Inhoud blog
  • Test
  • BOEK: De Bourgondiërs (Bart Van Loo) 2019
  • BOEK: Sinuhe de Egyptenaar (Mika Waltari) 1945
  • BOEK: Dwaal zacht (Lore Mutsaers) 2019
  • BOSCH: Higgs Strickland 2016
    Zoeken in blog

    Over mijzelf
    Ik ben Eric De Bruyn
    Ik ben een man en woon in Wuustwezel (België) en mijn beroep is pensionado.
    Ik ben geboren op 20/10/1955 en ben nu dus 69 jaar jong.
    Mijn hobby's zijn: Middelnederlands / laatmiddeleeuwse kunst.
    Studies Germaanse Filologie 1973-1977 - Universiteit Antwerpen. In 2000 gepromoveerd aan de KU Brussel
    WEMELDINGEN
    Tijd is ruimte in beweging
    27-11-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.CD: Santana (Santana) 1969

    Santana: Santana (1969)

    Wij dachten vroeger altijd dat Santana een Braziliaanse band was, maar dat is dus absoluut niét zo. Carlos Santana (de gitarist en leider van de groep) werd geboren in Mexico in 1947 en samen met Gregg Rolie (keyboards) en José Chepito Areas (percussie) richtte hij de groep op in San Francisco. Verdere groepsleden waren Mike Carrabello (percussie), Dave Brown (bas) en Mike Shrieve (drums). Het eerste Santana-album verscheen eind 1969 en was meteen een schot in de roos: anno 1969 klonk deze muziek revolutionair vernieuwend binnen de rockwereld door de typische en bijzonder aantrekkelijke vermenging van Latijns-Amerikaanse polyritmen en elektrische rock, waarbij naast de percussie vooral de gitaar van Santana en het orgel van Rolie opvallen. Santana trok voor de eerste keer internationaal de aandacht door het optreden tijdens het legendarische Woodstock-festival in augustus 1969. Het debuutalbum dat enkele maanden later volgde, bevatte een zeer herkenbaar eigen geluid en vormde een visitekaartje om beleefd U tegen te zeggen.

    De A-kant omvat vijf nummers en begint bijzonder degelijk met de instrumentale groepscompositie Waiting [A1]. Instrumentale nummers zouden zowat het handelsmerk van Santana worden en de A-kant bevat nog twee instrumentals, dit keer van onmiskenbare topklasse: de groepscompositie Savor [A4] die naadloos overloopt in Jin-go-lo-ba [A5], de eerste hitsingle van de groep. Ook de tweede single staat op deze A-kant: het onweerstaanbare Evil ways [A2], dit keer met gezongen tekst (over een slordige huisvrouw) en evenmin als de eerste single een compositie van de groep zelf. Shades of time [A3] is wel geschreven door de Santana-band én opnieuw een instrumental, maar op deze A-kant vormt het duidelijk een dipje.

    De B-kant bevat vier nummers, deze keer allemaal geschreven door de groep, en daaronder bevindt zich de derde hitsingle, de gedreven instrumental Soul Sacrifice [B4], waar het album mee afsluit: Santana op zijn allerallerbest! Men (her)beluistere overigens ook de nóg betere en nog meer gedreven versie van dit nummer op het Woodstock-album. Ook Treat [B2] is een instrumentaal nummer waarin echter deze keer niet het orgel maar de piano de klankleur bepaalt, zodat reeds op het eerste album de jazzrock-richting aangekondigd wordt die Santana op latere albums zou inslaan. Treat heeft niet de drive van A2, A4 of B4, maar anderzijds valt het zeker niet uit de toon en zorgt het voor enige afwisseling binnen het geluidskader van dit debuut. Het wat luidruchtige Persuasion [B1] is echter duidelijk weer een minder broertje, net als A3, en in You just don’t care [B3] is eigenlijk alleen het tussenstuk leuk, dat een typische eind jaren zestig/begin jaren zeventig-jam lijkt in te zetten, maar helaas veel te kort duurt (een half minuutje amper).

    Ondanks die enkele mindere momentjes blijft er op Santana nog genoeg te genieten over om van deze plaat een uitstekend rockalbum te maken. Het werd door pers en publiek dan ook meteen met open armen ontvangen en maakte van Santana in 1970 een groep waarmee rekening werd gehouden.

    Quotering: 4 (27/03/07)

    Klassiekers: Evil ways, Savor, Jin-go-lo-ba, Treat, Soul Sacrifice.

    27-11-2010 om 20:19 geschreven door Eric De Bruyn  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    24-11-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.BOEK: Julius buiten de hemelpoort (Erasmus?) 1513-14

    Dialogus, Iulius exclusus e coelis (Erasmus?) 1513-14

    [Nederlandse vertaling: Harm-Jan van Dam (vert.), Desiderius Erasmus: Lof en blaam. Lof van het huwelijk – Lof van de geneeskunde – Lof der Zotheid – Brief aan Maarten van Dorp – Julius buiten de hemelpoort. Verzameld werk – deel 2, Athenaeum-Polak & Van Gennep, Amsterdam, 2004, pp. 193-238 = Iulius exclusus e coelis ed. 2004]

    Auteur

    Hoogstwaarschijnlijk Desiderius Erasmus (ca. 1469-1536). Erasmus heeft zijn hele leven lang ontkend dat hij de auteur was van deze tekst, ofschoon de stijl en de inhoud ervan duidelijk in zijn richting wijzen. Waarom loog Erasmus? Misschien hierom: na de dood van paus Julius II (in 1513) probeerde Erasmus uit alle macht om door diens opvolger Leo X ontslagen te worden van zijn kloostergeloften (wat in 1517 ook daadwerkelijk gebeurde). Het zou voor Erasmus niet gunstig geweest zijn als hij de auteur bleek van tirades tegen Julius’ geldverspilling die met nog meer recht tegen Leo gericht hadden kunnen zijn …

    Genre

    Een in het Latijn geschreven satirische dialoog. De keuze voor dit genre is beïnvloed door Erasmus’ favoriete Griekse auteur Loekianos.

    Situering/datering

    In maart 1518 werd de tekst anoniem uitgegeven in Keulen. De tekst circuleerde echter al vroeger: in een brief uit 1514 gaf Erasmus toe dat hij ‘een vluchtige blik’ op de Julius had geworpen [ed. 2004: 259]. In Bazel wordt nu nog een manuscript van de Julius bewaard dat al in augustus 1516 (over)geschreven is door twee vrienden van Erasmus, Bruno en Bonifacius Amersbach, die nauwe contacten onderhielden met Erasmus’ vaste Bazelse drukker Froben.

    Van Dam noteert: Waarschijnlijk schreef Erasmus zijn satire kort na Julius’ dood in februari 1513, wellicht ook als vermaak voor zijn vrienden, net als de ‘Lof der Zotheid’ [ed. 2004: 262].

    Inhoud/thematiek

    Julius II was paus van 1503 tot 1513. In deze satirische dialoog biedt hij zich na zijn dood samen met Genius (een soort alter ego, maar eerlijker dan zijn baas) aan bij de hemelpoort, alwaar hem de toegang wordt geweigerd door Petrus. Er ontspint zich tussen Julius en Petrus (de allereerste paus!) een gesprek waarin Julius als een soort zestiende-eeuwse Silvio Berlusconi botweg al zijn zondigheden, wreedheden en dwaasheden opsomt en er nog trots op is ook. Arrogant, inhalig, oorlogszuchtig, machiavellistisch, wellustig, belust op macht en ongevoelig voor de ware leer van Christus: dat is het beeld dat hier van paus Julius II wordt geschetst. Tegelijk leren we uit deze tekst wat een paus wél zou moeten zijn: namelijk in alles het tegendeel van deze Julius.

