Mijn nieuwste boek (Uit het schuim van de zee, 2011) behandelt de hele Griekse mythologie in 136 verhalen (408 pag.) en 18 originele tekeningen. Het is nu reeds aan zijn derde druk toe. Het boek is te bestellen via mail (kvansteenbrugge@gmail.com). Betaling na ontvangst (18,95 euro). Bij bestellingen vóór 1 mei dienen geen verzendkosten betaald te worden.
FLAUW EN PUBERAAL, MAAR GOED BEDOELD: dit soort verhaaltjes vindt u bij de vleet ('n 200-tal) op www.bloggen.be/kris .......... PICTAIKU'S (de allernieuwste kunstvorm) vindt u op www.bloggen.be/pictaiku
29-12-2022
De Griekse goden en de geneeskunde (deel 2)
Maar zoals het in de Griekse mythologie wel vaker gebeurt: over die blindheid van Theiresias bestaan er twee versies. Niemand minder dan de oppergodin Hera zou ervoor verantwoordelijk
zijn. De aanleiding was één van de vele ruzies tussen haar en haar gemaal Zeus. Zij verweet hem zijn geilheid, de talloze vrouwen, sterfelijke en onsterfelijke waarmee hij het bed had gedeeld. En Zeus verweerde
zich met de stelling dat de man veel minder geniet van het liefdesspel dan de vrouw en hij er desvolgens alleen maar op uit was om het gebrek aan kwaliteit te kompenseren door de kwantiteit. Hera was het echter met die stelling
niet eens en Theiresias, werd erbij geroepen. Theiresias was namelijk, om een reden die buiten het bestek van dit verhaal valt, in zijn jonge jaren een tijd vrouw geweest en een tijd man, en had dus van beide kanten kunnen
proeven. Als we het genot dat de man ervaart tijdens de geslachtsgemeenschap, het cijfer één geven zo sprak Theiresias dan behoort de vrouw het cijfer negen te krijgen. Hera voelde
zich ten zeerste beledigd met het gekende gevolg voor Theiresias: blindheid, later gevolgd door helderziendheid, want ook zij vond de straf achteraf te streng maar kon ze niet ongedaan maken. Hera bleef haar man niettemin
trouw en ze wilde hem behagen. Te dien einde begaf ze zich iedere maand naar een mysterieuze bron, de Kanathosbron, die gelegen is op de weg van Mykene naar Epidauros. Ze baadde zich in het water van de bron waarmee ze hoopte
telkens haar maagdelijkheid te hernieuwen: hymenoplastie! Toen ikzelf in 1995, met zes jonge vrouwelijke atletes naar Olympia toog om er de vrouwenloop (de Haraiën) in ere te herstellen, heb ik de omweg
via de Kanathosbron gemaakt om hen door Hera in hoogsteigen persoon te laten overgieten met het water van de bron, omdat er twijfel gerezen was omtrent hun maagdelijkheid, waarzonder hun de toegang tot het Olympisch stadion
door de goden zelf ontzegd was (de exacte reden waarom maagden wél en getrouwde vrouwen niet welkom waren in Olympia, leest u ongetwijfeld wel elders op deze blog...)
Met deze twee vrienden (Didier en Gilbert) heb ik in 1993 de Kanathosbron "ontdekt"
Hera "ontmaagdt"
Dat Hera er wel eens merkwaardige ideeën op nahield, onder andere over het leven van de stervelingen, bewijst de volgende anekdote. Toen op een dag de os van één van haar priesteressen ziek was en niet in staat om zijn meesteres met de wagen naar de tempel van Hera te brengen, boden Kleobis en Biton, de zonen van de priesteres aan de ossenwagen zelf te trekken tot bij de tempel. Daar aangekomen stelde de priesteres haar beide zonen voor aan de godin met de vraag of zon flinke prestatie van de jongens geen beloning verdiende. En de godin liet de beide knapen dood ten gronde neervallen, omdat, zo beweerde ze, de dood het mooiste geschenk is wat te mens kan te beurt vallen. In dezelfde lijn ligt de wijsgerige spreuk die stamt uit het oude Griekenland dat de gelukkigste mensen, diegenen zijn die nooit geboren zijn. Kleobis en Biton kregen hun levensgroot standbeeld, heden ten dage te bewonderen in het archeologisch museum van Delphi.
