
Roger Vantieghem is geboren op 16 februari 1916. Hij was dus tien jaar oud toen dit (eind)rapport van het vierde leerjaar werd uitgereikt door de "Aangenomen knechtenschool van Anseghem". Wat leert ons dit rapport? Dat er 15 leerlingen waren in de klas. Dat Roger "Zeer Goed" scoorde voor gedrag, neerstigheid, orde en netheid, en schoolbijwoning. Hetgeen betekent dat hij een brave, werkzame, ordelijke jongen was, die nooit spijbelde. Dat hij de twaalfde, zegge de op drie na laatste van de klas was. Maar klopt dit laatste wel? Laten we dat eens nader bekijken... Voor vier van de vijf taalvakken klasseert Roger zich bij de beste helft van de klas, en als wij de taalvakken in hun geheel beschouwen dan kunnen we niet anders dan tot het besluit komen dat hij hiervoor de zevende van zijn klas moet geweest zijn. En als we de uitslag van de vier wiskundevakken bekijken komen we tot dezelfde conclusie: zevende plaats en... weer bij de beste helft dus. Ik heb u, beste lezers - met zeven zijt gij - al laten verstaan dat mijn nonkel Roger een begaafd muzikant was en een talentrijk tekenaar (zie: www.bloggen.be/pierpont/archief.php?ID=1054027). Hij kon alle dieren tekenen, naar de natuur. Als kind heb ik vooral zijn tekeningen van paarden bewonderd: steigerend, in draf of in galop. Hij kon er geen begrip voor opbrengen dat iemand er niet in slaagde een dier te tekenen, terwijl hij nochtans goed wist hoe het dier er uitzag. En zingen! Zo goed als Roger was in zang, zo slecht was ikzelf. Zie maar wat ik daarover schrijf in mijn memoires: Na de grote vakantie kwam ik dus in de nonnenschool in de klas van juffrouw Valentine terecht. Valentine was een weduwe met een dochter van een jaar of vijftien, en dus geen echte juffrouw meer. Toch noemde iedereen haar "juffrouw Valentine". Ze gaf les aan het eerste, het tweede en het derde leerjaar tegelijk. Omdat ik al zo goed kon lezen mocht ik meteen plaats nemen in de middenste rij, de rij van het tweede leerjaar. Ik zat er tussen kinderen die twee jaar ouder waren. In tekenen was ik slecht en zingen was helemáál een ramp. Van zodra ik bij de samenzang mijn mond opende, keken alle kinderen die vóór mij zaten, om. Mijn gezang moet erg pijnlijk geklonken hebben in ieders oren. Al gauw riep de juffrouw mij bij zich en ze verbood mij nog mee te zingen.
Het hoeft dus niet de minste verwondering te baren dat Roger, de latere accordeonvirtuoos, de absolute primus was van de klas voor zowel "zang" als "teekenen" en nog wel met het maximum van de punten. Ook voor schoonschrift - wat toch ook een beetje tekenen is - was hij de beste van de klas. Voor "geschiedenis en staatsburgerlijke opvoeding" (9e plaats) en gezondheidsleer (11e plaats) was het wat minder, doch altijd nog beter dan de 12e, zijnde zijn "totaal gemiddelde". Overigens werd hij later, tijdens zijn militaire dienst, ingedeeld bij de... gezondheidsdienst. Precies in overeenstemming met zijn algemeen gemiddelde plaats was zijn klassering voor het vak "landbouw en natuurlijke wetenschappen". Tja, landbouw was aan nonkel Roger niet besteed. Meer dan eens heb ik mijn moeder horen klagen over haar jongste broer Roger, die nooit zijn vader hielp met het omspitten van de tuin of het rooien van de aardappelen. En dan zijn er twee vakken - twee slechts! - waarin hij nog zwakker presteerde dan een twaalfde plaats: "godsdienst en zedeleer" en "aardrijkskunde". Van "god en al zijn heiligen" heeft Roger nooit een hoge pet opgehad. Het schijnt dat hij daar als kind al durfde voor uitkomen. Eens zou hij, na een catechismuslesje foutloos afgedreund te hebben, gezegd hebben dat hij van al die "zever" tóch niets geloofde, waarna de meester hem prompt een nul zou gegeven hebben. Misschien verklaart dát zijn zwak resultaat voor het vak "godsdienst en zedeleer"? Maar dat hij er met zijn rebels karakter toch nog een "zeer goed" uitsleept voor "gedrag" baart verwondering. Maar onbegrijpelijker nog lijkt mij die voorlaatste plaats voor aardrijkskunde, met amper dertig procent van de punten. Laat het nu precies zijn aardrijkskundige kennis zijn waarmee nonkel Roger mij vaak verbluft heeft. Hij kon alle landen van de wereld opnoemen en hij wist precies waar ze lagen en wat hun hoofdstad was. Hetzelfde gold voor alle grote rivieren. Maar 't is mogelijk dat hij zich na zijn schooltijd door zelfstudie fel heeft bijgewerkt in de materie. Om nu terug te komen op die derde laatste plaats in 't "algemeen klassement". Laten we de afzonderlijke plaatsen voor de verscheidene vakken optellen en de uitkomst delen door het aantal vakken, dan komen we aan (126 gedeeld door 17) 7.4, hetgeen zou betekenen dat Roger Vantieghem recht had op een zevende, hooguit een achtste plaats. U zal het met mij eens zijn, beste lezer, dat ze Roger Vantieghem groot onrecht hebben aangedaan. En dat kan er toe bijgedragen hebben dat hij in het later leven ook vaak de rebel is geweest. Frustratie, ik kan er van meespreken. Ook ík heb mij zwaar benadeeld gevoeld in de lagere school in Grijsloke. Zie maar hoe het verder gaat:
de
We zaten met zijn zevenen in die klas: vier meisjes en drie jongens. Op 't einde van 't jaar waren de vier meisjes, samen met Charles Vanmoorleghem, allemaal de eersten van de klas: alle vijf evenveel punten! Lucien Beel en ik waren
tweede. En toch weet ik zeker dat ik zowel voor rekenen als voor lezen veruit de beste van de klas was. Mijn onvermogen tot tekenen en zingen zullen dus wel de doorslag gegeven hebben.
- Niets van aantrekken, zei moeder. Die anderen zijn kinderen van rijke boeren, die iedere keer als zij een varken slachten, het beste stuk vlees naar de nonnen brengen. Wij, arme drommels, kunnen ons dat niet permitteren. Ook nonkel Roger was een arme drommel.
|