    Receptie

    Manifest gericht op een humanistisch lezerspubliek.

    Persoonlijk oordeel

    Om te beginnen: een bijzonder vlot leesbare en geestige dialoog is dit, we hebben er tien keer meer leesplezier aan beleefd dan aan de Lof der Zotheid. Tegelijk is de ongelooflijk scherpe, satirische toon een blikopener van jewelste. Die paus Julius II was natuurlijk een onvoorstelbare klootzak (hij was trouwens niet de enige rond 1500: Alexander VI en Leo X, zijn voorganger en opvolger, waren geen haar beter), maar dat de paus in een geschrift uit het begin van de zestiende eeuw zó door de modder gehaald kon worden, is toch wel enigszins flabbergasting. Na lezing van deze tekst begrijpt men veel beter dat het protestantisme (met Luther, Calvijn en in Engeland Hendrik VIII) niet zomaar uit de lucht is komen vallen. Afgaande op een tekst als deze kan men zeggen: het klimaat was er méér dan rijp voor.

    Bovendien is deze keiharde satire voor ons en onze Bosch-studie in twee opzichten interessant. Ten eerste verwijst Petrus in het begin van de tekst naar Simon de tovenaar (vergelijk Handelingen 8: 9-24) met de woorden ‘die marskramer, die bedrieger’ [ed. 2004: 196]. Nogmaals een bewijsplaats voor het feit dat marskramers rond 1500 (onder meer) geconnoteerd werden aan bedrog, maar dat wisten we natuurlijk al langer (wel nog even checken welk woord er in het Latijnse origineel voor ‘marskramer’ wordt gebruikt … ).

    Merkwaardiger is het volgende. Op het middenpaneel van Bosch’ Hooiwagen-drieluik loopt achter de hooiwagen een paus: zéér negatief voorgesteld dus, want die hooiwagen wordt door duivels recht de hel ingetrokken. Vroeger ging men ervan uit dat de versie van de Hooiwagen die in het Prado hangt, moet dateren uit de jaren negentig van de vijftiende eeuw en men stelde inderdaad enige gelijkenis vast met Alexander VI, die toen paus was (de paus op de Hooiwagen-versie in het Escorial is meer anoniem weergegeven). Na dendrochronologisch onderzoek (naar aanleiding van de grote Bosch-tentoonstelling in Rotterdam, 2001) bleek echter dat de Prado-Hooiwagen later moet geschilderd zijn, in de jaren 1510-1516, door Bosch zelf of eventueel door zijn atelier. Alexander VI was toen echter al minstens 7 jaar overleden (in 1503), dus dat plaatje klopte niet helemaal meer …

    Nu schreven wij in ons proefschrift (in 2000): Voor een gelijkenis met Alexander VI valt inderdaad iets te zeggen (…), maar zodra men vaststelt dat deze figuur ook gelijkenis vertoont met paus Julius II (1503-1513) wordt duidelijk dat het identificeren van de ruiters achter de hooiwagen met historische personages een hachelijke zaak is [proefschrifteditie 2001, p. 101]. Als de Prado-Hooiwagen inderdaad in 1510-16 werd geschilderd, zou het logischer zijn dat de afgebeelde paus de beruchte Julius II is, die toen nog leefde of net overleden was, en dan is er een duidelijke parallel met de tekst Julius buiten de hemelpoort, die ontstond in 1513-14! De afbeeldingen van een bebaarde Julius II die men op Internet vindt via Google, kloppen overigens helemaal niet met de afbeelding uit 1511 van Julius II die wij in een tentoonstellingscatalogus vonden.

    Het blijft een boeiende, maar tegelijk ook lastige denkpiste, want persoonlijk blijven wij vinden dat de op de Prado-Hooiwagen afgebeelde paus toch méér wegheeft van Alexander VI dan van Julius II. Onze strikt persoonlijke visie (zonder harde argumenten echter) is dat Bosch wel degelijk vóór 1500 een Hooiwagen schilderde (wellicht dus refererend aan Alexander VI, die qua slechte reputatie zeker niet moest onderdoen voor Julius II), en dat zijn atelier hiervan in de jaren 1510-16 een getrouwe kopie maakte. Als je namelijk de Hel (op het rechterzijluik) van de Hooiwagen vergelijkt met de Hel van de Tuin der Lusten, dan kan de Hooiwagen volgens ons onmogelijk een laat werk zijn (Bosch overleed in 1516). Dat rond 1500 in een (waarschijnlijk door Erasmus geschreven) tekst de paus zó ontzettend te kakken wordt gezet, past echter wel volledig bij het gegeven dat een paus van Bosch een one way ticket richting hel krijgt …

    (24/11/10)

    24-11-2010 om 23:43 geschreven door Eric De Bruyn  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (1)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.BOEK: De Lof der Zotheid (Erasmus) 1509

    Morias Enkomion, id est, Stultitiae laus (Erasmus) 1509

    Epistola ad Martinum Dorpium (Erasmus)

    [Nederlandse vertaling: Harm-Jan van Dam (vert.), Desiderius Erasmus: Lof en blaam. Lof van het huwelijk – Lof van de geneeskunde – Lof der Zotheid – Brief aan Maarten van Dorp – Julius buiten de hemelpoort. Verzameld werk – deel 2, Athenaeum-Polak & Van Gennep, Amsterdam, 2004, pp. 53-164 / 165-192 = Morias Enkomion ed. 2004 / Epistola ad Martinum Dorpium ed. 2004]

    Auteur

    Desiderius Erasmus (ca. 1469-1536).

    Genre

    Een in het Latijn geschreven satirische lofrede en een in het Latijn geschreven brief.

    De Zotheid onderging invloeden van het genre van de paradoxale lofrede uit de Oudheid (bijvoorbeeld Loekianos’ Lofrede op de vlieg), maar ook van de middeleeuwse traditie van de kerkelijke Zottenfeesten, van de tijdens het carnaval gehouden spotpreken (sermons joyeux) en opgevoerde kluchten (sotties) en van het fenomeen van de hofnar [ed. 2004: 252-254].

    Situering/datering

    In april 1509 kwam in Engeland Hendrik VIII aan de macht. Hij is de kunsten en de wetenschappen blijkbaar goed gezind, en Erasmus wordt door zijn Engelse vrienden aangespoord om naar Engeland te komen en te profiteren van het gunstige cultuurklimaat. Erasmus verlaat Italië en logeert in Engeland bij zijn vriend Thomas More. Hij krijgt echter last van nierstenen, voelt zich te slap om serieus werk te verrichten en schrijft dan, om de tijd te doden, in één week zijn Lof der Zotheid. De gelijkenis tussen de naam van zijn geleerde vriend (More) en het Griekse woord voor dwaasheid (moria) brengt hem op het idee voor de tekst. In juni 1510 stuurt Erasmus het manuscript naar More met een brief waarin hij de tekst aan hem opdraagt.