Kleobis en Bioton
Hoe hondstrouw Hera was in haar huwelijk en hoe afkerig Athena stond tegenover geslachtelijke omgang met het andere geslacht, zo overspelig en op seks belust was Aphrodite, de bekoorlijke godin van de liefde. Nymphomanie is de diagnose die bij haar van toepassing is. Voor wie evenzeer op seks belust was als zijzelf had zij de volste sympathie, wie afkerig stond tegenover seks werd daar door haar vaak zwaar voor gestraft. De geslachtsdaad werd door de Grieken wel eens omschreven als een offer aan Aphrodite. Talloos zijn de amoureuze uitspattingen van de godin van de liefde. Laten wij er hier slechts één vermelden: die met Dionysos, god van de wijn, dewelke haar een zwangerschap opleverde. Hera wenste haar geluk met die zwangerschap en ze streek over de buik van Aphrodite, maar ze deed het valselijk, met de linkerhand: de vrucht was betoverd! Aphrodite baarde een lelijk monsterachtig kind: een dikke hangbuik, een gezwollen uitpuilende tong, korte ledematen en vooral een enorme penis, die bijna even groot was als de rest van zijn lichaam. Die penis stond altijd in erectie, en, wat ze ons meestal niet verteld hebben in de les antieke cultuur, hij stond niet naar vóór maar naar achteren gericht. De geboorte van dat goddelijk misbaksel had plaatsgevonden in Klein-Azië, en daar werd het ook vereerd, of liever bespot en beschimpt vanwege zijn mismaaktheid (voor meerdere tijdrovende details en verklarende afbeeldingen die overigens van generlei didactische waarde zijn, verwijs ik gaarne naar elders op deze blog. Maar onheil sloeg toe: de mensen in de streek werden ziek, het vee stierf, de oogsten mislukten. Het orakel werd geraadpleegd. Het verdict was duidelijk: de goden verdragen niet langer dat de spot gedreven wordt met Priapos, want Priapos is een god, een kind van Aphrodite en Dionysos. De boodschap werd begrepen, het volk spotte niet langer met Priapos en begon hem eerbiedig te bejegenen en hem offers te brengen en de goden lieten alles ten goede keren. U hebt nu ongetwijfeld al begrepen waar de naam priapisme vandaan komt: een uiterst vervelende aandoening...
Zo manziek als Aphrodite was, zo groot was de afkeer die Artemis, godin van de jacht, had voor mannelijke toenadering. Frigide, asexueel... En evenmin als Athena verdroeg zij dat een man haar naaktheid aanschouwde. Voor een dergelijke misdaad, die dan nog meestal onopzettelijk begaan werd, strafte zij meedogenloos en buiten alle proporties. Aktaion, een jonge jager, was één van haar slachtoffers. Tijdens één van zijn tochten in de bossen van het Kithairongebergte kwam hij plots oog in oog te staan met Artemis die samen met enkele nimfen naakt aan het baden was in een meertje. De godin was daardoor zo geshockeerd dat zij de verbouwereerde jager besprenkelde met water uit het meer en daarbij een toverformule uitsprak waardoor hij stante pede veranderde in een hert en door zijn jachthonden, die in het hert hun meester niet meer herkenden, werd verscheurd.
Aktaion ziet Artemis naakt
Aktaion in een hert veranderd
Artemis was een tweelingzuster van Apollo. Ze waren kinderen van Zeus en van zijn nicht Leto. De zaak zit zo... Hera was woedend vanwege deze buitenechtelijke zwangerschap en ze zond de slang Python op Leto af. Deze achtervolgde haar tot op het eiland Delos waar zij uitgeput neerviel onder een boom, op het ogenblik dat de barensweeën begonnen. Maar Hera zorgde ervoor dat de weeën zeer pijnlijk waren en dat de baring niet vooruitging. Negen dagen lang. Toen pas kreeg Zeus in de gaten wat er gaande was en hij stuurde zijn dochter Eleithyia, godin van de baring, ter hulp. Een eerste kind werd geboren: Artemis. Het kind groeide zo bliksemsnel dat ze reeds haar moeder bijstond bij de geboorte van haar tweelingsbroer: Apollo. Deze zou de god van de kunsten en de wetenschappen genoemd worden (al stond hij op dat gebied in de schaduw van Athena). Hij werd ook zonnegod genoemd, maar de echte zonnegod was Helios. Ook was hij bedreven met pijl en boog, maar ook op het gebied van de jacht werd hij de loef afgestoken en wel door zijn eigen zus, Artemis. Voor ons medici is vooral van belang dat hij de vader was van Asklepios, de échte god van de geneeskunde. Hoe hij dat voor elkaar heeft gekregen vertel ik straks. Eerst even vermelden dat hij zelf ook niet ongetalenteerd was op het gebied van de geneeskunde. De auriculoplastie, uitgevoerd op de Phrygische koning Midas, was alvast een