Twee weken geleden, tussen Kerst en Nieuwjaar liep ik Bienvenu Derumeau tegen het lijf in Gent, in de Bagattenstraat. We hebben een halve eeuw geleden nog samen gestudeerd in de Arteveldestad. Bienvenu is kinderarts geworden en heeft zich in het Brusselse gevestigd. Na onze studententijd heb ik hem nooit meer teruggezien, tot die dag in de Bagattenstraat. Ik herkende hem direkt al schoot zijn achternaam mij niet meteen te binnen. Hij mij ook. Eén keer hebben we telefonisch contact gehad in al die jaren. Hij had mij opgebeld om mij te feliciteren met een artikeltje dat ik geschreven had voor Artsenkrant. Het moet zon twintig jaar geleden zijn. En vandaag heb ik dat artikel teruggevonden anders had ik dit stukje wellicht niet geschreven tussen mijn oude paperassen.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Ziehier:
De dokter wordt loodgieter.
Er stond een enorme plas water rond de brander van de centrale verwarming. Wat mij echter nog meer verontrustte: de hele installatie begon te schudden en te bonzen dat ons huis ervan daverde. Ik belde naar de chauffagist. Ik had Egide aan de lijn, de baas zelve. Hij stelde mij direct op mijn gemak, zoals dokters hun patiënten plegen gerust te stellen, die zich overmate zorgen maken over een symptoom dat hun onbekend is. Egide had blijkbaar zijn diagnose al gesteld via de telefoon, zoals dokters dat ook vaak doen. Ik kon dus gerust zijn: ik hoefde alleen maar de verwarming uit te schakelen. Hij zou zo spoedig mogelijk komen: t was immers putje winter en bitter koud
Zo spoedig mogelijk bleek drie dagen later te zijn bij dokters durft het nogal eens sneller gaan. Hij onderzocht de zaak en na enige tijd een half uur, zoals later bleek uit de factuur had hij zijn diagnose ditmaal met zekerheid gesteld en niet langer dan een dag later kwam Didier, de geschoolde vakman, samen met Omer, de waarschijnlijk maar half-geschoolde vakman, zoals eveneens later bleek uit de factuur. Ze plaatsten een nieuw expansievat, een manometer en
nóg een en ander.
Maar t had niet geholpen. Nog dezelfde dag waren de symptomen er weer; de patiënt en met hem het hele huis schudden en beefden dat het beangstigend was. Egide moest wéér komen. Het duurde ditmaal een vol uur voor hij het nieuwe verdict had geveld: een kapotte aquastaat (vergeef mij dit woord). Nu ja
bij artsen komt het ook wel voor dat ze hun aanvankelijke diagnose herzien. Egide beloofde dat hij de aquastaat hoogstpersoonlijk zou komen vervangen, s anderendaags. Achteraf gezien was ik misschien beter af geweest met Didier of Omer want het uurloon van Egide bleek 1800 frank te bedragen, tegen 1550 voor Didier en 1350 voor Omer, waar dan uiteraard nog de BTW dient bijgeteld + verplaatsingskosten. Maar misschien hadden Didier of Omer er wel langer over gedaan
of misschien waren ze wel weer samen gekomen.
Tijdens het plaatsen van de nieuwe aquastaat was het Egide opgevallen dat er iets mis was met de pomp. Of liever, de pomp was wel OK, maar ze sloeg niet meer automatisch af wanneer de watertemperatuur een bepaalde waarde overschreed. Maar geen nood, als t nóg niet in orde zou blijken te zijn, mocht ik hem gerust weer opbellen. Ik hoefde mij daarvoor niet te generen
En t was niet in orde! In totaal was er elf en een half uur aan gewerkt en we waren nog geen stap verder. Of toch. Proefondervindelijk was ik er namelijk achter gekomen dat het beter ging als ik de pomp af en toe zelf handmatig uitschakelde. Omdat ik ondertussen al een factuur van 28.114 frank ontvangen had, was ik er niet meer op gebrand om Egide om de haverklap in consult te vragen.
Ik besloot dus nog even af te wachten. Ik was er nu ook achter gekomen waar het waterverlies precies vandaan kwam. Ik had het lek ontdekt, ter hoogte van een verbinding tussen twee buizen. Met een nieuw gummi-ringetje was het probleem ongetwijfeld op te lossen. Daar ik nóch over zon ringetje beschikte, nóch over een sleutel om de verbinding los te schroeven, belde ik Egide weer op. Ik vroeg hem of hij en passant een nieuw ringetje wilde komen plaatsen, als hij eens voorbijkwam. Dan hoefde ik misschien geen verplaatsingskosten te betalen. Wie weet, deed hij het wel gratis? Wij artsen doen immers ook al eens iets gratis: advies geven, formulier invullen, een uur lang naar gezeur luisteren aan de telefoon, een voorschrift opsturen, even snel in t oor van t zusje kijken, die weliswaar geen klachten heeft, maar aangezien ze nu tóch meegekomen is
t Was Omer die kwam, dagen later. De factuur luidde: verwerken oproep 200 frank + verplaatsing 150 frank + werk Omer 1013 frank + materiaal 403 frank (in t grootwarenhuis kost zon ringetje 2 frank) = totaal 1.766 frank. Gelukkig woon ik in een oud huis en komt er dus maar 6% BTW bij. In totaal dus 1.871 frank.
Het toeval wil dat ik, toen Omer het lek kwam herstellen, net weggeroepen was naar t hospitaal vanwege een neusbloeding, óók een lek dus. Zoiets kan je geen dagen laten wachten, nog geen uur! De neus bloedde niet meer en er kwam dus wel enig speurwerk aan te pas om uit te maken waar de bloeding vandaan kwam. Ontzwelling van de neusslijmvliezen, lokale anestesie, elektrocoagulatie van het bloedvat: ik had mijn werk net zo keurig opgeknapt als Omer. t Had mij wel wat meer tijd gekost: anderhalf uur, de verplaatsing meegerekend. Mijn factuur: verwerken van de oproep 0 frank, verplaatsing 0 frank, werk (onderzoek + galvanocauteriseren neusmucosa) 789 frank + materiaal (cocaïne, adrenaline, enkele compressen) 0 frank = totaal 789 frank. Om de reële opbrengst van mijn interventie te berekenen dienen nog afgetrokken te worden: 3% inningsbijdrage door het ziekenhuis 24 frank + onkosten materiaal 20 frank + onkosten verplaatsing 60 frank. Zo blijft er 685 frank over, zegge 385 frank na aftrek belastingen.
Ik weet het wel! Sommige eerzuchtige doktoren zullen hun patiënt ervan overtuigen dat zijn leven op t nippertje gered is, dat een tweede bloeding wellicht fataal was geweest, maar gelukkig, door het snel en deskundig optreden, is kunnen vermeden worden. En het redden van een mensenleven is toch zeker wel wat waard, en toch alleszins méér dan, laten we zeggen, twintig duizend frank
in t zwart. Maar dat is een minderheid. De meesten zullen zich tevreden stellen met de 385 frank en met de opbrengst van vijf neusbloedingen zullen ze een pakkingringetje kunnen laten vervangen
Weet je wát? Ik ga mij deze week nog een Engelse sleutel en een waterpomptang kopen. En ik koop een leerboek over loodgieterij en centrale verwarmingstechniek, want ik wil dat nu zelf eens uitkienen, waarom de pomp van mijn centrale verwarming het vertikt om af te slaan. Ik houd u op de hoogte.
De begroeting was hartelijk en Bienvenu herinnerde mij al snel aan dat artikel dat ik geschreven had voor Artsenkrant. Van t beste wat ik ooit gelezen heb, zei Bienvenu. En hoe het dan uiteindelijk afgelopen was? Of ik mij dan uiteindelijk had omgeschoold tot loodgieter? Daarover had hij immers niets meer vernomen in Artsenkrant. En er had wel degelijk gestaan ik houd u op de hoogte. Dat had ik dus verwaarloosd. Ziehier wat ik hem verteld heb en hoe het in werkelijkheid ook is gegaan
Enkele weken later had ik Egide toch weer opgebeld. Hij was tot de conclusie gekomen dat ik de hele brander maar best kon laten vervangen. Dan zou ik pas voorgoed van alle miserie verlost zijn
De brander was amper tien jaar oud. En mijn probleem was ook mijn buurvrouw, die ik voor de gelegenheid Germaine noem, ter ore gekomen. Ik zal het voorleggen aan Markske, zei ze. Markske was Germaines jongste zoon, die al een paar jaar afgestudeerd was als loodgieter, aan de vakschool. De vakschool was voor Markske het hoogst haalbare geweest. In zijn kinderjaren was hij hyperkinetisch, moeilijk opvoedbaar en met een torenhoge aversie voor alles wat met leren te maken heeft. In t zesde leerjaar kende hij niet eens alle letters van het alfabet. Maar in de vakschool deed hij het, wonder boven wonder, vrij goed en nu was hij dus een gediplomeerd loodgieter. Toch had ik niet al te veel vertrouwen in Germaines jongste. Ook niet toen Markske vrij gedecideerd zei dat er een klein stukje in de brander diende vervangen te worden: een duur stukje, maar hij zou het tweedehands trachten op de kop te tikken. Wat een geluk dat ik Markske vertrouwd heb: het stukje kostte 1500 frank en de jongen rekende mij 300 frank loon ik heb er hem 500 gegeven
in t zwart. Markske en ik, we waren allebei in overtreding tegenover de fiscus, maar op heden, twintig jaar na de feiten, is dat toch zeker wel verjaard. En de brander? Tot op de dag van heden nooit meer problemen mee gehad. Hij lijkt nog lang niet versleten.
En of ik dan geen loodgieter geworden ben? Bijlange niet. Wel ben ik een toneelstuk aan t schrijven: De dokter wordt gigolo.
|