    Erasmus was niet van plan het stuk uit te geven, maar op eigen initiatief brachten vrienden het naar een drukker in Parijs, die het in 1511 publiceerde. Vol fouten. In juli 1512 besloot Erasmus dan maar een geautoriseerde versie te laten drukken, ook in Parijs. Na 1512 verzorgde Erasmus nog zeven herdrukken, waarbij de tekst telkens bijgewerkt en uitgebreid werd. Uiteindelijk is de tekst twintig procent langer geworden dan in de eerste editie.

    In september 1514 schreef de Leuvense theoloog en hoogleraar Maarten van Dorp een lange, kritische brief aan Erasmus over de Zotheid, hoogstwaarschijnlijk hiertoe aangespoord door zijn conservatieve Leuvense collega’s (Van Dorp werd pas doctor in 1515 en stond in 1514 op het punt om benoemd te worden in Leuven, vandaar). Hoewel Van Dorp de brief nooit aan Erasmus verstuurde, kreeg deze laatste de tekst toch onder ogen, waarschijnlijk via de Antwerpse stadssecretaris Pieter Gillis. Erasmus stuurde in mei 1515 vanuit Bazel een antwoordbrief. Erasmus’ antwoord werd in augustus 1515 uitgegeven door de Bazelse drukker Froben, die daar in oktober van hetzelfde jaar de oorspronkelijke brief van Van Dorp aan toevoegde. Vanaf 1516 werd Erasmus’ verdediging veelal meegedrukt in uitgaven van de Zotheid, echter zonder de brief van Van Dorp. Toen Van Dorp later nog een brief zond om zijn standpunt te verdedigen, schreef Thomas More een vernietigende reactie en kwam Van Dorp op zijn mening terug. Ondanks dit alles zijn Erasmus en Van Dorp altijd goede vrienden gebleven (toen Van Dorp in 1525 overleed, schreef Erasmus zelfs een grafschrift).

    Van Dam vertaalde in deze editie alleen het gedeelte van de brief dat over de Zotheid gaat. De rest (waarin Erasmus het heeft over Hieronymus en over zijn eigen op stapel staande bijbeleditie) vertaalde hij niet.

    Inhoud/thematiek

    Het vrouwelijke personage Dwaasheid (Zotheid, Stultitia, Moria) houdt een lofrede op zichzelf en tegelijk op allerhande dwaze gedragingen van de mensheid. Daarbij is natuurlijk de trigger dat alles wat Dwaasheid aanprijst, in werkelijkheid afkeurenswaardig is, juist omdat het dwaas is. Dat gaat dan bijvoorbeeld zo (naar aanleiding van de man/vrouw-relatie):

    Hun liefste wens in dit leven is toch mannen behagen? Daar is toch al dat optutten voor bedoeld, al die make-up, baden, kappersbezoekjes, smeerseltjes, parfums? Al die trucjes om gezicht, ogen, huid te verbergen, verven en bewerken? Met andere woorden, uiteindelijk is het dwaasheid en niets anders waarmee ze de mannen voor zich innemen. Want is er iets wat zij vrouwen niet toestaan? En alleen maar om betaald te worden met wat seks. En vrouwen zijn uitsluitend door hun dwaasheid aantrekkelijk. [p. 75, par. 17]

    Nog duidelijker blijkt de dubbelzinnigheid van Dwaasheids betoog, wanneer zij het over het huwelijk heeft, en meer bepaald over mannen die er niet op letten wat hun vrouw allemaal doet zonder dat zij het weten:

    Het is waar, dat is de schuld van de dwaasheid, maar die zorgt er intussen wél voor dat de man plezier heeft van zijn vrouw, de vrouw van haar man, dat er rust is in huis en dat de relatie blijft bestaan. Hij wordt uitgelachen, ze hebben het over horens opzetten, een koekoeksjong grootbrengen en wat niet al, terwijl hij met zijn lippen de tranen van zijn ontrouwe vrouwtje droogt. Maar je leeft toch veel en veel gelukkiger door je zo te laten inpakken dan door jezelf te martelen met jaloerse waakzaamheid en er één groot drama van te maken! [p. 78, par. 20]

    Een evenwichtig, helder gestructureerd geheel is de Lof der Zotheid zeker niet. Het is eerder een van de hak op de tak springend allegaartje, vol humor, overdrijving, sarcasme, onzin en bittere en zoete ernst. Aanvankelijk is de sfeer vrij los en vrolijk, zoals wanneer geile oude mannen die met een jong kippetje trouwen op de korrel genomen worden, of ‘tochtige’ oude wijven die nog steeds het oerwoud tussen hun benen wieden (pubic trimming anno 1509!) en met hun verschrompelde hangtieten pronken [p. 91, par. 31]. Ook de alchemisten en de dobbelaars komen aan bod [pp. 102-103, par. 39]. Grimmiger wordt de toon wanneer Erasmus zijn pijlen richt op schoolmeesters, dichters, retorici, juristen, filosofen, theologen, bisschoppen, kardinalen en pausen. En ronduit ernstig wordt de tekst naar het einde toe, wanneer het gaat over de ‘christelijke dwaasheid’ en aan de hand van bijbelcitaten aangetoond wordt dat zelfs de apostelen en Christus zelf ‘dwaas’ waren, waarbij ‘dwaasheid’ eerder geconnoteerd wordt aan onschuld dan aan domheid (te vergelijken met de dubbelzinnigheid van de term ‘onnozel’, zie bijvoorbeeld de ‘Onnozele Kinderen’).

    In de Brief aan Maarten van Dorp verdedigt Erasmus zich bijzonder uitvoerig en eigenlijk ook wel wijdlopig tegen de kritiek die de Zotheid losweekte, vooral dan tegen het verwijt dat hij de theologen en hoge clerus te hard had aangepakt. Erasmus herhaalt verscheidene malen dat hij alleen de sléchte vertegenwoordigers van deze groepen op de korrel wilde nemen, dat er ook goeden onder hen zijn en dat hij niemand met name genoemd heeft. Lang staat hij stil bij één zinnetje uit de Zotheid in verband met de zogenaamde dwaasheid van Christus, om op die manier een loopje te nemen met de beruchte ruzies van humanisten waarbij het vaak gaat om één woord of wending, terwijl de rest van de tekst genegeerd wordt.

    Erasmus spreekt (schrijft) echter onmiskenbaar met dubbele tong. Nu eens distantieert hij zich van bepaalde antiklerikale of theologische stellingen van Dwaasheid met het argument dat het Dwaasheid is die spreekt, en niet Erasmus, dan weer – als het hem zo uitkomt – onderschrijft hij als Erasmus bepaalde door Dwaasheid geuite kritische uitspraken. Tijdens de lectuur van de Zotheid zelf is het door de afwisselend humoristische en ernstige toon voor de lezer dan ook vaak onduidelijk of hij Erasmus ten volle beluistert of niet.

    Receptie

    Het geïntendeerde publiek is manifest humanistisch (ontwikkeld, intelligent en Latijnkundig). In zijn eigen tijd ontving Erasmus zowel lof als kritiek op de Lof der Zotheid (zie supra). Tegenwoordig wordt de tekst algemeen beschouwd als Erasmus’ bekendste werk.

