 slachtoffers van de 30e (OldHickory) Division die hun vuurdoop ten zuiden
van Ieper niet zonder kleerscheuren
doorstonden .
Vandaag vindt, voor de 17e keer alweer, in Steenstrate in de schaduw van het Van Raemdonckmonument, de IJzerwake
plaats. Volk word staat !, het motto
van deze editie werd ontleend aan een gedicht dat Anton Van Wilderode in 1984
voor de IJzerbedevaart schreef en toen op muziek werd gezet door de Vaganten.
Graag breng ik het vandaag in de rubriek Zondag
Frontpoëziedag
VOLK WORD STAAT
Volk, word staat, word Vlaamse staat / doe de kansen
keren, / weer wie u met slechte raad / om de wille van de baat / averechts
regeren, / Zoveel slechte heren !
Volk word staat, word Vlaamse staat / dop uw eigen
bonen, / vecht zolang uw hart nog slaat / tot het vaderland bestaat / waarin
straks uw zonen / beter zullen wonen !
Volk word staat ! De oude eis / nu in de felle
gebiedende wijs ! / Eindelijk, eindigt eindigt de tijd / van uw beschamende
horigheid. / Eindelijk neemt gij het lot van uw land / stevig in eigen hand !
Vol, word staat, word Vlaamse staat / om als volk te
leven. / Nacht die naar zijn morgen gaat, / morgenlicht en dageraad, / dag die
onbeschreven / ons wordt toegegeven !
In heb er vroeger al een peer keer op gewezen dat Faubourg dAmiens één van mijn favoriete
CWGC-sites is. Deze dodenakker waar 2678 gevallen van de Grote Oorlog worden
herdacht, nodigt door de aparte architectuur uit tot bezinning en reflectie. Weinig
bezoekers zullen beseffen dat op deze site minstens 8 militairen van het Britse Gemenebest begraven
liggen die jonger waren dan 18 toen ze sneuvelden.
Eén van hen was de 17-jarige Kenneth John MacLeod. Deze private in het 7e
Bataljon Seaforth Highlanders sneuvelde op 6 december 1916 in de omgeving van
Arras. Zijn bataljon was in augustus
1914 gecreëerd in Fort George als een onderdeel van Kitcheners New Army. Tegen eind mei 15 was de
eenheid klaar voor frontinzet en zag het 7e Seaforths voor het eerst
actie tijdens de bloederige Slag om Loos. K.J. MacLeod woonde bij het uitbreken
van de oorlog in Duran Cottage zijn ouderlijke woonst op de Heights of
Achterneed, Strathpeffer. Deze Schotse oorlogsvrijwilliger vervoegde wellicht
in de zomer van 16 zijn bataljon als aanvulling voor de zware verliezen die
het bij de Somme had geleden. Hij ligt onder het grafschrift He died that we might live in graf II A
3. Zijn enige en tien jaar oudere broer Angus, die voor de oorlog naar Canada
was geëmigreerd, was een Lance Corporal in de 7e cie. van het
Canadian Machine Gun Gorps toen hij op 10 april 1917 bij Vimy viel. Hij werd
begraven op La Chaudiere Military Cemetery
in Vimy. Beide zonen worden herdacht op het familiegraf.
Het heeft Vlaams minister-president
Geert Bourgeois, die ook bevoegd is voor erfgoed, behaagd om een deel van de
historische Bellewaerde Ridge in
Zillebeke voorlopig te beschermen als waardevol Wereldoorlog I erfgoed. Met
deze beslissing wort de kans erg groot dat één van de laatste, quasi ongerepte oorlogslandschappen, inclusief de kraters, in het Ieperse beschermd worden. Ik werk al enkele
jaren aan een studie over de aanval die de IIIe Britse Divisie - met
onder meer het 10e Bataljon Liverpool Scottish - op 16 juni 1915 op deze
heuvelkam uitvoerde en kan alleen maar toejuichen dat deze unieke site eindelijk
de erkenning krijgt die ze verdient. Nu is het nog wachten op het openbaar onderzoek
en dan resten er nog negen maanden waarbinnen de minister-president kan
beslissen over de definitieve bescherming.