schot in de roos, zij het dat Midas zelf er niet gelukkig van geworden is. Het gebeurde naar aanleiding van een muziekwedstrijd tussen Apollo en de god Pan. Apollo speelde op de lier, Pan op de herdersfluit. Midas, die bevriend was met Pan, mocht scheidsrechter zijn en hij riep Pan uit tot overwinnaar. Apollo was het met deze beslissing allerminst eens, hij trok Midas bij de oren tot ze zo lang waren als ezelsoren, zeggende wat voor oren hebt gij, dat gij niet hoort dat mijn muziek veel beter is !? zulke oren verdienen geen menselijke gedaante ! De schande die koning Midas als gevolg van deze plastische chirurgie voortaan te dragen had, was immens: tot het einde zijner dagen gedoemd om met ezelsoren rond te lopen. Hij ging voortaan een tulband dragen waarin hij zijn oren helemaal kon verstoppen zodat niemand kon zien dat hij ezelsoren had. Alleen... voor zijn kapper kon hij het niet verborgen houden. Hij liet de kapper zweren dat hij het nooit aan iemand zou vertellen. De kapper vertelde het aan niemand, maar hij had het er moeilijk mee: het geheim brandde hem op de lippen. Zo erg werd het dat hij ergens te velde een diepe kuil ging graven, in de kuil ging staan en het uitschreeuwde: koning Midas heeft ezelsoren! koning Midas heeft ezelsoren! koning Midas heeft ezelsoren! Niemand had het gehoord en na de kuil weer dicht gegooid te hebben, keerde de kapper met opgelucht gemoed naar huis terug. Maar op de plek waar de kuil werd gegraven groeide een welig struikgewas en telkens als de wind er doorheen waaide hoorden de voorbijgangers in het ritselen van de bladeren: koning Midas heeft ezelsoren en in geen tijd werd het nieuws wereldkundig gemaakt.
Maar over Apollo dienen we in de eerste plaats te weten dat hij de vader is van Asklepios, de allergrootste god van de geneeskunde. Apollo was weer eens verliefd geworden op een stervelinge, Koronis. Maar zwanger zijnde van Apollo begon Koronis een verhouding met een sterveling, Ischys genaamd. De raaf, die Apollos geliefde vogel was, had dat opgemerkt en ging Koronis ontrouw overbrieven aan zijn god. Hoe onredelijk de goden konden zijn wist u al. Zo ook Apollo en hij vervloekte de raaf omdat hij Ischys de ogen niet had uitgepikt, en de raaf die eerst een witte vogel was zou voortaan zwarte pluimen dragen en zo ook al zijn nakomelingen. En zijn zuster Artemis gaf hij de opdracht Koronis te doden met haar pijlen. Te laat realiseerde Apollo zich dat Koronis zijn kind droeg. Of was het niét te laat? In allerijl wendde hij zich tot zijn halfbroer de god Hermes met het verzoek een keizersnede op het dode lichaam toe te passen. De ingreep lukte wonderwel (Hermes was overigens niet aan zijn proefstuk toe *). Het kind was Asklepios en Hermes bracht het, in opdracht van Apollo, naar de wijze Kentaur Cheiron. Over hoe het daar verder verlopen is hebben wij het straks.
(*) Een van de kostbaarste beeldhouwwerken ter wereld is de Hermes van Praxiteles: Hermes, met op zijn arm de pasgeboren god Dionysos, die hijzelf ter wereld heeft gebracht via een keizersnede. Zeus had het kind verwekt bij Semele, dochter van koning Kadmos van Thebe. Op aandringen van Semele zelf had de oppergod zich aan haar vertoond in zijn verblindende goddelijke gedaante: zij kon de aanblik niet verdragen en zij stierf ter plaatse.
Nu nog even vermelden dat we de wetenschappelijke medische term voor tweeslachtigheid, nl. hermaphroditisme te danken hebben aan zowel Hermes als Aphrodite. Het kind dat Hermes bij de liefdesgodin verwekt had, had de uitwendige geslachtskenmerken van de beide geslachten en het kreeg de naam Hermaphroditos. En misschien moeten we nog één god vermelden om ons verklarend medisch woordenboek te vervolledigen: Poseidon, de broer van Zeus en god van de zee. Zoöfilie is de aandoening waarbij de mens zich seksueel aangetrokken voelt tot een dier. Wellicht geen zeer frekwente aandoening, maar voor de Griekse goden was blijkbaar geen aandoening te gek om er de mens mee straffen. Zo strafte Poseidon koning Minos van Kreta omdat hij verzuimd had zijn mooiste stier te offeren aan de god. De straf? Een ziekelijke seksuele neiging ten aanzien van het bewuste dier, neergelegd in het hart van Minos achtgenote Pasiphaë. Met de hulp van de ingenieuze architect Daidalos slaagde zij erin betrekking te hebben met de stier, hetgeen leidde tot de geboorte van het monster Minotauros (half mens, half stier) hetgeen zou lijden tot onnoemelijke ellend.