    Persoonlijk oordeel

    In de zestiende eeuw werd de Zotheid veel gedrukt en gelezen en ongetwijfeld is het ook nu nog het bekendste werk van Erasmus. Het was en is dus een belangrijk boek maar is het ook zijn beste werk? In de brief aan Maarten van Dorp lijkt Erasmus er zelf in elk geval niet zo enthousiast over. Hij heeft het over een luchtig tijdverdrijf en over een pleziertje voor de vrienden [ed. 2004: 172] en spreekt van ‘een boekje dat ik zelf geen cent waard vind’ [ed. 2004: 189]. Grotendeels pose wellicht, want een dosis valse bescheidenheid was de grote humanist zeker niet vreemd. Blijft echter het onloochenbare feit dat de Zotheid een krakkemikkig allegaartje vormt, met hier en daar weliswaar interessante cultuurhistorische referenties (de kritiek op wellustige oude mannen en vrouwen of op alchemisten vinden we bijvoorbeeld ook terug in de zestiende-eeuwse beelding), maar – we bekennen het hier zonder schaamte – echt groot leesplezier heeft de tekst ons niet geboden. En die langdradige brief aan Maarten van Dorp al helemaal niet.

    Onder ons gezegd en gezwegen: wij koesteren het sterke vermoeden dat de literaire waarde van de Lof der Zotheid een klein beetje overschat wordt, zeker tegenwoordig. Want zelfs al gaat het om een vrij korte tekst, je maakt ons niet wijs dat de Zotheid zich heden ten dage nog mag beroemen op grote scharen lezers. Niet dat dàt nu de norm hoeft te zijn, natuurlijk, begrijp ons niet verkeerd. Wij zijn echter bezig met de lectuur van Erasmus’ Adagia (een spreekwoordenverzameling met bij elk spreekwoord een uitleg) en Colloquia (een serie alledaagse gesprekken), en eerlijk gezegd: ons leesplezier ligt daar minstens enkele graden hoger dan bij de Zotheid het geval was. Onze voorlopige stelling luidt dan ook: Erasmus heeft betere dingen geschreven dan de Lof der Zotheid, maar we schorten ons definitief oordeel op tot we die andere dingen volledig gelezen hebben.

    Uit de Brief aan Maarten van Dorp halen we toch nog twee dingetjes die ons opgevallen zijn. Erasmus stelt dat de twee grootste retorici, Cicero en Quintillianus, in hun lessen terecht veel aandacht besteedden aan humor [ed. 2004: 175]. Volledig akkoord met die ‘terecht’: het brengen van een ernstige boodschap is oneindig veel gebaat bij een dosis relativerende humor en smaakvolle geestigheid. Wij ervaren het elke dag aan den lijve als wij lesgeven. Ten tweede beklaagt Erasmus zich erover dat zijn kritikasters vaak één of twee woorden uit een tekst pikken, zonder context en soms ook licht verdraaid, en ’ze laten alles weg wat een uitdrukking die buiten het verband ruw is, beschaafd maakt en toelicht’ [ed. 2004: 184]. Iets gelijkaardigs overkwam onszelf ook, naar aanleiding van de door ons en Jan Op de Beeck geschreven tentoonstellingscatalogus De Zotte Schilders (2003). Dat boek werd door de kunsthistorica Brigitte Dekeyzer in Leesidee (nu De Leeswolf) negatief besproken, omdat wij één schilderij analyseerden dat wij vóór de tentoonstelling nog niet in het echt gezien hadden (zoals wij zelf in het boek signaleerden). Dat we de andere 31 schilderijen wél in het echt hadden bestudeerd en voor dat ene schilderij uitstekende detailfoto’s in kleur hadden gebruikt, dat speelde blijkbaar geen enkele rol. Oude trucs van de foor dus, maar na 500 jaar nog altijd even irritant en verwerpelijk.

    (24/11/10)

    24-11-2010 om 00:00 geschreven door Eric De Bruyn  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    20-11-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FILM: Inglourious Basterds (Quentin Tarantino) (USA, 2009)

    INGLOURIOUS BASTERDS (Quentin Tarantino) (USA, 2009)

    (148’)

    Laten we het maar meteen zeggen: waarschijnlijk Tarantino’s beste film tot nu toe. Het eerste halfuur is al meteen pure suspensecinema van het hoogste niveau. In het door Duitsland bezette Frankrijk (anno 1941) bezoekt de SS-kolonel Hans Landa een Franse boer die een joods gezin verborgen houdt. Er gebeurt niets anders dan een gesprek rond een tafel, maar de dialogen zijn zo knap, er wordt zo goed gacteerd (vooral door de onbekende Oostenrijker Christopher Waltz als Landa: hij draagt zowat de hele film en kreeg er dan ook terecht een prijs voor in Cannes) en er hangt zoveel latente spanning in de lucht, dat je voortdurend op het puntje van je stoel zit. Van dat puntje kom je trouwens de hele verdere film, die ingedeeld is in hoofdstukken en af en toe verrassende spielereitjes bevat (zoals een pijl die Martin Bohrmann aanwijst, of een documentairefilmpje dat plots meer info geeft over één van de personages) niet meer af.

    Op het einde van het eerste hoofdstuk wordt de joodse familie neergeschoten maar Landa laat de dochter, Shosanna, ontsnappen. In het tweede hoofdstuk leren we de Basterds kennen, een groep Amerikaanse joden die onder leiding van luitenant Aldo Raine (Brad Pitt met een geweldig accent) gedropt zijn in Frankrijk om daar zoveel mogelijk nazi’s uit te schakelen. Dan zijn we drie jaar verder, in 1944. Shosanna (Mélanie Laurent) is ondergedoken in Parijs en baat daar een bioskoop uit. Zij leert een Duitse soldaat kennen die een oorlogsheld is en van wiens heldendaad nu een film gemaakt is. Door omstandigheden zal die film in première gaan in hààr bioskoop, in aanwezigheid van alle Duitse kopstukken (ook Hitler zelf) en zowel de Basterds als Shosanna plannen een aanslag op de bioskoop. Eerst is er echter nog een goddelijk hoofdstuk dat zich afspeelt in een keldercafé, La Louisiane, waar een Engelse officier en twee van de Basterds een Duitse spionne (een bekende Duitse actrice) ontmoeten. Een SS-majoor gooit echter roet in het eten. Twee weken werd er gefilmd aan deze sequens, en het is er aan te zien! Tarantino op zijn aller-, allerbest!

    De geplande aanslag van de Basterds loopt mis door de geslepenheid van Landa, maar dankzij Shosanna (die een hoop nitraatfilms in brand laat steken door haar assistent, een neger) gaan toch alle nazi’s eraan, inclusief Hitler. Ondertussen heeft Landa Raine en een andere Basterd gevangen genomen, maar in ruil voor een vrijgeleide en veel compensaties biedt hij de overgave van Duitsland aan. Zo gebeurt ook, maar de laatste beelden van de film: Raine kerft met zijn dolk een hakenkruis in Landa’s voorhoofd.

    Er gebeurt zoveel in deze prent (scenario trouwens van Tarantino zelf) dat het onmogelijk allemaal na te vertellen is, maar zoals gezegd: onafgebroken zit je op het puntje van je stoel te kijken. Dat er een aantal ongeloofwaardigheden in het scenario zitten (de opvallend zwakke veiligheidsvoorzieningen bij de première van de nazifilm bijvoorbeeld) stoort daarbij maar een klein beetje en het is enigszins jammer dat Tarantino weer heel veel épaterend geweld in zijn prent heeft gestopt. Geen idee overigens waarom de filmtitel foutief gespeld is, maar voor de rest: niets dan lof voor deze knappe prestatie! Geweldig idee trouwens om iedereen in zijn eigen taal te laten praten (wat vaak leidt tot goddelijke scènes, zoals wanneer Brad Pitt moet doen of hij Italiaans praat en Landa vlot Italiaans blijkt te spreken) en wat het gebruik van muziek, camerastandpunten en montage betreft, hoeft Tarantino van niemand lessen te ontvangen. En ten slotte nog eens extra beklemtonen: Christopher Waltz als Hans Landa is dé ontdekking van deze Inglourious Basterds.