Gisteren werd in Poelkapelle-Langemark het offer van de Ierse Divisies
op en rond de Frezenberg in de verschrikkelijke augustusmaand van 1917 op
passende wijze herdacht. Vandaag voor één keer niet een klassiek gedicht in de
rubriek Zondag Frontpoëziedag maar het lied Dublin Fusiliers op magistrale wijze vertolkt door de Ierse zanger
en entertainer Johnny McEvoy (°1945). Zowel het 9e bataljon als de -
omwille van de hoge verliezen - samengevoegde 2e en 8e
bataljons van het Regiment Dublin Fusiliers werden op 16 augustus 1917
gewoonweg gedecimeerd . Ze moesten meer dan een kilometer oprukken over een
onbegaanbaar terrein waarbij ze aan flarden werden geschoten door de erg accuraat
vurende Duitse machinegeweerschutters en artilleristen. Nauwelijks een handvol
van de Dublins slaagden erin om hun objectieven te bereiken . Hun laatste
weerstandsnesten werden in de vooravond onder de voet gelopen tijdens een
massale Duitse tegenaanval.
KOMENDE ZATERDAG HERDENKING IERSE DIVISIES & FATHER WILLIE DOYLE
Vandaag precies 101 jaar geleden sneuvelde de legendarische Ierse
aalmoezenier Father Willie Doyle tijdens de Derde Slag om Ieper. Voor wie meer wil weten over deze in meer dan
één opzicht merkwaardige man verwijs ik graag naar mijn boek Verdrongen Verleden over de 16e
(Ierse) Divisie in Vlaanderen in 1917 waar ik uitgebreid stil stond bij Doyles
leven en dood.
Gelukkig bestaat er de laatste jaren weer wat aandacht voor Doyle. Zo
was er de heruitgave van de klassieke maar helaas ook ietwat apocriefe
biografie van Doyle door Alfred ORahilly. Er was het kinderboek Man of
the People door Carmel Kelly, To
raise the Fallen, een bloemlezing door Patrick Kenny van Doyles brieven,K.V. TurleysFr. Willie Doyle & World War I A
Chaplains Story en tot slot de erg lezenswaardige biografie Worshipper an Worshipped door Carole
Hope.
Een paar dagen geleden verscheen de aan het leven van father Doyle
gewijde film Bravery under Fire. Voor
meer info over deze productie, klik op onderstaande link:
Ook in Vlaanderen besefte men dat het bijna tussen de plooien van de
geschiedenis verdwenen bloedoffer van de twee Ierse Divisies (de 16e
en de 36e ) in herfst van 1917 niet mocht vergeten worden. Op initiatief
van de onvermoeibare Erwin Ureel wordt nu zaterdag 18 augustus om 15.00 u. een
bescheiden herdenking georganiseerd in de Haezeweidestraat 14 in
Langemark-Poelkapelle en wordt een monumentje in de vorm van een oude Ierse
wegwijzer onthuld. Iedereen welkom en uiteraard van harte aanbevolen !
ZONDAG FRONTPÃÃZIEDAG - HOUD DE WACHT OP HET DUIN
Vandaag in Zondag
Frontpoëziedag een gedicht van de expressionistische dichter en gewezen
mijnwerker Paul Zech (1881-1946). Hij evolueerde tijdens de oorlog van een door
de strijd begeesterde patriottische dichter tot een sceptische pacifist. In
1914 had hij zich als oorlogsvrijwilliger gemeld maar hij belandde achter een
bureau in het ministerie van Oorlog waar hij als vertaler werd tewerkgesteld. In
mei 15 kreeg hij zijn oproep voor dienst in de Landsturm. Hij belandde eerst
aan het oostfront maar in de late herfst van 1915 kwam hij in Vlaanderen
terecht. In de zomer van 1916 werd hij bij Verdun gewond en kreeg hij het
IJzeren Kruis IIe klasse. Er verschenen tijdens de oorlog twee bundels met zijn
gedichten, maar de laatste werd omwille van het uitgesproken pacifistische
karakter onder schuilnaam uitgegeven. Verschillende gedichten over zijn
verblijf in Vlaanderens velden verschenen in de Kriegszeitung van het IVe Leger.
Vandaag breng ik zijn gedicht Houd de wacht op het duin
De avond
wolkt grijs op uit het duingras / en heeft de weidsheid van de zee gestolen /
Je ziet het als door benevelde ruiten / vaag en groots dichterbij komen.
Aan de
hemel staan zelfs nog roe strepen / en eronder het rookgerei / van een zwarte
boot / als een brug naar de overzij.
Regelmatig
scheert een meeuw langszij / een waakzaam oor voorbij als een schot / en
kortstondig kletteren de geweren.
De maan
staat er ook / en trekt het zware, zilveren vlot / over het water.
In mijn vorige blog verwees ik naar 8
augustus als de Zwartste dag in de
geschiedenis van het keizerlijke Duitse Leger. Hoe het zo ver kon komen kan u zien in deel 9
van de erg interessante tiendelige WWI documentaire die was gebaseerd op het
standaardwerk van de Schotse militaire historicus Hew Strachan over de Grote Oorlog.
Germany s last gamble 1918 is een
productie van Hamilton Film, Southern Star en Channel 4 enwerd geproduceerd en geregisseerd door Emma
Wallace in 2002.
Klik op volgende link: https://youtu.be/6_uljaIkiYI
Morgen zal het precies een eeuw
geleden zijn dat de krijgskansen aan het westelijke front definitief keerden in
het voordeel van de geallieerden.
Een dramatische Brits-Franse
aanval in de omgeving van Amiens bracht de ommekeer aan het Westelijke front.
Met de steun van 450 tanks werd een ware ravage aangericht in de Duitse rangen.
Ludendorff noemde de 8e augustus dan ook niet voor niets de
zwarte dag van het Duitse leger. In zijn hoofdkwartier te Spa verkondigde
de Duitse keizer: "Wij hebben de
grens vanonze krachten
bereikt..." De Duitse oorlogsmoeheid steeg naar ongekende hoogten,
terwijl de geallieerden zich, onder de algemene leiding van de Franse maarschalk
Ferdinand Foch, vol vertrouwen opmaakten voor de eindafrekening. In de
laatste zomermaand volgde er een reeks geallieerde aanvallen over bijna de
hele breedte van het westelijke front en Foch zou het initiatief niet meer uit
handen geven.
Vandaag
een gedicht dat Carl Zuckmayer(1896-1977)
in 1917 schreef. Deze Duitse oorlogsvrijwilliger
werd met werken als Schinderhannes en Der
Hauptmann von Köpenick één van de belangrijkste dramaturgen van zijn
generatie. Dit is zijn bitter-scherpe gedicht
1917
Ik heb zeven dagen niet gegeten. / En een man voor
zijn kop geknald. / Mijn scheenbeen is door luizen stukgevreten. / Straks ben
ik eenentwintig lentes oud.
Ben ik bezopen, dan sla ik alle zeikers / keihard op
hun smoel. Mijn zang is woede./ Waar ik me krab begint het fel te bloeden. /
Mijn baar schiet uit als tuinkers.
Dan neem ik mijn zaad in mijn handen: / Europas
toekomst, zwartgekorreld
gewoel - / Een God verzuipt in het slijk van de paddenpoel ! / Ik schijt mijn
testament op alle wanden.
Vandaag gaat officieel de webstek grensroute.eu
online. Deze webstek is integraal gewijd aan een lange afstand fietsroute die volledig in het teken staat van het te
lang vergeten, mr o zo fascinerende verhaal van de Dodendraad. U fietst van het Drielandenpunt tot aan de Noordzee langs
het oude tracé van deze dodelijke grensafscheiding. Een project van de
Stichting Verhalis in samenwerking met Grote Routepaden. In februari 2019 verschijnt de bijbehorende Fietsgids
tijdens de Fiets- en Wandelbeurs in Gent.
Op 24 juli was het precies een eeuw geleden dat de 25-jarige Minderhoutenaar
Jan Frans Goetschalckx sneuvelde in Kaaskerke. Jan Goetschalckx was een
ongehuwde zoon van Corneel Goetschalckx en Maria Cornelia Tilburghs. Voor hij
bij het uitbreken van de oorlog werd gemobiliseerd was hij landbouwer en woonde
hij nog in bij zijn ouders.
Goetschalckx was korporaal in de 2e
compagnie van het 1e bataljon in het 8e Linieregiment.
Een eenheid, waarin heel wat mannen uit de Noorderkempen dienst deden. Hij werd
in de eerste lijn, ter hoogte van de IJzerdijk in Kaaskerke, dodelijk gewond
door granaatscherven of zoals zijn militair stamboek specificeerde: open breuken aan beide benen, meerdere wonden
aan rechterarm, linkerhand en onderkaak. Hij bezweek ter plekke aan de
opgelopen kwetsuren, nog voor hij naar een eerste hulp-post kon worden
geëvacueerd. Twee dagen later werd hij begraven op de militaire begraafplaats
van Hoogstade waar hij nog steeds ligt.
Eergisteren bracht ik een citaat uit De Heuvel van Willy Spillebeen. Wie dit leest begrijpt de
symboolwaarde die deze Menense auteur hecht aan Troje als metafoor voor oorlog
in de breedste betekenis van het woord.
Mythe
Vier populierenrijen
geplant in drassig weiland
mijn zuilengalerijen
op Ithaka het eiland
waarrond de groene golfslag
van de bossen schuimde.
Ik voer uit die voortijd weg
doorheen de dreef der zuilen
naar mijn geschiedenis.
Sindsdien geschiedde het
door boomzagen en bijlen
dat het eiland ruïne is.
Ik weiger te begrijpen
wat mythe werd in het land
waar ik als toerist zal
sterven:
dat iedere boom die viel
bestemd werd voor de velgen
van een nieuw wagenwiel
Een strijdwagen nà Troje.
(Uit: Voorbij de populieren. Gedichten. Tielt/Bussum 1982, Lannoo,/De
golfbreker.)
Aan de rand van de grote CWGC-site Bailleul
Coummunal Cemetery & Extension ligt een Frans militair ereperk waar
vooral gesneuvelde inwoners van het Frans-Vlaamse grensstadje Belle / Bailleul
een laatste rustplaats kregen. Een van hen was Oscar Clovis Dewinter, die op 14
september 1885 in Belle was geboren. Op de gebarsten geëmailleerde foto bij
zijn grafkruis lijkt hij, in zijn paasbeste pak gestoken en ondanks de
ongetwijfeld ongemakkelijk zittende hoge kraag, hoopvol de toekomst tegemoet te
kijken maar daar besliste la Grande
Guerre anders over. Hij behoorde tot de militieklas van 1905 en had zich in
Duinkerke aangemeld om er zijn legerdienst in het garnizoen van het 110eRégiment d Infanterie te vervullen. Hij
werd in de rangen van deze eenheid gemobiliseerd op 2 augustus 1914 en maakte
onder meer de zomercampagne van 14 in ons land, de hel van Verdun in 1916 en de
gevechten aan de Somme in 1917 mee. Dewinter sneuvelde op 26 november 1917 in
Vlaanderens Velden. Hij trof zijn noodlot in Mangelare tussen Bikschote en
Poelkapelle. In 1919 werden zijn stoffelijke resten herbegraven in zijn
geboortestad.
Wat men over de alom bejubelde en de literaire hemel ingeprezen Stefan
Hertmans ook mag beweren, de Menense auteur Willy Spillebeen (°1932) blijft
naar mijn smaak dé grootste naoorlogse verteller van de Grote Oorlog in het
Nederlands taalgebied. Romans als De
Vossejacht, Herinneringen aan de
toekomst of De Heuvel zijn
gevormd uit de stugge blauwe klei van
het Ieperse en ademen een sfeer uit die Hertmans-tot nu toe- niet heeft kunnen treffen.
Spillebeens vaak rauwe en ongekunstelde klankkleur getuigt van een
authenticiteit die ik benijd
Een fragment uit De Heuvel (2002): Vanaf datzelfde heuveltje dat ze Höhe 60 noemden, zouden de vijandelijke troepen enkele jaren later hunkerend
naar Ieper kijken. En vanuit Ieper dat ze Wipers noemden, zouden de troepen van de vrienden al even hunkerend naar dat
vervloekte, onooglijke heuveltje kijken dat ze Hill 60 noemden.
Zo hadden de Grieken vele eeuwen geleden naar Troje
gekeken. En dit hedendaagse Troje, voor de vrienden een heuveltje en voor de
vijand een versterkt stadje, was in beide gevallen net zo klein of net zo groot
als het toenmalige Troje was geweest. En het was al net zo oninneembaar. Vriend
zowel als vijand zou proberen om zijn Troje te veroveren. Eerst boven de grond.
En toen dat niet lukte, dan maar onder de grond. En toen gebeurde er een averechtse
transmutatie : mensen werden mollen ! eerste hier, en later ook elders in de
hele frontstreek. En velen samen weren één reusachtige, dol wordende mol Twee
vijandige mollen die elk van een kant aan het graven gingen in een wedloop
tegen de tijd
Lodewijk Van Nueten, de burgemeester
van het grensdorp Meerle nu een deelgemeente
van de stad Hoogstraten- hield sinds het uitbreken van de Grote Oorlog een
intrigerend en ultrageheim dagboek bij, waarover ik eerder op deze blog al
geschreven heb. Vanaf 4 augustus tot en met 23 december kan u in het Stedelijk
Museum op het sfeerrijke Begijnhof van Hoogstraten terecht voor de
tentoonstelling Herr Bürgermeister De geheime
dagboeken van Lodewijk Van Nueten (1914-1918). Deze tentoonstelling biedt u
de unieke kans om kennis te maken het leven van één van de weinige gemeenten
die vier jaar lang waren geprangd tussen rijksgrens en Dodendraad. Het spreekt vanzelf dat ik deze tentoonstelling warm
aanbeveel .
ZONAG FRONTPOÃZIEDAG - SLAAT DE LEEUWEN UIT HUN SCHILD
Gisteren was het 21 juli de hopelijk laatste tricolore opstoot van het
jaar - en daarom vandaag gepast een gedicht dat de Turnhoutse oorlogsvrijwilliger
Ward Hermans een eeuw geleden schreef terwijl hij aan de Orne in een strafpeloton
met negen andere van het front verwijderde Vlaamsgezinden hout moest hakken
voor de Franse oorlogsindustrie. Momenteel ben ik bezig met het finaliseren van
een boek over de strafkampen en
gevangenissen in Frankrijk waar Belgische militairen in terecht kwamen tijdens
de Grote Oorlog.
SLAAT DE LEEUWEN UIT HUN SCHILD
Als de voogden al te lang / U schoppen en belagen; /
En als ge wordt op laagsten rang / als slavenvolk geslagen;
Als ge al te lang uw hoofden bukt; / Als ge al te lang
reeds wordt verdrukt ; / Als ge al te lang reeds wort gedrild; / Slaat dan de leeuwen
uit hun schild !
Want hij, die t langer nog verkropt, / Die wordt den
mond voor goed gestopt; / Die t onrecht duldt uit schrik en zwijgt / en op den
hoop toe nog slagen krijgt; / Die is het slaaf-zijn weerd !
Daarom, mijn Volk, wilt wat gij wilt / En geeft men u
niet wat ge wilt / Slaat dan de leeuwen uit hun schild !
Deze groepsfoto uit het IWM-archief werd op 1 oktober 1917 gemaakt van
een groep mannen van het 4ebataljon Kings
Own Yorkshire Light Infantry terwijl ze in Wieltje even pauzeerden op de
terugweg van de frontlinie. Amper een week later, op 9 oktober 1917 namen dezelfde
mannen, in het raam van de Derde Slag om Ieper, deel aan de aanval op
Poelkapelle. Tijdens deze aanval sneuvelden binnen minder dan een uur vader en
zoon Moorhouse. Majoor Harry Moorhouse, DSO was als dienstdoend
luitenant-kolonel, bevelhebber van het bataljon. Zijn zoon Ronald MC was
kapitein in hetzelfde bataljon (2e van rechts op het bijgevoegde
familiekiekje). Harry Moorhouse was een beroepsmilitair die zich onder meer onderscheiden
had tijdens de Boerenoorlog in Zuid-Afrika. Op 12 april 1915 werd hij gedecoreerd
met de Distinguished Service Order
voor zijn moedig gedrag tijdens de Eerste Slag om Ieper. Zijn zoon Ronald had
zich bij het uitbreken van de oorlog als vrijwilliger gemeld.Op die bewuste 9e oktober behoorde
het 4e bataljon KOYLIs tot de reserve van de 49e Divisie
en had het, althans in theorie, niet in actie moeten komen. Toen de aanvallende
troepen echter werden opgehouden door een ongemeen felle artilleriebarrage en
zware verliezen hadden geleden, kreeg het 4e bataljon de opdracht
naar voor te gaan. Op weg naar het eerste objectief, Kronprinz Farm, tussen s Graventafel en Mosselmarkt werd Ronald
dodelijk gewond terwijl hij zijn mannen aanvoerde. Toen Harry dit vernam verliet
hij zijn hoofdkwartier op zoek naar een dokter. Hij sneuvelde een paar minuten
later bij Fleet Cottage toen hij in
het hoofd werd geschoten door een Duitse scherpschutter. Na de slag konden hun
lichamen niet meer worden geborgen en staan ze bijgevolg op het Memorial to the Missing op Tyne Cot Cemetery
Harrys achterkleindochterRebeca
Lisle legt een emotionele getuigenis af over haar familieleden: