Inhoud blog
  • ZONDAG FRONTPOËZIEDAG - FRAGMENT UIT REGENERATION
  • BESTE WENSEN
  • KIJKTIP - CHRISTMAS 1915
  • ZONDAG FRONTPOËZIEDAG - LILLI MARLEEN
  • OVER DE SCHREVE - DEUTSCHE KRIEGSGRÄBERSTÄTTE ANNOEUILLIN
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    IN VLAANDERENS VELDEN
    Een gids naar het verleden
    01-07-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.WAKE IN THIEPVAL T.G.V. 100 JAAR SLAG AAN DE SOMME
    Vandaag is het precies 100 jaar geleden dat de Slag aan de Somme begon. In veel  naslagwerken staat deze dag geboekstaafd als 'Zwartste dag uit de geschiedenis van het Britse leger' en daar valt veel voor te zeggen. Op een paar uur tijd verloren de Britten 60.000 manschappen, waarvan 20.000 gesneuvelden. Deze enorme verliezen veroorzaakten een trauma dat tot op de dag van vandaag doorwerkt. Gisteren namen duizenden Britten op tal van plaatsen deel aan wakes die door heet het land én in Thiepval aan de Somme werden georganiseerd om de slachtoffers van 1 juli 1916 te herdenken. Hier vindt u alvast een paar sfeerbeelden van de wake die gisterenavond bij het Vermistenmonument van Thiepval plaatsvond.








    01-07-2016 om 10:21 geschreven door janhuijbrechts  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (68 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    30-06-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.KIJKTIP - 100 JAAR SOMME
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Tussen alle Brexit- EK- en Wimbledongekte heeft de Britse staatsomroep toch nog een gaatje gevonden waarin de nodige aandacht wordt geschonken aan de infame Slag van de Somme, die morgen precies honderd jaar geleden in al zijn gruwel losbarstte. Vanavond kan u op BBC 2 van 20.30 u. tot 22.30 u. terecht voor een herdenkingsprogramme en morgenmiddag kan u op hetzelfde kanaal een overzicht krijgen van de verschillende plechtigheden die gepland zijn.

    30-06-2016 om 15:16 geschreven door janhuijbrechts  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (100 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    26-06-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.KIJKTIP - NA 100 JAAR NOG STEEDS LEVENSBEDREIGEND
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Een behoorlijk onthutsende reportage van Pierre Belet en Romain Fleury over het besmettingsgevaar door chemische stoffen en zware metalen van tijdens de Grote Oorlog in Noord- Frankrijk achtergelaten munitie:

    https://youtu.be/6BwmPfgchpA

    26-06-2016 om 15:40 geschreven door janhuijbrechts  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (105 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ZONDAG FRONTPOËZIEDAG - CHARLES PEGUY
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    In deze RTB-reportage uit 1964 vertelt een veteraan van het Franse 276ième Régiment d’Infanterie hoe zijn compagnie op 5 september 1914 bij de stormaanval op Monthyon in een half uur tijd drie van haar vier officieren verloor. Eén van deze gesneuvelden was de Franse schrijver, dichter en essayist Charles Péguy (1873-1914). Péguy die ideologisch een merkwaardige evolutie van anti-klerikale socialist en pacifist tot karholieke nationalist had gemaakt stierf aan het hoofd van zijn pelotin terwijl hij zijn mannen bezwoer geen meter Franse grond af te staan. Dat deze fascinerende figuur - gelukkig maar - nog niet vergeten is, werd gisteren nog in Chartres geïllustreerd. Met de steun van het departementsbestuur van Eure et Loir weer er een wandelpad ‘Charles Péguy’ onthuld en ingewandeld.

    https://youtu.be/9ge3Ksd4Dsc

    26-06-2016 om 15:08 geschreven door janhuijbrechts  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (85 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    25-06-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.GESNEUVELDEN ONTDEKT IN DIKSMUIDE
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Bij archeologische opgravingen in de verkaveling Tuinwijk in Diksmuide werden twee weken geleden de stoffelijke resten van vier gesneuvelde militairen gevonden: 3 Belgen en 1 Franse/Bretoense Marinefuselier. Bij de lichaamsresten werden een aantal artefacten gevonden, waaronder de zakrevolver op de foto. Afgaande op de gevonden uniformknopen behoorden de gesneuvelde Belgen tot het 12e Linieregiment. Een eenheid waarin, tussen haakjes, heel wat mannen uit de Noorderkempen hadden gediend. Het 12e Linie had zich, mede door de ondersteuning die het kreeg van de Brigade Marinefuseliers van Ronarc’h, onderscheiden bij de verdediging van het bruggenhoofd van Diksmuide tussen 19 oktober en 10 november 1914. Indien hun stoffelijke resten zouden kunnen worden geïdentificeerd worden ze wellicht herbegraven op de BMB Duinenhoek in De Panne en anders worden ze wellicht bijgezet in de pas in gebruik genomen crypte op de BMB van Houthulst.


    25-06-2016 om 12:12 geschreven door janhuijbrechts  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (84 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    22-06-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.KEMPISCHE HELDENHULDE - JOZEF PEERS (1894-1918)
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Op 17 maart 1918 werd soldaat Jozef Peers dodelijk gewond door een granaatinslag bij het steunpunt ‘De Groene Hoeve’ in Merkem. Hij bezweek ter plaatse aan de opgelopen verwondingen. Peers was op 14 april 1894 in Grobbendonk geboren in het gezin van Joannes Franciscus Peers en Maria Vandenbroeck.. Bij het uitbreken van de oorlog was hij ongehuwd en net als zijn vader landbouwer. Hij behoorde tot de militieklas van 1914 en werd op 21 september 1914 met het stamnummer 109/60422 ingelijfd in het 9e Linieregiment. Op 19 maart 1918 werd hij begraven op de BMB van Westvleteren waar hij tot op de dag van vandaag rust in graf nr. 374.

    Zijn streekgenoten uit het kanton Herentals zamelden onder impuls van brancardier John Leysen het benodigde geld in voor de aankoop van een heldenhuldezerk die in de nazomer van ’18 op zijn graf werd geplaatst. Deze zerk werd in 1925 door de Dienst der Militaire grafsteden van zijn graf verwijderd en wellicht vernietigd.


    22-06-2016 om 13:22 geschreven door janhuijbrechts  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (92 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    20-06-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DE HOOGSTRAATSE OORLOGSVRIJWILLIGERS
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Duizenden jongemannen - volgens sommige bronnen in augustus 1914 alleen al 20.000 - meldden zich als vrijwil­li­gers voor het leger bij het uitbreken van de vijandelijkheden. Naar schat­ting en afgaande op officiële bronnen zouden meer dan 200 mannen uit het kanton Hoogstraten vrijwillig dienst hebben genomen in de loop van de 4 jaren oorlog. Sommige van hen waren bij de jongste oorlogsvrijwilligers van het land. Hoogstratenaar Jan Van Ginniken was 15 jaar en 1 maand oud toen hij het leger vervoegde. Hubert Van Tongerloo uit Meerle 15 jaar en 10 maanden. Beiden logen in het aanwervingsbureau over hun echte leeftijd om toch maar in dienst te kunnen. Alhoewel voor heel wat van deze piepjonge rekruten een oogje werd dichtgeknepen, glipten ze toch niet allemaal door de mazen van het net. Jef ‘Pots’ Mariën, wiens familie in oktober '14 uit Hoogstraten naar Nederland was gevlucht, meldde zich tevergeefs als prille 15-jarige op het Belgische consulaat in Breda. Na een gesprek met Charles Van Pelt, de Belgische zaakgelastigde, werd hij - tot zijn grote frustratie - precies wegens zijn jonge leeftijd terugge­stuurd.

    Hoogstraten leverde overigens niet alleen een paar van de de jongste maar ook één van de oudste oorlogsvrijwilligers. E.H. Eugène Charles Faes, een 73-jarige priester, die bij het uitbreken van de oorlog aal­moezenier was van Merksplas-Kolonie en op het kas­teel van Hoogstraten, meldde zich op 28 augustus ‘14 vrijwillig als militair aalmoe­ze­nier in het fort van Oude-God/Mort­sel. Twee dagen later werd hij echter, op eigen aan­vraag, wegens zijn hoge ouderdom eervol uit de dienst ontsla­gen.

     

    Een wel heel aparte groep van ‘vrijwilligers’ uit het Hoog­straatse, waren de voormalige kostgangers uit de landlo­persko­lonie/gevangenis op het Gelmelslot en deze uit Wortel- en Merksplas-Kolo­nie. Een gedeelte van hen kreeg de vrijheid in ruil voor het ‘vrij­wil­lig’ aantrekken van een soldatenpak, terwijl de meer­derheid onder hen de ver­warring die in de augustdagen van '14 heers­te, had aange­grepen om het hazenpad te kiezen. Logischer­wijze werd de ‘blijde intrede’ van deze Hoogstraatse vrijwil­ligers niet overal op gejuich onthaald. Een citaat uit het werkje ‘Berchem en de oorlog '14-'18‘: "... Die staat van zaken kon een ge­vaar­lijke wending nemen, daar de Antwerpsche agglomeratie als overstroomd was door ontvluchte kostgasten uit de coloniën van Hoogstraeten en Merxplas. In Berchem werden niet minder dan 112 dier wegloop­ers aangehouden en in de celgevangenis van Antwerpen onder dak gebracht."

     

    Was het aantal vertrekken­de vrijwilligers tot aan de Duitse bezetting van onze regio niet echt groot te noemen, dan veran­derde dit drastisch nadat de bezettingstroepen zich defini­tief hadden geï­nstalleerd. Uit verzet tegen allerlei Duitse dwang­maatregelen, en uit schrik voor een eventuele opeising door de bezetter voor verplichte tewerkstelling, besloten heel wat jongemannen, de gevaarlijke sprong over de grens te wagen. Alhoewel ook soms héél persoonlijke motieven bepaal­den of men vrijwil­lig dienst nam. Zo gaf op een morgen in februari '15 kopersla­ger Jules Huy­brechts, zijn voorschoot aan zijn patron Karel Verstraelen, met de woorden: "Charel, 'k kom niet meer wer­ken. We hebben bericht gekregen dat onze Louis gesneu­veld is, en ik ga de grens over, zijn plaats inpakken." Jules was daad­werkelijk drie dagen later in Hoog­straten ver­dwenen.

     

    In april 1918 zou een anoniem gebleven soldaat/vrijwil­li­ger uit de Noorderkempen in het frontblaadje ‘Het Heide­bloem­ken’ het verhaal vertellen van zijn vlucht over de Nederland­se grens. Omdat het exemplarisch is voor tientallen van derge­lijke passages, hieronder het verhaal van ‘Marckzoon’: "Het uur van 't vertrekken was geslagen, ouders, broers en zusters een laatste zoen gedrukt, het kruiske door vaders hand op 't voor­hoofd ontvangen en... "vaarwel" , "niet vaarwel maar tot weerziens, tot welhaast " riepen de stemmen me toe. 'k Durf niet meer omzien, hun bedroefde wezens en hun tranen zouden mijn stalen hart hebben doen breken. Met opgehe­ven hoofd en vasten tred volgde ik de kleine wegelkens door onze vroegere zoo schoone heide. Die heide waarin ik meermalen dwaalde en met open longen haar aangenamen geur inademde, waar ik met mijn trouwen hond zoo dikwijls jacht maakte op haas of konijn, of luisterde naar het gegons der naarstige bieën of 't morgen­gezang van den leeuwerik. En ik doorliep dit alles als een banneling, met een hart vol weemoed en de sombere gedach­ten of ik dit ooit nog zou wederzien.

    In K. zou ik mijn leidsman opzoeken en mij van 't noodige voorzien om de gevaarlijke reis aan te steken. Geen levend wezen had ik ontmoet, en als ik mijn hoofd tegen den zandigen grond legde, hoorde ik niets dan 't geroep van een koekoek, of 't geblaf van een schepershond in de verte. Geen Duitsche schildwacht noch veiligheidspatrouille was te vreezen, de jonge moffen waren afgelost op 't dorp en omliggende en door oudere moffen vervangen, die 't donzig burgersbed en 't fleschje snik verkozen liever dan te patrouilleren in de verlaten heide.

    't Was 8 uur als ik bij mijn leidsman aanklopte, alles was tot nog toe als een spinnewiel afgeloopen: hij was van mijne komst verwittigd; na vrouw en kind vaarwel te hebben gezegd en den mispelen gaanstok van uit 't hoeksken tusschen klokkas en witgekalkten muur te hebben gehaald, was hij reis­vaardig. Welke verwondering en welk vertrouwen tevens bezoemde mij die man in, nooit zag ik hem zoo heldhaftig: Een echte Kempenzoon van middelbaren leeftijd, sterkgespierd, zwart van oogen en knevels, den zwarten vilten hoed op 't hoofd. Dat alles deed mij eerder op een wildstrooper en moordenaar denken dan op een man die ongeweten, ongekend een grooten plicht en nog grooter dienst bewijst aan 't vaderland.

    De laatste Belgische haardstee van onze schoone Kempen was ik uitgetreden en met kloppend harte maar vol moed, volgde ik mijn gids en wee den lafaard die ons den weg zou versper­ren, duur zou het den onvoorzichtigen kosten. En voort stapten we als twee zwarte schimmen in 't holle van den nacht; alles was doodsch, de natuur scheen in een eeuwigen slaap gedompeld: voor ons donkerde het groote dennenbosch: daar was de verza­melplaats der helden van dezen nacht.

    Rondom hielden mannen de wacht die het sein zouden geven als er verraad mocht opdagen. Men wachtte reeds op onze komst. Het waren al jongelingen die het juk van hun schouders wilden werpen en naar vrijheidslucht snakten, liever hun bloed gaven voor hun land, dan als slaven te worden ontvoerd en behandeld. Hier onder de flauwe schemering der maan werd het verbond gesloten; niemand mocht afdwalen, niemand mocht terugtrekken als het van noode was zich te verdedigen, onbeweeglijk moest men staan als een vijandelijk zoeklicht de heide zou verlich­ten.

    We waren een twintigtal als we het groote dennenbosch verlieten, een echte karavaan in de wildernis: voorop stapten de leidsmannen gewapend met den groven goedendag en deden ons telkens teeken als er iets schuilde in de duisternis, we voelden ons thans sterk onder den indruk der woorden die ons bij het vertrek waren toegestuurd, we waanden ons de helden van 183O die Consience zoo schoon afschilderde in zijn "Boe­renkrijg".

    Voort stapten we met kloppend harte en schuchteren blik, het was of 't heidezand onder onze voeten wegschoof, het akelig verschijnsel van een mastenboom, afgezonderd op de groote heide als een onbeweeglijke waker op 't wijde veld trof onze aandacht. Welhaast zouden wij de kleine rivier bereiken die we moesten overtrekken. Voor ons rees het kleine dennen­bosch dat ons een schuilplaats zou verleenen, nog eenige oogenblikken en... we zouden ons in 's vijands handen, ofwel op een gastvrijen bodem bevinden.

    Door de kleine wegelkens half ineen gebogen, voorzichtig gleden we door twee boschperkskens heen: aan den zoom bleven we onbeweeglijk liggen en gluurden met schuchteren blik in 't ronde... honderden meters rechts van ons aan den hoek van 't sparrenbosch stond het strooien wachthuisje, en we ontwaarden in 't sparrenbosch den in 't wit gedoffelden pinhelm die met zijn zwaren tred heen en weer zijn tegenwoordigheid kenbaar maakte, een vijftigtal meters verder stond zijn makker en scheen meer acht te geven op zijn omgeving, want hij en ver­roerde zich niet... Met kloppend harte volgden wij elk hunner bewegingen, en we wachten met ongeduld tot ze zouden afgelost worden.

    Een kleine mistregen begon te vallen en zwarte wolken bedekten de lucht, een akelige donkerte omringde ons, 't was of de hemel onze vlucht wilde vergemakkelijken. Angstig was het wachten, mijne gedachten keerden nogmaals tot hen die ik kwam te verlaten, naar al wat me duurbaar was, en die ik mischien nooit meer zou wederzien.

    Mijn oor werd getroffen door haastige voetstappen, de wachten werden afgelost en door anderen vervangen, 't oogen­blik was daar... voor ons verborgen in 't hooge riet, lag de kleine voetbrug waaronder 't kabbelende beekje zijn waters voortduwde. De eerste gidsen waren er reeds over gekropen, om te zien of er aan den overkant geen verraad schuilde, onge­merkt had ik ze reeds opgevolgd, 't was te benauwd in mijn schuilplaats en zonder gerucht had ik ze reeds vervoegd... de laatsten waren over, nog een vijfhonderd meters en al het uitgestane leed was vergeten, eens rond gezien of geen vijan­delijke stappen ons volgden en voorwaarts, over 't opene heideveld.

    Welke vreugde! Daar rees voor ons uit den dorren grond de driekleurige paal... gelukkige stond, met den eenen arm om­klemden we den verlossingspaal en met den anderen wierpen we een laatste vaarwel tot hen die daar bleven en tot...onze schoone Kempen."

     

    Vrijwel onmiddellijk nadat midden oktober ’14 de Duitse bezetting van Hoog­straten een feit was, vertrokken er uit Hoogstraten alleen niet minder dan 16 vrij­willigers op amper drie weken tijd. Hun belangrijkste motief, om nét nu de grens over te steken, was het feit dat de Duit­sers begonnen met wekelijkse controles van de eventueel voor dienstplicht in aanmerking komende jongemannen. In de eerste week van januari '15 alleen al waagden 5 jonge Hoog­strate­naren de sprong. Onder hen Arnold Laurijssen. Met zijn vier kameraden sloop hij in de nacht van 5 op 6 januari, de Duitse schild­wachten verschalkend, door de bossen in Meer­le over de grens naar Strijbeek. In één stuk marcheerden ze van hieruit naar Baarle-Nassau, waar ze een trein konden nemen naar Vlissin­gen. Vanuit Vlissingen belandden ze uiteindelijk in Rotterdam, waar ze moesten wachtten tot er zich 5000 vrij­willigers hadden gemeld, om een troepentransport, richting Engeland te kunnen samenstellen. Na tien dagen oponthoud was het zover en een dag later kwamen ze in Folkestone aan. Na te zijn goedgekeurd voor militaire dienst werd hij vervolgens naar Cherbourg verscheept waar hij een basisopleiding als infanterist zou krijgen. Eind september '15 kwam Arnold Lau­rijssen aan het front in de sector Nieuwpoort.

    Omstreeks dezelfde tijd als Arnold Laurijssen vertrok ook Frans Pae­pen. Hij beleefde echter nog een hachelijk avon­tuur voor hij dienst kon nemen. Frans, die nog bij zijn ouders in Beerse woonde, be­sloot vrijwel onmiddellijk na de Duitse bezetting, de benen te nemen. Via Zondereigen zou hij de sprong wagen. Hij be­reik­te echter niet het Nederlandse grond­gebied, maar een cel in de Turnhoutse gevan­genis, waar hij vier dagen lang mocht naden­ken hoe hij bij een volgende po­ging het beste uit de handen van de Duitse grenswachten kon blij­ven. Het waren, cynisch genoeg, de Duit­sers zélf die hem een kans op ontsnap­pen boden. Medio decem­ber '14, waren ze immers volop bezig met het aanleggen van de eerste prikkel­draadver­sperringen aan de grens. Ze deden hier­voor een beroep op Belgi­sche vrijwillige werklui. Frans bood zich aan, en bij de eerste de beste gelegenheid, vluchtte hij bij Castelré de grens over. Dit zou zijn familie zuur opbre­ken, want gedurende weken werd zijn ouderlijke woning geregeld overhoop gehaald door een Duitse arrestatie­ploeg, die hem zocht. Op 6 februari ’15 meldde Frans zich in Calais, waar hij bij het 13e linieregi­ment werd ingelijfd. Na een basisoplei­ding in Auvours kreeg hij eind juni ’15 zijn vuurdoop in Ramskapel­le.

    Hoogstratenaar Frans Schrijvers behoorde tot de militie­klas van 1914, maar om één of andere reden was hij niet opge­roe­pen. Begin 1915 trok ook hij de grens over om dienst te nemen. In Breda verwees men hem door naar Vlissingen, om uiteindelijk in Londen te beland­den. De eerste weken verbleef hij er bij zijn broer Louis, die al een paar jaar in de Engel­se hoofdstad woonde. Nadat hij zich had aangemeld voor de dienst moest hij zich in een Lon­dens hospitaal aanbieden voor een medische controle. Tot zijn grote verbazing was de hem onderzoekende militaire geneesheer, zijn oud-dorpsgenoot Dr. Hendrik Versmissen. Deze was blijkbaar meer geï­nteresseerd in de laatste nieuwtjes uit Hoogstraten, dan in de fysieke condi­tie van de rekruut… Nadat hij voor de dienst was goedgekeurd belandde Frans via Calais in Honfleur voor zijn basisoplei­ding. Omstreeks september '15 kwam hij in de loopgraven voor Diksmuide terecht.

     

    Indien u nog over verhalen, foto’s of andere documenten m.b.t. Hoogstraatse oorlogsvrijwilligers  beschikt wil ik dit graag van u horen. Aarzel niet om mij te contacteren…


    20-06-2016 om 11:58 geschreven door janhuijbrechts  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (120 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    19-06-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ZONDAG FRONT¨POËZIEDAG - ZOON VAN 'T VOLK....
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    De Turnhoutse oorlogsvrijwilliger Ward Hermans (1897-1992), soldaat in het 6e Linieregiment, schreef in de soldatenkrant ‘Ons Vaderland’ en was nauw betrokken bij de Frontbeweging. In juli 1918 werd hij aangehouden door de Sûreté Militaire en zonder enige vorm van proces naar een strafpeloton houthakkers in het Orne-departement gestuurd waar hij tot midden maart ’19 dwangarbeid moest verrichten.   In zijn in 1922 verschenen dichtbundel ‘Gedichten van liefde en strijd’  stond onderstaand gedicht dat hij schreef naar aanleiding van het schenden van tientallen heldenhuldezerken door ‘onbekenden’ op de BMB van Oeren in de nacht van 9 op 10 februari ’18.



     

     

                                           A

                                     VVK

                                       V        

                                        

    Zoon van ’t volk, voor ’t Recht gestorven,

    Aaklig wreed bebloed, doorkorven,

    Rust gij, onbekende held,

    Op ’t gemeenzaam doodenveld.

     

    Alles hebt gij ’t land gegeven:

    Vrijheid, wilskracht, bloed en leven.

    Alles wat uw name droeg !

    Alles waar het land naar vroeg !

     

    Doch hier werd u niets geschonken,

    Dan die letters die fier blonken

    Op den zerksteen van uw graf !

     

    Maar, daar ’t zinnebeelden waren,

    Van die Vlaandrens vrijheid baren,

    Moest ook dit van ’t kruisken af !

     

     

     


    19-06-2016 om 06:10 geschreven door janhuijbrechts  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (132 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    17-06-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.KIJKTIP : DE SOMME
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Binnen twee weken zal het precies 100 jaar geleden zijn dat de Slag om de Somme begon. 1 Juli 1916 Staat sindsdien in de militair-historische standaardwerken geboekstaafd als de 'donkerste dag in de geschiedenis van het Britse leger'. Ik kom de volgende weken zeker nog een paar terug op deze gevechten die zich afspeelden op de uiterste zuidgrens van de aloude Nederlanden. Ter voorbereiding geef ik alvast deze bijzonder goede NDR-BBC-documentaire van Detlef Siebert uit 2006:  'The Somme from defeat tot victory'.

    https://youtu.be/6cK5xL6QBM0

    17-06-2016 om 14:14 geschreven door janhuijbrechts  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (74 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    16-06-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.VERDWENEN DUITSE BEGRAAFPLAATSEN - KWATRECHT / MELLE

    Ik heb op deze blogstek al geregeld stilgestaan bij de inzet van de, overwegend uit Bretoenen bestaande, Brigade Marine-fuseliers o.l.v. admiraal Ronarc’h. Hun eerste gevecht op Vlaamse bodem vond plaats op 9 en 10 oktober 1914 bij Kwatrecht en Melle, waar ze door het gevoelig  vertragen van de Duitse opmars kostbare uren wonnen voor de troepen die vanuit Antwerpen op Gent terugtrokken. Vooral de Franse machinegeweren bij de spoorwegovergang in Kwatrecht zouden dood en vernieling zaaien onder de Duitse troepen die vanuit Aalst waren opgetrokken met de bedoeling Gent in te nemen. De marine-fuseliers telden na de strijd 9 doden en 36 gesneuvelden. De Duitsers hadden een veelvoud aan slachtoffers: Iets minder dan  200 gesneuvelden en een honderdtal gewonden, waarvan er een aantal later nog bezweken aan hun verwondingen. De veldgraven van de gesneuvelde Duitsers werden nog voor het einde van november ’14 geruimd en de stoffelijke resten werden vlakbij het felomstreden talud van de spoorweg herbegraven op het Ehrenfriedhof Melle nr. 233  aan de Brusselse Steenweg ter hoogte van kilometerpaal 44 in Kwatrecht – Melle. Toen deze site op 22 december 1914 in aanwezigheid van von Bissing werd ingehuldigd lagen volgens een getuigenis van het aanwezige Reichstaglid Friedrich Hubrich hier 90 gesneuvelden begraven. In twee massagraven – voorzien van individuele kruizen – lagen respectievelijk 41 doden van Ersatz Regiment nr, 1 en 43 doden van Ersatz Regiment nr. 2. Eén leutnant, 4 Feldwebel-Leutnants en 1 feldwebel lagen in individuele graven. Centraal op de begraafplaats stond een zandstenen afgetopte monoliet met lauwerkransen in bas-reliëf en de  volgende tekst:

      

    Zum Gedächtnis ihrer Toten im Weltkriege 1914.

    Die 1. Res. Inf. Brigade Errichtet auf dem Boden Ihres ersten Gefechtes von Kwatrecht-Melle. Am 9 und 10. Oktober 1914






    16-06-2016 om 16:22 geschreven door janhuijbrechts  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (135 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    15-06-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.HET PRILLE BEGIN VAN HELDENHULDE
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Op deze zeldzame foto uit 1916  (Klik voor een vergroting ) ziet u voor een legerbarak een aantal kransen die klaarliggen voor een rouwhulde. Zonder uitzondering dragen ze allemaal het ééntalig Franse opschrift ‘Le 7e Rgt. de Ligne à nos braves tombés glorieusement pour la Patrie’. In het midden van 1916 gingen er onder de Vlaamsgezinden aan het IJzerfront meer en meer stemmen op tegen de officiële Belgische en dus verfranste militaire begrafeniscultuur. Op 31 augustus 1915 had het oorlogskabinet een omstreden besluit uitgevaardigd: In een streven naar meer eenvormigheid en natuurlijk ook om de identificatie van de graven te bevorderen werd bepaald hoe voortaan de graven van gesneuvelde Belgische militairen moesten gemarkeerd worden. Op alle graven diende een kruis geplaatst te worden. Het hiervoor benodigde hout werd aangeleverd door de Genie. De militaire werklieden zorgden voor het schilderwerk. Ieder zwart geverfd kruis moest in witte letters de volgende, enkel in het Frans vermelde  gegevens  bevatten :’ Nom et prénoms, .é régiment de ., l'armée belge, Né à . le ., Décéde (of, al naargelang het geval) Mort pour la Patrie, à. le….’ Het uitsluitend in het Frans markeren van de graven van gesneuvelde Belgische militairen was niet alleen flagrant in strijd met de geest van de wet op het gebruik van de talen in het leger van 1913  maar stootte vooral de Vlaamsgezinden die in de loopgrachten stonden fel tegen de borst. Heel wat van hen waren bij het uitbreken van de oorlog vrijwillig onder de wapens gegaan. Uit loyauteit aan België hadden ze de Franstalige bevelvoering, het onbegrip, de arrogantie en de vernederingen geslikt. Maar de Franse opschriften op hun graven was een brug te ver… In hun ogen bleef het tot in de dood ‘pour les flamins la même chose’… Oud-strijder Hendrik Demoen omschreef in zijn toespraak tijdens de IJzerbedevaart van 26 augustus 1923 in Alveringem - Oeren hoe zij het ‘Mort pour la patrie’ indertijd hadden ervaren: ‘Twee jaar reeds stonden wij, Vlaamsche IJzerjongens in de slijk- en bloedgrachten van Veurne-Ambacht; twee jaar reeds lagen de lijken van onze gesneuvelde broeders in de verlaten velden van ’t front en op onze stille kerkhoven te rusten. Noch de legeroverheid, noch het officiële België had er om gedacht op de graven onzer makkers iets te plaatsen dat aan Vlaanderen denken deed; wél stonden er de duizenden eentonig - zwarte kruisen met fransch opschrift en akelig rammelende blikken platen met de lelijk - schreeuwende driekleur’.

     

    Velen van hen voelden zich machteloos bij zoveel onbegrip. De Limburgse legeraalmoezenier Paul Vandermeulen was de eerste die de kat de bel aanbond door in het voorjaar van 1916 in het door hem uitgegeven ‘Limburgsch Studentenblaadje voor Oorlogstijd’ een oproep te lanceren om tot een eigen, Vlaamse hulde aan de gesneuvelden te komen. Hij stond niet alleen. Zijn colle­ga aalmoezenier Flor Fierens  schreef  in zijn testament veiligheidshalve dat men op zijn graf een Nederlandstalige zerk moest plaatsen omdat hij niet wilde meewerken aan: ‘…de akelige verfransing van onze dodenakkers. Moest ik met een Frans uithangbord bij Sint Pieter aankomen dan vloog ik zeker als verrader van mijn volk aan de deur…’. Oorlogsvrijwilliger Renaat De Rudder  schreef op 29 september ‘16 aan zijn vriend Henri Van Laere  het volgende: ‘ Het is droevig te zien en te hooren het schreeuwend onrecht dat ons wordt aangedaan. Tot op ons zwart soldatenkruis, belijdenis van ons offer, staat alles in ’t Frans. En mijn hart bloedt bij het horen van de ergerende woorden, die onze oversten uitspreken als hun verachting in onbewaakte ogenblikken naar boven welt: ‘Sales Flamands!’ Vandermeulens oproep viel dus niet in dovenmansoren. Uitgerekend in deze periode zochten en kregen meer en meer Vlaamsgezinde intellectuelen aan het front - onder meer in de Studiekringen en het Secretariaat der Katholieke Vlaamsche Hoogstudenten (S.K.V.H.) - contact met elkaar. Uit hun gesprekken zou in de zomer van 1916 Heldenhulde geboren worden dat een duurzame en passende grafzerk op de graven van Vlaamse gesneuvelden zou gaan plaatsen… 

     


    15-06-2016 om 11:19 geschreven door janhuijbrechts  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (140 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    11-06-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ZOEKPLAATJE....
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Deze opname (klik voor een vergroting )  werd wellicht in het voorjaar van '16 door een Duitse militair gemaakt in een gehucht 'ergens aan het IJzerfront'... Iemand enig idee waar deze foto precies werd gemaakt ?

    11-06-2016 om 13:50 geschreven door janhuijbrechts  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (76 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.KIJKTIP - ADMIRAAL RONARC'H
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Een korte biografie van admiraal Pierre Alexis Ronarc’h (°Kemper, 22.11.1865  + Paris, 01.04.1940). De Bretoense keikop en energieke officier die met zijn brigade marinefuseliers een sleutelrol speelde bij de verdediging van het bruggenhoofd Diksmuide tijdens de IJzerslag in 1914.

    https://youtu.be/dp8BUN2oOiQ



    11-06-2016 om 12:16 geschreven door janhuijbrechts  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (73 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    10-06-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.HELDENHULDEZERKEN OP DE BMB WESTVLETEREN

    Deze militaire begraafplaats aan de St. Maartensstraat ontstond kort na de IJzerslag toen Franse troepen in Westvleteren hun gesneuvelden uit de sector Bikschote / Langemark net achter het front begonnen te groeperen. Op het kerkhof, achter de kerk van Westvleteren bevindt zich trouwens nog steeds een Frans militair ereperk dat aan deze periode herinnert. In het begin van 1915 richtte de Belgische militaire geneeskundige diensten in de meisjesschool van Westvleteren een medische post in die instond voor de opvang van gewonden uit de sector Fort  Knokke / Driegrachten. De meeste Belgische militairen die tussen 1915 en 1918 in deze sector sneuvelden kregen een laatste rustplaats op deze site. Een groot aantal van de gesneuvelden die hier werden begraven behoorden tot de Ve en VIe  Legerdivisies. Maar ook heel wat militairen van de III e  Legerdivisie die in april ’18 bij de zware afweergevechten in en rond Merkem sneuvelden kan men op deze site terugvinden. In 1923 werd het terrein officieel aangekocht door de Belgische staat. Vandaag liggen hier 1.208 gesneuvelden begraven, waaronder 33 onbekenden. Hier stonden ooit minstens 127 heldenhuldezerken. Nu resteren er nog 14… Net zoals in Adinkerke werden in het voorjaar van 1925 voor het verharden van de toegangsweg naar de BMB in Westvleteren, van deze site verwijderde heldenhuldezerken verbrijzeld en vermengd  met steenpuin. 

    Het calvariekruis dat links op deze site staat is afkomstig van de gewezen BMB te Reninge. Toen deze begraafplaats werd gesloten, werd de helft van de gesneuvelden die daar lagen herbegraven op de BMB van Westvleteren en ook het kruis naar hier overgebracht.Oorspronkelijk lagen op deze site de later als 'IJzersymbolen' bekend geworden gebroeders Frans en Edward Van Raemdonck en de samen met hen gesneuvelde Amé Fiévez begraven. Ook oorlogsvrijwilliger Renaat De Rudder lag hier begraven voor zijn stoffelijke resten in 1932 naar de crypte van de IJzertoren werden overgebracht. Op 27 augustus 1922 vond aan zijn graf in Westvleteren de IIIe IJzerbedevaart plaats. 












    10-06-2016 om 10:03 geschreven door janhuijbrechts  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (111 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    08-06-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.HOOGSTRAATS ENIGMA OPGELOST....
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Het ‘Hoogstraatse’ enigma - zie mijn vorige blogbericht  - rond het herbegraven van de gesneuvelde Jan Frans Peeters op het kerkhof van Wortel is inmiddels dankzij de, zoals steeds, vakkundige hulp van Annemie Polé van het Hoogstraatse stadsarchief opgelost. Het gezin Peeters- Zegers is in april 1921 vanuit St. Pieters Woluwe naar Wortel verhuisd en vestigde zich op het Poeleinde. Daarom werden de stoffelijke resten van hun zoon en broer door de Dienst der Militaire Grafsteden naar Wortel overgebracht. Het is echter vreemd dat er in het lokale weekblad ‘De Gazet van Hoogstraten’ geen verslag van deze herbegraving is terug te vinden, want in de regel gebeurde dit voor elke gesneuvelde die werd teruggebracht. Of was dit omdat Peeters geen geboren en getogen zoon van de Noorderkempen was..? Zijn naam komt ook niet voor op het monument van de Wortelse gesneuvelden en zijn graf is inmiddels ook verdwenen…

    Vader Petrus Peeters overleed op 25 oktober 1929 in Wortel. Omstreeks 1932 verhuisde zijn weduwe naar Turnhout en ook zijn twee broers en twee zusters waren inmiddels verhuisd. Ik ben inmiddels op zoek naar een foto van zijn grafkruis en naar de oorspronkelijke militaire begraafplaats waar hij eerst was begraven want dit is niet meer te achterhalen op zijn bewaard gebleven fiche van de Dienst Oorlogsgraven… Iemand enig idee ?   


    08-06-2016 om 10:13 geschreven door janhuijbrechts  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (60 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    03-06-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.HULP GEZOCHT BIJ EEN NIEUW HOGSTRAATS RAADSEL
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Deze jongeman is Jan Frans Peeters. Hij werd op 3 oktober 1894 in Grimbergen geboren in het gezin van Petrus Peeters en Maria Louisa Zegers. Jan Frans Peeters groeide op in Grimbergen en Zaventem en was in 1914, bij het uitbreken van de Grote Oorlog in St. Pieters Woluwe gedomicilieerd. Op 18 januari 1915 meldde hij zich aan als oorlogsvrijwilliger. Na een basisopleiding als infanterist belandde hij met het stamnummer 118/230 aan het IJzerfront in rangen van de 1e cie, 1e Bn. van het 18e Linieregiment. Hij werd tijdens het Eindoffensief, op 17 oktober ’18 in Torhout dodelijk in zijn hoofd getroffen door granaatscherven en kreeg een veldgraf in de buurt van kilometerpaal 1 langs de baan Torhout-Roeselare. Is er iemand die meer gegevens heeft over deze gesneuvelde militair en vooral waarom zijn stoffelijke resten uiteindelijk na de oorlog werden begraven op het kerkhof van Wortel, nu een deelgemeente van Hoogstraten ? Waarom werd deze soldaat uit Vlaams-Brabant helemaal in het uiterste noorden van de Kempen begraven ? Had hij er soms familie ? En wanneer gebeurde deze herbegraving ?   


    03-06-2016 om 16:11 geschreven door janhuijbrechts  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (71 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    01-06-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DUITSE GRENSBEWAKINGSTROEP IN MINDERHOUT..
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    In mijn blogberichten van de laatste weken ben ik geregeld teruggekomen op de Dodendraad en de slachtoffers die er een eeuw geleden vielen. Toeval of niet maar een paar dagen geleden kon ik deze mooie fotokaart op de kop tikken op een bekende internationale veilingsite. Deze foto dateert uit mei 1918 en werd gemaakt aan de rijksgrens in Minderhout, nu een deelgemeente van Hoogstraten. Naar alle waarschijnlijkheid is dit een wachtpeloton dat ergens in de beemden van de Mark poseert met de zugführer. Uiterst links kan je, als je goed kijkt, (KLIK OP DE FOTO) naast de enige jonge snaak uit het gezelschap nog een stukje van het patrouillepad en één mast van de hoogspanningslijn zien.

    Opvallend aan deze opname is dat de meeste van de poserende Landstürmmannen er allesbehalve kwiek uitzien. Het Duitse keizerrijk gebruikte in de lente van ’18 haar laatste reserves voor de grootschalige voorjaarsoffensieven in het Westen, waardoor oude knarren uit de Lanwehr naar de grenzen werden gestuurd om er bewakingsopdrachten te vervullen. Uit de gegevens die in het Hoogstraatse stadsarchief bewaard bleven m.b.t. deze troepen blijkt dat een aantal van de in het laatste oorlogsjaar in onze regio ingezette militairen, vijftigplussers waren…

      


    01-06-2016 om 14:36 geschreven door janhuijbrechts  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (125 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    30-05-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.JÜNGER IN VERDUN
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Gisteren heb ik met stijgende verbazing en later zelfs met plaatsvervangende schaamte naar de groots opgezette Franse herdenking van 100 Jaar Slag bij Verdun  gekeken.. De sowieso al weinig geloofwaardige Duitse bondskanselier Angela Merkel en de nog veel minder geloofwaardige Franse president François Hollande waren er de slecht gecoreografeerde hoofdrolspelers in een bijzonder steriel en, weinig zeggend schouwspel dat zich voltrok binnen het indrukwekkende kader van de militaire begraafplaats en knekelhuis van Douaumont. Wat had kunnen uitgroeien tot een mooie verzoeningsplechtigheid verwaterde tot een  vis noch vlees-spektakel dat vooral politiek correct diende te zijn...    
    De lezers van mijn blog weten dat ik een boontje heb voor Ernst Junger. Hoe anders was het toen deze vergrijsde schrijver en hoog onderscheiden veteraan in september 1984, in aanwezigheid van François Mitterand en Helmut Kohl in Verdun de doden kwam eren.  Het gebeuren groeide uit tot een historische Franco-Duitse verzoening. Jünger was trouwens niet aan zijn proefstuk toe want op 24 juni 1979 had hij op uitnodiging van René Vigneron, de toenmalige burgemeester van Verdun  en Henrim Amblard, de voorzitter van de ‘Société des Aveugles de Guerre Français’ voor ‘Ceux de Verdun’ een opgemerkte lezing gehouden. Gewoon om het contrast te illustreren tussen het niveau van de officiële toespraken van gisteren en Jüngers lezing, breng ik de integrale tekst van Jünger uit ’79 in een Franse vertaling door François Poncet.

     

    Je m’incline devant ceux qui sont tombés.  

    Chers amis de toutes nations, chers camarades et anciens combattants : L’invitation de l’ancienne et célèbre ville de Verdun à présider, en compagnie du cher Henri Amblard, les cérémonies du souvenir de la Grande Bataille livrée en ces lieux m’a profondément ému. Je vous remercie de l’honneur que vous m’avez fait par ce geste, à moi et à mes compatriotes. Je compte cette invitation au nombre des présages favorables, car Monsieur le Maire l’a accompagnée de ces mots : « Il faut que l’anniversaire de la bataille de Verdun cesse d’être une manifestation à caractère seulement nationaliste pour evenir un appel à la paix entre les nations. »
        À ce genre d’appel, on se plaît à répondre. Et je suis convaincu qu’il ne s’agit pas seulement d’un geste de bonne volonté mutuelle, mais que s’annonce par là un tournant historique – une embellie de toute l’atmosphère. Monsieur le Maire nourrit le vœu que Verdun devienne la Capitale de la Paix. Le lieu me semble y avoir vocation, d’autant qu’il a inauguré, en 843, avec le traité de partition de l’empire franc, la séparation de nos deux peuples.
        Nous ne voyons plus aujourd’hui la bataille de Verdun du même œil qu’en 1916, et il se peut que dans une centaine d’années, on porte encore un autre jugement. Les idées changent avec les générations ; lorsqu’on regarde en arrière, les faits acquièrent un aspect nouveau, qui bien souvent stupéfie. Dès cette époque, à l’évidence, l’âge des guerres nationales tirait à sa fin. Ce qui explique l’acharnement des combats, leur durée quasiment sans fin, leur lente extinction sans résultat stratégique. Douaumont est plutôt un symbole de souffrance, plutôt un Chemin de Croix que le lieu d’un événement décisif, comme le sont Austerlitz ou Sedan.
        Rétrospectivement, les fronts se confondent : les adversaires semblent cernés par des périls qui leur sont communs, plus forts que la volonté des grands chefs et le courage des individus : le matériel acquiert une puissance écrasante, la terre une énergie volcanique, et le feu ne menace plus d’anéantir l’un ou l’autre, mais les deux camps sans distinction. À l’époque, entassés dans les entonnoirs, on s’imaginait encore que l’homme était plus fort que le matériel. Nous étions dans l’erreur, on le voit bien aujourd’hui.
    L’homme est la mesure des choses, et non l’inverse
    Au quotidien, le progrès se fait lentement, par érosion pour ainsi dire. Et puis il y a des effondrements, comme si une voûte s’écroulait. Nous sommes perdus, à moins que nous ne changions de système. Je me souviens surtout de deux attentats de ce genre contre mon équilibre intérieur. Le premier effroi m’a frappé comme une multitude de gens : il s’empara de moi lorsque j’appris, en été 1945, la nouvelle d’Hiroshima ; je l’ai perçue tout d’abord comme une rumeur montée des enfers.
        Ce signe de feu titanesque marqua la fin d’une ère ancienne, le début d’une ère nouvelle. L’histoire semblait perdre son sens : dans l’anéantissement de cette ville lointaine se reflétait également la fin des guerres classiques et de leur gloire, d’Achille à Alexandre, de César au Grand Frédéric et à Napoléon.    Même terreur sourde lorsque j’appris voici peu que des cervelles techniciennes étaient parvenues à élaborer des automates pour jeu d’échecs devant qui, à brève échéance, le plus fort des joueurs ne pourra plus que s’incliner.
        Chaque jour ou peu s’en faut, nous apprenons un progrès dans le chiffrage du monde : un trait de plus dans le tableau d’une agression qui menace de nous mettre tous échecs et mat.
    Il s’agit là du royaume des jeux et de la liberté spirituelle, au premier chef celle de l’artiste et sa force de création.    Le problème nous fut posé, sans que nous nous en rendions compte, dès cette époque-là, devant Verdun et sur la Somme, et en termes matériels. Entre-temps nous en avons pris conscience, il nous incombe à présent de le résoudre en son fond, en remettant en honneur cette vérité que l’homme est la mesure des choses, et non l’inverse.
        La puissance croissante des automates et de l’automatisme intellectuel, le chiffrage de la vie qui menace tout individu, le rend manipulable, nous ont dès cette époque fait sentir que nous sommes sur une voie où l’enjeu, si haut qu’il puisse être, se consume lui-même.
        C’est une vaste question. Plutôt que de m’y plonger et m’y perdre, je préférerais aborder les souvenirs qui me lient personnellement à la ville de Verdun ; ils sont au nombre de trois.
        La première fois que j’ai mis les pieds à la citadelle de Verdun, c’était en 1913, lorsqu’après m’être sauvé de l’école je me suis engagé pour servir dans la Légion étrangère. Bien que mon père m’ait promptement fait revenir de Sidi Bel Abbès, je puis dire que j’ai porté aussi l’uniforme français, même si ce ne fut que pour peu de temps.

    Nous marchions pleins de courage Et je n’aurai garde d’omettre de faire mention de l’honnête sergent de ville que je priai de m’indiquer le bureau de recrutement.
    Le brave homme me regarda atterré, avant de me dire : « Jeune homme, mon pauvre ami, faites n’importe quoi, mais pas ça. »    Je le remercie encore, après tout ce temps. Dans la paix, dans la guerre, j’ai souvent rencontré des amis inconnus qui voulaient me venir en aide, sans les savoir toujours écoutés.
        La deuxième fois, j’ai marché sur la ville sans parvenir jusqu’à elle – c’était au printemps 1915, aux Éparges. À l’époque, on appelait cela le « baptême du feu » ; nous marchions pleins de courage, l’enthousiasme était grand. Tout était encore comme nous l’avions entendu de la bouche de nos grands-pères, puis à l’école. Dès le début je fus touché et me retrouvai à l’hôpital. Certes, contrairement à mon très honoré coprésident, blessé devant Verdun à pareille époque, je me rétablis très vite. Mais mon régiment, les fusiliers hanovriens à l’insigne de Gibraltar, ne fut plus jamais engagé dans cette grande bataille, et combattit sur la Somme.
        C’est aujourd’hui la troisième fois que j’entre en contact avec votre ville, et c’est la plus réjouissante : la forteresse ouvre ses portes à un ami.    Permettez-moi de faire un bilan : l’époque de l’inimitié entre nos deux peuples, d’une inimitié à quoi l’on nous formait dès le plus jeune âge, est révolue. Je ne l’ai jamais acceptée. Assurément l’individu ne saurait se soustraire aux grands conflits, il va de soi qu’il les dispute avec les siens, auprès des siens. Entretenir la sympathie, comme le firent Frédéric et Voltaire, est toujours possible, même si c’est moins aisé aujourd’hui qu’à l’âge baroque.
    Adversaire, lorsque les circonstances le réclament, mais non ennemi. Agon, et non polemos.    L’homme n’apprend pas grand-chose de l’histoire : sinon, la Seconde Guerre mondiale nous eût été épargnée, comme bien d’autres désagréments. Toutefois, dans notre cas précis, il semble que nous soyons parvenus à donner l’exemple.     Lorsque nous songeons aux conflits qui aujourd’hui nous affligent, une question se pose : ne devrions-nous pas, à l’échelle planétaire qui est la nôtre, commencer tout de suite au point même où tant de détours, tant de sacrifices nous ont conduits ?

     


    30-05-2016 om 12:32 geschreven door janhuijbrechts  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (114 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    26-05-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.KIJKTIP : 14-18 DAGBOEKEN UIT DE EERSTE WERELDOORLOG DL.1
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    In 2014 zond de NTR-VPRO het bijzonder interessante docudrama '14-18: Dagboeken uit de Eerste Wereldoorlog' uit. Aan de hand van een aantal originele dagboekfragmenten, reconstructies en authentiek beeldmateriaal werd de dramatische Grote Oorlog vanuit  deze persoonlijke getuigenissen gereconstrueerd. Voor het scenario tekenden Yuri Winterberg en Jan Peter.

    https://youtu.be/F9l1in9Uzsw?t=12


    26-05-2016 om 10:47 geschreven door janhuijbrechts  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (32 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.OPNIEUW EEN VERONGELUKTE DUITSER AAN DE DODENDRAAD
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Een dag nadat twee ontsnapte Russische krijgsgevangenen waren geëlektrocuteerd in Weelde - Statie eiste de Dodendraad er al een nieuw slachtoffer. Landsturmman Peter Offer werd vandaag, precies een eeuw geleden, dood gevonden achter de woning van de familie Van den  Eynde in Weelde - Statie. Volgens een bericht in 'De Tilburgsche Courant' van 31 mei '16 was hij op het patrouillepad langs de Dodendraad een brief van het thuisfront aan het lezen tot een windvlaag de brief uit zijn handen rukte en deze tussen de draden van de onder hoogspanning staande grensafsluiting dwarrelde. Offer probeerde de brief met een stuk prikkeldraad naar zich toe te trekken, maar raakte per ongeluk een van de hoogspanningskabels en werd doodgebliksemd. Volgens hetzelfde krantenbericht was hij normaal gezien 's anderendaags met verlof naar huis kunnen keren... Peter Josef Offer was op 5 juli 1877 in Grevenbroich / Kreis Bergheim geboren in het gezin van Christian Offer en Margarita Wacher. Hij was in 1905 gehuwd met Barbara Maaser. Op het ogenblik dat hij verongelukte diende hij als soldaat in de 1e compagnie van het Mobiles Infanterie-Landsturm-Bataillon Neuss. Hij werd oorspronkelijk begraven op de begraafplaats van Merksplas. Tijdens het interbellum werden zijn stoffelijke resten overgebracht naar de Duitse militaire begraafplaats bij het Kamp van Beverlo. Na de Tweede wereldoorlog werd deze site geruimd en werd Offer herbegraven in graf van blok 31 op de Duitse militaire begraafplaats van Lommel.  


    26-05-2016 om 10:23 geschreven door janhuijbrechts  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (124 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    Archief per week
  • 20/01-26/01 2020
  • 31/12-06/01 2019
  • 23/12-29/12 2019
  • 16/12-22/12 2019
  • 02/12-08/12 2019
  • 18/11-24/11 2019
  • 11/11-17/11 2019
  • 04/11-10/11 2019
  • 28/10-03/11 2019
  • 14/10-20/10 2019
  • 07/10-13/10 2019
  • 30/09-06/10 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 16/09-22/09 2019
  • 09/09-15/09 2019
  • 19/08-25/08 2019
  • 12/08-18/08 2019
  • 05/08-11/08 2019
  • 29/07-04/08 2019
  • 22/07-28/07 2019
  • 01/07-07/07 2019
  • 24/06-30/06 2019
  • 17/06-23/06 2019
  • 03/06-09/06 2019
  • 27/05-02/06 2019
  • 20/05-26/05 2019
  • 01/04-07/04 2019
  • 25/03-31/03 2019
  • 18/03-24/03 2019
  • 11/03-17/03 2019
  • 04/03-10/03 2019
  • 25/02-03/03 2019
  • 18/02-24/02 2019
  • 11/02-17/02 2019
  • 28/01-03/02 2019
  • 21/01-27/01 2019
  • 14/01-20/01 2019
  • 07/01-13/01 2019
  • 31/12-06/01 2019
  • 24/12-30/12 2018
  • 17/12-23/12 2018
  • 10/12-16/12 2018
  • 03/12-09/12 2018
  • 26/11-02/12 2018
  • 19/11-25/11 2018
  • 12/11-18/11 2018
  • 05/11-11/11 2018
  • 29/10-04/11 2018
  • 22/10-28/10 2018
  • 24/09-30/09 2018
  • 17/09-23/09 2018
  • 10/09-16/09 2018
  • 03/09-09/09 2018
  • 27/08-02/09 2018
  • 20/08-26/08 2018
  • 13/08-19/08 2018
  • 06/08-12/08 2018
  • 30/07-05/08 2018
  • 23/07-29/07 2018
  • 16/07-22/07 2018
  • 09/07-15/07 2018
  • 02/07-08/07 2018
  • 25/06-01/07 2018
  • 18/06-24/06 2018
  • 11/06-17/06 2018
  • 04/06-10/06 2018
  • 28/05-03/06 2018
  • 21/05-27/05 2018
  • 14/05-20/05 2018
  • 07/05-13/05 2018
  • 30/04-06/05 2018
  • 23/04-29/04 2018
  • 16/04-22/04 2018
  • 09/04-15/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 19/03-25/03 2018
  • 12/03-18/03 2018
  • 05/03-11/03 2018
  • 26/02-04/03 2018
  • 19/02-25/02 2018
  • 12/02-18/02 2018
  • 05/02-11/02 2018
  • 29/01-04/02 2018
  • 22/01-28/01 2018
  • 15/01-21/01 2018
  • 08/01-14/01 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 25/12-31/12 2017
  • 18/12-24/12 2017
  • 11/12-17/12 2017
  • 04/12-10/12 2017
  • 27/11-03/12 2017
  • 20/11-26/11 2017
  • 13/11-19/11 2017
  • 06/11-12/11 2017
  • 30/10-05/11 2017
  • 23/10-29/10 2017
  • 16/10-22/10 2017
  • 09/10-15/10 2017
  • 02/10-08/10 2017
  • 25/09-01/10 2017
  • 18/09-24/09 2017
  • 11/09-17/09 2017
  • 04/09-10/09 2017
  • 28/08-03/09 2017
  • 21/08-27/08 2017
  • 14/08-20/08 2017
  • 07/08-13/08 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 24/07-30/07 2017
  • 17/07-23/07 2017
  • 10/07-16/07 2017
  • 03/07-09/07 2017
  • 26/06-02/07 2017
  • 19/06-25/06 2017
  • 12/06-18/06 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 22/05-28/05 2017
  • 15/05-21/05 2017
  • 08/05-14/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 24/04-30/04 2017
  • 17/04-23/04 2017
  • 10/04-16/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 27/03-02/04 2017
  • 20/03-26/03 2017
  • 13/03-19/03 2017
  • 06/03-12/03 2017
  • 27/02-05/03 2017
  • 20/02-26/02 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 06/02-12/02 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 09/01-15/01 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 12/12-18/12 2016
  • 05/12-11/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 14/11-20/11 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 31/10-06/11 2016
  • 24/10-30/10 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 03/10-09/10 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 19/09-25/09 2016
  • 12/09-18/09 2016
  • 05/09-11/09 2016
  • 29/08-04/09 2016
  • 22/08-28/08 2016
  • 15/08-21/08 2016
  • 08/08-14/08 2016
  • 01/08-07/08 2016
  • 25/07-31/07 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 04/07-10/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 13/06-19/06 2016
  • 06/06-12/06 2016
  • 30/05-05/06 2016
  • 23/05-29/05 2016
  • 16/05-22/05 2016
  • 09/05-15/05 2016
  • 02/05-08/05 2016
  • 25/04-01/05 2016
  • 18/04-24/04 2016
  • 11/04-17/04 2016
  • 04/04-10/04 2016
  • 28/03-03/04 2016
  • 21/03-27/03 2016
  • 14/03-20/03 2016
  • 07/03-13/03 2016
  • 29/02-06/03 2016
  • 22/02-28/02 2016
  • 15/02-21/02 2016
  • 08/02-14/02 2016
  • 01/02-07/02 2016
  • 25/01-31/01 2016
  • 28/12-03/01 2016
  • 21/12-27/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 30/11-06/12 2015
  • 23/11-29/11 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 28/09-04/10 2015
  • 21/09-27/09 2015
  • 14/09-20/09 2015
  • 07/09-13/09 2015
  • 31/08-06/09 2015
  • 24/08-30/08 2015
  • 17/08-23/08 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 27/07-02/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 06/07-12/07 2015
  • 29/06-05/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 11/05-17/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 20/04-26/04 2015
  • 13/04-19/04 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 23/03-29/03 2015
  • 16/03-22/03 2015
  • 09/03-15/03 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 09/02-15/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 12/01-18/01 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 29/12-04/01 2015
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 03/11-09/11 2014

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs