Gisteren las ik in de krant over ene Kristiaan Grauwels, een producent van televisiefilms, die dertig jaar geleden, op veertienjarige leeftijd zwaar gepest werd op school. Het verhaal van die pesterijen is recentelijk uitgebreid in de media verschenen en Kristiaan heeft er zelfs een televisieserie over gemaakt. Het lijkt erop dat hij het leed dat hem werd aangedaan nooit helemaal achter zich heeft kunnen laten.
Waarom het verhaal van de veertienjarige Kristiaan mij treft? Ook ik heet Kristiaan en ook ik ben op veertienjarige leeftijd - exact zeventig jaar geleden! - zwaar gepest geweest en ook ik heb de behoefte gevoeld om die ellende van mij af te schrijven: in mijn boek "O jerum jerum jerum..." (uitg. 2006), mijn memoires. Tien dagen geleden heb ik het verhaal nog eens opgerakeld op mijn blog (www.bloggen.be/pierpont/archief.php?ID=3342178), toen het verhaal van Kristiaan Grauwels mij nog totaal onbekend was. Wat een toeval!
Ik had toen, ten jare 1954, alle "eigenschappen" die mij een geschikt slachtoffer maakten voor pesters: ik was een jaar jonger dan de anderen van mijn klas, ik was de braafste en met voorsprong de beste leerling van de klas, ik had nog nooit bier gedronken of omgang gehad met meisjes. Geleidelijk aan begon ik te voelen dat ik het over een andere boeg moest gooien, maar in dié school lukte het niet meer, want als je eenmaal die naam hebt raak je er niet gemakkelijk van af, je blijft het kneusje.
Drie jaar later toog ik naar de universiteit en daar heb ik het inderdaad over een andere boeg gegooid. Ik ging iedere dag met medestudenten op café, ik sloot mij aan bij studentenclubs, werd na een paar jaar preses van mijn club en het jaar daarop werd ik zelfs verkozen tot senior seniorum, zijnde de preses van het seniorenkonvent, de hoogste studentikoze vereniging aan de universiteit. Ik ging vaak niet naar de les vanwege nachtelijke "escapades", maar in de blokperiode studeerde ik als een gek, soms met een hulpmiddeltje (Rilatine-pillen), met als gevolg dat ik ieder jaar in de eerste zittijd slaagde voor alle vakken, zij het nooit met onderscheiding. Maar de levenslessen die ik had opgedaan waren mij meer waard dan alle onderscheidingen van de wereld. In tegenstelling tot die andere Kristiaan had ik mijn kostschooltrauma helemaal verwerkt. Ik ben keel-neus-oorarts geworden, marathonloper, voordrachtgever en schrijver van boeken over o.a. de Griekse mythologie. Ik heb een gelukkig leven gehad. Maar als u, beste lezer even de moeite doet om het stukje uit mijn memoires te lezen, zult u zien dat het ook anders had kunnen lopen.
|