Vijfenzestig jaar geleden! Jef Van Duyvenbode en ik, we zaten samen in dezelfde klas, het zesde middelbaar. Bij ons zat ook Vera Candaele, met voorsprong het mooiste meisje van de klas. Jef en ik
waren allebei smoorverliefd op Vera en we schreven gedichtjes voor haar: ik slechts één, Jef ongetwijfeld meerdere. Zij koos voor Jef en later heb ik vernomen dat Jef en Vera een getrouwd koppel geworden zijn.
Háár heb ik niet meer teruggezien. Jef een keer of vier, tijdens alumnivergaderingen van de universiteit. Ik heb nooit nagelaten te vragen hoe het met Vera ging en of hij haar mijn groeten wilde overbrengen.
Zij woonden in Mannekensvere, een deelgemeente van Middelkerke. Over Vera praatte hij met mij niet graag, dat was duidelijk. Ik had het gevoel dat hij in mij nog steeds een rivaal zag. Ik zocht en vond in de telefoongids het
adres van het echtpaar Van Duyvenbode-Candaele en ik heb meermaals een kaartje gestuurd met Nieuwjaar, en niet iedere keer eentje teruggekregen.
´t Is nu al een jaar of tien geleden dat ik Jef voor het laatst gezien heb. Uit goed ingelichte bron verneem ik dat hij en zijn vrouw nog steeds op hetzelfde adres wonen en in goede gezondheid
zijn. Bij een recente opruimactie heb ik een oud, vergeeld notitieboekje gevonden met geboortedata, ook die van Vera: vorige week is ze drieëntachtig geworden. Ik heb mij verstout haar aan kaartje te sturen met gelukwensen
en daarbij een gedichtje....
Vera Canipopoulos
(vrije bewerking van het gedicht Vera Janacopoulos van Jan Engelman)
Veralief, wat doet gij mij toch aan?
uw tepelveld is volle maan
mijn wangen gaan weer blozen
ik gaf u gaarn in davondstond
een zoentje op uw zwoele mond
met scheerschuim en met rozen
ik zie het met mijn ogen dicht
van binnen brandt bij u een licht
ik zit op hete kolen
laat nu maar de gitaren los
en alle vogels in het bos
k lap alles aan mijn zolen
Ik kreeg geen bedankje voor de verjaardagskaart, wel een reactie van Jef op mijn gedicht, in mijn mailbox:
Hoe ouder de bok hoe geiler... Vera beschouwt uw ontboezeming als ongewenste intimiteit. Ik sta verstomd dat zulke dingen in u opkomen.
Waar het hart van vol is loopt de mond van over. Ik weet niet meer hoe ik dit moet benaderen. Overigens moet ik u meedelen dat mijn relatie met Vera op een andere basis steunt, wars van alle heetgeblakerde kalverliefde, veel
schoner en waardevoller in een hoger geestelijk welzijn.
Hoe de eerste vier zinnen dienen geïnterpreteerd te worden laat ik over aan de aandachtige lezer en... staat het mij vrij te twijfelen of de 83-jarige Vera mijn gedicht heeft gelezen? Het gedicht
van Jan Engelman konden we anders wel smaken toen we op de schoolbanken zaten en onze leraar vertelde dat het behoorde tot het kruim van de Nederlandstalige poëzie. Wat de laatste zin betreft: Jef vertoont hier de tekenen
van iemand die zijn topniveau bereikt heeft, zegge zijn incompetentieniveau, of kortweg zijn niveau (cf. Laurence J. Peter, The Peter Principle, ). Hierbij vervangt de persoon de prestatie door
het imago. Zo kan een onbekwame werker voordrachten houden over de waarde en de adel van de arbeid, een onbekwame ruimtevaarder zou science-fiction-verhalen kunnen schrijven, een falende minnaar zou zich kunnen uitlaten in
lyrische ontboezemingen betreffende de platonische liefde.
Het is geen absolute noodzaak, maar toch... ik zou graag eens weten hoe Vera er nu uitziet. Oude liefde roest niet, placht men te zeggen.
|