    Quotering: 4 (06/07/10) (dvd- bib Wuustwezel)

    20-11-2010 om 23:43 geschreven door Eric De Bruyn  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FILM: Jour de fête (Jacques Tati) (Frankrijk, 1948)

    JOUR DE FETE (Jacques Tati) (Frankrijk, 1948)

    (90’)

    De debuutfilm van Tati. Oorspronkelijk in zwartwit, maar alles werd tegelijk opgenomen in kleur en in de jaren negentig heeft Tati’s dochter aan de hand van die dubbelopnamen een kleurenversie gemaakt die een exacte kopie is van het origineel. Het is deze kleurenversie die door Canvas op zondag 17 oktober 2010 werd uitgezonden, naar aanleiding van het Filmfestival Gent, waar ook een Tati-tentoonstelling liep.

    De feestdag is 14 juli en we volgen de kleine gebeurtenisjes in een klein Frans dorpje. Spil van het geheel is de postbode François (rol van Tati zelf) die via een op het marktplein gedraaide film te zien krijgt hoe snel en efficiënt de post in het moderne Amerika werkt, en nu op zijn fiets even snel en efficiënt de post wil bestellen. De bekende Tati-thematiek (kritiek op de oppervlakkigheid en kunstmatigheid van de moderne, naoorlogse maatschappij) is hier dus al wel bescheiden aanwezig, maar grappig? Ach, oei, hohoho. We schreven het vroeger al, naar aanleiding van Playtime en Mon Oncle: Tati wordt volgens ons door sommigen wreed overschat. Een werkstuk dat door elke cinefiel moet worden gezien, lezen we hier op een blaadje uit een of ander losbladig filmlexicon uit de jaren zeventig, en in Humo kreeg deze Jour de fête zomaar eventjes vier sterren. Ons ontgaat het waarom.

    Het enige wat ons aan de film opviel, was eigenlijk dat François op een bepaald moment een jeep met een paar Amerikaanse soldaten tegenkomt. Die Yankees waren in Frankrijk dus nog altijd aanwezig in het straatbeeld, vier jaar na de bevrijding …

    Quotering: 2

    (17/10/10) (TV – Canvas)

    20-11-2010 om 23:42 geschreven door Eric De Bruyn  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FILM: Bo (Hans Herbots) (België, 2009)

    BO (Hans Herbots) (België, 2009)

    (90’)

    De verfilming van Het Engelenhuis van Dirk Bracke, een jeugdroman. De vijftienjarige Deborah is thuis op de Antwerpse Linkeroever niet gelukkig met haar moeder, haar broertje en haar bompa. Haar moeder is door manlief buitengegooid omdat ze te veel met andere mannen liep, en woont nu in bij bompa. Via een schoolvriendinnetje dat enkele jaren ouder is, raakt Deborah onder de ‘artiestennaam’ Bo verzeild in het escortmilieu, en dat is niet altijd even prettig, maar het makkelijke geld maakt veel goed en een slijmerige loverboy praat haar doorheen de moeilijke momenten. Tot de moeder onraad ruikt en de politie tipt. Die valt binnen in de hotelkamer waar Bo op dat moment bezig is, en ze komt in een gesloten instelling terecht. In plaats van naar huis terug te keren duikt ze daarna echter onder met de loverboy aan de kust, totdat daar een vriendinnetje uit de instelling opduikt dat even later zelfmoord pleegt. Deborah en twee andere sletjes worden door enkele ongure types in een bestelwagen afgevoerd, maar langs de autosnelweg kan Deborah ontsnappen. Ze belt naar mama: kom mij halen, ik kom naar huis.

    Het scenario is dus gebaseerd op een jeugdroman, en dat is eraan te merken: clichés à volonté, psychologische diepgang nul komma nul, en een thematiek die op kilometers afstand te detecteren is (tienermeisjes, ga nóóit om met slechte vriendinnetjes en loverboys). DOP Danny Elsen (zie ook Loft) deed zijn best, en de seksscènes zijn bijzonder kies in beeld gebracht, maar het geheel blijft ontegensprekelijk zwak en weinig overtuigend. Hetzelfde geldt trouwens voor de hoofdactrice, groen blaadje Ella-June Henrard: ondanks haar dubbele voornaam (één was niet genoeg, zeker?) begrijpen wij de complimentjes die hier en daar in haar richting gestuurd worden, niet goed. Volgens ons is dit het zoveelste Vlaamse actricetje dat even haar vijftien minuten roem kent, waarna onverbiddelijke radiostilte. Het einde van de film is overigens hilarisch: die gangsters die achter de vluchtende Deborah zitten, en het dan plots opgeven omdat het tijd is om door te gaan. Jezus Maria Jozef!

    Quotering: 2,5

    (30/10/10) (dvd – bib Wuustwezel)

    20-11-2010 om 23:39 geschreven door Eric De Bruyn  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    19-11-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.VERTALING: De kut is 't allerbeste medicijn

    De kut is ’t allerbeste medicijn
    [Anoniem, Roman de Renart – branche 7 : La Confession de Renart, 1195-1200, ed. Dufournet II 1985, p. 30, verzen 437-454]

    “Car ce est li plus nobles nons
    Qui soit en cest siecle que cons.
    C’est merveille, quant om le nome,
    Que c’est ce que plus honist l’ome
    Et ce que plus le torne a mal
    Et plus le fait torner el val:
    Et des que il li veut aidier,
    De ce ne fait pas a plaidier,
    Il li done plus en un jor
    De joie et de bien et d’onor
    Que boce d’ome ne puet dire.
    Cons est li plus sovereins mire
    Que puisse envers amors trover.
    Ce n’est or mie a esprover,
    Car maint home en sont gari
    Qui autrement fussent peri.
    Et encore en garront il meint,
    S’en lor maveisté ne remeint.”

    [onze vertaling]

    “Heeft overal op deze aarde
    het woordje kut geen adellijke waarde?
    Toch raar, want als het wordt vernoemd,
    gaat het om wat de man het meest verdoemt,
    om wat hem meest tot kwaad verleidt,
    om wat hem oneer brengt en spijt.
    Maar wil zij zijn begeerte stillen,
    dan hoeft men niet van mening te verschillen:
    de kut schenkt hem op één dag meer
    aan vreugde, pret en eer
    dan door een mond gezegd kan zijn.
    De kut is ’t allerbeste medicijn
    dat door de liefde wordt geboden.
    Bewijzen zijn hier niet van node,
    want menig man heeft zij genezen
    die anders vast vergaan zou wezen,
    en nog meer dan één zal door haar worden gered,
    indien althans zijn zondigheid het niet belet.”