Deze afbeelding werd gevonden op een antieke vaas: Pasiphaë neemt plaats in een door Daidalos vervaardigde koe teneinde betrekking te hebben met de stier van Minos.
Laten we nu terugkeren tot Asklepios, de onbetwiste nummer één van de geneeskunde, die weliswaar slechts als halfgod ter wereld is gekomen en vanaf zijn eerste levensdag
werd opgevoed door de wijze kentaur Cheiron, voor wie de geneeskunst nauwelijks geheimen kende. In geen tijd ontpopte Asklepios zich tot een dermate briljante geneesheer dat hij niet alleen in staat bleek alle zieken te genezen,
maar ook doden weer tot leven te wekken. Dat was niet naar de zin van Hades, de god van de onderwereld: zijn zaak dreigde op de fles te gaan en de wereld zou overbevolkt geraken. Ingreep van de oppergod was nodig: Zeus doodde
Asklepios met zijn bliksem. Maar achteraf zag Zeus zijn vergissing in en hij verhief Asklepios tot de rang van de onsterfelijken, tot een volwaardige god dus. In Griekenland verrezen nu talrijke heiligdommen (meer dan 300!):
asklepions. Ze konden rekenen op de erkenning door het orakel van Delphi en daardoor was hun succes voor vele eeuwen verzekerd. Hun deuren stonden open voor alle zieken. Enkel zwangere vrouwen en terminaal zieken
waren niet welkom: geboorten en sterfgevallen wilde men in het asklepion vermijden. Het beroemdste asklepion bevond zich in Epidauros in de streek Argolis op de Peloponnesos.
Men verbleef er meestal een paar tot meerdere dagen. Er diende betaald te worden, naar godsvrucht en vermogen. Eten kreeg men er nauwelijks: vasten was immers een belangrijk
onderdeel van de therapie, suggestie was ook belangrijk (handoplegging, hypnose) en tenslotte was er de heilige slaap in het abaton. De duisternis en slaapverwekkende kruiden werkten die slaap in de hand. Dan verscheen de
god die vroeg wat de patiënt bereid was te betalen (te offeren) voor zijn genezing, hij gaf raad, legde slangen op het lichaam van de patiënt en voerde soms ingewikkelde chirurgische ingrepen uit. Een
geval wordt beschreven van een vrouw met een ernstige oogaandoening die bereid was een varken in massief zilver te offeren. Tijdens haar slaap nam de god haar oog uit de kas, bewerkte het en plaatste het terug. De ochtend
kwam en de vrouw was genezen.
De tempel van Asklepios in Epidauros
Asklepios, dé god van de geneeskunde
Hét symbool van de artsen: de eskulaap
De tholos (ronde tempel) in Epidauros: de heilige slangen werden er bewaard
Het stadion in Epidauros
Aan de start voor de stadionloop (ik sta 5e van rechts)
Het wereldberoemde theater van Epidauros
Ex voto's
Een andere succesrijke, doch minder bekende genezer was Amphiaraos. Hij had zijn heiligdom (het Amphiaraion) in Oropos, een dorp dat gelegen is aan de Golf van Evia, zo´n 50 km ten Noorden van Athene. Er zijn nog goed bewaarde restanten. Mijn meest geliefde plek in Griekenland...
Kruiden die heden ten dage bij ons goed bekend zijn en die courant gebruikt werden in de asklepions: salie, gember, mierikswortel, munt, thym, kamille, ajuin, knoflook...
Vanaf de 5e E.v.C. kwam de directie van de asklepions, die steeds in handen van priesters was geweest, stilaan meer en meer in handen van artsen. De anatomische en fysiologische kennis ging erop vooruit: het verschil tussen de arteriële en de veneuze bloedsomloop, de bouw en de functie van ademhaling- en spijsverteringstelsel, dat de zenuwen in verband stonden met het centraal zenuwstelsel, de ligging van de foetus in de baarmoeder, de structuur en de werking van oog en oor. Schedelboringen werden uitgevoerd, evenals operaties voor cataract, keizersneden en plastisch chirurgische ingrepen. De behandeling van fracturen verbeterde fel en er werd meer aandacht besteed aan de sterilisatie van de chirurgische instrumenten.
Angèleke is een klein scharminkeltje op wie ik in mijn puberteitsjaren nog verliefd ben geweest en die ik na zovele jaren ontmoet heb, in het vaccinatiecentrum. Ik had haar
niet herkend, zij mij wél. Zij heeft er, op zijn zachts gezegd, een flink stuk van haar vroegere schoonheid bij ingeschoten. Vooropgesteld dat er bij mij ooit van schoonheid sprake is geweest, moet zij van mijn persoontje
iets dergelijks gedacht hebben. Ze is exact vier jaar jonger dan ik, amper vier jaar, en dus de pensioengerechtigde leeftijd ook al lang voorbij. Dat ze haar actieve loopbaan doorgebracht heeft als laborante in een fertiliteitskliniek
is mij niet onbekend. Ik nodigde haar uit om samen een koffie te gaan drinken. We hadden een aangenaam gesprek over hoe het ging met de gezondheid en hoe het ging met de eventuele kinderen en kleinkinderen en waar we woonden,
en ik moet toegeven dat er in de loop van het gesprek flarden naar boven kwamen van de fysieke aantrekkelijkheden van het prille maagdelijke Angèleke. Tot ik vond dat de tijd gekomen was voor een grap, een raadseltje,
eentje dat als geknipt was voor een gewezen laborante in een fertiliteitskliniek: kan jij, mijn beste Selleke - ik zei weer Selleke zoals ik dat vijfenzestig jaar geleden altijd al deed - verklaren hoe twee kinderen,
die op dezelfde dag geboren zijn en dezelfde natuurlijke vader en moeder hebben, toch geen tweeling zijn? Ze lachte fijntjes, ze hoefde er niet eens over na te denken: t zijn er twee van een drieling zei
ze. Ik stond perplex, nooit eerder had iemand mijn vraag correct beantwoord...
- Zal ík nu eens een vraag stellen? vroeg ze. Weet jij wat een anderhalf-eiige tweeling is?
Ik wist het niet, en ik liet het haar uitleggen.
- Zoals je weet is een één-eiige tweeling het resultaat van de bevruchting, door één spermacel, van één enkele eicel, dewelke zich daarna
in twee heeft gedeeld, met als resultaat een identieke tweeling, hetgeen dus onder andere inhoudt dat beiden, per definitie, van hetzelfde geslacht zijn. Een twee-eiige tweeling ontstaat als een vrouw bij een maandelijkse
eisprong niet één maar twee eieren produceert, dewelke door twee verschillende spermacellen worden bevrucht, dewelke daarenboven niet eens van dezelfde donor afkomstig hoeven te zijn. Het gaat hier om niet-identieke
tweelingen, die niet méér op elkaar lijken dan broer en zuster - of nog minder, in het zeer zeldzaam geval van twee verschillende vaders.
Tot hiertoe was Sellekes uitleg klaar en duidelijk geweest, met begrip voor mijn gevorderde leeftijd en wellicht minder voor het feit dat dit voor mij, gezien mijn medische studies
van weliswaar vijfenzestig jaar geleden, basiskennis diende te zijn. Maar, hoe zat het nu met de anderhalf-eiige tweeling?
- Men heeft steeds gedacht dat een eicel nooit meer dan één spermacel kan toelaten. En nochtans... In de medische wereldliteratuur zijn twee gevallen beschreven waarbij
bevruchting van één eicel door twee spermacellen geleid heeft tot een tweeling, een één-eiige - met één moederkoek dus - doch allesbehalve identiek en ook niet noodzakelijk van hetzelfde
geslacht. Twee bewezen gevallen. Omdat een één-eiige tweeling identiek hoort te zijn heeft men de naam anderhalf-eiige tweeling bedacht, een zonder meer slecht gekozen naam, die door
specialisten ter zake het liefst vermeden wordt: zij noemen het een sesquizygotische tweeling.
Een mooie naam dus voor iets wat uiterst zeldzaam is: amper twee keer voorgekomen in al die eeuwen dat het mensdom bestaat!? Maar... ís het wel zo zeldzaam? Zijn er niet een
aanzienlijk aantal gevallen onopgemerkt gebleven? Selleke vindt het een terechte opmerking van mijnentwege. Ze vindt mij een interessante gesprekspartner. We zullen elkaar nóg ontmoeten...
Zou Selleke beseffen wat een dienst ze mij heeft bewezen? Hoe ze mij in staat heeft gesteld te herstellen van een aantal slapeloze nachten? De zaak zit zo... Over enkele weken geef
ik een voordracht - aan de universiteit nog wel! - over een onderwerp dat het midden houdt tussen de geneeskunde en de Griekse mythologie. De zwangerschap van Leda, de koningin van Sparta, zal aan bod komen. Leda was zwanger
van de oppergod Zeus, die haar benaderd had in de gedaante van een zwaan - remember Leda en de Zwaan - en tegelijkertijd was ze zwanger van haar echtgenoot, koning Tyndareos. Toen haar tijd gekomen was baarde
zij twee eieren. Uit het ene ei kwamen twee - goddelijke - kinderen, van wie Zeus de vader was: ze waren van verschillend geslacht, namelijk Helena - dé Helena van Troje - en Pollux. Uit het andere ei kwamen de twee
kinderen van Tyndareos, eveneens van verschillend geslacht, zijnde Klytaimnestra - die de vrouw van Agamemnon zou worden - en Kastor. Twee één-eiige tweelingen dus, waarbij zowel de ene als de andere van verschillend
geslacht waren. Daarover zullen mij vragen gesteld worden tijdens het vragen-kwartiertje en ik zag mij niet in staat daar een plausibel antwoord op te geven. Ik zou alleen kunnen antwoorden hebben: goede vraag.
Het angstzweet brak mij al uit, telkens als ik er aan dacht. Maar nu is dat dus over. Het waren twee sesquizygotische of anderhalf-eiige tweelingen! Ik leef nu onbevreesd toe naar de dag van mijn optreden. Dank je duizend
keer, Selleke.
De Vlaamse gezinnen waar geen scheurkalender "De Druivelaar" aan de muur hangt zullen ongetwijfeld dun gezaaid zijn. De Druivelaar 2023 (nu reeds te koop) staat in het teken van Herakles, de grootste held uit de Griekse mythologie. Het blaadje aan het begin van elke maand brengt het verhaal van één van de twaalf werken van Herakles. Elk verhaal is fraai geïllustreerd. Het verhaal is van mijn hand. De illustratie is van Roger Tack, die de vader is van... Chris Tack. Dwars door Grijsloke heeft hier dus een stevige vinger in de pap.
De Druivelaar 2023: in het teken van Herakles.
Of is het een Griekse wijsgeer?
1994: Dwars door Grijsloke
Voor Grijsloke was 1994 het jaar van Herakles! U dient te weten dat van 1991 tot 1996 (de gouden jaren van Dwars door Grijsloke) onze loopkoers in het teken stond van de Panhelleense Spelen (waarvan
de Olympische er één van waren). Telkenjare was er voor alle deelnemers een medaille voorzien met de beeltenis van de Griekse god ter wiens ere de Spelen werden gehouden die dat jaar in de belangstelling stonden.
De Heraklesmedaille 1994
Bij elke medaille hoorde ook een brochure van 16 paginas met het mythologisch verhaal dat aan de basis lag van de desbetreffende Spelen. De vijf brochures werden ook opgenomen
in het boek Grijslokes Olympiade dat in 1997 werd uitgegeven en dat deze roemrijke periode behandelt, die zijn apotheose kent in 1996 met de deelname aan Dwars door Grijsloke van twee van de belangrijkste Griekse
goden in hoogsteigen persoon: Athena en Apollo. Hoe die het er van afgebracht hebben staat in geuren en kleuren verteld in het boek, en er is ook het verhaal van de 32 leden van onze club die in dat Herakles-jaar
1994 naar Griekenland togen om daar de Panhelleens Spelen te doen herleven in de oorspronkelijke stadions, evenals de klassieke dramas in de antieke theaters.
Het boek "Grijslokes Olympiade" (112 p., 1997)
Didier Libbrecht, in de rol van Herakles, richt een dodelijke pijl naar de kentaur Nessos (onzichtbaar op de foto). Het drama speelt zich af een de oevers van de woeste Evvinos-rivier, tijdens de voorbereidende Griekenlandreis in 1993.
In het Heraklesjaar (1994) was het Daniël Malfait die de rol van de grootste Griekse held op zich nam. We zien hem hier met de kenmerkende attributen: de knots en de leeuwenhuid met op zijn hoofd de kop van de leeuw die zo te zien een vreselijke tic van de knots moet geïncasseerd hebben...
Zaterdag 27 augustus 2022: Dwars door Grijsloke is uit zijn coronaslaap herrezen. Niet meer het kolossaal aantal deelnemers en niet meer de ronkende namen van dertig jaar geleden, maar een vlekkeloze
organisatie en nog steeds Vlaanderens mooiste.
Mijn geluk kan vandaag niet op: een kind van eigen bloed, dat twee jaar in coma heeft gelegen, is terug. Springlevend. Ik loop Jan Deseyn tegen het lijf, een dorpsgenoot. Op één of twee
uitzonderingen na heeft hij deelgenomen aan alle edities van Dwars door Grijsloke. Hij heeft honderd marathons gelopen. Of zouden het er honderd-en-één kunnen zijn? Die honderdste marathon bleek achteraf drie
kilometer te kort te zijn en ten einde met zichzelf in ´t reine te komen heeft Jan er dan nóg meer één bij gedaan. Jan Deseyn is... tweeëntachtig geworden in juli! Dit is één maand
jonger dan ik, en ik loop al minstens tien jaar niet meer. Vandaag neemt hij deel aan de wedstrijd over 6,7 km. Hij eindigt op de 169e plaats, er zijn er nog dertig achter hem. We drinken samen een pint na de wedstrijd. Zijn
dochter is in de 12,8 km als eerste dame geëindigd. Goede genen liegen niet...
Er waren in totaal, de kinderreeksen meegerekend, zes loopwedstrijden. Van elke wedstrijd kwamen de eerste drie van beide geslachten op het ereschavot. Dat maakt zesendertig gelauwerden in totaal.
De jongste kleuters stonden al even fier en gelukkig als de oudere atleten te pronken met hun zwaar bevochten trofee
r
Wie durft nu nog beweren dat de toekomst van Grijsloke niet verzekerd is?
Ik herinner mij niet dat in Grijsloke ooit groter meesterschap aan de dag werd gelegd dan door de winnaar van de 6,7km. Zijn voorsprong bedroeg ei zo na twee minuten, 1'58 om precies te
zijn. En óf de jongeman gelukkig was met zijn prestatie! Na de aankomst viel hij neer op de knieën en kustte het asfalt, minutenlang: een ontroerende en hartverwarmende scène. Zou hij beseffen hoe blij
hij ons allemaal gemaakt heeft?
Voor dié zou ik mijn eten laten staan zei mijn beste vriend, toen een jonge dame het podium beklom om gehuldigd te worden als de nummer drie in de 18,9 km. Een weergaloze schoonheid
van Afrikaanse origine. Hij bracht onder woorden hetgeen ik net aan het denken was: wij zijn vijftig jaar te vroeg op deze wereld beland...
En wie er ook is komen opdagen: Lucien Van Lancker! In de glorierijke beginjaren van de loopkoers waren wij beiden het boegbeeld van Dwars door Grijsloke. Hij is nog enkele jaren ouder dan ik. Waar
is de tijd, zeg ik, dat wij het voor het zeggen hadden in Grijsloke. Blij dat het niet meer hoeft, zegt hij. Tja, we zijn beiden een beetje uitgeblust, maar dat ons werk voortgezet wordt stemt ons blij te moede. De koers heeft
ons in ´t verleden een hoop stress bezorgd, maar ook intens genot, dat nog steeds nazindert. De nacht die volgde op de 4e Dwars door Grijsloke beletten de doorgestane emoties mij de slaap te vatten. Die nacht heb ik een
verhaaltje geschreven: Wondjes likken na Dwars door Grijsloke. Het is te lezen op www.bloggen.be/kris/archief.php?ID=321 .
Vijfenzestig jaar geleden! Jef Van Duyvenbode en ik, we zaten samen in dezelfde klas, het zesde middelbaar. Bij ons zat ook Vera Candaele, met voorsprong het mooiste meisje van de klas. Jef en ik
waren allebei smoorverliefd op Vera en we schreven gedichtjes voor haar: ik slechts één, Jef ongetwijfeld meerdere. Zij koos voor Jef en later heb ik vernomen dat Jef en Vera een getrouwd koppel geworden zijn.
Háár heb ik niet meer teruggezien. Jef een keer of vier, tijdens alumnivergaderingen van de universiteit. Ik heb nooit nagelaten te vragen hoe het met Vera ging en of hij haar mijn groeten wilde overbrengen.
Zij woonden in Mannekensvere, een deelgemeente van Middelkerke. Over Vera praatte hij met mij niet graag, dat was duidelijk. Ik had het gevoel dat hij in mij nog steeds een rivaal zag. Ik zocht en vond in de telefoongids het
adres van het echtpaar Van Duyvenbode-Candaele en ik heb meermaals een kaartje gestuurd met Nieuwjaar, en niet iedere keer eentje teruggekregen.
´t Is nu al een jaar of tien geleden dat ik Jef voor het laatst gezien heb. Uit goed ingelichte bron verneem ik dat hij en zijn vrouw nog steeds op hetzelfde adres wonen en in goede gezondheid
zijn. Bij een recente opruimactie heb ik een oud, vergeeld notitieboekje gevonden met geboortedata, ook die van Vera: vorige week is ze drieëntachtig geworden. Ik heb mij verstout haar aan kaartje te sturen met gelukwensen
en daarbij een gedichtje....
Vera Canipopoulos
(vrije bewerking van het gedicht Vera Janacopoulos van Jan Engelman)
Veralief, wat doet gij mij toch aan?
uw tepelveld is volle maan
mijn wangen gaan weer blozen
ik gaf u gaarn in davondstond
een zoentje op uw zwoele mond
met scheerschuim en met rozen
ik zie het met mijn ogen dicht
van binnen brandt bij u een licht
ik zit op hete kolen
laat nu maar de gitaren los
en alle vogels in het bos
k lap alles aan mijn zolen
Ik kreeg geen bedankje voor de verjaardagskaart, wel een reactie van Jef op mijn gedicht, in mijn mailbox:
Hoe ouder de bok hoe geiler... Vera beschouwt uw ontboezeming als ongewenste intimiteit. Ik sta verstomd dat zulke dingen in u opkomen.
Waar het hart van vol is loopt de mond van over. Ik weet niet meer hoe ik dit moet benaderen. Overigens moet ik u meedelen dat mijn relatie met Vera op een andere basis steunt, wars van alle heetgeblakerde kalverliefde, veel
schoner en waardevoller in een hoger geestelijk welzijn.
Hoe de eerste vier zinnen dienen geïnterpreteerd te worden laat ik over aan de aandachtige lezer en... staat het mij vrij te twijfelen of de 83-jarige Vera mijn gedicht heeft gelezen? Het gedicht
van Jan Engelman konden we anders wel smaken toen we op de schoolbanken zaten en onze leraar vertelde dat het behoorde tot het kruim van de Nederlandstalige poëzie. Wat de laatste zin betreft: Jef vertoont hier de tekenen
van iemand die zijn topniveau bereikt heeft, zegge zijn incompetentieniveau, of kortweg zijn niveau (cf. Laurence J. Peter, The Peter Principle, ). Hierbij vervangt de persoon de prestatie door
het imago. Zo kan een onbekwame werker voordrachten houden over de waarde en de adel van de arbeid, een onbekwame ruimtevaarder zou science-fiction-verhalen kunnen schrijven, een falende minnaar zou zich kunnen uitlaten in
lyrische ontboezemingen betreffende de platonische liefde.
Het is geen absolute noodzaak, maar toch... ik zou graag eens weten hoe Vera er nu uitziet. Oude liefde roest niet, placht men te zeggen.
Samen met in ´t bijzonder zijn dierbare echtgenote Rosette, die één van onze trouwste clubleden is, herdenkt Loopclub Grijsloke dit
jaar Johan Dhaene ...
Dwars door Grijsloke is terug, na een onderbreking van twee jaar (corona!): op 27 augustus, de 40e Dwars door Grijsloke. Exact vijf jaar geleden, op 27 augustus 2017, overleed één van
de voortreffelijkste leden van de Loopclub: Johan Dhaene. In het sept/okt nummer van dat jaar (nr 5, jg 36) heb ik toen een in memoriam geschreven voor mijn goede vriend onder de titel Vaarwel Daantje.
Het staat nog steeds te lezen op mijn blog: www.bloggen.be/pierpont/archief.php?ID=3016377.
Op haar facebookpagina brengt zus Trees een ode aan haar geliefde broer, naar wie haar gedachten nog iedere dag uitgaan (cf., www.bloggen.be/pierpont/archief/php?ID=3297465). Mijn broer mag niet vergeten worden, zegt Trees. Het was zijn grote vrees: vergeten worden...
Zijn foto prijkt op pag. 1 van mijn boek Vlaanderens mooiste, de geschiedenis van Dwars door Grijsloke vanaf het prilste begin tot het jaar 2016 (cf. www.bloggen.be/pierpont/archief.php?ID=3296028)
En ik heb nog een idee, Trees, dat er moet toe bijdragen om Johan nooit te vergeten: in de loopclub heb ik het weliswaar al meer dan twintig jaar niet meer voor het zeggen, maar ik kan wel nog een voorstel doen...
Mijn nieuwste boek (Uit het schuim van de zee, 2011) behandelt de hele Griekse mythologie in 136 verhalen (408 pag.) en 18 originele tekeningen. Het is nu reeds aan zijn derde druk toe. Het boek is te bestellen via mail (kvansteenbrugge@gmail.com). Betaling na ontvangst (18,95 euro). Bij bestellingen vóór 1 mei dienen geen verzendkosten betaald te worden.