Vandaag
een gedicht dat Carl Zuckmayer (1896-1977)
in 1917 schreef. Deze Duitse oorlogsvrijwilliger
werd met werken als Schinderhannes en Der
Hauptmann von Köpenick één van de belangrijkste dramaturgen van zijn
generatie. Dit is zijn bitter-scherpe gedicht
1917
Ik heb zeven dagen niet gegeten. / En een man voor
zijn kop geknald. / Mijn scheenbeen is door luizen stukgevreten. / Straks ben
ik eenentwintig lentes oud.
Ben ik bezopen, dan sla ik alle zeikers / keihard op
hun smoel. Mijn zang is woede./ Waar ik me krab begint het fel te bloeden. /
Mijn baar schiet uit als tuinkers.
Dan neem ik mijn zaad in mijn handen: / Europas
toekomst, zwartgekorreld
gewoel - / Een God verzuipt in het slijk van de paddenpoel ! / Ik schijt mijn
testament op alle wanden.
|