    19-11-2010 om 00:00 geschreven door Eric De Bruyn  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    13-11-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FILM: The boss of it all (Lars von Trier) (Denemarken, 2006)

    THE BOSS OF IT ALL (Lars von Trier) (Denemarken, 2006)

    (99’)

    Een Deense film van Deens enfant terrible Lars von Trier, Deens gesproken en met Deense acteurs. Het is volgens Von Trier, die af en toe vaag in beeld verschijnt en de kijker betuttelend toespreekt, een komedie. Een komedie die zich afspeelt in de (Deense) kantoorwereld. De directeur van een IT-firma verstopt zich al jaren achter een spookdirecteur die zogenaamd in Amerika zit (om een goede relatie met zijn werknemers te onderhouden), maar wanneer hij de firma wil verkopen aan een Ijslander, moet er een directeur zijn om de handtekening te zetten, en daarvoor huurt hij een acteur in. Wat die acteur vervolgens allemaal teweegbrengt, is te gek om los te lopen en nooit grappig, maar dat geeft niet want het is ook bijzonder vervelend en na twintig minuten is geen kat nog geïnteresseerd.

    Komt daar nog bij dat het heel irritant is om deze film te bekijken, doordat Von Trier de beeldregie en de montage overliet aan een computer, met als resultaat voortdurend verspringende beelden, totaal onlogische cuts en hoofden die maar half in beeld gebracht zijn. Von Trier zal gedacht hebben: dat onnozel verhaaltje is op zichzelf nog niet genoeg om de kijker te pesten, we gaan er nog een schepje bovenop doen. Naar verluidt zitten er in deze film referenties aan het reilen en zeilen in de Scandinavische kantoorwereld en aan de slechte relatie tussen Denen en Ijslanders. De enige een béétje leuke momenten zijn inderdaad wanneer die Ijslandse kandidaat-koper, die eruit ziet als een Viking en geen Deens verstaat en voortdurend beroep moet doen op een tolk, zich weer eens kwaad maakt. Voor de rest is dit, geloof ons, een ontzettende kutfilm.

    Let wel: ondanks alles zijn er toch weer sommigen die met deze prent weglopen (Erik Stockman in Humo bijvoorbeeld: drie sterren op vier!). Rudi Meulemans schreef in Filmmagie [575, juni 2007, p. 49]: … al blijft het een kwestie van “you love him or you hate him”. Enerzijds kan je verdedigen dat dit intelligent amusement is. Anderzijds kan je ook stellen dat je kijkt naar de nogal megalomane hobby van een egocentrische Deen. Kutfilm!, zeggen wij.

    Quotering: 1

    (05/11/10) (dvd – bib Wuustwezel)

    13-11-2010 om 23:27 geschreven door Eric De Bruyn  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FILM: MEET THE FOCKERS (Jay Roach) (USA, 2004)

    MEET THE FOCKERS (Jay Roach) (USA, 2004)

    Greg Focker (Ben Stiller) gaat zijn aanstaande schoonouders voorstellen aan zijn ouders, de Fockers (Dustin Hoffman en Barbra Streisand), en dat zijn een beetje excentriekelingen. Aanstaande schoonpapa Jack Byrnes (CIA-agent op rust, Robert de Niro) heeft nochtans ook de nodige tics. Natuurlijk leidt dit alles tot allerlei komische verwikkelingen, waarbij de scatologisch en seksueel getinte grapjes niet uit de weg worden gegaan. En even natuurlijk komt alles wat verkeerd liep, op het einde goed.

    Een beetje voorspelbaar dus, deze komedie met haar redelijk indrukwekkende cast, maar regelmatig best wel leuk entertainment en goed voor een smile. In de VS schijnt het een echte blockbuster geweest te zijn.

    Quotering: 3

    (06/11/10) (TV)

    13-11-2010 om 23:26 geschreven door Eric De Bruyn  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FILM: Hunger (Steve McQueen) (UK-Ierland, 2008)

    HUNGER (Steve McQueen) (UK-Ierland, 2008)

    (96’)

    Steve McQueen: hier niet de Amerikaanse acteur, maar een Londense, zwarte multimediakunstenaar die met Hunger opvallend debuteerde als filmregisseur op het festival van Cannes 2008. Hij sleepte er terecht de Caméra d’Or (prijs voor het beste debuut) mee in de wacht. McQueen neemt ons mee naar de Britse Maze-gevangenis in Belfast (Noord-Ierland) in 1981 waar de (katholieke) gevangene Bobby Sands (samen met negen anderen) in hongerstaking ging. Streefdoel: de Britse regering (onder leiding van Margaret Thatcher) zover krijgen om de katholieke gevangenen (“terroristen”) het statuut van ‘politieke gevangenen’ te verlenen. Na 66 dagen stierf Sands. Londen kwam wel tegemoet aan sommige eisen van de hongerstakers, maar het statuut van politieke gevangene kregen ze niét.

    McQueen hanteert in deze film een onderkoelde, semidocumentaire stijl zonder franjes en een traag, slepend ritme met regelmatig lange, onversneden sequensen. Magistraal voorbeeld van dit laatste is de sequens van bijna 20 minuten in het midden van de film, waarin een katholieke priester Bobby Sands probeert te overtuigen om niét in hongerstaking te gaan maar botst op de keiharde wilskracht en overtuiging van deze laatste. Beide mannen zitten links en rechts aan een tafeltje, de camera observeert hen zonder te bewegen (alleen helemaal op het einde krijg je close-ups van Bobby en van de priester) en toch zit de kijker aan zijn stoel gekluisterd. Dat is trouwens hoegenaamd niet de enige keer in deze prent. In het eerste deel volgt McQueen één van de cipiers en een tweetal gevangenen van nabij, en in dit eerste deel zijn er weinig momenten die niét beklijvend zijn. Integendeel: van bij de eerste beelden (de cipier die ontbijt en met de auto zijn huis verlaat) wordt men geïntrigeerd door wat op het scherm te zien is. De bezoeken van vrienden en familie, de gevangene met de vlieg, de manier waarop de gevangenen gewassen worden, de controle van de naakte gevangenen die spitsroeden moeten lopen tussen gewapende agenten … Het is allemaal even indrukwekkend in beeld gebracht, met als twee grote troeven de zonet genoemde onderkoelde stijl en het trage ritme.

    Dit alles geldt nog veel meer voor het tweede deel, nà het tafelgesprek met de priester, waarin meedogenloos de totale aftakeling van Bobby Sands getoond wordt, op zulk een manier dat men op bepaalde momenten haast niet kan verder kijken omdat men fysiek benauwd wordt door wat men te zien krijgt. Speciale vermelding verdient in dit verband de Duitse acteur met Ierse moeder Michael Fassbender die 15 kilogram vermagerde (van 73 tot 57 kg) om de ernst van de aftakeling waarheidsgetrouw uit te beelden. Volgens ons totaal onverantwoord, zelfs al levert het uiteindelijk een mokerslag van een film op. Want laat dat duidelijk zijn: Hunger is een film die je niet gauw loslaat, als je hem gezien hebt.

    Steve McQueen, zelf Engelsman, geeft met deze prent onverholen kritiek op het rechtse Thatcher-regime, al wordt ook even de andere kant van de medaille getoond: de koelbloedige moord op de cipier (ijzingwekkende scène in het rusthuis: de met bloed bespatte demente moeder!) en de vermelding op het einde dat tijdens de onrust in de gevangenis nog 15 andere cipiers werden omgebracht (als wraak, buiten de gevangenis wel te verstaan). In ieder geval: we kunnen ons niet voorstellen dat er in Cannes 2008 sterkere debuutfilmen werden vertoond dan deze Hunger.

    Quotering: 4 (10/11/10)

    (1ste visie: 07/11/10 – dvd – bib Wuustwezel) (2de visie: 10/11/10 – Filmmuseum)

    13-11-2010 om 23:24 geschreven door Eric De Bruyn  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.BOEK: Wij (Elvis Peeters) (2009)

    WIJ (Elvis Peeters) 2009

    [Roman, Uitgeverij Podium, Amsterdam, 2009, 171 blz.]

    Een raar geval, die Elvis Peeters. Achter het pseudoniem gaat namelijk een schrijversechtpaar schuil: Jos Verlooy (in de jaren tachtig lid van de rockgroepen Aroma di Amore en De Legende – ook nooit van gehoord?) en Nicole van Bael. Het is echter de Jos die in de schijnwerpers treedt, zij verkiest naar verluidt om buiten de publiciteit te blijven. Maar goed. Wij is het eerste dat wij van Elvis Peeters lezen. Op de cover plakt een sticker met de mededeling: Waarschuwing EXPLICIETE roman. Wij dachten eerst dat die sticker was aangebracht door onze brave Wuustwezelse hoofdbibliothecaris, maar nee: het blijkt een (slimme) zet te zijn van de uitgeverij. En godverdomme: expliciet is wel het minste wat je van dit boek kunt zeggen.

    Het gaat over acht tieners, vier jongens en vier meisjes, in het begin van het verhaal zo’n zestien jaar oud. Het is zomer en ze vervelen zich. Wat doen ze dus? De vier meisjes posteren zich aan de reling van een brug over de autostrade, doen hun slipjes uit, trekken hun rokjes omhoog. Vier jonge kutten. Wie wil dat niet zien? ’s Ochtends om halfelf. De tweede dag dat ze dit doen, is het al bingo: ze veroorzaken een auto-ongeval, één dode, drie zwaargewonden, drie lichtgewonden. Eén van de jongens heeft alles gefilmd: We bekijken de beelden opnieuw en opnieuw. We lachen.

    Wat doen ze nog? Ze bekijken porno op het Internet, ze verkrachten een kattin, ze seksen met elkaar, spelen seksspelletjes met elkaar. Eén van de meisjes wordt bijvoorbeeld geblinddoekt en men laat een wesp in haar tepels en vagina steken. Wat doen ze nog, zodra ook die spelletjes gaan vervelen? Ze zetten een prostitutienetwerkje op, huren een appartementje in de stad en breiden het netwerkje verder uit. Verdienen mooi en makkelijk geld zo. Spelen ondertussen toch nog altijd seksspelletjes in en rond een verlaten schuur in het bos. Tot één van de meisjes bij zo’n spelletje ongelukkig valt: schedelbreuk en enkele dagen later dood.

    Maar het leven gaat verder. Op een dag zien twee van de resterende meisjes een man in een elektriciteitsmast klimmen om zelfmoord te plegen. Zij sporen hem luidkeels aan tot hij springt. Er komen nog andere meisjes bij het groepje. Eén van hen wordt stomdronken gevoerd, haar pubis wordt onthaard, waarna het woord ‘hoer’ boven haar vagina aangebracht wordt met een scheermesje en vervolgens haar vagina wordt dichtgenaaid. De jongens gedragen zich meer en meer als echte pooiers, de meisjes als echte sletten. Tot één van de meisjes zwanger wordt. Door haar een aantal keer in de buik te stampen, wordt een abortus uitgelokt. Een ander meisje vat het plan op zich drie keer achtereen te laten bezwangeren om dan een abortus uit te lokken (telkens een week later), de foetussen in een bokaal te plaatsen en het geheel te verkopen als kunst.

    Het eindigt ermee dat het clubje enkele Oost-Europeanen helpt koperdraad te stelen, waarna de politie getipt wordt, zodat de koperdraaddieven gearresteerd worden. Als ze op hun scooters terugrijden, ritsen ze in het voorbijrijden nog even het hondje van een oude dame mee en laten ze dat hondje zich kapot rennen, tot het niet meer kan en meegesleept wordt over de grond. Laatste zinnen van het boek: We kregen honger. We keerden een voor een terug naar huis. Waar het ons aan niets ontbrak. De wereld ligt aan onze voeten.

    Jaja, expliciete roman. En dat allemaal verteld en beschreven in een onderkoelde, zakelijke stijl met een (verschuivende) personale verteller die voortdurend doet alsof er geen vuiltje aan de lucht is. Af en toe een hoofdstukje waarin de gedachten van één van de meisjes of jongens beschreven worden, maar die zijn zo wollig, dat er weinig uit af te leiden valt. In een recent artikeltje noteert ene Sarah Beeks dat de stijl van Elvis Peeters sober, uitgebeend en onderkoeld is en veel aan de verbeelding overlaat. Dat er in zijn werk meer ongezegd blijft dan dat er wordt benoemd. Dat zijn personages vaak ongedefinieerd blijven en dat men naar hun beweegredenen vaak slechts kan gissen. En dat men in zijn werk een afgerond einde niet snel zal tegenkomen. Klopt allemaal voor deze roman. In verband met Wij signaleert zij: Ook in Wij is hij op zoek naar de grenzen van onze moraal. Deze roman – die volgens de schrijver volledig gebaseerd is op berichten uit het nieuws – zorgde voor veel ophef vanwege de harde inhoud. En: Deze ongeremde tieners experimenteren, prostitueren en aborteren, met daarachter steeds als leidend principe de ‘moraalloosheid van de vrije markt’. (…) Op een eenduidig oordeel over de beschreven gruwelijkheden, kan de auteur echter niet betrapt worden in de roman. Nochtans luidt het laatste zinnetje van haar artikel: Geschreven in de specifieke stijl zoals we die al uit het vroege werk kennen, klinkt in de literatuur van Peeters steeds duidelijker een geëngageerde stem.

    Geen eenduidig oordeel, en toch geëngageerd. Wij veronderstellen dus dat de lezer dat oordeel dan maar tussen de regels moet lezen, daarbij concluderend dat Peeters ons hier een shockerend beeld schetst van (een gedeelte van) de hedendaagse jeugd die totaal amoreel door het leven gaat. Waarbij de auteur dan lekker dubbelzinnig van twee walletjes kan eten: enerzijds de brave lezers eens flink epateren (het woord kut komt in deze roman zo’n 375 keer voor, wij overdrijven slechts lichtjes) en de minder brave lezers lokken met de belofte van porno en sensatie, en anderzijds een slag om de arm bewaren want uiteindelijk is het allemaal bedoeld als engagement en maatschappijkritiek. Het is een trucje dat al zo vaak vertoond is in het verleden en waar wij – zoals bekend – niet dol op zijn: eerst de grenzen van het fatsoen en decorum eens flink overschrijden, en dan achteraf snel doen alsof het allemaal bedoeld is als negatieve zelfdefiniëring. Iedereen tevreden, ramptoeristen en moraalridders incluis, en de auteur kan zijn centen beginnen tellen.

    Afgelopen week hebben wij nog ergens gelezen of gehoord dat men bezig is deze roman te verfilmen. Ongetwijfeld nu al een kandidaat voor de filmfora op middelbare scholen.

    Quotering: 3

    (03/11/10)

    Geraadpleegde lectuur

    Sarah Beeks, “Elvis Peeters”, in: Kritisch Literatuur Lexicon, september 2010, pp. 1-8.

    13-11-2010 om 18:42 geschreven door Eric De Bruyn  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    12-11-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FILM: Soeur Sourire (Stijn Coninx) (België, 2008)

    SOEUR SOURIRE (Stijn Coninx) (België, 2008)

    (120’)

    In deze biopic schetst Stijn Coninx in brede (en dus ook nogal oppervlakkige) trekken het leven van de Belgische bakkersdochter Jeannine Deckers die als non (meer bepaald dominicanes) in 1963-64 een wereldhitje scoorde met het overbekende Dominique, een vrolijk en sympathiek nummertje over de H. Dominicus, de stichter van haar orde. Wij leren hoe het voor deze Soeur Sourire niet altijd rozengeur en maneschijn was, onder meer ten gevolge van haar wispelturige en koppige karakter en van haar liefdeloze moeder. Als er iets is dat onze Jeannine niet zint, bolt ze het nogal gauw af waardoor ze de zaken compliceert en zichzelf kansen ontneemt. Toen ze non-af was, heeft Soeur Sourire (onder een andere naam weliswaar) blijkbaar nog heel wat nummertjes gemaakt, maar het succes van Dominique werd nooit geëvenaard en die nummers komen in de film dan ook maar zeer zijdelings aan bod, behalve dan het nummertje dat zij schreef over de pil (La pillule d’or) en waarmee zij de Kerk over zich heen kreeg. Verlaten door jan en alleman en volop in de financiële problemen zocht zij uiteindelijk toevlucht bij haar vriendin Annie (Jeannine Deckers was biseksueel). In 1985 pleegden zij samen zelfmoord.

    Soeur Sourire is een brave, degelijke prent, met hier en daar een vleugje humor en wat vage verwijzingen naar de tijdsgeest in de jaren zestig, die echter in geen enkel opzicht opvalt of de kijker weet mee te sleuren. Cécile de France is een geloofwaardige hoofdrolspeelster en de rest (onder meer Chris Lomme als de abdis, Jan Decleir als de vader en Filip Peeters als de manager) doet zijn best, zullen we maar zeggen. Typerend voor de middelmatigheid van de film is het volgende. Als Jeannine haar vriendin Annie laat zitten in het huisje dat zij gekocht heeft, staat er in de straat een Volkswagen-kever geparkeerd. Als zij na maanden (of is het jaren?) terugkeert, staat die Volkswagen-kever nog altijd op precies dezelfde plaats. Nee, een Daens is dit hoegenaamd niet en Coninx zal met deze film zeker niet genomineerd worden voor de Oscar Beste Buitenlandse Film. Te oordelen naar de Gewikt-pagina in Filmmagie nr. 595 [mei-juni 2009] werd Soeur Sourire in de Vlaamse filmvakpers trouwens maar zéér, zéér lauwtjes ontvangen.

    Quotering: 3

    (23/10/10) (dvd – bib Brecht)

    12-11-2010 om 17:29 geschreven door Eric De Bruyn  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    Archief per week
  • 23/11-29/11 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 13/04-19/04 2020
  • 10/02-16/02 2020
  • 20/01-26/01 2020
  • 28/10-03/11 2019
  • 02/09-08/09 2019
  • 26/08-01/09 2019
  • 19/08-25/08 2019
  • 12/08-18/08 2019
  • 05/08-11/08 2019
  • 22/07-28/07 2019
  • 15/07-21/07 2019
  • 27/05-02/06 2019
  • 14/08-20/08 2017
  • 26/06-02/07 2017
  • 12/06-18/06 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 08/05-14/05 2017
  • 17/04-23/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 05/12-11/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 14/11-20/11 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 31/10-06/11 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 03/10-09/10 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 29/08-04/09 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 23/05-29/05 2016
  • 28/03-03/04 2016
  • 01/02-07/02 2016
  • 18/01-24/01 2016
  • 11/01-17/01 2016
  • 04/01-10/01 2016
  • 21/12-27/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 17/08-23/08 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 27/07-02/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 06/07-12/07 2015
  • 29/06-05/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 11/05-17/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 29/12-04/01 2015
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 27/10-02/11 2014
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 25/08-31/08 2014
  • 18/08-24/08 2014
  • 11/08-17/08 2014
  • 28/07-03/08 2014
  • 21/07-27/07 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 07/07-13/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 26/05-01/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 21/04-27/04 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 27/01-02/02 2014
  • 30/12-05/01 2014
  • 23/12-29/12 2013
  • 16/12-22/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 02/09-08/09 2013
  • 26/08-01/09 2013
  • 19/08-25/08 2013
  • 12/08-18/08 2013
  • 05/08-11/08 2013
  • 29/07-04/08 2013
  • 22/07-28/07 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 08/07-14/07 2013
  • 01/07-07/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 17/06-23/06 2013
  • 10/06-16/06 2013
  • 27/05-02/06 2013
  • 20/05-26/05 2013
  • 13/05-19/05 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 22/04-28/04 2013
  • 15/04-21/04 2013
  • 08/04-14/04 2013
  • 01/04-07/04 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 24/09-30/09 2012
  • 17/09-23/09 2012
  • 27/08-02/09 2012
  • 20/08-26/08 2012
  • 13/08-19/08 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 23/07-29/07 2012
  • 16/07-22/07 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 25/06-01/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 13/02-19/02 2012
  • 06/02-12/02 2012
  • 30/01-05/02 2012
  • 23/01-29/01 2012
  • 09/01-15/01 2012
  • 02/01-08/01 2012
  • 24/12-30/12 2012
  • 19/12-25/12 2011
  • 12/12-18/12 2011
  • 05/12-11/12 2011
  • 28/11-04/12 2011
  • 21/11-27/11 2011
  • 14/11-20/11 2011
  • 07/11-13/11 2011
  • 31/10-06/11 2011
  • 17/10-23/10 2011
  • 10/10-16/10 2011
  • 03/10-09/10 2011
  • 26/09-02/10 2011
  • 19/09-25/09 2011
  • 05/09-11/09 2011
  • 29/08-04/09 2011
  • 22/08-28/08 2011
  • 15/08-21/08 2011
  • 08/08-14/08 2011
  • 01/08-07/08 2011
  • 25/07-31/07 2011
  • 18/07-24/07 2011
  • 11/07-17/07 2011
  • 04/07-10/07 2011
  • 27/06-03/07 2011
  • 20/06-26/06 2011
  • 13/06-19/06 2011
  • 06/06-12/06 2011
  • 30/05-05/06 2011
  • 23/05-29/05 2011
  • 16/05-22/05 2011
  • 09/05-15/05 2011
  • 02/05-08/05 2011
  • 25/04-01/05 2011
  • 18/04-24/04 2011
  • 11/04-17/04 2011
  • 28/03-03/04 2011
  • 21/03-27/03 2011
  • 07/03-13/03 2011
  • 28/02-06/03 2011
  • 21/02-27/02 2011
  • 14/02-20/02 2011
  • 07/02-13/02 2011
  • 31/01-06/02 2011
  • 24/01-30/01 2011
  • 17/01-23/01 2011
  • 10/01-16/01 2011
  • 03/01-09/01 2011
  • 26/12-01/01 2012
  • 20/12-26/12 2010
  • 13/12-19/12 2010
  • 06/12-12/12 2010
  • 29/11-05/12 2010
  • 22/11-28/11 2010
  • 15/11-21/11 2010
  • 08/11-14/11 2010

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs