xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Mijn trouwe lezers zullen zich misschien nog herinneren uit mijn vorig verhaal dat trouwe lezer Marc voorstelde de haikus van Floyd Smith te bundelen onder de titel Back to the future. In al mijn naïviteit dacht ik hieruit te mogen besluiten dat hij die haikus ook wenste uitgegeven te zien. Maar Marc zelve heeft mij dienaangaande gerustgesteld: hij had er enkel de aandacht willen op vestigen dat de haikus geschreven waren op en na 23 december
2010! Ze zouden, tenzij ik mij van jaartal vergist heb, niet eens kunnen geschreven zijn. Heb ik mij dan niet van jaartal vergist? Natuurlijk wel, zou iedere weldenkende burger geneigd zijn te denken, tenzij
U moet weten, beste lezer, dat ik al enige tijd rondloop met het snode plan om een beklijvend gezegde de wereld in te sturen omtrent haikus. Ik zeg het maar meteen: De mooiste haikus zijn die welke nooit geschreven zijn. Heb ik misschien onbewust een beschermende hand boven het hoofd van haikudichter Floyd Smith willen houden door het te laten voorkomen alsof zijn haikus niet of nóg niet geschreven zijn? Onzin natuurlijk om op die manier de geschiedenis te willen ingaan, als de bedenker van een gevleugeld citaat. Hopeloos ook, als men bedenkt dat mijn lezerspubliek, zoals ik reeds meerdere malen heb voorgehouden, bestaat uit amper zeven man daar hoort ú bij en een paardenkop. Maar zijn talloze andere uitspraken, die het wel gehaald hebben, niet even grote onzin?
Enkele voorbeelden? Te veel is trop, trop is te veel van Vanden Boeynants. t Kan verkeren van Bredero. Ik denk, dus ik ben van Descartes. En dan de hoofdvogel, van Jezus Christus himself: Ik ben die ben. Allemaal zaken die het kleinste kind had kunnen zeggen. Bijna had ik geschreven: de grootste idioot... Maar ik leg mij er al bij neer: míjn citaat zal het dus wéér niet halen. In feite nog goed ook, want helemaal origineel is het niet. Ik denk dat ik mij heb laten inspireren door een gezegde van mijn moeder zaliger. In mijn boek O jerum schrijf ik, vertellend over mijn moeder: Over geluk had ze haar eigen mening. De gelukkigste mensen zijn diegenen die er nooit geweest zijn, placht ze te zeggen. U zou kunnen wedervaren dat de oude Grieken, die er vaak nogal een sombere levensvisie op nahielden, ook al dit soort uitspraken hebben gedaan, een paar duizend jaar geleden. Nu is het wel zó, dat mijn moeder niet ongeletterd was, hetgeen betekent dat ze kon lezen en schrijven, zij het niet zonder fouten, maar ik zweer het u: van Oude Grieken had ze nooit gehoord. Au grand jamais! Doch laten wij wél wezen: nóch háár citaat over het geluk, nóch het mijne over de haiku, zijn een roemrijke toekomst beschoren. En terecht. Want eerlijk gezegd: t is onzin, nietwaar.
|